Collegebrieven, hoofdstuk 5: omgevingsvraagstukken

advertisement
Collegebrieven Interne Organisatie
Collegebrieven, hoofdstuk 5: omgevingsvraagstukken
§1: Omgevingsfactoren, eerste externe grondslag voor interne organisatie
§2: Het omgevingsvraagstuk
§3: De organisatiekundige relevantie: vereiste eigenschappen van bedrijf en
organisatie
§4: Natuur en samenleving vormen de totale omgeving
§5: Ordeningskaders en interpretatie van omgevingsverschijnselen
§6: Civilisatie en beschaving, omgevingsfactoren in het technische en het sociaalculturele
segment
§7: Vanuit omgevingsfactoren naar eisen aan de interne organisatie
§8: Toegangen
Laatst herzien op 18-02-10
Dit hoofdstuk gaat over omgeving, als zijnde één van de dwingend bepalende grondslagen
van hoe de interne organisatie eruit dient te zien, welke eigenschappen wij moeten trachten
die mee te geven.
Dwingend: het bedrijf is er immers van afhankelijk, het vindt zijn functie in de omgeving,
bestaat dank zij, en ten behoeve van omgeving, de interne organisatie is één van de activa
die het daartoe nodig heeft.
Beperkte behandeling
Het is mijn bedoeling om slechts aan de omgevingskwesties aandacht te besteden voorzover
die van belang zijn voor vraagstukken van interne organisatie. Dat betekent een m.i.
aanzienlijk beperkter behandeling dan bij bedrijfskundige studie het geval zou moeten zijn,
waar ondernemingsbeleid - strategie zo men wil - als zodanig het dominante kenobject is.
Hoofdstuk 5: Omgevingsvraagstukken
Collegebrieven Interne Organisatie
Het is een kort hoofdstuk, in omvang niet meer dan een paragraaf uit de voorgaande en dat
geldt ook voor het volgende. Het is vanwege de systematiek van de indeling dat ik het
onderwerp toch op hoofdstukniveau wil plaatsen.
§1: Omgevingsfactoren, eerste externe grondslag voor interne organisatie
Het was eerder aan de orde (H1 §2.10 (1)). In het eerste hoofdstuk verscheen immers de
externe driehoek, ter aanduiding van ons gebied van studie. Er zijn drie hoofdpunten van
aandacht, onderling verbonden, en de relaties zijn in principe wederkerig, maar niet met
gelijke kracht:
b
om geving
a
strateg ische
keuzen
c
bed rijfs karakteris tiek
H5 §1
en het moge duidelijk zijn dat het thans gaat om de verbinding a, en dan is het met
betrekking tot die bedrijfshuishouding de interne organisatie die ons interesseert. Er
staat voorts bedrijfs-karakteristiek, zijnde het geheel van kenmerken, eigenschappen,
en activa die het bedrijf maken tot wat het is. Interne organisatie is één daarvan. Op
deze wijze is het ook uiteengezet in het eerste hoofdstuk.
Wij zullen nagaan wat de kenmerken van omgevingen zoal kunnen zijn. Maar, eerst
een definitie:
Omgeving:
de werkelijkheid die de bedrijfshuishouding omringt,
en ten behoeve waarvan deze bestaat,
Dienend tot:
richtsnoer en referentiekader voor beleid en organisatie
Hoofdstuk 5: Omgevingsvraagstukken
Collegebrieven Interne Organisatie
Bestaande uit:
talloze elementen van natuurlijke, politieke, sociaal-culturele, economische,
technische aard, mogelijk nog anders geaarde
Werkend doordat:
vanuit de omgeving de bedrijfshuishouding wordt voorzien van middelen, en
doordat het de omgeving is waarin het bestaansrecht van het bedrijf wordt
beoordeeld
en voorts
in elk geval ten dele uniek voor elk bedrijf
Omgeving altijd buiten de grens
De definitie is uitdrukkelijk betrokken op de bedrijfshuishouding, als geheel. Maar het
heeft ook zin om dit toch ook ruimer op te vatten, als zijnde alle toestanden en
gebeurtenissen die zich buiten de grens van het eigen gebied voordoen. Daarmee kan
iets anders duidelijk en vanzelfsprekend worden, namelijk dat wij het begrip omgeving
stapsgewijs mogen opvatten: immers, Europa is omgeving voor Nederland; Nederland
is omgeving voor Amsterdam. Amsterdam is omgeving voor de Pijp, de Pijp voor de
Gerard Dou. etc etc. Maar steeds is het het eigen gebied en wat daarbuiten ligt.
“Interne omgeving” is een contradictio in terminis.
Wederkerigheid, binnenwaarts en uitwaarts
Men lette op de wederkerigheid: elk bedrijf bestaat ten behoeve van een omgeving,
terwijl de omgeving volgens de definitie binnen het bedrijf tot iets dient oftewel een
functie vervult. Dat gaat ten dele vanzelf, invloeden vanuit de de omgeving melden zich
wel. Ten dele komt de functie tot zijn recht via welbewust observeren van de omgeving,
en het opbouwen van omgevingskennis als grondstof voor beleid. Dat gaat niet vanzelf
en het is wenselijk er aandacht aan te besteden en moeite ervoor te doen.
De relatie is wederkerig, zo zat de driehoeksgedachte in elkaar. Uitwaarts zal de
beinvloeding verlopen langs twee hoofdwegen.
Ten eerste de weg van de bedrijfsprestaties - in het volgende hoofdstuk gedefinieerd
(H6 §5), zijnde al datgene waarmee elke bedrijfshuishouding zich in zijn omgeving
manifesteert en waarin ook de bestaansreden gelegen is. Alle typen en alle klassen van
bedrijven oefenen die invloed uit, elk met zijn eigen accenten. Een potentieel gevaar ligt
hier wel, want niet elk bedrijf levert een positieve bijdrage aan de samenleving.
Hoofdstuk 5: Omgevingsvraagstukken
Collegebrieven Interne Organisatie
H5 §1
Ten tweede de weg van de persoonlijke relaties. Ieder die binnen het bedrijf verkeert,
doet dat ook in andere verbanden. Het kan niet anders dan dat iedereen ervaringen van
binnen het bedrijf meeneemt naar huis, en naar elders.
De interne verhoudingen, die van status, van hierarchie, weerspiegelen zich in
de particuliere levenssfeer. “Het is niet de bedoeling dat je je al teveel met
onderofficiersvrouwen bemoeit” hoort een dochter die met een officier in het
leger getrouwd is, als zij naar de omgeving van de basis moet verhuizen. Een
aanzienlijk deel van de plaatselijke bevolking is militair: het interne
standsverschil overschrijdt de grens van de interne organisatie.
Een van de Rotterdamse gemeenteambtenaren met wie ik eertijds
samenwerkte in een grote ontwikkelingsopdracht verhuisde ook, naar Capelle,
om zo te zeggen een buitenwijk van Rotterdam. Hij was administrateur, een
rang in het gemeentelijk bestel is dat, en een redelijk hoge. Inderdaad, ook
gemeenten en de Rijksoverheid kennen een rangenstelsel, verwant aan het
militaire, mogelijk minder stringent. Goed, hij ging verhuizen. En zijn vrouw
merkte aan reacties van de nieuwe buren dat het in de buurt bekend was “dat
er zoiets hoogs als een administrateur zou komen wonen.” Overeenkomstige
voorbeelden zijn in de literatuur te vinden.
Er is een conditie van macht. De uitwaarste beinvloeding zal vanuit het individuele
bedrijf niet zo groot zijn, tenzij dat bedrijf zelf groot is, en een machtspositie heeft. Soms
maakt de beinvloeding deel uit van de functie die het bedrijf heeft te vervullen, met
reclame en propaganda, al dan niet verpakt in entertainment. En langs de weg van het
lobbyen, waarmee het politieke segment valt te beinvloeden. De grens met corruptie en
smeergelden is nu niet meer zo ver weg.
Wat kunnen wij thans niet een verwijten horen aan het adres van de media,
als zouden die allerlei onlustgevoelens aanwakkeren die wij beter kunnen
missen. "De media" is een eufimisme. Er is maar één medium dat werkelijk
telt: de populaire TV, een markt die bediend wordt door een klein aantal
halfmonopolisten. Het lokale café zal ook wel invloed uitoefenen: te
verwaarlozen in omvang.
Hoofdstuk 5: Omgevingsvraagstukken
Collegebrieven Interne Organisatie
Maar, is de invloed van het individuele bedrijf gering, of relatief gering, de invloed van
het collectief, d.i. de bedrijfstak, zal zwaar wegen. Die van de fast food sector is thans in
opspraak vanwege de volksgezondheid. De pharmaceutische industrie ook.
Een volgende overweging. Een bedrijf wordt niet het lot of door hogere machten in zijn omgeving
geworpen. Het is een keuze, waarvan de vestigingsplaats er één is. Wij kunnen verhuizen, niet alleen
naar een andere plaats, ook naar een andere product-markt combinatie.
Ook het “de” omgeving behoeft aanvulling. Wat zou de warme bakker, bij ons in het
dorp, zich moeten aantrekken van de pariteit van de Euro ten opzichte van de dollar?
Of van de voortgang van het microbiologisch onderzoek? Het zijn omgevingsfactoren,
immers verschijnselen in de buitenwereld, maar klaarblijkelijk is het verstandig om te
selecteren naar meer of minder relevant, want delen van de omgeving zullen weinig
betekenis hebben. Maar men zij op zijn hoede: er kan op onverwachte momenten van
alles relevant worden waarvan je het eerder nooit zou hebben verwacht. Ik ga hierop
verder in de paragraaf over de ordening van omgevingsfactoren, naar segment cq
sector en naar afstand (§ 5.5).
H5 §1
Interne omgeving...?
Het viel mij op dat studenten werkten met de termen interne en externe omgeving.
Slecht woordgebruik is dat; omgeving is immers per definitie iets dat buiten ligt. Er is
natuurlijk wel een notie in te herkennen van interne en externe organisatie als
achtergrond. Denkend vanuit
een systeembenadering zou interne omgeving wel iets kunnen betekenen: voor de
afdeling is het bedrijf immers omgeving (H1 § 4.1 (1)). Voor de franchise-supermarkt is
het hoofdkantoor omgeving, ofwel externe organisatie (H1 §2,12).
Hoofdstuk 5: Omgevingsvraagstukken
Download