rm + ing en ucatie + vorming en educatie + ed +v o LERENDE NETWERKEN ALS METHODE VOOR NIET-FORMEEL LEREN INTERVIEW MET BRECHT DE SCHEPPER Nele Annaert, Gijs Ieven 2 9 I K R AX + KRAX_16+_CORR2.indd 29 5/11/12 3:26:38 PM + vorming en educatie + Steunpunt Jeugd zet in 2012-2013 een lerend netwerk op rond het implementeren van een talent- en competentiebeleid. Brecht De Schepper, pedagoog aan de Arteveldehogeschool, zal het netwerk ondersteunen en begeleiden. De voorbije jaren zette deze expert al een aantal succesvolle lerende netwerken op poten. Krax+ zocht hem op voor een gesprek over het wat, hoe en waarom van deze nieuwe trend in niet-formeel leren. K R AX + I 3 0 Krax+ • Wat is een lerend netwerk eigenlijk? Brecht De Schepper • Een lerend netwerk is een gecreëerde en tegelijk een creërende omgeving. Het is een omgeving waarin personen bij elkaar worden gebracht in functie van leren. Hetzij fysiek, hetzij virtueel, hetzij een combinatie van beide. Toch geloof ik niet in een volledig virtueel lerend netwerk. Ik denk dat als je echt wil leren, dat je dan echt met elkaar in contact moet komen. KRAX_16+_CORR2.indd 30 In een lerend netwerk schep je een context voor mensen die iets aan een bepaalde situatie willen veranderen. Het zijn personen die bewust en ongedwongen kiezen om deel te nemen. Ze hebben een bepaald leerdoel, deels op persoonlijk, deels op organisatieniveau. Dat is de gecreëerde omgeving. Daarnaast is een lerend netwerk ook een creërende omgeving. De groep creëert iets, er komt iets uit. Iemand doet mee met een lerend netwerk omdat die personen leervragen heeft. In een lerend netwerk hoort hij zaken die helpen om zijn leervraag te verwerken en daarin stappen te ondernemen. Hij groeit er als persoon of als organisatie. Het leuke aan een lerend netwerk is dat het kruisbestuivingen geeft. Het kan natuurlijk ook gebeuren dat een lerend netwerk zelf iets concreets voortbrengt: naast de individuele leerdoelen van elke deelnemer creëer je iets gemeenschappelijks waaraan niet-deelnemers ook iets hebben. Krax+ • Leg je in een lerend netwerk per definitie gemeenschappelijke doelstellingen vast? Brecht • Op voorhand? Neen, niet ‘per definitie’. Maar ook niet ‘per definitie niet’. Ik denk dat je eerder een thema moet vastleggen. En dat thema moet je afbakenen: waar gaan we het over hebben en wat laten we links liggen? Dat laatste is minstens even belangrijk. Die zaken moeten op voorhand duidelijk worden gemaakt door de organisator van het lerend netwerk. Anders dan intervisie? Krax+ • Waar komt de methode vandaan? Brecht • Geen idee. De methode zal al langer bestaan, maar zal nooit zijn benoemd als lerend netwerk. Waarom “Een goed lerend netwerk start en stopt op een gegeven moment.” Brecht De Schepper zien we lerende netwerken opkomen? Omdat we merken dat onze klassieke opleidingen niet altijd goede leervormen zijn. Eigenlijk is het een stuk een verrijking van manieren van leren. Het klassieke idee van onderwijs en educatie is eenrichtingsverkeer: de meester weet alles en de kinderen luisteren. Trek dat model door naar training en opleiding, en je hebt een trainer die zijn kennis in de deelnemers duwt. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Lerende netwerken vertrekken vanuit een totaal andere invalshoek. In een lerend netwerk weten de deelnemers allemaal iets, ze hebben allemaal ervaring, en de bedoeling is om die ervaring met elkaar te delen. Het idee van gedeelde kennis primeert: iedereen geeft een stuk en iedereen krijgt een stuk. En dat is ook iets essentieels. Als deelnemers moet je dat natuurlijk ook willen en kunnen. Krax+ • Waarin verschilt een lerend netwerk van intervisie? Brecht • Naar mijn aanvoelen zit het verschil deels in het creërende van het lerend netwerk, wat je bij intervisie minder hebt. Bij een zuivere vorm van intervisie brengt iemand een bepaalde casus in, die wordt behandeld en besproken in de intervisiegroep. De persoon keert daarna terug naar zijn organisatie met ideeën en voelt zich gesterkt in zijn functioneren. De volgende keer wordt een andere casus behandeld. Een ander verschil is dat er bij intervisie meestal geen concrete leerdoelen worden vastgelegd. Daar gaat het eerder om de ondersteuning en feedback van andere deelnemers. Bij een lerend netwerk loopt de leervraag ook langer dan een casus in een intervisie. Een goed lerend netwerk start en stopt op een gegeven moment. Een lerend netwerk is iets dat je moet durven afronden. Beide methoden kunnen dus even zinvol zijn. Net zoals een goede opleiding ook een goede leerinterventie is. En de methode van intervisie kan zelf ook in lerende netwerken aan bod komen. Een intervisie van mensen die in dezelfde rol zitten en tegen dezelfde dingen aanlopen: laat ze vooral met mekaar in intervisie gaan, en zorg ervoor dat het op een goeie manier wordt gefaciliteerd. 5/11/12 3:26:38 PM + vorming en educatie + Mandaat krijgen Krax+ • Welke eigenschappen hebben de deelnemers van een lerend netwerk? Brecht • Er zijn eigenlijk twee dimensies. Je hebt de organisaties die deelnemen, en je hebt de mensen die vanuit die organisaties deelnemen. Wat ik zelf belangrijk vind in een lerend netwerk is dat in eerste instantie de organisaties zeggen: ‘Wij nemen deel als organisatie en niet als persoon.’ De deelnemers moeten het mandaat krijgen van hun organisaties om bepaalde stappen te zetten. Niet enkel in het lerend netwerk, maar ook in hun eigen organisatie. Krax+ • Bestaan er standaard handelingsprincipes voor alle lerende netwerken? Brecht • De handelingsprincipes voor lerende netwerken zijn niet erg strikt bepaald. Maar er zijn wel enkele voorwaarden voor het welslagen die in elk lerend netwerk vervat zitten. Zo ligt het begin en het einde van een lerend netwerk altijd duidelijk vast in de tijd. Bij intervisiegroepen is dat bijvoorbeeld niet altijd het geval. Ook de continuïteit is belangrijk voor een geslaagd lerend netwerk. Tussen twee samenkomsten voorzien wij doorgaans minimum vier en maximum zes weken. Een andere voorwaarde voor succes is, zoals ik al zei, de verwachting dat de deelnemers ermee aan de slag willen gaan en daarvoor ook een mandaat krijgen. KRAX_16+_CORR2.indd 31 Brecht De Schepper bestaande sociale media die mensen toch al gebruiken. Het is dan wel belangrijk om ze wat af te schermen. Niet de hele wereld moet de gang van zaken van een lerend netwerk kunnen volgen. Een zekere vorm van vertrouwelijkheid is aangewezen. Krax+ • Speelt de samenstelling van de deelnemers in een lerend netwerk een rol? Brecht • Als er maar één organisatie in het lerend netwerk zit met veel expertise in een bepaald thema, dan kan je niet spreken van een evenwichtige samenstelling. Het is steeds zoeken hoe je organisaties die al wat stappen hebben gezet met elkaar kunt connecteren en in connectie kunt houden met organisaties die wat minder ver staan. Voor de organisator is het belangrijk om een goed zicht te hebben op de beginsituatie: wie zijn de deelnemende organisaties? Anderzijds heb ik wel de ervaring dat een onbevangen blik op een organisatie die al wat stappen heeft gezet in een bepaald thema ook voor de organisatie zelf zinvol kan zijn. Op die manier kan de organisatie zichzelf een stuk in vraag stellen. Ook de vrijwilligheid van deelname vind ik zeer belangrijk. Een organisatie die zegt: ‘Wij kunnen er niets gaan doen, want wij staan al redelijk ver’, zal dat idee dikwijls voor zichzelf bevestigd zien worden. Krax+ • Is het algemeen gebruikelijk dat er een wisselwerking is tussen het netwerk op zich en het organisatieniveau? Brecht • Als het een netwerk van organisaties betreft in functie van een bepaald leerdoel, kan je niet anders dan een wisselwerking opzetten met de verschillende organisaties. Maar er zijn ook netwerken van individuen die eerder toevallig van elkaar leren of netwerken die echt een organisatievorm zijn. > “In een lerend netwerk schep je een context voor mensen die iets aan een bepaalde situatie willen veranderen.” 3 1 I K R AX + Krax+ • En qua vorm? Brecht • Er zijn verschillende mogelijkheden. Je kan werken met een vooraf bepaalde structuur van bijeenkomsten. Op die manier kan je het netwerk vooraf al in zekere zin ontwerpen. Anderzijds kan je er ook voor kiezen om het netwerk de vrije loop te laten. Ik vind dat persoonlijk wat lastig, omdat je snel kan vervallen in het klassieke patroon van een training waarbij de begeleider in de positie komt van het geven van input en de deelnemers zich daarnaar schikken. Een digitaal platform als instrument wordt dikwijls gebruikt ter ondersteuning van een lerend netwerk. Maar je moet ook accepteren wanneer dat niet werkt. In dat geval benut je beter de “Het verbinden van gevers en nemers is een cruciale taak.” 5/11/12 3:26:38 PM + vorming en educatie + K R AX + I 3 2 “In een lerend netwerk weten de deelnemers allemaal iets, ze hebben allemaal ervaring, en de bedoeling is om die ervaring met elkaar te delen.” KRAX_16+_CORR2.indd 32 Organisaties uit een bepaalde regio met een gelijkaardige missie zetten samenwerkingsverbanden op om de werking te verbeteren of te optimaliseren. Zulke netwerken zijn geen lerende netwerken, want ze formuleren geen strikte leerdoelen. Maar dat wil uiteraard niet zeggen dat er in zo’n samenstellingen niet wordt geleerd. Rol van de begeleider Krax+ • Doorgaans telt een lerend netwerk maximaal twaalf à vijftien deelnemers. Waarom zo kleinschalig? Brecht • Het lerend netwerk moet beheersbaar, werkbaar en vooral leerbaar blijven. Vijftien personen betekent immers dat elke deelnemer naar en vanuit veertien andere perspectieven moet kunnen kijken en denken. Een lerend netwerk kan echter wel groter zijn, maar dan wordt er gewerkt met verschillende leergroepen die samen een lerend netwerk vormen. De structuur wordt dan wat complexer, want een goede afstemming tussen de verschillende leergroepen is belangrijk. Krax+ • Welke rol heeft de begeleider in een lerend netwerk? Brecht • De begeleider heeft meer dan één taak. • Zijn rol begint al voor de eigenlijke start van het netwerk met de constructie van het netwerk zelf. Momenten voor input vooraf zijn in de voorbereidende fase belangrijk om de contouren van het netwerk te bepalen. • Het verbinden van gevers en nemers is een andere cruciale taak. Zowel de groepsdynamische als de inhoudelijke aspecten moeten voldoende aan bod kunnen komen. • Ook het continu terugkeren naar de vooropgestelde leervraag is een aandachtspunt voor de begeleider: waar zit een bepaalde deelnemer mee? Waar wil hij naartoe in zijn organisatie? Verloopt het proces nog zoals vooraf bepaald of is er bijsturing nodig om het leerdoel te bereiken? Moet de leervraag eventueel worden aangepast? • Tot slot is het ook belangrijk dat de facilitator van het netwerk thuis is in de materie. Hij/zij moet niet de grote expert zijn, maar moet wel in staat zijn om voor het netwerk vernieuwende concepten binnen te brengen en op tafel te leggen, en die bevraagbaar en bespreekbaar te maken. Trend van co-creatie en kennisdeling Krax+ • Wat maakt dat lerende netwerken de laatste jaren zo sterk ingang hebben gevonden? Brecht • De sterke opkomst zit volgens mij in het gegeven dat het eigenlijk een oeroud concept is. Als je lerende netwerken, zoals ze vandaag worden opgezet, terugbrengt naar hun essentie, dan kan je stellen dat heel wat vroegere vormen van informeel leren eigenlijk al een soort van lerende netwerken waren. Kijk bijvoorbeeld maar naar het principe van de gilden. Zij deden aan belangenbehartiging en standpuntverdediging, maar evengoed vervulden zij de rol van lerend netwerk. Minder ervaren leden leerden het metier van ervaren leden, er werd veel aan kennisdeling gedaan. Het achterliggende principe is dus eigenlijk eeuwenoud, maar het vindt nu ingang in bijvoorbeeld onderwijs en andere sectoren. Een belangrijke reden daarvoor is dat we vandaag de dag veel minder de neiging hebben om kennis te beschouwen als onze eigendom. We zijn veel meer gericht op het delen ervan. We komen uit een periode waarin kennis gelijkstond aan macht. Hoe meer je wist, hoe machtiger je was. Daarin zien we nu een kentering: hoe meer kennis je kan delen, hoe meer invloed je hebt. De houdbaarheidsdatum van kennis is vandaag de dag heel beperkt geworden. Het gaat er ook niet meer om hoeveel je weet, maar wel hoe snel je informatie kan vinden. Uit onderzoek blijkt trouwens ook dat jongeren veel meer geneigd zijn om kennis en informatie te delen dan oudere generaties. Al die elementen verklaren mee de trend naar meer vormen van co-creatie en kennisdeling. × 5/11/12 3:26:38 PM