Co-segregation of social cognition, executive function and

advertisement
Co-segregation of social cognition, executive function and local
processing style in Autisme Spectrum Disorders
Gezamenlijk overerven van sociale cognitie, executieve functies en detailgerichte waarneming
in kinderen met ASS, hun broers en zussen en gezonde controles.
Journal of Autism and Developmental Disorder, 2013, 43 (12), pp 2764-2778
Oerlemans, A.M., Droste, K., Steijn, van D.J., De Sonneville, L.M.J., Buitelaar, J.K. & Rommelse,
N.N.J.
Achtergrond
Veel cognitieve studies naar oorzaken van autisme hebben zich gericht op drie belangrijke cognitieve
domeinen: de sociale cognitie, executief functioneren en centrale coherentie. Sociale cognitie is het
vermogen om sociale prikkels op een juiste manier te verwerken en te interpreteren. Bijvoorbeeld, de
emotionele staat van jezelf en anderen te beoordelen op basis van gezichtsuitdrukkingen en ‘iemands’
toon in zijn of haar stem. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat kinderen met een Autisme Spectrum
Stoornis (ASS) hier minder goed in zijn. Dit zou kunnen verklaren waarom kinderen met ASS veel moeite
hebben met de sociale omgang. Executief functioneren verwijst naar de ‘hogere orde functies”,
processen die cruciaal zijn bij planmatig en doelgericht gedrag. Een verstoring van deze functies zou
kunnen leiden tot een gebrekkige flexibiliteit en impulscontrole; gedrag dat vaak gezien wordt bij
kinderen met ASS. Centrale coherentie tot slot verwijst naar de manier waarop informatie verwerkt en
geïnterpreteerd wordt. Bij gezonde mensen gebeurt dat vaak door eerst te kijken naar het geheel, daarna
naar de details. Mensen met ASS hebben echter vaak moeite om het geheel te overzien, zijn sterk
gefocust op details en ervaren de wereld om hen heen daarom vaak als chaos.
Er wordt verondersteld dat een combinatie van problemen in deze cognitieve domeinen leidt
tot het ontwikkelen van autisme. Ook worden problemen in deze domeinen gezien bij gezinsleden van
mensen met ASS. Broertjes en zusjes en ouders van een kind met ASS hebben zelf ook meer moeite met
taken die de verschillende vaardigheden (zoals de capaciteit om emoties op gezichten te herkennen of
om een bepaalde reactie te remmen) meten, ook als ze zelf geen ASS hebben. Maar het is eigenlijk nog
weinig onderzocht hoe deze problemen met elkaar samen gaan in kinderen met ASS en ook in hun
gezinsleden
Methode
In deze studie werden de prestaties van 140 kinderen met ASS, 172 broers/zussen zonder ASS en 127
controlekinderen een breed scala aan cognitieve taken (o.a. emotieherkenning, cognitieve flexibiliteit,
het kunnen ‘remmen’ van gedrag, werkgeheugen en detailwaarneming) onderzocht en met elkaar
vergeleken.
Resultaten en conclusie
Uit de resultaten kwam naar voren dat de prestatie van broers en zussen met en zonder ASS sterk
gecorreleerd is, vooral op het gebied van sociale cognitie (o.a. emotieherkenning) en executief
functioneren (o.a. cognitieve flexibiliteit). Dit betekent dat broers en zussen zonder ASS diagnose een
vergelijkbaar cognitief profiel laten zien als hun broer of zus met ASS diagnose en daardoor een
verhoogd risico lopen op cognitieve problemen. Met andere woorden, als een kind met autisme
bijvoorbeeld veel moeite heeft met het herkennen van emoties op gezichten, heeft zijn of haar broer of
zus waarschijnlijk ook meer moeite heeft om emoties te herkennen. Centrale coherentie was niet
gecorreleerd tussen aangedane en niet-aangedane broers en zussen. Daarnaast bleek dat problemen in
sociale cognitie en executief functioneren niet los staan van elkaar, maar gezamenlijk overerven binnen
families. Hieruit wordt geconcludeerd dat vooral sociale cognitie en executief functie taken geschikt zijn
voor familiegenetisch onderzoek naar de biologische oorzaken van autisme.
Download