handleiding_personeelskosten_2011

advertisement
1
II. DE PERSONEELSKOSTEN
1
WETTELIJKE BASIS ..................................................................................................................... 2
2
DOEL VAN DE MAATREGEL ...................................................................................................... 2
3
FINANCIERINGSMIDDELEN ...................................................................................................... 3
4
WELKE OCMW’S KUNNEN DEELNEMEN .............................................................................. 3
5
AANWENDING PERSONEELSKOSTEN .................................................................................... 5
2
DE PERSONEELSKOSTEN
1 WETTELIJKE BASIS
 Op basis van artikel 40 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke
integratie wordt een toelage in de personeelskosten per dossier uitgekeerd.
 In de artikelen 60 en 62 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen
reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie wordt bepaald waaraan deze
toelage besteed moet worden.
2 DOEL VAN DE MAATREGEL
 Om de OCMW’s de mogelijkheid te geven de integratiedoelstellingen van de RMI-wet te
bewerkstelligen, wordt voorzien in een toelage per dossier waarvoor het OCMW een
staatstoelage ontvangt naar aanleiding van de toekenning van een leefloon of een tewerkstelling.
 De RMI-wet wilde een eerste stap in de richting van een personeelsnormering zetten. Als
tegemoetkoming in de personeelskost wordt een forfaitaire toelage voorzien. Voor elk dossier
betreffende het leefloon of een tewerkstelling waarvoor een staatstoelage geldt, heeft het OCMW
recht op zo een toelage. De toelage is een jaarbedrag. Het OCMW heeft recht op dit bedrag per
dossier voor zover het het desbetreffende dossier een volledig jaar in zijn beheer heeft. Het
bedrag moet dus per dossier worden berekend in functie van het aantal dagen dat het OCMW een
staatstoelage ontvangt voor dit dossier.
3
3 FINANCIERING
 Bij het invoeren van de leefloonwet van 26 mei 2002 bedroeg deze toelage in de
personeelskosten 250 EURO op jaarbasis en deze toelage wordt berekend in functie van het
aantal dagen dat het OCMW een staatstoelage ontvangt naar aanleiding van de toekenning van
een leefloon of een tewerkstelling.
 Deze toelage van 250 EURO werd drie maal verhoogd door het Koninklijk besluit van 3
september 2004 (B.S. 27 september 2004) :

met ingang van 1 oktober 2004 : 278 EURO op jaarbasis;

met ingang van 1 januari 2006 : 285 EURO op jaarbasis;

met ingang van 1 januari 2007 : 320 EURO op jaarbasis.
Bijvoorbeeld :
Een dossier openen op 1 januari 2009 tot 28 februari 2009.
Personeelskosten = 320/365 X 59 = 52
 Overeenkomstig artikel 40 van Leefloonwet kan de koning , bij een besluit vastgesteld na
overleg in de Ministerraad, het bedrag van de toelage aanpassen.
 De bedragen zijn berekend voor de periode van 1 december tot 30 november.
4 WELKE OCMW’S KUNNEN DEELNEMEN
Om te kunnen deelnemen aan de toelage in de personeelskosten dient het OCMW RMI-dossiers te
hebben. Immers het OCMW ontvangt slechts een toelage in de personeelskosten voor dossiers
waarvoor het OCMW een staatstoelage ontvangt naar aanleiding van de toekenning van een leefloon of
een tewerkstelling van een leefloonbegunstigde.
Alle OCMW’s moeten de subsidie personeelskosten voorzover ze een RMI-dossier hebben bewijzen.
4
Niet gerechtvaardigd
bedrag wordt
automatisch berekend
Dit niet gerechtvaardigd bedrag dat automatisch wordt berekend = bedrag van de personeelskosten –
bedrag van de werkingskosten – totaalbedrag voor de kwalitatieve verbetering van de opvang.
Dit niet gerechtvaardigd bedrag wordt na controle gecompenseerd op een volgende maandstaat.
5
5 AANWENDING PERSONEELSKOSTEN
Overeenkomstig de wettelijke voorwaarden en toekenningsmodaliteiten zoals bepaald in artikel 60 van
het Koninklijk Besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op
maatschappelijke integratie, moet de toelage integraal besteed worden aan de verbetering van de
bestaande personeelsnormen (brutoloonkosten + werkingskosten).
Enkel indien de totale toelage de financiële last van een halftijdse betrekking niet kan dekken, mag het
volledige bedrag besteed worden aan de kwalitatieve verbetering van de opvang.
 Aan welk personeel kan deze toelage besteed worden ?
Deze toelage kan besteed worden aan de aanwerving van sociaal personeel, administratief
personeel, begeleidingspersoneel, psychologen enzovoort.
 Kan deze toelage gebruikt worden om de omkadering te vergroten voor de financiering van een
VZW ?
Ja, dit kan als deze personeelsleden zich bezighouden met het project en het proportioneel is met
de activiteit.
 Kan deze toelage besteed worden aan de aanwerving van een voorzitter, een secretaris of een
ontvanger ?
Neen, dit is niet toegestaan want een voorzitter, een secretaris of een ontvanger zijn verplichte
wettelijke graden die voorzien zijn door de organieke wet. De wettelijke normen bepalen dat een
voorzitter, een secretaris en een ontvanger minimaal nodig zijn voor een OCMW.
Een persoon die halftijds als secretaris en halftijds voor een andere activiteit als maatschappelijk
assistent / bestuursassistent in de sociale dienst is aangeworven, wordt als secretaris omwille van
zijn wettelijke graad halftijds niet betoelaagd maar wordt als maatschappelijk assistent /
bestuursassistent in de sociale dienst halftijds wel betoelaagd.
Het OCMW kan eveneens overeenkomsten sluiten met diensten belast met deze opdrachten
inzake sociale en beroepsinschakeling en deze middelen aan de financiering besteden van de
personeelskosten van de diensten die deze opdracht voor zijn rekening uitvoeren.
Tenslotte kunnen meerdere OCMW’s deze aanvullende middelen samenbrengen om samen met
een gemeenschappelijke dienst te starten.
6
Als het OCMW een overeenkomst heeft gesloten met een partner, dient in het veld “Dienst”
partnerschap aangeduid te worden. Ook dient dan de naam van de partner ingevuld te worden.
De toelage mag de brutoloonkosten van het personeel dekken (wedde, bijdragen, verzekeringen
…), evenals de werkingskosten inclusief de opleidingskosten en de aankoop van benodigd
materiaal voor het bijkomend personeel (inrichting van de lokalen, huur, bureaus, uitrusting,
telefoon, fax, verwarming, elektriciteit, divers materieel…) maar niet de investeringskosten.
De werkingskosten mogen wel niet meer dan 1/3 van de totale toelage bedragen.
 Moet het OCMW ieder jaar een nieuw personeelslid aangeven om recht te hebben op de subsidie
personeelskosten ?
Neen voor zover het bestaande personeel een meerwaarde is ten overstaan van de vastgelegde
wettelijke norm en voor zover er een kwalitatieve verbetering is ten opzichte van de situatie in
2002.
Het OCMW moet niet al hun VTE die ze tewerkstellen aangeven maar enkel diegene die het
OCMW met de personeelskosten betaalt moeten worden aangegeven.
Het OCMW dient bij de personeelskosten het brutoloon van het personeelslid in te geven.
 Hoe moet het OCMW voor de subsidie personeelskosten dat deel van het salaris ingeven dat
reeds via een ander kanaal wordt gesubsidieerd (bijvoorbeeld : Gesco) ?
Het OCMW geeft enkel dat deel van het salaris in waarmee zij de subsidie personeelskosten
willen rechtvaardigen. Het reeds gesubsidieerde deel wordt weggelaten.
 Hoe dient het OCMW de salariskost van een personeelslid in te geven bij de Personeelskosten
indien dit personeelslid werkzaam is in verschillende diensten ?
Het OCMW past op dat moment een verdeelsleutel toe en geeft enkel dat deel van de loonkost in
waarbij er een relatie is tot de verbetering van de opvang van de cliënten.
7
POD MI vult het bedrag van de personeelskosten in
die hij betaald heeft gedurende het afgelopen jaar.
invullen door het ocmw
Het plafond om te bepalen of de toelage integraal mag besteed worden aan de kwalitatieve verbetering,
werd door de POD MI bepaald en bedraagt 20.000 EURO.
Indien het totaal betoelaagde bedrag dus kleiner of gelijk is aan 20.000 EURO, dienen enkel de genomen
initiatieven voor deze kwalitatieve verbetering met hun respectievelijke kostprijs worden vermeld.
Invullen door
het OCMW
8
 Wat kan door het OCMW zoal aangegeven worden als kwalitatieve verbetering van de opvang ?
Het OCMW is vrij te oordelen of er bij zijn aankoop een relatie is tot de verbetering van de
begeleiding en opvang van OCMW-cliënten. Ook kleine investeringen komen hiervoor in
aanmerking (bijvoorbeeld : klein meubilair, wachtzaal voor kinderen terwijl de ouders binnen
zijn, speelgoed voor de wachtzaal, bewakingscamera’s, enzovoort).
Download