Waarom moest Jezus sterven?

advertisement
Avond 6
Thema: waarom moest Jezus sterven?
Opening: 1 Korintiërs 1
18 De boodschap over het kruis is dwaasheid voor wie verloren gaan, maar voor ons die
worden gered is het de kracht van God. 19 Er staat namelijk geschreven: ‘Ik zal de
wijsheid van de wijzen vernietigen, het verstand van de verstandigen zal ik tenietdoen.’
20 Waar is de wijze, waar de schriftgeleerde, waar de redenaar van deze wereld? Heeft
God de wijsheid van de wereld niet in dwaasheid veranderd? 21 Want zoals God in zijn
wijsheid bepaalde, heeft de wereld hem niet door haar wijsheid gekend, en hij heeft
besloten hen die geloven te redden door de dwaasheid van onze verkondiging. 22 De
Joden vragen om wonderen en de Grieken zoeken wijsheid, 23 maar wij verkondigen een
gekruisigde Christus, voor Joden aanstootgevend en voor heidenen dwaas. 24 Maar voor
wie geroepen zijn, zowel Joden als Grieken, is Christus Gods kracht en wijsheid, 25 want
het dwaze van God is wijzer dan mensen, en het zwakke van God is sterker dan mensen.
Waarom moest Jezus sterven? De menselijke kant
1. Hij was een religieus gevaar
Jezus had vaak een andere mening dan de religieuze leiders van zijn tijd en ook dan de
leiders van de tempel. Hij koos ervoor om te gaan met tollenaars en zondaars.
2. Hij was een politiek gevaar
De joodse machthebbers waren niet gelukkig met de situatie. Het volk luisterde steeds
minder naar hen. Jezus kreeg steeds meer en meer aanzien en gezag.
Ook de Romeinen hadden het niet zo op oproerkraaiers, volksverleiders en mensen die
hun gezag bedreigden. Elke vorm van onlust werd snel, efficiënt en wreed de kop
ingedrukt. Heel wat Joden zijn er in die tijd aan het kruis genageld. De leiders waren
bang en lieten zich door hun angst bepalen: beter dat één man sterft, dan dat een heel
volk ten onder gaat.
De kritiek van Jezus op de tempelleiders had een politieke kant: de tempel was het hart
van de Joodse identiteit. Zijn kritiek op te hoge lasten voor de armen, de handel in de
tempel en de veel te nauwe interpretatie van de regels werd uitgelegd als kritiek op de
Joodse identiteit. (Marcus 12: 38-44; Mat. 23; Mat. 21: 1-17)
3. Jezus ging doelbewust op weg
Jezus was ook bang. Maar Hij liet zich niet leiden door zijn angst, maar stemde zijn
handelen af op de wil van God. En dus bleef Hij kiezen voor hen die hulp nodig hadden.
Hij bleef gehoorzaam aan God en liet zien wat de Schepper wilde voor zijn schepselen.
Als vrome Jood trok Hij dan ook op naar Jeruzalem. Hij wist dat de leiders het op Hem
gemunt hadden. Hij was zich ervan bewust dat zijn leven daar gevaar liep. Toch ging Hij
doelbewust op weg en praatte over zijn lijden en sterven. (Luc 9: 51)
In onze ogen was Hij misschien dom, roekeloos, of zelfs levensmoe. Jezus zelf zal dat
anders gezien hebben. Voor Hem was het een heilig moeten. Het ging om zaken van
God. Hij accepteerde dat anderen Hem dood wensten.
In Jeruzalem deed Jezus niets om een conflict met de machthebbers te vermijden. Het
volk juichte Hem toe bij zijn intocht en in de tempel zwiepte Hij de hele handel van tafel.
Waarom moest Jezus sterven? Gods kant
Jezus’ dood was het gevolg van zijn manier van
leven. De leiders van zijn tijd zagen Hem als een
bedreiging en hebben Hem gedood.
Maar er is ook een andere kant: Jezus was méér
dan het slachtoffer van menselijke wreedheid; Hij
was ook de Zoon van de Vader die zijn leven gaf
om de mensen met God te verzoenen.
Voor sommigen is dat geweldig nieuws, anderen
hebben daar geweldig veel moeite mee.
We gaan kijken hoe onder andere Paulus dit
uitlegt.
De Bijbel geeft op verschillende manieren betekenis aan het lijden van Jezus.
1. Ruilen: God is een rechter en beoordeelt ons op grond van zijn regels. Op alle zonden
die wij begaan zou eigenlijk de doodstraf staan. In plaats daarvan schenkt Hij ons
Jezus, die als het ware met ons van plaats wisselt. Hij wordt gedood in onze plaats.
(Rom. 3: 25; 8: 3; Gal. 3: 13)
Eigentijds verhaal: Er wordt een man voor de rechter geleid die een ernstig misdrijf
heeft begaan. De rechter herkent deze man als een goede vriend. Toch veroordeelt hij
de man volgens de wet tot een zware boete. Vervolgens staat hij op en verklaart hij
dat hij de boete voor zijn vriend zal betalen.
2. Offeren: In het oude Testament wordt
geofferd. Als er iets fout is gegaan in de
relatie met God, geven mensen iets kostbaars
van zichzelf weg om te laten zien hoe
belangrijk zij het vinden dat de relatie goed
is. Zo geeft God het kostbaarste van zichzelf
weg om te laten zien hoe belangrijk voor Hem
een goede relatie met de mens is. (Rom 8:
32; Hebr. 9: 11ev)
Het vergieten van bloed speelt ook een
belangrijke rol bij de viering van het Heilig
Avondmaal. (Mat 26: 26ev)
3. Losgeld: Bij losgeld denk je aan gijzelen of
aan gevangen genomen slaven. Wij zijn
slaven van het kwaad. Daarvan zijn wij
bevrijd door Jezus. (Gal 4: 1-7)
4. Militair: Er is een strijd gaande tussen God,
de macht van het goede, en de machten die
het goede willen vernietigen. De dood is een antimacht, een macht die de mens in zijn
greep wil houden. Door de angst voor de dood doen de mensen ook de gekste dingen:
eeuwige jeugd, genieten zolang het kan, anderen doden om niet gedood te worden,
haat etc. (Ef. 6: 10-17)
Jezus bevrijdt ons van de dood door die te overwinnen! (Kol 1: 13 en 2: 15)
Veel gehoorde bezwaren tegen deze interpretaties van Jezus’ lijden:
1. Ik doe m’n best en leef zo goed mogelijk. Ik ben helemaal niet zo schuldig dat ik
dood zou moeten.
2. Ik wil niet dat iemand anders het voor mij op moet knappen, ik kan niet
accepteren dat een ander is gestorven voor mijn fouten.
3. Een wrede vader die zijn eigen zoon laat kruisigen, in zo’n wrede God wil ik niet
geloven.
4. Het bloed van Jezus voor onze zonden, dat zegt niks, ik word er eerder een beetje
misselijk van.
Gespreksvragen:
 Welke interpretatie vind jij mooi?
 Geloof jij dat Jezus voor jouw zonden gestorven is?
 Vind je dat de mensen straf verdiend hebben?
 Is er verschil tussen God en Jezus? Offert God zijn zoon, of geeft Hij zichzelf?
Teksten:
Matteüs 26
26 Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood
en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ 27 En hij
nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink
allen hieruit, 28 dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt
vergoten tot vergeving van zonden. 29 Ik zeg jullie: vanaf vandaag zal ik niet meer van
de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er met jullie opnieuw van zal
drinken in het koninkrijk van mijn Vader.’ 30 Nadat ze de lofzang hadden gezongen,
vertrokken ze naar de Olijfberg.
Romeinen 8
31 Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons
zijn? 32 Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem omwille van ons allen
heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken? 33 Wie zal Gods uitverkorenen
aanklagen? God zelf spreekt hen vrij. 34 Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die
gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor
ons. 35 Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of
vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard? 36 Er staat geschreven: ‘Om u
worden wij dag na dag gedood en afgevoerd als schapen voor de slacht.’ 37 Maar wij
zegevieren in dit alles glansrijk dankzij hem die ons heeft liefgehad. 38 Ik ben ervan
overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch
toekomst, 39 hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen
scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer.
Heb. 9
11 Christus daarentegen is aangetreden als hogepriester van al het goede dat ons is
toebedacht: hij is door een indrukwekkender en volmaakter tent – die niet door
mensenhanden gemaakt is en niet behoort tot onze schepping – 12 voor eens en altijd
het hemelse heiligdom binnengegaan, en dan niet met bloed van bokken en jonge stieren
maar met zijn eigen bloed. Zo heeft hij een eeuwige verlossing verworven. 13 Want als
het lichaam van wie onrein is al wordt gereinigd en geheiligd wanneer het besprenkeld
wordt met het bloed van bokken en stieren of bestrooid met de as van een jonge koe, 14
hoeveel te meer zal dan niet het bloed van Christus, die dankzij de eeuwige Geest
zichzelf heeft kunnen opdragen als offer zonder smet, ons geweten reinigen van daden
die tot de dood leiden, en het heiligen voor de dienst aan de levende God?
Gal 4
1 Ik bedoel dit: zolang een erfgenaam onmondig is, verschilt hij in niets van een slaaf,
ook al is hij reeds de eigenaar van de hele erfenis. 2 Hij staat onder voogdij en toezicht
tot het door zijn vader vastgestelde tijdstip is gekomen. 3 Op dezelfde manier waren ook
wij, toen we nog onmondig waren, onderworpen aan de machten van de wereld. 4 Maar
toen de tijd gekomen was zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw en onderworpen
aan de wet, 5 maar gezonden om ons vrij te kopen van de wet opdat wij zijn kinderen
zouden worden. 6 En omdat u zijn kinderen bent, heeft God ons de Geest van zijn Zoon
gegeven, die ‘Abba, Vader’ roept. 7 U bent nu geen slaven meer, u bent kinderen van
God en als zijn kinderen bent u erfgenamen, door de wil van God.
Efeziërs 6
10 Ten slotte, zoek uw kracht in de Heer, in de kracht van zijn macht. 11 Trek de
wapenrusting van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel. 12
Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de
machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen. 13 Neem
daarom de wapens van God op om weerstand te kunnen bieden op de dag van het
kwaad, om goed voorbereid stand te kunnen houden. 14 Houd stand, met de waarheid
als gordel om uw heupen, de gerechtigheid als harnas om uw borst, 15 de inzet voor het
evangelie van de vrede als sandalen aan uw voeten, 16 en draag bovenal het geloof als
schild waarmee u alle brandende pijlen van hem die het kwaad zelf is kunt doven. 17
Draag als helm de verlossing en als zwaard de Geest, dat wil zeggen Gods woorden.
Kolossenzen 2
6 Volg de weg van Christus Jezus, nu u hem als uw Heer aanvaard hebt. 7 Blijf in hem
geworteld en gegrondvest, houd vast aan het geloof dat u geleerd is en wees vervuld van
dankbaarheid. 8 Wees op uw hoede en laat u niet meeslepen door holle en misleidende
theorieën die op menselijke tradities zijn gebaseerd en zich richten op de machten van
de wereld en niet op Christus. 9 Want in hem is de goddelijke volheid lichamelijk
aanwezig, 10 en omdat u één bent met hem, het hoofd van alle machten en krachten,
bent ook u van die volheid vervuld. 11 In hem bent u ook besneden, niet door
mensenhanden, maar met de besnijdenis van Christus, door het afleggen van het aardse
lichaam. 12 Toen u gedoopt werd bent u immers met hem begraven, en met hem bent u
ook tot leven gewekt, omdat u gelooft in de kracht van God die hem uit de dood heeft
opgewekt. 13 U was dood door uw zonden en door uw onbesneden staat, maar God heeft
u samen met Christus levend gemaakt toen hij ons al onze zonden kwijtschold. 14 Hij
heeft het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd, uitgewist en het
vernietigd door het aan het kruis te nagelen. 15 Hij heeft zich ontdaan van de machten
en krachten, hij heeft hen openlijk te schande gemaakt en in Christus over hen
getriomfeerd.
Download