Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Communicatie Boudewijnlaan 30 bus 20 1000 Brussel Tel. 02 553 55 50 - Fax 02 553 55 79 [email protected] Nota aan het CAG uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk vragen naar / e-mail Karl Musschoot telefoonnummer datum 20 maart 2012 bijlagen Betreft: Visienota Sociale Media bij de Vlaamse overheid Visienota Sociale Media bij de Vlaamse overheid Inleiding De Vlaamse overheid maakte tot nu toe vooral incidenteel gebruik van sociale media in zijn beleidsuitvoering en communicatie. Dat gebeurt echter niet zelden ad hoc, wat de effectiviteit uiteraard niet bevordert. Het is dus van belang om sociale media strategisch juist in te zetten. Het is niet mogelijk om een universeel antwoord te geven op de vraag of het nuttig is om sociale media in te zetten. Dat hangt af van allerlei factoren: beleidsfase, doel, doelgroep, entiteit, kanalenmix, enzovoort. In deze nota worden die factoren beknopt toegelicht. Maar belangrijker is de vraag hoe de entiteiten van de Vlaamse overheid een instrument in handen kunnen krijgen dat hen kan helpen bij het strategisch en effectief inzetten van sociale media. Daarom besluit deze nota met een voorstel voor plan van aanpak voor het opzetten van een knowledge base en expertennetwerk. http://communicatie.vlaanderen.be 2 Typering “sociale media” Sociale media worden zeer uiteenlopend gedefinieerd. Wij kiezen hier voor een brede benadering: Onder sociale media verstaan we interactieve internettoepassingen die een multimediale dialoog tussen gebruikers van het medium mogelijk maken. Cruciaal daarbij is dat de gebruiker niet alleen consumeert maar ook gemakkelijk zelf inhoud aan het medium toevoegt. Het is tweerichtingsverkeer. Voorbeelden van toepassing hiervan zijn: e-participatieprocessen; pagina’s of discussiegroepen op sociale netwerken als LinkedIn, Facebook, en dergelijke; blogs en reactiemogelijkheden op pagina’s; crowdsourcing. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat sociale media potentieel waardevol zijn voor de Vlaamse overheid, mits strategisch ingezet. Het is van belang in te zien dat de bevolking sterk gebruik maakt van sociale media, en die als een vanzelfsprekendheid ziet. Hetzelfde geldt in toenemende mate voor het personeelsbestand van de Vlaamse overheid – steeds meer personeelsleden zijn “social media natives” voor wie de mogelijkheden om sociale media in beroepscontext te kunnen inzetten, mede de aantrekkelijkheid van de Vlaamse overheid als werkgever bepalen. Strategisch kaderen van socialemediagebruik Sociale media kunnen – net als andere communicatiekanalen (denk aan websites, print, media) – enkel effectief worden ingezet in een strategische context. Sociale media zijn immers een middel, geen doel op zich. Daarom is het van belang dat de entiteit die sociale media overweegt in te zetten, reflecteert over een aantal strategische dimensies: Doel. Het beleidsproject, of de communicatieactie heeft een duidelijk omlijnd doel nodig, alvorens kan worden overwogen welke middelen ingezet dienen te worden. De beleidsfase waarin het project of de actie zich situeert kan mede bepalend zijn voor de inzet van sociale media. Mogelijke doelen waarbij de inzet van sociale media nuttig zouden kunnen zijn: verwerven draagvlak, informeren van de burger, vraag-en-antwoord met de burger, incidentenbeheer en reputatiemanagement, ideeënmanagement. Doelgroep. Een duidelijk afgebakende doelgroep bevordert de effectiviteit van de actie. Indien de inzet van sociale media wordt overwogen is het van belang om de mate waarin de doelgroep bereid en in staat is om sociale media te gebruiken goed in kaart te brengen. Dat kan leiden tot een segmentering van de doelgroep en de inzet van een kanalenmix. Bepaalde segmenten van de doelgroep kunnen bereikt worden met sociale media, voor andere segmenten dienen wellicht andere media ingezet te worden. www.vlaanderen.be 3 Resources. Ook als sociale media passen bij de doelgroep, dient overwogen te worden welke mogelijkheden er zijn binnen de entiteit. De inzet van sociale media vraagt immers vaak om de duurzame inzet van personele resources (en soms financiële). Van belang is dus om deze resources van tevoren in te schatten en vrij te maken – zo kan er ook een begrenzing aan de personele inzet worden gesteld. Competenties en maturiteit van de entiteit. Het beheren van sociale media kanalen vraagt de nodige competenties van de medewerker die met deze taak wordt belast. Dergelijke competenties dienen dus in huis te zijn (of in huis gehaald te worden) voordat de entiteit beslist tot het inzetten van sociale media. Onder de maturiteit van de entiteit wordt verstaan de mate waarin de entiteit in staat is om sociale media succesvol in te zetten. Dat wordt onder meer bepaald door een cultuur die gekenmerkt wordt door openheid en transparantie (zodat optimaal ingespeeld kan worden op de grote diversiteit van stemmen in sociale media) maar ook korte communicatie- en beslislijnen, belangrijk om snel in te kunnen spelen op gebeurtenissen in sociale media. Knowledge base en expertennetwerk De entiteiten van de Vlaamse overheid hebben behoefte aan een knowledge base die hen kan helpen bij het strategisch inzetten van sociale media. Daarin kan onder andere hieraan aandacht worden gegeven: Welke sociale media kunnen ingezet worden ten behoeve van welke strategische doelen? Hoe kan de doelgroep onderscheiden en getypeerd worden. Welke zijn hier de onderzoeksbronnen? Welke sociale media zijn geëigend in welke beleidsfases? Wat zijn de do’s en don’ts van de verschillende soorten sociale media? Wat zijn de best practices binnen en buiten de Vlaamse overheid? Welke competenties zijn nodig voor het beheer van sociale media? Hoe kunnen de benodigde resources worden ingeschat? Het expertennetwerk kan worden gezien als een inventarisatie van medewerkers van de Vlaamse overheid met kennis en specialismen op het gebied van sociale media. Zij kunnen benaderd worden voor vragen over allerlei aspecten van sociale media. Belangrijk aandachtspunt is dat dit dynamische kennisbronnen dienen te zijn. Het gaat immers om een domein met veel evolutie. Daarom wordt gedacht aan een wiki-omgeving waarin nieuwe kennis gemakkelijk kan worden opgenomen. www.vlaanderen.be 4 Plan van aanpak Het CAG vaardigde enkele leidend ambtenaren af om op 23 november 2011 te overleggen over een visienota sociale media. Zij stelden tevens een kleine ad hoc werkgroep in om de nota verder uit te werken. Die werkgroep kwam samen op 24 februari 2012. Deze nota is daarvan een resultaat. De afvaardiging van leidend ambtenaren kwam opnieuw samen op 7 maart. De inhoud van deze nota werd toen als richting voorgelegd, en er werd gevraagd om met de werkgroep een verdere stap richting plan van aanpak te kunnen zetten. De afvaardiging ging daarmee akkoord. De werkgroep zal nog eens samenkomen om het plan van aanpak voor de realisatie van de knowledge base en het expertennetwerk verder uit te werken. Uiteraard probeert de werkgroep ook maximaal af te stemmen met andere initiatieven rond sociale media in de Vlaamse overheid, o.a. de initiatieven binnen MOVI, het netwerk organisatiebeheersing en talrijke initiatieven binnen BZ. Voorstel van beslissing 1. Het CAG keurt deze visienota goed en verzoekt de werkgroep om het plan van aanpak verder uit te werken. 2. De ad hoc werkgroep dient een bredere samenstelling te krijgen en aangevuld te worden met leden die beschikken over kennis van en ervaring met het inzetten van sociale media binnen de Vlaamse overheid. Het CAG verzoekt de beleidsdomeinen om dergelijke kandidaten voor de werkgroep voor te stellen. Martin Ruebens Secretaris-generaal Departement DAR www.vlaanderen.be