Basiscursus college 6

advertisement
Basiscursus college 2
De ondergang van het Weense
systeem 1853-1890
Dit College: na Krimoorlog twee
decennia militaire conflicten
 Deel
I: Napoleon III
 Deel II: Italiaanse eenwording 1859-1870
 Deel III: Bismarck
 Deel IV: Duitse eenwording
 Deel V: Ordening?
Het Europa van voor de Duitse en Italiaanse eenwording
Deel I
Napoleon III 1808-1870
Napoleon III, 1808-1870
Napoleon III 1808-1870
Neef van Napoleon
 Carbonari
 1836, 1840 mislukte staatsgrepen
 1846 ontsnapt uit Forten van Ham naar VK
 1848 revolutie: terug naar Parijs, President van II Republiek
 1848 wint steun clericalen door expeditie Rome, onderwijs
 1852 Keizer

Napoleon III
wilde legitimiteit verkrijgen met buitenlandse politiek
 Frankrijk: twee strategische opties:
 1. Richelieu optie: Centraal Europa verdeeld houden, Duitse
eenheid voorkomen, dus Wenen 1815 accepteren
 2. Einde van Wenen 1815 d.m.v. Franse leiderschap van
kruistocht in dienst van nationale zelfbeschikking, maar dan
wel Duitse eenheid op de koop toe nemen
 Napoleon III doet beide opties tegelijkertijd

Napoleon III bevordert ongewild Duitse eenwording
 Kruistocht
nationale zelfbeschikking brengt
Frankrijk in isolement:
 1. Voert oorlog met Oostenrijk in Italië, Italiaanse
eenwording, Parijs annexeert in 1860 Savoye en
Nice: vervreemdt Frankrijk van Oostenrijk en VK
 2. Steunt Poolse opstand in 1863: Frankrijk
vervreemdt van Rusland
 3. 1870-1871Frans-Duitse oorlog, Frankrijk denkt
Duitsland wel aan te kunnen maar mist nu de steun
van Rusland, Oostenrijk en VK: gevolg Duitse
eenwording
Deel II
De Italiaanse Eenwording 1815-1870
Mazzini de filosoof, Cavour de politicus
(MP Piedmont) en de generaal Garibaldi
1816 Oostenrijk bezit Lombardije, Venetië en Toscane, onafhankelijk
Sardinië Piedmont, Pauselijke staat, Napels, Lucca, Parma, Modena
1830, opstanden in Pauselijke staten geinspireerd door Franse revolutie van 1830,
opstandelingen krijgen weinig Franse steun. Oostenrijk maakt einde opstand
1848 revoluties, Sardinië Piedmont bezet Modena, Lucca, Parma en deel
van Venetië en Lombardije
1849 Oostenrijk verslaat Sardinië. Sardinië verliest Modena, Lucca, Parma, Lombardije
en Venetië, Franse leger maakt einde opstand Mazzini en Garibaldi in Rome
1859 Frans-Sardijns leger verslaat Oostenrijk, Sardinië verwerft deel
Lombardije en na opstand en plebisciet Lucca, Modena, Parma, Romagna
1860, Frankrijk verwerft Savoye en Nice in ruil verwerft
Sardinië geheel Lombardije, Garibaldi 1000 man naar Zuiden
1861 opstand in Napels, Garibaldi verovert Napels, Cavour verbiedt aanval Rome,
Napels na plebisciet bij Sardinië, Koninkrijk Italië zonder Rome Venetië
1866 Italië steunt Pruisen tegen Oostenrijk, in ruil daarvoor verkrijgt
Italië Venetië
1870 Franse troepen trekken uit Rome vanwege Frans-Duitse oorlog:
Koninkrijk Italië annexeert Rome (pas 1929 erkend)
Deel III
Bismarck 1815-1898
Jonge Bismarck
Bismarck 1815-1898
Zoon van herenboer uit Pommeren
 Wens tot behoud geborgenheid leidt tot machtshonger
 1847 afgevaardigde in Pruisische Landdag
 1848 revolutie, wil Koning beschermen
 1851 Duitse Bondsdag Frankfurt
 1859-62 Ambassadeur Rusland en Frankrijk
 1862-1871 MP Pruisen en BZ, conflict Koning en parlement
over Legerwet, tot 1869 zonder parl. Meerderheid
 1871-1890 , sociale wetgeving, rijkskanselier, Kulturkampf
tegen katholieken, socialistenwetten tegen socialisten

Citaten Bismarck
Geloof pas iets als het officieel ontkend wordt
 Wetten zijn net als worsten, je kunt er beter maar geen
getuige van zijn als zij gemaakt worden
 Indien iemand zegt dat hij het in principe met je eens is dan
heeft hij geen zin om het uit te voeren
 Indien ik met een gentleman te maken heb dan ben ik
anderhalve gentleman, indien ik met een schurk te maken
heb dan ben ik anderhalve schurk
 Geschiedenis moet je maken niet schrijven
 Als je de wereld voor de gek wil houden zeg dan de
waarheid
 Algemeen kiesrecht impliceert dat de staat geregeerd wordt
door de peuterklas

Citaten Bismarck
 “Niet
door toespraken of meerderheidsbesluiten
worden de belangrijkste vraagstukken van onze tijd
besloten maar door Eisen en Blut”
Bismarck in Reichstag
Deel IV
De Duitse Eenwording 1815-1871
1815/16 Duitse Bond
Situatie voor 1848, Denemarken bezit Holstein, Holstein ook lid van de
Duitse Bond 1816
1848/49 revolutie in Hongarije, Wenen, Berlijn, Frankfurter
parlement, ook opstand Sleeswijk
Maart 1848 opstand Duitsers in Sleeswijk tegen de Deense Koning,
Deense koning vecht terug
April 1848 Frankfurt vraagt dan Pruisisch leger om Duitsers te helpen en
dus Denemarken aan te vallen.
Vk en Frankrijk boos: Pruisisch leger trekt zich terug, Duitstaligen in
Sleeswijk en Holstein proberen dan zelf een staat te vormen
1851 Deense Koning annexeert Sleeswijk en Holstein
Intussen heeft in 1849 Pruisische leger einde gemaakt aan extremisten in
Frankfurter Parlement
1861, Deense Koning wil Duitsers in Sleeswijk en Holstein
verdeniseren
1863/5, Bondsraad vraagt om Duitse oorlog tegen Denen
Bismarck wil geen Duitse oorlog tegen de Denen maar een PruisischOostenrijkse. 1864 Oostenrijk bezet Holstein, Pruisen Sleeswijk
1866 Oorlog Pruisen-Oostenrijk over grensconflicten Sleeswijk-Holstein
1867, Pruisen annexeert Holstein, Hannover, Nassau, Hesse-Cassel,
Frankfurt, oprichting Noordduitse Bond
1871, Bismarck wint Zuid-Duitse staten door oorlog met Frankrijk
1874, Duitse eenwording inclusief Elzas en groot deel Lotharingen
Blauwe arcering is Elzas-Lotharingen, dit Franse verlies
veroorzaakt Frans revanchisme, na WO I terug bij Frankrijk
Waarom lieten andere staten Bismarck zijn gang gaan?
 Rusland
doet niets, wil vrije hand in Polen, en
Rusland is nog steeds boos op Oostenrijk over de
Krimoorlog, bovendien heeft Pruisen Rusland
geholpen Poolse opstand neer te slaan
 Italie doet niets omdat het Venetië in het geheim
aangeboden kreeg door Bismarck
 Frankrijk doet niets door binnenlandse onrust en
door Mexicaanse avontuur, bovendien doet
Bismarck Napoleon III vage expansie belofte
(België)
 VK deed niets omdat Parijs niets deed en Britten
voeren een politiek van non-interventie
Weense systeem bestaat niet meer
 Italiaanse
en Duitse eenwording zonder
sanctie vooraf van Europees congres
 Geen ideologie zoals Heilige Alliantie
 Puur om machtspolitiek
 Bismarck beheerst zich na Duitse
eenwording, daarom WO I niet eerder
Bismarck 1870-1890, houdt iedereen te vriend
1873 Driekeizersbond, Pruisen, Rusland, OostenrijkHongarije
 1877 Russisch-Turkse oorlog, einde Driekeizersbond door
verwijdering Rusland-Oostenrijk
 1878 Berlijns Congres, Bismarck behoudt de vrede op de
Balkan, Rusland ontevreden
 1881 opnieuw Driekeizersbond
 1882 Triple Alliantie: Dtsl, Oostenrijk, Italië, dus Frankrijk
staat alleen
 1885-1887 Bulgaarse crisis, einde Driekeizersbond,
 1887 herverzekeringsverdrag van DTSL met Rusland, door
Kaiser Wilhelm II in 1890 opgezegd, 1891 Entente cordiale
Frankrijk-Rusland, 1905 Triple Entente Frankrijk-Rusland
en VK

Falen van Napoleon III
Heeft revolutie ontketend zonder uitkomst te
voorzien
 Zonder Wenen en machtsevenwicht is er alleen
nog brute machtspolitiek en dan verliest Frankrijk
tegen sterke Duitsland
 Kloof tussen positieve Franse zelfbeeld en
werkelijkheid, koos liefst kleinere landen als
partner, kon andere grote vier niet domineren

Bismarck’s fouten
alleen hijzelf had beheersing Realpolitik, zijn
opvolgers niet
 binnenlands politiek heeft Bismarck
democratisering <, dus geen rem op Kaiser
 MAAR: democratisering kan leiden tot
buitenlands politieke agressie omdat liberalen
koloniën willen!
 annexatie Elzas Lotharingen: Frans revanchisme

Conclusie
 Napoleon
III en Bismarck hebben Weense
systeem vernietigd
 Napoleon’s tragedie: ambities>capaciteiten
 Bismarck’s tragedie:zijn capaciteiten>dan
die van zijn opvolgers
 Erfenis Napoleon: strategische verlamming
 Erfenis Bismarck: Duitse eenheid verstoort
Europese machtsevenwicht

1890 Wilhelm II
ontslaat Bismarck
Volgend college
Kaiser mist Bismarck
zijn beheersing
 WO I
 Interbellum

Download