HANDLEIDING LooqIN PO

advertisement
HANDLEIDING Looqin PO
Een procesgericht kindvolgsysteem voor het primair onderwijs
PO
PROCESGERICHT KINDVOLGSYSTEEM
Veel met weinig
CENTRUM VOOR ERVARINGSGERICHT ONDERWIJS/
KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN
ONDERWIJS MAAK JE SAMEN
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
1
Looqin PO: de digitale versie van het Procesgericht Kindvolgsysteem, ontwikkeld door Prof. dr. Ferre Laevers, KU
Leuven en Ilse Aerden, CEGO
Toepasbaar
binnen elk
Voor elke
onderwijs-
leeftijd dezelfde
concept
schaal-waarden
Computer,
laptop èn
tablet
Eenvoudig scoren
op een vijfpuntsschaal
DE
VOORDELEN
VAN
LOOQIN ®PO
Welbevinden,
betrokkenheid,
competenties en
Focus op het
prestaties
leerproces
Minder
Ruimte om
administratie
eigen schoolkeuzes in te
voeren
Zowel op
groepsniveau als
op individueel
niveau
Gericht op de
professionaliteit
van de leerkracht
De theoretische achtergrond van Looqin PO is te vinden in een apart document. Daarvoor verwijzen we je graag
naar www.looqin.nl. Op deze site is ook een duidelijk instructiefilmpje te vinden over de werkwijze van Looqin PO
2
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING
4
WAAROM EEN PROCESGERICHT KINDVOLGSYSTEEM?
5
DE WERKWIJZE VAN LOOQIN PO
6
SPOOR 1 GROEPSNIVEAU
8
DE GROEPSSCREENING
8
WIJZE VAN INVULLEN
8
FREQUENTIE VAN INVULLEN
8
I. GROEPSSCREENING WELBEVINDEN EN BETROKKENHEID
9
WELBEVINDEN
10
BETROKKENHEID
11
KLEURCODERING WELBEVINDEN EN BETROKKENHEID
12
II. GROEPSSCREENING COMPETENTIE EN PRESTATIE
13
COMPETENTIES
13
PRESTATIES
14
COMPETENTIE EN PRESTATIE IN RELATIE TOT ELKAAR
15
GEDETAILLEERDE SCREENING COMPETENTIES EN PRESTATIES
16
competenties en prestaties toevoegen/ verwijderen
17
RESULTATEN GROEPSOVERZICHT OP STARTPAGINA
18
HET GROEPSBEELD (CIRKELDIAGRAM EN STAAFDIAGRAM)
19
KLEURCODERING CIRKELDIAGRAM EN STAAFDIAGRAM
20
EVOLUTIE GROEPSSCREENING
21
INTERVENTIES KIEZEN
21
Groepslogboek
22
GROEPSOVERZICHT
23
SPOOR 2 INDIVIDUEEL NIVEAU
24
OPENINGSPAGINA VAN EEN INDIVIDUEEL KIND
24
INDIVIDUELE OBSERVATIES
25
BALANS EN WERKPUNTEN OVERZICHT
27
HET ZORGPUNT
28
HET WERKPUNT
29
HET LOGBOEK
29
INDIVIDUELE EVOLUTIES
30
GEDETAILLEERDE SCREENING
30
jaaroverdracht looqin po
31
BEHEER 31
KOMENDE ONTWIKKELINGEN
35
LICENTIEKOSTEN
35
VEELGESTELDE VRAGEN
36
REFERENTIES
41
CONTACTGEGEVENS
41
BIJLAGEN
42
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
3
INLEIDING
Looqin PO is een procesgericht kindvolgsysteem dat de leerkrachten helpt om de gehele ontwikkeling
van kinderen in beeld te brengen: welbevinden, betrokkenheid, competenties en prestaties. Het
kindvolgsysteem biedt houvast om kinderen op een effectieve manier te volgen en te begeleiden
in hun leer- en groeiproces. De samenvatting van dit proces is eenvoudig, waardoor je in één
oogopslag zicht hebt op je gehele groep. Een inspiratiebron van interventies op basis van de zeven
betrokkenheidsverhogende factoren en leerkrachtstijl (Laevers & Heylen, 2013) zorgt ervoor dat zorg
direct vertaald kan worden in concrete acties op groepsniveau.
Voor de leerkracht is binnen Looqin PO een belangrijke rol weggelegd. Het is zijn taak om voor elk
kind aan te sluiten bij zijn behoeften. We weten, en onderzoek bevestigt dit: het is de leerkracht
die ertoe doet! Maar hoe pak je het als leerkracht aan? Er doen zich in de dagelijkse praktijk zoveel
situaties voor waarmee de leerkracht rekening moet houden en waarop hij moet kunnen inspelen met
allerlei interventies. In het bijzonder in de omgang met kinderen met dyslexie, ADHD, autisme etc.
Veel leerkrachten zien door de bomen het bos niet meer of geven aan dat het teveel wordt. Naar een
juiste aanpak zoeken voelt dan als onbegonnen werk. Het lijkt alsof we doorgeschoten zijn in een eng
tekortverhaal: bij elk kind merken we wel een tekort op dat bijgespijkerd moet worden, tot het weer mee
kan met de gemiddelde groep. Dit terwijl we weten hoe dynamisch de ontwikkeling van elk kind is!
Laten we teruggaan naar de essentie van zorg: Kinderen die vast dreigen te lopen in hun ontwikkeling moeten we
weer laten groeien en opbloeien.
Welbevinden en betrokkenheid zijn niet gewoon de voorwaarden om tot leren te komen, het zijn de
kwaliteitsmeters van het leerproces zelf. Kinderen die in hun ontwikkeling vast dreigen te lopen, zijn
kinderen die zich niet goed voelen of waarbij de betrokkenheid onvoldoende tot uiting komt. Die
kinderen opnieuw laten groeien en opbloeien betekent dan ook in eerste instantie investeren in het
verhogen van hun welbevinden en betrokkenheid. Zowel informatie over de prestaties en competenties
van het kind als de extra knowhow over de diverse soorten problematieken wordt erkend en
meegenomen in Looqin PO, maar altijd vanuit hun betekenis voor het welbevinden en de betrokkenheid
van het kind.
Looqin PO biedt houvast in het zoekproces om zorg voor de hele groep en zorg voor elk kind te vertalen
in concrete acties. Het instrument biedt een systematiek, zonder in ‘overdrive’ te gaan. De registratielast
wordt tot een minimum beperkt. De digitale mogelijkheden worden ingezet om gegevens overzichtelijk
te verwerken. Het is echter geen invulinstrument dat, als je het goed afwerkt, je automatisch vertelt
wat je moet doen. Het is een werkinstrument. Het helpt je om, stap voor stap, stil te staan bij de dingen
die relevant zijn om greep te krijgen op jouw groep en alle uitdagingen die er liggen. Reflectie wordt
maximaal gestimuleerd. En ... het biedt ook perspectief! Concrete handvatten voor interventies zijn
ingebouwd. De focus binnen Looqin PO ligt primair op de groep: het uitbouwen van een zorgbreed
basismilieu, differentiëren in de breedte en in de diepte. Preventie en remediëring zijn dan ook twee
parallelle processen, die in Looqin PO in een evenwichtige verhouding samen worden genomen. Mocht
je geïnteresseerd zijn in het gedachtegoed van procesgericht werken, dan verwijzen we je graag naar
het boek van Prof. Dr. Ferre Laevers en Ludo Heylen (2013): ‘Een procesgerichte aanpak voor zes tot
twaalfjarigen in het basisonderwijs’ en Laevers, F. e.a. (2014): ‘Ervaringsgericht werken met kleuters in
het basisonderwijs’.
4
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
In deze inleiding willen we tenslotte een speciaal dankwoord richten tot Ferre Laevers en Ilse Aerden van
CEGO en alle leraren en directies van de pilotscholen in Vlaanderen en Nederland die hebben geholpen
om Looqin PO te maken tot een efficiënt en toegankelijk instrument.
We wensen je veel succes en werkplezier met het procesgerichte kindvolgsysteem Looqin PO!
WAAROM EEN PROCESGERICHT KINDVOLGSYSTEEM?
Kijkend naar het licht van de lamp in onderstaande figuur zien we de invloed van de school- en
groepscontext. Je kunt je er onmiddellijk een aantal vragen bij stellen: Staan sommige kinderen niet
in de kou? Krijgen alle kinderen voldoende warmte, zorg en stimulans? Profiteert iedereen wel van de
inspanningen die we als school en leerkracht leveren? Is de leeromgeving voor alle kinderen krachtig
genoeg?
Een goed kindvolgsysteem geeft aan wie extra zorg nodig heeft (signaleren), zet een weg uit om het
probleem te verduidelijken (analyseren) en helpt om tot succesvolle initiatieven te komen en die te
evalueren (interveniëren). Looqin PO helpt je om geen enkel kind uit het oog te verliezen en duidelijk
zicht te houden op de evolutie die elk kind doormaakt.
Belangrijke vragen zijn:
Hoe weten we welke kinderen in hun ontwikkeling bedreigd zijn? Welke criteria moeten we hanteren om te
achterhalen wie extra zorg nodig heeft?
In nagenoeg alle leerlingvolgsystemen is men in de eerste plaats geïnteresseerd in het prestatieniveau.
Men gaat voor elk kind na waar het in zijn ontwikkeling staat in vergelijking met zijn leeftijdsgroep. Wie
tegenover die norm een achterstand vertoont, wordt in een remediëringstraject meegenomen.
Dergelijke leerlingvolgsystemen focussen vaak sterk op de schoolse prestaties en besteden minder
aandacht aan de sociale en emotionele ontwikkeling. Looqin PO gooit het over een andere boeg. Voor de
selectie van kinderen die een aangepaste aanpak nodig hebben, richt het zich niet in de eerste plaats op
wat kinderen kunnen en niet kunnen, op wat ze al hebben geleerd en wat nog niet.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
5
Met Looqin PO stel je eerst andere vragen:
•
Hoe gaat het met dit kind?
•
Gedijt het hier?
•
Reageert het goed op de geboden kansen?
•
Gedraagt het zich zodanig, dat er ontwikkeling te verwachten is?
We concentreren ons met andere woorden op aanwijzingen die met het (groei- of leer)proces te maken
hebben.
PROCES
Context of
leeromgeving
Beleving en
mentale activiteit
Verandering in
competentie en attitude
A A N PA K
EFFECT
De algemene vraag ‘Hoe gaat het met dit kind?’ valt uiteen in twee deelvragen: ‘Hoe staat het met het
welbevinden van dit kind?’ en ‘Hoe is de betrokkenheid van dit kind?’
WELBEVINDEN wijst erop dat de wisselwerking tussen kind en omgeving optimaal verloopt,
dat de basisbehoeften bevredigd worden.
BETROKKENHEID wijst erop dat kinderen vanuit hun exploratiedrang in die omgeving tot
(intense) mentale activiteit komen.
Als die twee voorwaarden vervuld zijn, weten we dat kinderen het goed maken én volop in ontwikkeling
zijn. Welbevinden en betrokkenheid als kernpunten voor Looqin PO betekent: ons concentreren op de
kwaliteit van het leven en leren. Missen we die kwaliteit, dan weten we dat er werk aan de winkel is.
Is er dan geen aandacht voor het (ontwikkelings)niveau, voor de output?
Natuurlijk wel, maar niet als eerste indicator van problemen. Achterstand in ontwikkeling betekent
immers niet noodzakelijk dat je tot maatregelen moet overgaan, zoals voorsprong in ontwikkeling
evenmin hoeft te betekenen dat er door jou als leerkracht geen maatregelen genomen moeten worden.
DE WERKWIJZE VAN LOOQIN PO
Deze handleiding helpt je om vanuit een procesgerichte benadering de kinderen op de juiste manier te
volgen en volledig in beeld te brengen. Zowel op groepsniveau als op individueel niveau wordt de juiste
aanpak stap voor stap beschreven.
Via www.looqin.nl/po kun je beginnen met Looqin PO. Je kunt via twee sporen de ontwikkeling van
kinderen volgen. Je begint in spoor 1 (groepsniveau) waarbij je je richt op de gehele groep. In spoor 1
worden tevens meer dan 400 interventies aangeboden die je op groepsniveau kunt uitvoeren.
Vervolgens ga je de kinderen met extra begeleidingsbehoeften in spoor 2 nader in beeld brengen
(individueel niveau). De werkwijze en stappen van Looqin PO worden op de volgende bladzijde van deze
handleiding zeer eenvoudig weergegeven in de vorm van een schema.
6
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
SPOOR 1
SPOOR 2
Starten op groepsniveau
Individueel niveau voor
voor alle kinderen
enkele kinderen
GROEPSSCREENING
INDIVIDUELE OBSERVATIE
Je begint met het invullen van twee
groepsscreenings:
1)Welbevinden en betrokkenheid
2)Competenties en prestaties
GEDETAILLEERDE SCREENING
Via individuele observaties breng je ‘op
te volgen’ kinderen beter in beeld. Looqin
PO helpt je hierbij middels gerichte
observatievragen. Alleen de aspecten die
aandacht vereisen, vul je in.
Competenties en prestaties kan je met een
gedetailleerde screening nader in beeld brengen.
BALANS EN WERKPUNTEN
RESULTATEN GROEPSOVERZICHT
Op de startpagina krijg je een beeld van de
ontwikkeling van je groep met behulp van het
cirkeldiagram, het staafdiagram en de evoluties.
Je ziet onmiddellijk welke kinderen zich in de
gevarenzone bevinden. Tevens formuleer je aan de
hand van dit beeld conclusies over de groep.
In één overzicht zie je wat de bevorderende
en belemmerende factoren van het kind zijn.
Vanuit dit overzicht trek je conclusies en
bepaal je vervolgacties (werkpunten).
EVOLUTIE
INTERVENTIES KIEZEN
Op groepsniveau ga je met behulp van de
interventiedatabase interventies kiezen. Met
deze interventies werk je op groepsniveau, dus
voor alle kinderen tegelijk, aan het verhogen van
welbevinden, betrokkenheid, competentie en
prestatie.
De evolutie laat een duidelijk beeld zien van
de ontwikkeling van een kind, gedurende
de schooljaren. Zijn er betekenisvolle
verschuivingen op te merken? Is het
welbevinden gestegen?
GEDETAILLEERDE SCREENING
GROEPSOVERZICHT
In het groepsoverzicht krijg je een volledig
beeld van alle kinderen. Je bepaalt welke
kinderen je wilt ‘opvolgen’. Deze kinderen ga je
gerichter observeren met behulp van spoor 2.
Alle competenties en prestaties die van
een leerling in beeld zijn gebracht door de
leerkracht worden hier zichtbaar.
individueel LOGBOEK
GROEPSlogboek
In het groepslogboek wordt alles bijgehouden over
de groep. Alle groepsscreenings worden hierin
opgeslagen. Tevens kun je interventies evalueren
en verslagen toevoegen die te maken hebben met
de groep.
In het logboek heb je toegang tot alle
informatie die in het verleden en het heden
rondom dit kind verzameld is. Het gaat
bijvoorbeeld om groepsscreenings, individuele
observaties, interventies, verslagen van
onderzoeken, gesprekken met het kind,
gesprekken met ouders etc.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
7
SPOOR 1 GROEPSNIVEAU
DE GROEPSSCREENING
We stellen vast dat er grote verschillen zijn tussen wat kinderen leren. In elke klas wordt er geleerd, maar
niet elk kind leert evenveel! Dat hangt samen met het feit dat niet elk kind de leeromgeving in zijn klas
op dezelfde wijze ervaart. Kinderen met een hoog welbevinden en een hoge betrokkenheid profiteren
maximaal van de rijke leeromgeving en ontwikkelen zich naar hun eigen mogelijkheden. Met een
groepsscreening willen we snel zicht krijgen op de kinderen in de groep die uit de boot dreigen te vallen.
We maken een huidige stand van zaken op. In eerste instantie bekijken we aan de hand van welbevinden
en betrokkenheid hoe elk van de kinderen zich voelt en de omgeving beleeft en ervaart.
Daarnaast kijken we naar competenties en prestaties. Door middel van deze informatie kijken we
of de kinderen in ontwikkeling zijn. De groepsscreening is dus het startpunt voor een systematische
verkenning van je groep. Het opslaan gebeurt automatisch. Je kunt er voor kiezen om een deel van
de screening tijdelijk op te slaan of deze screening meteen definitief op te slaan. Als je de screening
definitief opslaat kan deze niet meer veranderd worden. De ingevulde screening wordt dan opgeslagen
als groepsscreening en is in zijn geheel te zien via het groepslogboek.
WIJZE VAN INVULLEN
We adviseren om de groepsscreenings in te vullen aan de hand van alle dagelijkse indrukken die je de
afgelopen periode hebt opgedaan, aangevuld met gerichte observaties. Je roept de beelden van de
observaties op en je gaat na welke signalen je vooral hebt opgemerkt. Heb je bij een bepaald kind nog
een onduidelijk beeld, dan observeer je dit kind extra. Je kan ook bij het kind zelf polsen of de ouders
bevragen.
Wat je precies moet observeren, is nauwkeurig uitgewerkt in een vijfpuntsschaal. De toelichting bij die
schaalwaarden kun je vinden in deze handleiding bij de betreffende groepsscreening. Ook kun je het
in Looqin PO oproepen door met je muis over de scores heen te gaan. De kleuren voor welbevinden/
betrokkenheid verschillen met de kleuren van competenties en prestaties, omdat de scores bij beiden
een andere betekenis hebben.
We raden aan om op teamniveau uit te wisselen over het invullen van de groepsscreening en hierover
eventueel nascholing te volgen (bijv. bij Onderwijs Maak Je Samen zie www.onderwijsmaakjesamen.nl).
Dit is belangrijk om voor alle groepen tot betrouwbare gegevens te komen, die ook door collega’s van
volgende groepen correct geïnterpreteerd worden.
FREQUENTIE VAN INVULLEN
Een groepsscreening invullen gebeurt niet eenmalig. Het is immers een stand van zaken, die na enige
tijd opnieuw opgemaakt moet worden. Aan te bevelen is om op schoolniveau de frequentie van invullen
vast te stellen. Wij raden aan drie groepsscreenings te maken per schooljaar: in oktober, in januari/
februari en in april/mei. Bij jonge kinderen (groep 1 of 2) kan het wenselijk zijn om 3 tot 6 keer per jaar de
screening in te vullen. Dit in verband met de ontwikkeling van jongere kinderen die snel en sprongsgewijs
verloopt. Ook in groepen met veel zorgvragen kunnen meerdere groepsscreenings stimulerend werken
om niet te verdrinken in acties voor afzonderlijke kinderen, maar juist het groepsbeeld voor ogen te
houden. Na een periode van interventies kan een nieuwe groepsscreening het effect van de interventies
in beeld brengen. Het is verstandig om als school hierover afspraken te maken.
8
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
I.
GROEPSSCREENING WELBEVINDEN EN BETROKKENHEID
Via de groepsscreening welbevinden en betrokkenheid doe je uitspraken over hoe kinderen het nu
werkelijk maken in je groep. Welk kind ervaart de groep als een positieve stimulans? Welk kind heeft iets
meer of iets anders nodig om zich te ontwikkelen? Verlies vooral niemand uit het oog!
Om betrokkenheid en welbevinden goed in te schatten, is het belangrijk dat je, naast dagelijkse
indrukken, leert observeren vanuit het kind. Het gaat dus niet alleen over hoe prettig jij het kind in
de groep ervaart of hoe goed het in jouw ogen meewerkt aan je opdrachten. Het gaat erom dat we het
perspectief van het kind innemen en aftasten wat er zich in het kind afspeelt, terwijl het met onderwijstaken
bezig is.
Definities welbevinden en betrokkenheid
De definities van welbevinden en betrokkenheid kun je vinden door in de groepsscreening op de
schaalwaarden te klikken.
Welbevinden
Kinderen die zich in een toestand van welbevinden verkeren, voelen zich ‘als een vis in het water’.
De hoofdtoon van hun bestaan is genieten. Ze beleven plezier en genieten van elkaar en van de dingen.
Ze stralen vitaliteit uit en tegelijk ontspanning en innerlijke rust. Ze stellen zich open en ontvankelijk op
voor wat op hen afkomt. Ze zijn spontaan en durven zichzelf te zijn.
Welbevinden is vaak verbonden met zelfvertrouwen, een goed zelfwaardegevoel, voor zichzelf durven
opkomen, weerbaarheid. In de diepte veronderstelt welbevinden het ‘in voeling zijn’ met zichzelf, het
contact hebben met de eigen ervaringsstroom, ‘volfunctioneren’.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
9
Betrokkenheid
Betrokkenheid is een toestand waarin kinderen zich bevinden wanneer ze op een intense manier met
iets bezig zijn. We merken het aan hun hoge concentratie, een opgeslorpt, tijdvergeten bezig zijn. Hun
handelingen en houding verraden een intense mentale activiteit. Ze zijn heel aanspreekbaar voor
wat de omgeving te bieden heeft, stellen zich open op. Ze voelen zich van binnenuit gemotiveerd om
met de activiteit aan de slag te blijven. De enorme voldoening die ze hierbij ervaren vloeit voort uit de
bevrediging van hun exploratiedrang: het genieten van greep te krijgen op de werkelijkheid.
Betrokkenheid komt alleen voor in het smalle gebied tussen ‘al-kunnen’ en ‘nog-niet-kunnen’. Kinderen
bewegen zich aan de grens van hun mogelijkheden. Betrokkenheid is met al deze kenmerken samen de
conditie bij uitstek voor het realiseren van ontwikkeling in de diepte oftewel fundamenteel leren.
WELBEVINDEN
We houden niet zomaar het welbevinden van kinderen in de gaten. Welbevinden wijst erop dat kinderen
het op emotioneel vlak goed maken. Als we in veel situaties welbevinden kunnen waarnemen, is dat
een teken dat ze als persoon goed in hun vel zitten en een positief zelfbeeld hebben. Het geeft ook aan
dat ze over de nodige competenties en attitudes beschikken om op een bevredigende manier met hun
omgeving om te gaan. Daardoor lukt het hen om aan hun basisbehoeften te voldoen of tegemoet te
komen. Iets doen aan welbevinden staat niet gelijk aan kinderen verwennen en hen simpelweg alles
geven wat ze vragen. In het bevredigen van basisbehoeften hebben kinderen een actieve rol. Via een
gepaste ondersteuning en structuur geven we kinderen opnieuw een oké-gevoel.
Lichamelijke
behoeften
Behoefte aan
zingeving en
morele waarden
Behoefte aan
affectie en
warmte
Basisbehoeften
gaat over het
functioneren van
een persoon.
Behoefte
om zichzelf
als kundig te
ervaren
Behoefte aan
veiligheid,
duidelijkheid en
continuïteit
Behoefte aan
erkenning en
bevestiging
De basisbehoeften in een overzicht. Zie bijlage 1 voor een uitgebreide toelichting van de basisbehoeften.
10
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
Als welbevinden in onvoldoende mate aanwezig is, is er reden tot ongerustheid. Het wijst er immers op
dat de kinderen er niet in slagen hun basisbehoeften te bevredigen in de situatie waarin ze zich bevinden.
Omdat juist in deze levensfase de basis van de persoonlijkheid wordt gelegd, kunnen we niet genoeg
aandacht schenken aan de signalen voor het ontbreken van welbevinden. Ze wijzen erop dat het kind in
zijn sociaal-emotionele ontwikkeling bedreigd is.
Voor welbevinden stellen we ons de vragen: Voelt het kind zich op zijn gemak, als een vis in het water?
Voelt het zich veilig, kan het zichzelf zijn en staat het open om op verkenning te gaan, om dingen te leren?
TOELICHTING SCHAALWAARDEN WELBEVINDEN
Score 1
Is meestal niet in zijn/ haar sas, nooit echt genietend; vaak gespannen, mist innerlijke rust; vele
signalen wijzen op negatieve belevingen; weinig zelfzeker; laag zelfwaarde-gevoel; relaties met
anderen negatief beïnvloed; weinig voeling met zichzelf; zich niet gelukkig voelen.
Score 2
In het patroon overweegt onbehagen.
Score 3
Geeft een neutraal of een gemengd beeld; de signalen van zich niet optimaal voelen of geen plezier
hebben zijn niet intens en voorbijgaand; relaties met de omgeving zijn niet optimaal maar ook niet
zorgwekkend; zich niet gelukkig voelen, niet ongelukkig.
Score 4
In het patroon overweegt welbevinden.
Score 5
Voelt zich meestal uitstekend; geniet met volle teugen; straalt vitaliteit uit; is ontspannen en innerlijk
rustig; staat open voor de omgeving en past zich vlot aan; heeft zelfvertrouwen en toont zich
weerbaar; zit goed in zijn/ haar vel; is in ‘voeling’ met zichzelf.
?
Onvoldoende informatie, zeer onduidelijk beeld of nog niet bepaald.
BETROKKENHEID
Welbevinden is belangrijk, maar het garandeert nog niet dat er ontwikkeling is, dat er geleerd wordt.
Daarvoor hebben we nog een andere indicator nodig: betrokkenheid.
Betrokkenheid wijst erop dat kinderen vanuit hun exploratiedrang in de omgeving tot intense mentale
activiteit komen. Het is een uitstekende aanwijzing dat er ontwikkeling plaatsvindt. Betrokkenheid is
echter meer dan een activiteit leuk vinden!
Met betrokkenheid drukken we niet alleen uit dat kinderen aandacht geven aan de taak, maar dat die aandacht
bovendien van de hoogste kwaliteit is!
Het niveau van betrokkenheid van een kind in een bepaalde groep vertoont over het algemeen een vrij
vast patroon. Er zijn schommelingen gedurende de dag of naargelang van de activiteit, maar die zijn
niet significant. Dat betekent dat het goed mogelijk is om kinderen een algemene score toe te kennen
over een bepaalde periode. Anderzijds leren onderzoeken ons dat een gerichte ondersteuning in de
leeromgeving, in de klas, het mogelijk maakt om de betrokkenheid te verhogen, ook voor risicokinderen.
Dat betekent dat leerkrachten het verschil kunnen maken!
Wat we met betrokkenheid beogen, is ‘deep-level-learning’, in de diepte ontwikkelen. Dit gaat niet alleen
over het opnemen van nieuwe elementen in je repertoire. Het gaat erom dat je op een kwalitatief andere
manier gaat functioneren. Door wat je geleerd hebt, wordt je greep op de wereld steviger en breder.
Je blik verandert, omdat je de wereld anders structureert, meer differentieert ... en je gaat vervolgens
ook anders handelen. Denk aan een kleuter die ontdekt dat die rare tekens letters zijn, die voortdurend
terugkeren. Opeens ziet hij overal letters, die hij daarvoor niet opmerkte. Of denk aan een groep 6
kind die een ander beeld van de wereldkaart opbouwt nadat hij tijdens de Olympische Spelen alle
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
11
deelnemende landen heeft opgezocht in de atlas. Zo kan ook een kind uit groep 8 voortaan op een andere
manier met geld omgaan, wanneer hij als opdracht een kleine onderneming op moet starten.
Missen we betrokkenheid, dan is er reden tot ongerustheid. Leren vindt dan slechts oppervlakkig plaats
(weetjes of kunstjes). We mogen verwachten dat de ontwikkeling dan stilvalt en dat de groei stagneert.
Het kind verandert niet (meer) fundamenteel. Het is dan aan de leerkracht om interventies uit te voeren
die de betrokkenheid herstellen. Dankzij betrokkenheid weten we immers met zekerheid dat iemand
echt in ontwikkeling is!
Voor betrokkenheid stellen we ons de vragen: Vindt het kind in het aanbod uitdagingen? Wordt het geprikkeld
om te handelen en na te denken en verlegt het daarbij zijn grenzen?
TOELICHTING SCHAALWAARDEN BETROKKENHEID
Score 1
Komt zelden echt tot activiteit; vaak voor zich uitstaren; vaak afwezig of lusteloos; slechts korte
momenten van aandacht; weinig aanspreekbaar voor aanbod; indien actief dan gaat het vaak om
stereotype, eenvoudige handelingen die weinig inzet vragen; mentale activiteit is gering; pikt weinig
op.
Score 2
Onderbroken activiteit overweegt.
Score 3
Komt meestal tot activiteit, waarin voortgang zit in handelingen; is er met gedachten bij; maar meestal
ontbreken de betrokkenheidssignalen; geregeld afleidbaar; eerder beperkte aandachtspanne; niet
echt door activiteit opgeslorpt of erdoor geraakt.
Score 4
In het patroon overweegt betrokkenheid.
Score 5
Is meestal zeer geconcentreerd ononderbroken bezig; weinig afleidbaar; aanspreekbaar voor
impulsen; alert; is helemaal opgeslorpt; geboeid en vaak gefascineerd; is in hoge mate mentaal actief;
spreekt ten volle zijn mogelijkheden aan; beweegt zich aan de grens van zijn kunnen; geniet van
exploreren.
?
Onvoldoende informatie, zeer onduidelijk beeld of nog niet bepaald.
KLEURCODERING WELBEVINDEN EN BETROKKENHEID
Als je de screening invult, vertaalt het systeem je score automatisch in een kleurcode. Deze kleurcode
wordt bepaald door de combinatie van de score op welbevinden en betrokkenheid. Zodra één van deze
twee scores 3 of lager is, heb je te maken met een kind dat mogelijk ‘opgevolgd’ moet worden (= nader
in beeld brengen op spoor 2). Als er in een klas erg veel rode scores zijn, kan je dit beter eerst via het
klasniveau aanpakken.
Bij een lage score doen we echter nog geen uitspraken over de precieze oorzaak van die lage score. Het
is geen meting van kindfactoren of een eigenschap van het kind, maar een uiting van een houding of toestand in
een bepaalde omgeving.
Score 1
Deze kinderen komen op dit moment nog niet voldoende tot hun recht. Verandering is noodzakelijk.
en 2
Het is een duidelijk signaal dat we stappen moeten ondernemen.
Score 3
Deze kinderen participeren voldoende maar gaan toch niet voluit. Het zijn kinderen die je misschien
als leerkracht soms wat uit het oog verliest.
12
Score 4
Deze kinderen participeren optimaal binnen het groepsgebeuren. Voor hen zijn er geen verdere
en 5
maatregelen nodig om maximale ontwikkeling te garanderen.
?
Er is onvoldoende informatie en/ of een zeer onduidelijk beeld waardoor de score nog niet bepaald is.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
HET OPSLAAN VAN DE GROEPSSCREENING WELBEVINDEN EN
BETROKKENHEID
Als je een titel hebt gegeven aan de groepsscreening en alle gegevens hebt ingevuld, kun je de
groepsscreening opslaan. Tussentijds opslaan betekent dat je de screening hierna nog kunt aanpassen.
Bij tussentijds opslaan zullen alle gegevens zichtbaar blijven op de startpagina. Definitief opslaan
betekent dat je de screening afgerond hebt en er niks meer aan wilt veranderen. Bij definitief opslaan zal
de groepsscreening opgeslagen worden in het groepslogboek en het individuele logboek van elk kind.
Het groepslogboek wordt pas zichtbaar op de startpagina zodra je de allereerste screening definitief
hebt opgeslagen! Het individuele logboek kun je vinden als je op de naam van een leerling klikt. De
gegevens van deze definitief opgeslagen screening blijven zichtbaar op de startpagina, totdat je een
nieuwe groepsscreening start.
II.
GROEPSSCREENING COMPETENTIE EN PRESTATIE
De scores voor welbevinden en betrokkenheid vertellen ons al welk kind extra zorg nodig heeft, maar
de groepsscreening van competenties en prestaties biedt nog bijkomende informatie. We brengen
er namelijk de product- of outputkant mee in beeld. Vanuit genormeerde testen en toetsen doen we
een uitspraak over hoe ver een kind is in zijn ontwikkeling. Kinderen worden hierbij vergeleken met
leeftijdsgenoten. Voor groep 1 en 2 kan er ook voor gekozen worden alleen nog maar te kijken naar
competenties. Vanaf groep 3 worden naast de competenties ook de prestaties van kinderen in beeld
gebracht.
COMPETENTIES
We zijn bij competenties niet geïnteresseerd in het opstapelen van weetjes en kennis, maar leggen de
lat hoger: kinderen moeten op een kwalitatief andere wijze gaan functioneren. Competenties zijn de
opbrengst van ontwikkelings- en leerprocessen die kinderen achter de rug hebben. Competenties maken
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
13
dat iemand zich in nieuwe complexe levensechte situaties ‘kundig’ kan tonen. Het gaat hier om ‘life skills’
verworven door ‘deep- level- learning’. Competenties zijn ook af te leiden uit het leervermogen of de
vlotheid waarmee nieuwe vaardigheden en inzichten door een kind worden verworven.
Een kind dat bijvoorbeeld de verdubbelingsregel (bal- ballen) kan gebruiken bij een bepaald soort
oefening, zou deze spellingsregel ook moeten kunnen gebruiken in een vrije schrijfoefening. Dit is
(slechts) één van de elementen waar we met taalvaardigheid op letten. Iemand is pas echt competent
als hij niet alleen nieuwe elementen in zijn repertoire heeft opgenomen, maar bovendien tot een andere
wijze van functioneren is gekomen.
TOELICHTING SCHAALWAARDEN COMPETENTIES
Scores toekennen voor competenties doe je, net als voor welbevinden en betrokkenheid, op basis van
observaties, op voorwaarde dat er ook rijke activiteiten (krachtige leeromgeving) zijn, waarin je de
competenties breed kunt observeren. Als kinderen bijvoorbeeld de kans krijgen om in een groepje
samen een realistisch probleem op te lossen, kun je meer zien over hun logisch denken, maar ook over
ondernemingszin, sociale competentie en taalvaardigheid.
Wat de kleuren voor competentie betekenen, zie je in onderstaande tabel. Zodra een score lager dan 3
is, heb je te maken met een kind dat mogelijk extra aandacht verdient en opgevolgd moet worden. Voor
dit kind is het extra belangrijk dat zijn betrokkenheid voldoende hoog is, zodat het (op eigen tempo)
voldoende kan groeien. Vanaf 3 is er immers sprake van een gemiddelde of bovengemiddelde score.
Score 5
Het globale competentieniveau ligt ver boven het gemiddelde niveau van leeftijdsgenoten. In
nagenoeg alle gebieden (taal, sociale competentie, wiskundig en logisch denken, begrijpen van fysische
en maatschappelijke fenomenen) treffen we een uitzonderlijke competentie aan om op een succesvolle
manier met de omgeving, taken en uitdagingen om te gaan. Het kind toont een uitzonderlijk vermogen
om nieuwe vaardigheden en inzichten te verwerven. Het scheppen van ontwikkelingskansen vraagt
om een bijzonder uitdagend milieu.
Score 4
Het globale niveau ligt boven het gemiddelde niveau van leeftijdsgenoten
Score 3
Het globale niveau ligt op het gemiddelde niveau van leeftijdsgenoten
Score 2
Het globale niveau ligt onder het gemiddelde van leeftijdsgenoten.
Score 1
Het globale competentieniveau ligt ver onder het gemiddelde van leeftijdsgenoten. In nagenoeg
alle gebieden (taal, sociale competentie, wiskundig en logisch denken, begrijpen van fysische en
maatschappelijke fenomenen) ontbreken basiscompetenties om succesvol met de omgeving, taken en
uitdagingen om te gaan. Het scheppen van ontwikkelingskansen vraagt een verregaande aanpassing
van de aanpak om op het aanwezige leervermogen aan te sluiten.
?
Er is onvoldoende informatie, zeer onduidelijk beeld of nog niet bepaald.
PRESTATIES
Via een algemene inschatting voor prestaties, geven we aan hoe het kind scoort in termen van
‘schoolse resultaten’ van ‘curriculumgerelateerde evaluaties’. Je kunt hiervoor gebruik maken van
methodegebonden toetsen, dagelijkse taken en rapportcijfers, maar ook van methode onafhankelijke
toetsen zoals CITO.
Het is belangrijk hierin als school duidelijke keuzes te maken en af te stemmen welke gegevens gebruikt
zullen worden. We raden aan dit eenvoudig te houden. Door te veel gegevens te verzamelen verlies je
niet alleen kostbare tijd om erop in te gaan, je dreigt ook door de bomen het bos niet meer te zien. Dus:
alleen meten om te weten.
14
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
TOELICHTING SCHAALWAARDEN PRESTATIES
Scores toekennen voor prestaties doe je op basis van een algemene inschatting van al je verzamelde
toetsgegevens. Op het moment dat een kind wisselende prestaties laat zien kan je gebruik maken van de
toelichting om je score van een beschrijving te voorzien. Ook kun je gebruik maken van de gedetailleerde
screening of van de individuele observatie van prestaties op spoor 2. Op deze plekken kun je een
gedifferentieerder beeld van de verschillende vakken weergeven.
Wat de kleuren voor prestatie betekenen, zie je in onderstaande tabel. Zodra een score lager dan 3 is,
heb je te maken met een kind dat mogelijk extra aandacht verdient en opgevolgd moet worden. Voor
dit kind is het extra belangrijk dat zijn betrokkenheid hoog is, zodat het (op eigen tempo) voldoende kan
groeien. Vanaf 3 is er immers sprake van een gemiddelde of bovengemiddelde score.
Score 5
In bijna alle domeinen zijn de resultaten (ver) boven het gemiddelde ten opzichte van de normgroep.
Score 4
In een meerderheid van domeinen zijn de resultaten boven het gemiddelde ten opzichte van de
normgroep.
Score 3
In een meerderheid van domeinen zijn de resultaten gemiddeld ten opzichte van de normgroep.
Score 2
In een meerderheid van domeinen zijn de resultaten beneden het gemiddelde ten opzichte van de
normgroep.
Score 1
In bijna alle domeinen zijn de resultaten (ver) beneden het gemiddelde ten opzichte van de normgroep.
?
Er is onvoldoende informatie, zeer onduidelijk beeld of nog niet bepaald.
Indien een kind wisselende prestaties op verschillende vakgebieden toont, is het bij het invullen van de
groepsscreening goed om je de volgende vragen te stellen: Hoe schat je de kans in dat dit kind dit jaar over
zal gaan naar de volgende groep? Gaat dit kind het halen? Hoe succesvol zal dit kind zijn?
Voorbeeld: Een kind met een hoge score op rekenen en begrijpend lezen (bijv. niveau 4-5) en een lage
score op technisch lezen (bijv. 1-2) scoor je op de groepsscreening met bijvoorbeeld een score 3. Je
verwacht dan dat dit kind de lesstof over het algemeen redelijk tot goed zal oppikken, eventueel met
compenserende maatregelen (kun je noteren bij de toelichting).
Een vraag die regelmatig gesteld wordt, is of je kinderen bij prestaties scoort ten opzichte van een
leeftijdsnorm of scoort ten opzichte van hun eigen vermogen. Bij de groepsscreening scoor je kinderen
bij prestaties, zoals eerder aangegeven, altijd in eerste instantie ten opzichte van een leeftijdsnorm.
Echter bij het interpreteren van deze score op het groepsoverzicht, combineer je deze score altijd met
de scores op welbevinden en betrokkenheid. Hier bepaal je immers of je een kind wilt opvolgen op spoor
2. Een kind dat herhaaldelijk een lage score behaalt op prestatie, maar wel goede scores behaalt op
welbevinden en betrokkenheid, hoeft vanuit de procesgerichte aanpak bekeken niet in spoor 2 terecht
te komen. Dit kind presteert naar eigen kunnen (wat je kunt aangeven bij de ruimte voor opmerkingen in
de groepsscreening). Desondanks kan het zijn dat je voor dit kind wel aanpassingen in het aanbod doet
om aan zijn onderwijsbehoeften te voldoen. Andersom kan het zijn dat een kind met een goede score op
prestaties en een lage score op welbevinden of betrokkenheid, dus toch op spoor 2 terecht komt, omdat
dit kind niet optimaal in ontwikkeling is.
COMPETENTIE EN PRESTATIE IN RELATIE TOT ELKAAR
Het onderscheid tussen prestaties en competenties in Looqin PO is gebaseerd op de vaststelling dat
verhoogde prestaties op curriculumgebonden toetsen niet altijd samenhangen met meer competentie.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
15
Kinderen met hoge prestaties zouden kunnen overpresteren: het lijkt of het kind het allemaal wel kan
(bijvoorbeeld door veel stapsgewijze rekenoefeningen te maken). Maar toch merk je als leerkracht,
meestal op minder voorgestructureerde momenten, dat het kind de leerstof nog niet voldoende beheerst
om het in andere situaties toe te passen. Anderzijds merken we dat kinderen soms onderpresteren:
het blijkt dat ze op andere (vaak minder schoolse) momenten meer in hun mars hebben dan hun
schoolresultaten doen vermoeden. Ze slagen er bijvoorbeeld niet in om kale rekensommen snel en
correct uit te rekenen, maar tonen wel een groot inzicht in toepassingstaken. Beide vaststellingen
(prestatie en competentie) zijn zeer betekenisvol als we een correcte uitspraak willen doen over het kind.
HET OPSLAAN VAN DE GROEPSSCREENING COMPETENTIES EN
PRESTATIES
Als je een titel hebt gegeven aan de groepsscreening en alle gegevens hebt ingevuld, kun je de
groepsscreening opslaan. Tussentijds opslaan betekent dat je de screening hierna nog kunt aanpassen.
Bij tussentijds opslaan zullen alle gegevens zichtbaar blijven op de startpagina. Definitief opslaan
betekent dat je de screening afgerond hebt en er niks meer aan wilt veranderen. Bij definitief opslaan zal
de groepsscreening opgeslagen worden in het groepslogboek en het individuele logboek van elk kind.
Het groepslogboek wordt pas zichtbaar op de startpagina zodra je de allereerste screening definitief
hebt opgeslagen! Het individuele logboek kun je vinden als je op de naam van een leerling klikt. De
gegevens van deze definitief opgeslagen screening blijven zichtbaar op de startpagina, totdat je een
nieuwe groepsscreening start.
GEDETAILLEERDE SCREENING COMPETENTIES EN PRESTATIES
Onderaan de pagina van de groepsscreening competenties en prestaties kun je doorklikken op
‘gedetailleerde screening invullen’. Bij deze gedetailleerde screening kun je inzoomen op bepaalde
gebieden die je selecteert omdat ze relevant zijn om in kaart te brengen. De selectie gebeurt het beste
op basis van de signaalfunctie voor eventuele extra zorg en de het intensief volgen van kinderen over
16
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
meerdere schooljaren. Gegevens uit gestandaardiseerde testen of productgerichte leerlingvolgsystemen
kunnen hier dan ook op een zinvolle manier geïntegreerd worden binnen de procesgerichte benadering.
Indien er ook een verdere analyse nodig lijkt, kan dit op maat van het kind, dus op spoor 2 via ‘individuele
observaties’.
Voor elk van de competenties wordt aangegeven wat de kern van dat domein is en waarop je kunt letten
bij observaties in heel uitlopende situaties. Voor een uitgebreide omschrijving van de competenties,
zie bijlage 2. Het is de keuze van een school om verdere afspraken te maken over het volgen van de
competenties. Er kan gekozen worden om de gedetailleerde screening van competentie en prestatie
voor iedereen in te vullen of er wordt bepaald dat dit alleen gebeurt wanneer verdere analyse nodig is.
De invoer gebeurt door een competentie te kiezen en deze voor alle kinderen te scoren. Je kunt ook een
kind selecteren en voor dit kind enkele competenties en prestaties nader in beeld te brengen. Bij beide
manieren worden de gegevens automatisch opgenomen in spoor 2 van dit kind.
COMPETENTIES EN PRESTATIES TOEVOEGEN/ VERWIJDEREN
De beheerder heeft via BEHEER de mogelijkheid om zelf competenties en prestaties toe te voegen. Wil
je als school bijvoorbeeld de prestatie ‘woordenschat’ in beeld brengen? Dan kan dit vak gemakkelijk via
beheer toegevoegd worden. Ook kun je bij beheer aangeven of je bepaalde competenties en prestaties
alleen zichtbaar wilt hebben voor de kleutergroepen of groep 3 t/m 8.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
17
RESULTATEN GROEPSOVERZICHT OP STARTPAGINA
Als je de gegevens van de groepsscreening leest en interpreteert, krijg je informatie over de verdere
stappen die je kunt zetten om de groep en elk kind maximale ontwikkelingskansen te bieden. Met behulp
van het cirkeldiagram, het staafdiagram en de evoluties krijg je een volledig overzicht van de ingevulde
groepsscreening. Naast de namen van de kinderen kan een pijltje verschijnen. Wanneer je hier op klikt
krijg je de rest van de groep in beeld.
De gegevens die we in de groepsscreening verzameld hebben, worden in deze fase het uitgangspunt
voor actie. We willen immers, waar mogelijk, snel tot handelen overgaan. Hoe kan ik als leerkracht de
betrokkenheid en het welbevinden verhogen van kinderen die buiten de boot dreigen te vallen? Het handelen
moet gericht zijn op het optimaliseren van de leeromgeving in de groep. Het is de keuze van Looqin PO
om niet te snel vanuit het individuele kind en ‘zijn’ problematiek te gaan handelen. Met Looqin PO gaat de
focus eerst uit naar de gehele groep. Vanuit een grote interventiedatabase zorgt de leerkracht voor een
krachtige en rijke leeromgeving. Binnen deze leeromgeving speelt de leerkracht in op allerlei verschillen
tussen en leerbehoeften van kinderen. Met andere woorden: preventie komt voor remediëring.
HOE MAKEN ZIJ HET?
Zodra je een screening hebt ingevuld, verschijnt er op de startpagina een gekleurde balk, genaamd ‘ Hoe
maken zij het?’. Dit is een gecombineerde weergave van de scores op welbevinden en betrokkenheid van
alle leerlingen in de groep. In één oogopslag zie je de collectieve score van de groep. Is de balk voor het
overgrote deel rood en/of oranje? Dan kun je direct je conclusie trekken en kijken welke interventies op
groepsniveau gewenst zijn.
18
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
HET GROEPSBEELD (CIRKELDIAGRAM EN STAAFDIAGRAM)
Een eerste stap is het groepsbeeld vanuit de verzamelde gegevens met één blik overzien. De kleurcodes
geven heel snel een beeld van de omvang en de aard van de zorgen. Voor hoeveel kinderen is er een
rood signaal? Is vooral welbevinden of eerder betrokkenheid het struikelblok? Hoe gespreid zijn de
scores voor competenties? Is er een samenhang tussen bepaalde scores? Dit is een eerste uitnodiging tot
zelfreflectie voor de leerkracht.
In de screening vertrekken we via welbevinden en betrokkenheid vanuit het perspectief van de kinderen.
Op dit moment nemen we hier ook de beleving van de leerkracht mee: Wat roept dit groepsbeeld bij mij
op? Komt het overeen met mijn beeld? Welk beeld heb ik van mijn groep? Hoe ervaar ik mijn groep en de
taak om iedereen te betrekken in de groep? en Wat zijn de ervaringen van mijn duo- collega?
Het is belangrijk dat leerkrachten ondersteund worden in de reflectie, bijvoorbeeld in een overleg met de
intern begeleider. Door de leerkracht uit te nodigen zijn verhaal te doen en daar vragen bij te stellen, kom
je dichter bij de betekenis van de scores. Indrukken uit de observaties (uitgevoerd tijdens het toekennen
van de scores) en eventuele interventies (wat heb je al geprobeerd?) worden besproken. Er wordt
gezocht naar patronen en een samenhang tussen de scores en het aanbod in de groep.
Door het formuleren van hypothesen worden leerkrachten uitgedaagd om hun intuïtief begrijpen van
wat hun groep precies nodig heeft te expliciteren.
Bijvoorbeeld: Kan het zijn dat de sterke dominantie van enkele (sterkere) kinderen zorgt voor een onveilig gevoel
en dus laag welbevinden bij enkele andere kinderen?
Of: Is het tempo in de groep misschien te laag door lage prestaties bij een vrij grote groep kinderen, waardoor de
betrokkenheid van anderen daalt en ze uit verveling storend worden?
Het toetsen van die hypothesen gebeurt wanneer de leerkracht weer voor zijn groep staat en gerichte
indrukken opdoet, extra informatie verzamelt. Door die gerichte observatie komen vaak zaken naar
boven die anders aan je aandacht ontsnappen.
Bij oudere kinderen kan het interessant zijn om ze te betrekken bij de bespreking van algemene
indrukken uit de groepsscreening. Ze voegen waarschijnlijk nog een extra dimensie toe aan jouw beeld
van je groep.
INTERPRETATIE SCORES WELBEVINDEN EN BETROKKENHEID
Als een kind niet goed in zijn vel zit (laag welbevinden) of te weinig betrokkenheid toont, gaat het te
weinig voluit en geven de resultaten misschien niet weer wat het kind eigenlijk in zijn mars heeft.
Tijdens de groepsscreening willen we dan ook alleen een stand van zaken opmaken om te weten waar
we extra alert op moeten zijn. Omgekeerd echter, zijn de scores voor competenties en prestaties ook
betekenisvol voor de interpretatie van welbevinden en betrokkenheid. Heel vaak zien we immers
onzuivere betrokkenheidsscores als een kind eigenlijk goede resultaten heeft, maar zich er toch te weinig
voor moet inspannen. Men is dan geneigd de betrokkenheid te hoog in te schatten, omdat het resultaat
tenslotte goed is.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
19
INTERPRETATIE SCORES COMPETENTIE EN PRESTATIE
Bij de interpretatie van de gegevens moeten we zeer voorzichtig zijn. Zoals eerder gezegd, brengen we
met competentie en prestatie het niveau in kaart dat het resultaat is van het leerproces dat het kind
al achter zich heeft. Daarbij vergelijken we met leeftijdsgenoten. We weten echter dat de resultaten
heel erg beïnvloed kunnen zijn door bijvoorbeeld de kansen die kinderen op heel jonge leeftijd via hun
thuissituatie krijgen aangeboden. De verschillen in hoe de kinderen de school binnenkomen, blijken zo
sterk door te spelen dat ze het eindresultaat op het einde van de basisschool mede bepalen. Daarom
willen we waarschuwen: je te sterk vastpinnen op de resultaten van dit moment schept voor kinderen
die nu uitvallen misschien te lage verwachtingen voor de (nabije) toekomst. ‘Hij kan het gewoon niet’.
Lage resultaten kunnen ook andere oorzaken hebben dan louter de mogelijkheden van het kind. We
willen daarom vanuit een ‘op groei gerichte mindset’ naar competenties en prestaties kijken: groei is
altijd mogelijk. We nemen daarom bij de interpretatie van competenties en prestaties altijd betrokkenheid en
welbevinden mee!
KLEURCODERING CIRKELDIAGRAM EN STAAFDIAGRAM
In de vier verschillende cirkeldiagrammen worden vijf kleuren getoond op basis van de ingevulde
schaalwaarden bij de groepsscreening.
Welbevinden en betrokkenheid > specifieke uitleg zie betreffende paragrafen
Deze kleur staat gelijk aan score 5
Deze kleur staat gelijk aan score 4
Deze kleur staat gelijk aan score 3
Deze kleur staat gelijk aan score 2
Deze kleur staat gelijk aan score 1
Er is onvoldoende informatie en/ of een zeer onduidelijk beeld waardoor de score nog niet bepaald is.
Prestatie en competentie > specifieke uitleg zie betreffende paragrafen
Deze kleur staat gelijk aan score 5
Deze kleur staat gelijk aan score 4
Deze kleur staat gelijk aan score 3
Deze kleur staat gelijk aan score 2
Deze kleur staat gelijk aan score 1
Er is onvoldoende informatie en/ of een zeer onduidelijk beeld waardoor de score nog niet bepaald is.
20
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
EVOLUTIE GROEPSSCREENING*
De evolutie helpt je om een beeld door de tijd heen te krijgen. Je krijgt de afgelopen (drie)
groepsscreenings (cirkeldiagram/ staafdiagram) in beeld. Vanuit dit beeld kun je bijvoorbeeld de
volgende vragen stellen: Zijn er betekenisvolle verschuivingen op te merken? Is het welbevinden
gemiddeld gestegen? Zie ik ontwikkelingen in de prestatie van de groep?
We hebben in het onderwijs de gewoonte om vooral vooruit te kijken, naar wat we willen bereiken. Toch
is het ook goed om op bepaalde momenten eens terug te kijken. Vooral als je merkt dat de weg naar je
doel nog lang is, kan het prettig zijn om te zien dat je toch al flinke stappen hebt gemaakt. Misschien ben
je vergeten hoe je het jaar met deze groep gestart bent? Anderzijds kan het zijn dat evolutie ontbreekt of
juist in de negatieve richting loopt. Dat is een signaal dat je op het verkeerde spoor zit en op zoek moet
gaan naar andere hypothesen of interventies. De evolutie helpt je dus te reflecteren op de genomen
interventies in de afgelopen periode. Vanuit de evolutie kun je tevens alle ingevulde groepsscreenings
opvragen.
*schooljaar 2015/2016 gereed.
INTERVENTIES KIEZEN
Leerkrachten onderkennen vaak zelf de behoefte aan meer differentiatie of de behoefte aan het creëren
van meer sfeer. De interpretatie van het groepsbeeld, zoals hierboven beschreven, helpt om doelen of
werkpunten te formuleren. De ruime interventiedatabase biedt leerkrachten extra ondersteuning om de juiste
acties of interventies te kiezen, passende bij hun groep.
Heel wat acties zullen door de leerkrachten herkend worden, soms omdat ze deze al uitvoeren, soms
omdat ze dat vroeger deden of ooit van plan waren te doen. Het systeem biedt ook de mogelijkheid om
eigen interventies te formuleren en toe te voegen. Het gaat erom dat je op zoek gaat naar de acties die
het meest aansluiten bij wat jouw groep nodig heeft. De veelheid aan interventies kan ook een valkuil zijn
om teveel acties te selecteren, maar deze vervolgens in de praktijk niet uit te voeren.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
21
Kritisch selecteren is dus belangrijk! Tevens kunnen de interventies op groepsniveau een inspiratiebron
vormen voor de werkpunten die je op spoor 2 formuleert voor een kind.
Voor een uitgebreide toelichting op de 7 betrokkenheidsverhogende factoren en leerkrachtstijl
verwijzen we je naar bijlage 3. Voor groep 1 en 2 worden vier factoren gebruikt met interventies speciaal
gericht op het werken met kleuters. Deze toelichting wordt beschreven in bijlage 4.
Zonder dieper in te gaan op individuele problematieken (of te etiketteren) kun je op deze manier toch al heel
wat doen om de betrokkenheid, en dus ook de leerwinst, van risicokinderen te verhogen. Je werkt met andere
woorden preventief.
EVALUEREN INTERVENTIES
In het groepslogboek op de startpagina is het mogelijk om een evaluatie te schrijven van je gekozen en
uitgevoerde interventies. Op deze manier kun je vastleggen wat het effect was van je ondernomen acties
en krijg je zicht op welke interventies een positief effect hebben en welke niet.
*Vanaf volgend schooljaar heb je ook de mogelijkheid om je gekozen interventies als één document op te
slaan in het groepslogboek.
GROEPSLOGBOEK
In het groepslogboek worden alle gegevens verzameld over de groep. Groepsscreenings die je
afrond, vind je hier terug. Daarnaast kun je in dit logboek kiezen om de volgende items toe te voegen:
groepsobservaties, evaluatie van groepsinterventies, groepsbesprekingen en groepsplannen/overzichten (uploaden). Een kopie van een groepsoverzicht kun je toevoegen door naar het
‘groepsoverzicht’ te gaan (te vinden naast het kopje startpagina). Onderaan deze pagina kun je klikken op
‘bewaar kopie in logboek’.
22
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
GROEPSOVERZICHT
Het groepsoverzicht laat een volledig beeld zien van de ontwikkeling van alle kinderen op een rij, per
kind weergegeven. Daarnaast kun je het groepsoverzicht uitprinten via een PDF bestand of opslaan in
het groepslogboek (naar wens geordend). Klik daarvoor onderaan op de pagina op ‘print PDF’ of ‘opslaan
in groepslogboek’.
De kinderen met de grootste zorg of het grootste risico zijn de kinderen voor wie we er nog niet in slagen
ons aanbod voldoende op hen af te stemmen. Dit zijn kinderen die ‘opgevolgd’ moeten worden.
Hoewel we dus via de interventies van spoor 1 al heel wat kunnen realiseren voor de groep, bekijken
we in het groepsoverzicht welke kinderen nader in beeld gebracht moeten worden op spoor 2. Dit zijn
kinderen die meer zorg nodig hebben om af te kunnen stemmen op hun onderwijsbehoeften. Door op
de naam van een kind te klikken kom je op spoor 2 terecht. Vervolgens kun je achter de naam van het
kind aangeven of ze ‘opgevolgd’ moeten worden door het vinkje aan te vinken. Ze verschijnen dan in het
groepsoverzicht onder ‘op te volgen kinderen’.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
23
SPOOR 2 INDIVIDUEEL NIVEAU
OPENINGSPAGINA VAN EEN INDIVIDUEEL KIND
Zowel in het groepsoverzicht als op de startpagina kun je een individueel kind aanklikken. Op deze
pagina (spoor 2) kun je het kind aanvinken als je dat wilt ‘opvolgen’. Daarnaast worden de scores van
de laatste groepsscreening van een individueel kind in beeld gebracht. Tot slot wordt er per kind een
logboek bijgehouden waarin gesprekken, observaties, externe verslagen etc. toegevoegd kunnen
worden. Vanuit deze openingspagina kunnen de volgende stappen ondernomen worden.
•
Individuele observatie uitvoeren
•
Balans en werkpunten bekijken
•
Zorgpunt formuleren
•
Werkpunt formuleren
•
Logboek aanvullen (interventies, verslag van overleg, extern onderzoek enz).
•
Het logboek bekijken
•
Individuele evolutie bekijken
•
Gedetailleerde screening bekijken
Om terug te gaan naar de openingspagina van een individueel kind kun je in de linkerbalk op de naam van
het kind klikken.
24
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
INDIVIDUELE OBSERVATIES
Kinderen die nog beter in beeld gebracht moeten worden, ga je individueel observeren. Je start
een individueel zorg- of begeleidingstraject op. Het doel van de individuele observaties is om een
genuanceerder beeld te krijgen van het kind. Via de vragen in ‘beeldvorming’ leer je het kind anders te
bekijken en meer vanuit zijn perspectief te denken en te handelen. In deze fase verkennen we vanuit een
breder perspectief hoe het komt dat een kind zich niet of onvoldoende ontwikkelt. De vraag is welke
bijzondere behoeften het kind heeft en/of waarom de afstemming van ons aanbod zo moeilijk verloopt.
Dit onderdeel vul je slechts in voor enkele kinderen uit de groep. Het is tevens van belang dat je alleen
de aspecten selecteert die van waarde zijn voor dit kind.
Je begint altijd met het nader in beeld brengen van welbevinden en betrokkenheid. Deze twee aspecten
vormen de kern van de figuur. Er voor deze twee aspecten ook vragen beschikbaar die het kind zelf
kan beantwoorden. Vervolgens kies je bewust enkele aspecten die bij dit kind nog verder in beeld
gebracht moeten worden. Het is niet de bedoeling dat je bij elk kind alle aspecten gaat observeren.
Alleen de aspecten die mogelijke verklaringen zijn van een laag of hoog welbevinden of een lage of hoge
betrokkenheid breng je extra in beeld. In deze fase kan het belangrijk zijn om ook ouders te bevragen
over hoe hij naar hun kind kijken en welke zorgen zij eventueel hebben. Klik per aspect alleen de
uitspraken aan die echt van toepassing zijn op het kind (zowel in stimulerende als belemmerende
zin). Bij een aantal observaties kun je alleen laag of hoog scoren en niet gemiddeld. We willen namelijk
alleen de extreme meest duidelijke ontdekken.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
25
WELBEVINDEN
Vanuit welbevinden bekijken we de verschillende relatievelden waarin een kind zich ontwikkelt:
-De relatie met de leerkracht
-De relatie met groepsgenoten
-De relatie met de groep en de schoolomgeving
-De relatie met de thuissituatie
Het is belangrijk dat alle relatievelden ingevuld worden, zodat je een totaalbeeld krijgt van de relaties die
bevorderend voor het kind zijn en de relaties die belemmerd werken in de ontwikkeling.
BETROKKENHEID
Betrokkenheid wordt vervolgens grondig verkend door verschillende situaties te bekijken en op zoek te
gaan naar mogelijke invloeden. Je gaat dus niet alleen op zoek naar problemen en tekorten, maar je gaat
ook opzoek naar positieve, sterke punten. Dit zijn de punten die betekenisvol zijn en waar je in kan gaan
investeren. Momenten van hoge betrokkenheid geven namelijk aan wat het kind nodig heeft. Door deze
activiteiten expliciet uit te bouwen, vergroot je dus de betrokkenheid van een kind. Je klikt alleen de
activiteit aan waarbij het kind opvallend hoge of opvallend lage betrokkenheid toont.
EMOTIONELE BASIS
De vragen over de emotionele basis hebben te maken met het zelfvertrouwen van het kind. Aan de hand
van de hier genoemde signalen verkennen we of we werkelijk kunnen spreken van een dieper liggend
emotioneel probleem.
ZELFSTURING EN ONDERNEMINGSZIN
De kracht van zelfsturing voor het leren en de ontwikkeling van kinderen kan niet voldoende benadrukt
worden. Veel problemen hebben te maken met het niet benoemen of erkennen van de kracht van
zelfsturing. Hierdoor worden bijvoorbeeld ondernemende kinderen moeilijk gevonden. Het kan ook zijn
dat problemen te maken hebben met een lage zelfsturing, bijvoorbeeld bij aangeleerde hulpeloosheid.
Soms kan het echter ook om een kenmerk van het kind gaan, waar we dan rekening mee moeten houden.
COMPETENTIE EN PRESTATIE
Dit zijn de ‘tools’ die de, tot dan toe ontwikkelde, mogelijkheden van een kind in beeld brengen. De
gegevens van de groepsscreening worden herhaald, maar bij de beeldvorming worden ze verder verfijnd
aan de hand van extra toetsen, nieuwe grondigere observaties of gesprekken met ouders of het kind.
Welke weg heeft het kind op een bepaald domein afgelegd? Ook nu kijken we zowel naar de zorgen die
er op bepaalde domeinen zijn, als naar de sterk ontwikkelde talenten die verder aangesproken moeten
worden. Voor een uitgebreide beschrijving van de competenties verwijzen we je naar bijlage 2.
EXPLORATIE DRANG, INTERESSEPROFIEL
Aan de hand van interesses verkennen we wat een kind raakt en hoe het kind wordt uitgenodigd tot
exploratie.Exploratiedrang slaat op de onweerstaanbare drang om de werkelijkheid in zich op te nemen
en nieuwe dingen te beleven. De motivatie is intrinsiek: het is de gedrevenheid om door handelen en
denken de greep op de werkelijkheid te versterken (grijpen en begrijpen). Opvallend zijn: een sterke
aanspreekbaarheid, nieuws- en weetgierigheid, het voortdurend klaar staan om door iets geboeid te
26
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
worden, houden van het onbekende, van het zelf ontdekken. In het gericht voortbouwen op interesses
ligt dan ook een belangrijke sleutel om exploratiedrang te stimuleren en zo meer kansen tot hoge
betrokkenheid te scheppen.
VERBONDENHEID
Verbondenheid is de kern van waardenopvoeding. Het is de best denkbare basis voor verantwoordelijk
gedrag, voor een respectvolle en liefdevolle omgang met al het bestaande. Wie zich verbonden voelt
met zichzelf, met anderen, met de samenleving, met de materiële wereld en met de natuur en het
levensgeheel, wordt in zijn/haar handelen gedreven door het motief om te beschermen, te verzorgen, te
helen, te waarderen, te doen gedijen, tot ontwikkeling te brengen, te vieren.
Bij verbondenheid worden vragen gesteld over de band die het kind heeft met verschillende
relatievelden zoals: de band met de ander, de band met de groep etc. Via de reflectievragen gaan
we gericht op zoek naar enerzijds momenten of (groeps-)situaties waarin ontkoppeling gebeurt en
anderzijds kansen waarin kinderen zich wel verbonden kunnen voelen.
FACTOREN IN HET KIND EN ZIJN OMGEVING
Hiermee brengen we extra factoren in kaart die het functioneren van een kind erg kunnen beïnvloeden.
De factoren liggen niet in de hand van de leerkracht, maar hij of zij moet er wel voor openstaan
en rekening mee houden! Het zijn factoren die behoren bij het kind. Denk bijvoorbeeld aan het
temperament, de gezondheid etc. Daarnaast zijn er ook meer structurele factoren in de groep- en
schoolsituatie. Bijvoorbeeld de groepsruimte of de samenstelling van de groep. Tot slot zijn er factoren in
de thuissituatie die heel relevant kunnen zijn, zoals de samenstelling van het gezin, de opvoedingsaanpak
etc. Als er indicaties zijn voor een bepaalde leer- ontwikkelingsstoornis, kun je dat hier ook aanvinken.
BALANS EN WERKPUNTEN OVERZICHT
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
27
Zodra de beeldvorming afgerond is, komen alle punten die aangevinkt en beschreven zijn automatisch
terecht in het ‘balans en werkpunten overzicht’. In een balansoverzicht zie je per aspect wat de
bevorderende en belemmerende factoren zijn voor het kind. Dit bied je een duidelijk overzicht en is
ideaal voor bijvoorbeeld een overleg met collega’s of een gesprek met ouders. Juist in het samen met
anderen praten over een kind, vormt zich een genuanceerder en concreter beeld van de stimulerende en
belemmerende factoren. Samen ga je op zoek naar de grote patronen, de samenhang en de kern van het
verhaal van het kind.
Onderaan het overzicht worden vier vragen gesteld over het kind. Je vraagt je af wat dit kind nodig
heeft zodat het zich optimaal kan ontwikkelen. Via deze vragen wordt aan de leerkracht gevraagd
alle verzamelde informatie met elkaar te integreren. Op dit moment bepaalt de leerkracht met welke
zorgpunten hij aan de slag wil gaan. Bij deze zorgpunten worden werkpunten geformuleerd. Hierdoor
worden nieuwe kansen gecreëerd voor het kind. Hoewel we ervoor pleiten dat de leerkracht de regie
behoudt en dat de acties zoveel mogelijk in de groep blijven, kunnen de werkpunten toegewezen (en
verstuurd) worden aan andere betrokkenen voor een extra ondersteunende rol.
Onderaan het overzicht worden vier vragen gesteld over het kind. Je vraagt je af wat dit kind nodig
heeft zodat het zich optimaal kan ontwikkelen. Via deze vragen wordt aan de leerkracht gevraagd
alle verzamelde informatie met elkaar te integreren. Op dit moment bepaalt de leerkracht met welke
zorgpunten hij of zij aan de slag wil gaan. Bij deze zorgpunten worden werkpunten geformuleerd. Een
werkpunt kun je toevoegen aan het balans en werkpunten overzicht door links in de grijze balk te klikken
op: Voeg werkpunt toe. Dit werkpunt wordt dan automatisch onderaan het balans- en werkpunten
overzicht geplaatst en tevens opgeslagen in het individuele logboek. Hierdoor worden nieuwe kansen
gecreëerd voor het kind. Hoewel we ervoor pleiten dat de leerkracht de regie behoudt en dat de acties
zoveel mogelijk in de groep blijven, kunnen de werkpunten ook toegewezen (en verstuurd) worden aan
andere betrokkenen voor een extra ondersteunende rol.
Het balans en werkpunten overzicht kan gemakkelijk uitgeprint worden. Onderaan het overzicht kun
je klikken op ‘print pdf’. Daarnaast kun je een kopie van je overzicht bewaren in het individuele logboek.
Ook dit kun je doen door onderaan in het overzicht te klikken op “ bewaar kopie in logboek’ (bestaande
info blijft dan bewerkbaar staan in het balans en werkpuntenoverzicht) of ‘bewaar kopie in logboek en
begin opnieuw’ (erna start een leeg balans en werkpuntenoverzicht)
HET ZORGPUNT
Op de pagina van een individueel kind kan de leerkracht een zorgpunt formuleren op individueel
niveau: ‘Ik maak mij zorgen om…’. . Dit zorgpunt hoeft alleen opgesteld te worden wanneer je je zorgen
maakt om een kind. Het is wenselijk dat de leerkracht ondersteund wordt door bijvoorbeeld de intern
begeleider, die hem coacht in het formuleren van duidelijke en hanteerbare zorgvragen. Samen kan je het
perspectief van het kind meenemen: Wat heeft het kind nu nodig? Bijvoorbeeld: ‘Haakt het kind af omdat
zijn motivatie en interesse te laag zijn of heeft hij andere leerbehoeften?’
Bij twijfel bieden nieuwe ervaringen in de groep weer duidelijkheid over welke zorg in aanmerking
genomen kan worden. We raden zeker aan het gesprek over de hypothesen ook met het kind en met de
ouders te voeren. Zij denken misschien nog aan andere dingen, omdat ouders hun kind ook in andere
28
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
situaties kennen. Daarnaast zijn zij partners in de zorg voor hun kind.
HET WERKPUNT
Zodra de zorgvragen duidelijk geformuleerd zijn, is de stap naar werkpunten niet zo groot. Goede
werkpunten zijn werkpunten die:
•
vooral richting geven aan het handelen van de leerkracht. Het maakt duidelijk waar je naartoe wilt.
Ze zijn concreet en helder geformuleerd.
•
haalbaar zijn voor de leerkracht. Ze moeten gemakkelijk toe te passen zijn in de groep.
•
als zinvol ervaren worden. Ze sluiten aan bij wat het kind nodig heeft en helpen om tot een betere
afstemming te komen.
Tevens kan de ruime interventiedatabase in spoor 1 een inspiratiebron zijn voor het opstellen van
werkpunten voor individuele kinderen. Het werkpunt kun je ook toewijzen aan een collega. Wanneer
je hiervoor kiest betekent het dat deze betreffende collega het werkpunt uitvoert met de leerling.
Daarnaast kun je het werkpunt markeren. Wanneer je hiervoor kiest, krijgt het werkpunt een blauwe
kleur in de linkerbalk. Een werkpunt wat gemarkeerd is betekent dat deze belangrijk is of dat dit
werkpunt momenteel uitgevoerd wordt. Tip: je kan er ook voor kiezen om alle werkpunten behorende
bij één zorgpunt in hetzelfde aangemaakte werkpunt te noteren. Je zet dan bijvoorbeeld alle acties die
je gaat ondernemen om de werkhouding van een kind te verbeteren, in één aangemaakt werkpunt. Dit
zorgt ervoor dat dit achteraf gemakkelijke te evalueren en terug te vinden is in het logboek.
In het logboek heb je toegang tot alle informatie die in het verleden rondom dit kind verzameld is.
HET LOGBOEK
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
29
Het gaat bijvoorbeeld om groepsscreenings, individuele observaties, interventies, verslagen van
onderzoeken, gesprekken met het kind, gesprekken met ouders etc. In het logboek kun je ook zelf
gegevens inbrengen en externe verslagen vanuit je computer/laptop/tablet uploaden. Alle items die
in het logboek staan kunnen tevens gemakkelijk gesorteerd worden. Je kunt bij elk item zelf een titel
toevoegen zodat je het item naderhand ook makkelijk kunt terugvinden. Wanneer je bijvoorbeeld het
item ‘gesprek met ouders’ toevoegt, dan kun je binnen dit item het onderwerp aangeven, bijvoorbeeld:
‘gesprek over de thuissituatie van Bram’. Je kunt een item in het logboek ook naderhand opnieuw
aanpassen. Klik daarvoor op het betreffende item en dan op ‘aanpassen’.
INDIVIDUELE EVOLUTIES
Bij de individuele evoluties van een kind, wordt het verloop van de ontwikkeling in kaart gebracht. Is
het welbevinden gemiddeld gestegen? Zijn er betekenisvolle verschuivingen op te merken? Je krijgt
op die manier feedback op de initiatieven die je al genomen hebt, of de impact van eventuele nieuwe
gebeurtenissen. Anderzijds kan het zijn dat evolutie ontbreekt, of juist in de negatieve richting verloopt.
Dat is een signaal dat aangeeft dat je op het verkeerde spoor zit en op zoek moet gaan naar andere
hypothesen. Het kan ook duidelijk maken dat er nieuwe elementen te observeren zijn, die vervolgens om
nieuwe uitdagingen en interventies vragen.
GEDETAILLEERDE SCREENING
Tijdens de groepsscreening van competentie en prestatie is het mogelijk om enkele kinderen of de gehele
groep nader in beeld te brengen op specifieke domeinen. Voor de kinderen waarvoor dat is ingevuld
komen de ingevulde screenings onder het kopje ‘gedetailleerde screening’ in spoor 2 te staan. Hier kan je
dus alle gedetailleerde screenings van kinderen nogmaals bekijken.
30
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
jaaroverdracht looqin po
Voor de leerkracht (inhoudelijke groepsoverdracht)
•
Zorg dat alle huidige screenings definitief zijn afgerond voordat je aan de slag kunt met de
inhoudelijke groepsoverdracht.
•
Klik op de startpagina op ‘U kunt starten met de klasoverdracht in Looqin. Klik op klasoverdracht om te
starten’.
•
Je ziet nu alle namen van de kinderen uit je groep in beeld. Klik op elk kind en beantwoord de vier
vragen. Door deze vragen reflecteer je op het afgelopen schooljaar en wordt het voor de nieuwe
leerkracht die volgend jaar (een deel van) je groep heeft duidelijk hoe het kind zich heeft ontwikkeld
en wat zijn of haar (leer)behoeften zijn. Dit kan hij/zij vervolgens als uitgangspunt nemen voor zijn of
haar eigen aanpak.
•
Zodra je de vier vragen van een kind hebt beantwoord en definitief hebt opgeslagen, wordt het
vinkje van dit kind groen. Doe dit voor alle kinderen.
•
Na het beantwoorden van de vragen over individuele kinderen, zijn er ook vier vragen die over de
groep als geheel gaan. Deze staan onder het kopje ‘groepsvragen’.
•
Heb je alle vragen definitief opgeslagen? Dan klik je op ‘verstuur’. Alle gegevens worden verzonden
naar de beheerder (zie uitleg voor beheerder). De beheerder zal de kinderen opnieuw indelen in
de nieuwe groepen zodat volgend jaar elke leerkracht direct weer toegang heeft tot zijn of haar
nieuwe groep in het digitale systeem. Zodra de beheerder alle stappen heeft afgerond kan de nieuwe
leerkracht alle gegevens die je hebt ingevuld teruglezen in het individuele logboek van ieder kind.
Deze gegevens worden automatisch in het individuele logboek geplaatst.
Noot: Indien je geen gebruik wilt maken van de inhoudelijke groepsoverdracht in Looqin, klik dan
onderaan direct op verstuur. Je hoeft de vragen dan niet eerst definitief op te slaan.
Advies: Maak samen een afspraak om met elkaar de overdracht te bespreken zodat je nog mondelinge
aanvullingen of toelichting kan geven. Ook creëer je op deze manier de ruimte voor eventuele vragen van de
nieuwe leerkracht die volgend jaar (een deel van) je groep heeft.
Voor de beheerder (groepsoverdracht)
•
Klik binnen beheer op ‘jaaroverdracht’.
Stap 1: Jaaroverdracht
•
Alle groepen komen nu in beeld. Je kunt hier zien welke leerkrachten hun jaaroverdracht hebben
afgerond. Er verschijnt dan een groen vinkje voor de groep. Als iedere leerkracht zijn of haar
overdracht heeft ingevuld, kan je verder naar stap 2. Klik hiervoor op ‘ga door naar stap 2’. Binnen
stap 2 is het de bedoeling dat je de nieuwe groepen voor volgend schooljaar gereed maakt zodat alle
leerkrachten volgend jaar hun nieuwe groep zichtbaar hebben in het systeem. Je kunt dit op twee
manieren doen.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
31
Stap 2: Groepen en leerlingen
Optie 1: Maak handmatig nieuwe groepen aan.
•
Inventariseer welke groepen en hoeveel groepen volgend jaar gevolgd gaan worden met Looqin PO.
•
Vervolgens voeg je deze groepen handmatig toe in Looqin.
•
Klik op ‘maak handmatig groep aan’.
•
Geef de eerste nieuwe groep een naam (bijvoorbeeld groep 1) en geef aan of het om kleuters gaat of
om een hogere groep. (Je hoeft geen leerlingen toe te voegen, dit gebeurt pas bij stap 2b.)
•
Maak vervolgens ook de rest van de nieuwe groepen aan (bijvoorbeeld groep 1a, groep 2, groep 3a,
groep 3b enz), afhankelijk van de hoeveelheid groepen die volgend jaar gevolgd worden met Looqin.
•
Klaar? Ga dan door naar stap 2b
•
Je ziet vervolgens een overzicht van de huidige leerlingen per groep. Selecteer rechts de nieuwe
groep van het kind. Blijft een kind zitten? Selecteer dan toch een nieuwe klas, zo gaat het kind juist
over naar het komende schooljaar. Is er een leerling van school af gegaan, dan kun je ervoor kiezen
om het kind niet in te delen. Heb je alle leerlingen verplaatst, dan kan je verder met stap 2c. Hier kan
je vervolgens nieuwe leerlingen toevoegen aan Looqin.
•
Bij stap 2c zie je een overzicht van de nieuwe groepsindeling. Hier kan je nog nieuwe kinderen
toevoegen aan een groep. Klik hiervoor op een groep en klik vervolgens rechts onder op ‘voeg
leerling toe’.
•
Heeft u alle kinderen juist ingedeeld in de juiste groepen? Dan klikt u op stap 3.
Optie 2: Automatische import via EDEXML of Wisa Export
•
Wanneer je deze optie kiest, is het belangrijk dat de gegevens vanuit het administratiesysteem al up
to date zijn voor volgend schooljaar.
•
Klik op ‘importeer groepen en leerlingen via een EDEXML bestand of Wisa Export (.XML)’.
•
Selecteer het juiste bestand en klik op toevoegen.
•
Je ziet vervolgens alle groepen en kinderen van je import. Selecteer de groepen en kinderen die je
wilt toevoegen aan Looqin. (Dit doe je met behulp van de vinkjes.)
•
Ga verder naar stap 2b
•
Je krijgt een compleet overzicht van alle groepen en kinderen voor volgend schooljaar. Klopt dit?
Klik dan op ‘importeren’. Klopt dit niet? Waarschijnlijk staan de gegevens voor volgend schooljaar
nog niet goed vermeld in het administratiesysteem. Importeer een nieuwe versie van een EDEXML
bestand of Wisa Export’.
•
Vervolgens zie je bij stap 2c een overzicht van je import in Looqin. Je kunt hier zien of de import is
geslaagd of dat er nog een melding is. Een melding komt tevoorschijn in het blauw.
Stap 3: Controle
•
Stap 3: Je ziet het complete overzicht voor het nieuwe jaar. Onderaan dit overzicht heb je nog
de optie om de kinderen volgend schooljaar te laten starten met een lege balans en werkpunten
overzicht. Het huidige balans en werkpunten overzicht zal worden opgeslagen als een kopie in het
individuele logboek.
32
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
Er zal dus geen data verdwijnen! Wil je liever het balans en werkpunten overzicht behouden om
hierin door te kunnen werken, vergeet dan niet het vinkje uit te vinken.
•
Klik op opslaan wanneer je het overzicht hebt gecontroleerd.
•
De laatste stap: Om leerkrachten toegang te geven tot hun nieuwe groep, moeten zij nog opnieuw
gekoppeld worden aan de betreffende groep! Klik daarvoor op ‘ klik hier voor direct door te gaan
naar gebruikers’.
Gebruikers:
•
Alle gebruikers van Looqin komen nu in beeld.
•
Klik één voor één op de naam van elke leerkracht en vink aan tot welke groep(en) hij of zij volgend
jaar toegang heeft.
•
Zodra je dit voor elke leerkracht gedaan hebt, is de overdracht geslaagd en hebben leerkrachten
toegang tot hun nieuwe groep!
BEHEER
Beheer groepen & leerlingen
Onder het kopje groepen & leerlingen vind je alle groepen van de school. Door op een groep te klikken/
tikken krijg je de leerlingen van die groep te zien en kun je deze toevoegen, wijzigen of verwijderen.
Importeren leerlingen via EDEXML (niet via tablet)
Beschikt je school over een Leerling Administratie Systeem (LAS), dan kunnen de leerlingen en groepen
eenvoudig worden ingelezen (geïmporteerd) in Looqin via een zogenaamd EDEXML bestand. Looqin
deelt dan automatisch alle groepen en leerlingen in. Voor het exporteren van een EDEXML uit een LAS
verwijzen we je graag door naar de handleiding van het LAS van je school.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
33
Stap 1: EDEXML bestand inlezen
Klik of tik op: + IMPORTEER GROEPEN, LEERLINGEN EN LERAREN VIA EEN EDEXML BESTAND en
zoek het EDEXML op je computer of USB-stick. Wanneer je het bestand hebt geselecteerd klik je op
TOEVOEGEN.
Stap 2: Selecteer groepen en gebruikers
Alle groepen/leerlingen en gebruikers zijn automatisch geselecteerd. Door op een groep te klikken, zie je
welke leerlingen er in die groep vallen en kun je ze eventueel los (de)selecteren. Wil je een groep, leerling
of de gebruikers niet importeren, zet dan het vinkje uit. Staat alles juist geselecteerd klik dan op: GA
VERDER NAAR STAP 3.
Stap 3: Controle
Je krijg een overzicht van alle groepen, leerlingen en gebruikers die je op het punt staat te importen in
Looqin. Zijn dit de juiste gegevens? Klik dan op IMPORTEREN.
Beheer van locaties
Indien uw school meerdere locaties heeft kunt u deze hier beheren. De postcode van de locaties wordt
gebruikt om nieuwe gebruikers die zelf een account aanmaken te kunnen herkennen. Uiteraard wordt de
beheerder in dat geval gevraagd of de betreffende gebruiker inderdaad toegevoegd mag worden.
Beheer van gebruikers
In Looqin PO kun je als beheerder collega’s toevoegen, of kunnen ze dit zelf doen.
1. Collega’s maken zelf een account aan
Wanneer iemand van jouw school zelf een account aanmaakt en de juiste postcode opgeeft of
een e-mailadres gebruikt dat wordt herkend, krijgt hij of zij de mogelijkheid om de beheerder om
akkoord te vragen met één druk op de knop. De beheerder ontvangt vervolgens een e-mail of de
betreffende persoon mag worden toegevoegd aan de school. Ook dit kan worden geaccordeerd met
een klik of tik.
2. De beheerder maakt de accounts aan voor collega’s
In het beheer onder het kopje GEBRUIKERS, vind je alle gebruikers van de school. Je kunt per
gebruiker aangeven op welke locatie hij of zij actief is en welke groepen hij/zij mag zien in Looqin.
Om een nieuwe gebruiker aan te maken klik/tik je op + MAAK GEBRUIKER AAN. Let op dat je het
juiste e-mailadres gebruikt en aanvinkt welke groep(en) de gebruiker mag zien in Looqin. Gebruik
de knop TOEVOEGEN om de gebruiker op te slaan. De gebruiker ontvangt direct een e-mail om een
wachtwoord te kiezen en kan vervolgens aan de slag.
BEHEER COMPETENTIES EN PRESTATIES
Via het beheer heb je de mogelijkheid om zelf competenties en prestaties toe te voegen of te
verwijderen. Staat binnen je school bijvoorbeeld het vak techniek centraal, dan kan de beheerder dit via
beheer gemakkelijk als prestatie toevoegen. De beheerder kan aangeven of dit vak zichtbaar wordt voor
kleuters en/ of voor groep 3 t/m 8. Heb je competenties of prestaties toegevoegd? Dan ziet de leerkracht
dit terug in het systeem bij:
34
•
gedetailleerde screenings
•
beeldvormingsvragen
•
balans en werkpunten overzicht
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
Daarnaast kun je ook competenties en prestaties verwijderen. Scoor je de competentie ‘verbondenheid’
bijvoorbeeld niet bij de kleuters en wel bij groep 3 t/m 8? Dan kan de beheerder dit via het beheer
gemakkelijk aangeven.
KOMENDE ONTWIKKELINGEN
Wat zijn de komende ontwikkelingen rondom het procesgericht kindvolgsysteem Looqin PO?
•
Zelfevaluatie:
In het schooljaar 2015/2016 wordt de zelfevaluatie toegevoegd. Kinderen hebben dan de
mogelijkheid om zichzelf in te schalen op welbevinden, betrokkenheid, competenties en prestatie.
Dit is voor de leerkracht zeer waardevolle informatie. De leerkracht kan op deze manier zijn eigen
ingevulde scores vergelijken met de scores die de leerling heeft ingevuld. Dit kan een aanleiding zijn
om met de leerling in gesprek te gaan en relevante informatie te achterhalen.
•
Looqin KO, kindvolgsysteem voor 0-4 jaar
Onderwijs Maak Je Samen en Korein Groep gaan in het schooljaar 2015/2016 aan de slag met de
doorontwikkeling van het procesgerichte en digitale kindvolgsysteem Looqin voor de kinderopvang
in Nederland. Het systeem is geschikt voor het volgen van kinderen van 0 tot 4 jaar (zie ook Laevers
& Silkens, 2013). Hierdoor ontstaat een integraal systeem dat de doorgaande ontwikkelingslijn
van jonge kinderen optimaal waarborgt en de communicatie en overdracht tussen voorschoolse
organisaties en het Primair Onderwijs vereenvoudigd. Dit is onder andere voor IKC’s van
grote waarde. In de ontwikkelfase werken beide organisaties samen met CEGO, onderdeel van
Universiteit Leuven. Zij zorgen middels onderzoek voor validatie van het systeem.
•
Looqin VO voortgezet onderwijs
Voor het Voortgezet Onderwijs wordt Looqin VO op de markt gebracht. Deze zal in januari 2016
beschikbaar zijn. Met deze realisatie kunnen we de ontwikkeling van kinderen van 0 tot en met 18
jaar in beeld brengen!
•
Importeren leerlinggegevens
Op dit moment is het mogelijk via EDEXML leerlinggegevens in Looqin te importeren. Uitgebreidere
mogelijkheden voor het importeren van leerlinggegevens en CITO- gegevens vanuit verschillende
systemen naar Looqin PO worden gerealiseerd.
LICENTIEKOSTEN
De kosten voor het gebruik van Looqin PO zijn:
- eenmalig 125 € (incl. BTW) bij opstart plus;
- daarna 1,80 € (incl. BTW) per kind per schooljaar.
Op www.looqin.eu kun je een licentie van Looqin PO bestellen. Hier is ook een rekenmodule te vinden
waarmee je eenvoudig de kosten voor je school kunt berekenen door het aantal kinderen van de school
in te voeren.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
35
Scholen ontvangen aan het begin van het schooljaar op basis van het aantal kinderen dat ze invoeren
bij de aanvraag van de licentie een factuur. Aan het einde van het schooljaar vindt op basis van het
werkelijke gebruik tijdens het schooljaar een verrekening plaats. Als een kind halverwege het jaar
instroomt en dus maar een half jaar in Looqin zit, betaal je voor dat kind voor dat jaar de helft van het
jaarbedrag, dus 0,90 eurocent.
VEELGESTELDE VRAGEN
Hieronder wordt er antwoord gegeven op de veel gestelde vragen. Staat je vraag er niet bij, mail dan naar
[email protected]
1)Hoe kom ik op spoor 2 terecht?
Zowel in het groepsoverzicht als op de startpagina kun je een individueel kind aanklikken. Je komt
dan op spoor 2 terecht (de individuele pagina van een kind). Via spoor 2 kom je weer op spoor 1
terecht door bovenin op startpagina of op groepsoverzicht te klikken.
2)Waarom is er geen interventiedatabase voor spoor 2?
Looqin PO streeft naar maatwerk op individueel niveau. Kinderen die opgevolgd worden in spoor
2 hebben vaak zeer specifieke behoeften waardoor elk kind andere zorg nodig heeft. De leerkracht
krijgt hiervoor geheel zelf de verantwoordelijkheid om voor deze kinderen een passend aanbod te
creëren. De interventies uit spoor 1 kunnen wel als inspiratiebron dienen voor mogelijke interventies
in spoor 2!
3)Kan ik tussendoor kinderen en leerkrachten toevoegen?
Ja, zowel leerkrachten als kinderen kunnen gedurende het schooljaar gewoon worden toegevoegd
via de beheerder. Voor toegevoegde kinderen wordt naar rato betaald voor het schooljaar.
4)Hoe zit het met de privacy van de gegevens van kinderen als je op je tablet of smartphone werkt?
Als je met de app van Looqin PO werkt raden wij je aan om een wachtwoord op je telefoon of ipad in
te stellen. Looqin PO geeft ook altijd na enkele dagen de melding dat je opnieuw moet inloggen. Het
wachtwoord vergeet hij dan automatisch.
5)Hoe kan ik mijn wachtwoord veranderen?
Als je je wachtwoord bent vergeten ga je naar www.looqin.eu. Klik daar op: Help, ik ben mijn
wachtwoord vergeten. Hier kun je je e-mailadres invoeren en vervolgens je wachtwoord opnieuw
instellen.
6)Waarom krijg ik tijdens het aanmelden de melding dat mijn organisatie al bekend is?
Tijdens het aanmaken van een account kun je de melding krijgen dat je organisatie al reeds met
Looqin werkt. Dit heeft te maken met een beveiliging in het registratieproces zodat er geen
verschillende werknemers van een organisatie verschillende accounts hebben. Mocht de locatie al
bestaan dan kun je jezelf laten aansluiten bij deze locatie. De beheerder of eerste aanvrager van de
locatie ontvangt dan een e-mail met de melding dat er iemand wil aansluiten en moet dit bevestigen.
36
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
Bestaat de locatie nog niet, dan maakt het systeem een locatie aan en kun je na de activatie van het
e-mailadres gebruik maken van Looqin.
7)Welke rol spelen ouders in Looqin?
Ouders spelen een cruciale rol in de schoolontwikkeling van kinderen. De driehoek kind-leerkrachtouders is erg belangrijk. Looqin is in eerste instantie een systeem voor de leerkracht waarin hij of zij
belangrijke informatie van het kind registreert.
In het systeem zit de mogelijkheid om bepaalde pagina’s als PDF te downloaden/ printen (bijv.
de openingspagina van een kind of het balans- en werkpuntenoverzicht). Deze informatie kan
vervolgens met ouders gedeeld worden via de mail of, nog wenselijker, besproken worden in een
gesprek met ouders.
8)Hoe ga je om met duo- leerkrachten binnen Looqin PO?
Wij raden aan om één leerkracht verantwoordelijk te stellen voor het invullen van de
groepsscreenings. De andere leerkracht kan de ingevulde groepsscreening bekijken en eventueel
opmerkingen plaatsen. Daarnaast raden we aan om altijd een overlegmoment te plannen nadat
er een groepsscreening is ingevuld zodat beide leerkrachten de scores op dezelfde manier gaan
interpreteren. Het is natuurlijk aan de school zelf om hier verdere afspraken over te maken.
9)Wat te doen met een ziek kind wanneer je een groepsscreening invult?
Je kunt er in dit geval voor kiezen om een groepsscreening tijdelijk in te vullen. Wanneer het kind
weer terug is kun je dit kind alsnog invullen in de groepsscreening. Daarna kan je de screening
definitief opslaan. Het is ook mogelijk om voor dit kind de observaties te gebruiken uit spoor 2. Je
gaat dan naar individuele observaties en je kunt dan kiezen voor: welbevinden, betrokkenheid,
competenties en prestaties.
10)Is Looqin PO Cotan geregistreerd?
Nee, Looqin PO is niet Cotan geregistreerd. Dit heeft te maken met het feit dat Looqin PO geen
normen gebruikt om kinderen te scoren. Wij gaan er namelijk vanuit dat kinderen niet zomaar op
vaste leerlijnen geplaatst kunnen worden. Bij Looqin PO staat de professionaliteit van de leerkracht
voorop. Hij of zij is het beste in staat om de kinderen de juiste score te geven. Daarbij is reflectie
en het gesprek met collega’s, ouders en kinderen erg belangrijk. Looqin PO is hiermee uitermate
geschikt om kinderen te volgen in hun ontwikkeling. Het is tevens mogelijk om genormeerde scores
te integreren in Looqin PO.
11)Wat kost Looqin PO?
Je betaalt als school eenmalig €125 incl. BTW bij de aanschaf van een licentie. Per kind betaal je
vervolgens € 1,80 per jaar (inclusief BTW).
12)Hoe kan ik ervoor zorgen dat kinderen in het lijstje ‘op te volgen kinderen’ in het groepsoverzicht
verschijnen?
‘Op te volgen kinderen’ zijn de kinderen die extra zorg nodig hebben en daardoor vaak beter in
beeld gebracht moeten worden. Voor deze kinderen ga je extra observaties uitvoeren. Je kunt deze
kinderen opvolgen door naar zijn of haar openingspagina te gaan.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
37
Dit kun je doen door in het groepsoverzicht of op de startpagina op de naam van het betreffende
kind te klikken. Je komt dan terecht op de openingspagina van dit kind. Achter de naam in de
linkerbalk kun je vervolgens het vinkje aanzetten om het kind op te volgen. Het kind komt dan
bovenaan te staan bij groepsoverzicht.
13)Wat is de rol van de directie?
De directie krijgt in het systeem zelf geen expliciete rol, maar wel in de uitbouw van de zorgstructuur
en de implementatie van het systeem. Men krijgt toegang tot alle gegevens in het kindvolgsysteem,
maar kan er zelf niets aan veranderen. Ook kan de directie (vanuit de groepsscreenings) overzichten
van verschillende groepen maken en via het mailprogramma communiceren.
14)Wat is de rol van de intern begeleider?
De intern begeleider vervult een belangrijke en ondersteunende rol in de uitbouw en het gebruik van
dit systeem door deleerkrachten. We noemen enkele belangrijke punten:
(1) De intern begeleider kan plannen (in overleg met het team) wanneer welke stappen
gemaakt moeten worden binnen Looqin PO (groepsscreenings, individuele observaties,
overgangsbesprekingen etc). De intern begeleider krijgt toegang tot alle gegevens, maar kan er niets
aan wijzigen. Hij/zij kan wel via een ingebouwd mailprogramma met de leerkrachten communiceren.
(2) De intern begeleider functioneert (tijdens formeel en/of informeel overleg) als extra steun in
de reflectie die het systeem bij de leerkracht stimuleert. Ook kan hij/zij de extra ondersteuning
organiseren door de collega’s te coachen. Extra observaties door de intern begeleider kunnen dienen
om het perspectief van de leerkracht aan te vullen, te verrijken.
(3) De intern begeleider kan bepaalde werkpunten en bijbehorende acties voor een bepaald kind
op zich nemen en dus interventies, observaties of gesprekken inbrengen. Wij raden echter aan
interventies zoveel mogelijk binnen de groep uit te voeren.
(4) De intern begeleider overziet de vragen en behoeften van leerkrachten bij het gebruik van het
systeem en verkent hoe die vragen en behoeften op schoolniveau opgevangen kunnen worden (bv.
scholing rond het inschatten van welbevinden en betrokkenheid, organiseren van gezamenlijke
kindbesprekingen vanuit welbevinden en betrokkenheid). De intern begeleider kan ook een
overzicht maken van scores over verschillende groepen heen (bijv. gegevens uit de groepsscreening
welbevinden over alle kinderen in de hele school).
15)Hoelang ben ik bezig met het invullen van Looqin PO en hoelang moet ik kinderen observeren?
Dit is afhankelijk van de hoeveelheid ervaring met het werken binnen Looqin PO. De schalen voor
score 1 t/m 5 worden sneller geïnterpreteerd naarmate je vaker met Looqin PO werkt. Over het
algemeen zal het invullen van de groepsscreenings vrij snel gaan. De groepsscreenings doe je
namelijk op basis van dagelijkse observaties van de afgelopen periode. Je kunt zelfs met je tablet of
telefoon tijdens de les observeren en de score direct invullen zodat je dit niet nog na schooltijd hoeft
in te vullen. Hoelang je moet observeren is helemaal afhankelijk van de hoeveelheid informatie die je
wilt verzamelen per kind.
Voor enkele kinderen kun je binnen spoor 2 de ontwikkeling gedetailleerder in beeld brengen.
Hiervoor is het lastig om een tijdsindicatie aan te geven want dit verschilt per kind. Het hangt af van
de hoeveelheid aspecten die je wilt observeren en invullen bij een kind.
38
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
16) Zijn er verbanden tussen dit systeem en de principes van handelingsgericht werken?
Ja, er zijn duidelijke overeenkomsten. Het gaat in handelingsgericht werken (HGW) voor de
leerkracht om het ‘zoeken naar mogelijkheden om de dagelijkse praktijk beter af te stemmen op
de ontwikkelingsbehoeften van leerlingen’ (Pameijer e.a., 2010). Dit kindvolgsysteem is daarvoor
een geschikt hulpmiddel en geeft er via de begrippen welbevinden en betrokkenheid een concrete
inhoudelijke invulling aan. Vooral de niet-problematiserende en preventieve insteek van dit
kindvolgsysteem zijn daarbij typerend.
Het handelingsgericht werken is vertaald in zeven praktijkprincipes, die we hier kort bespreken en
linken aan het kindvolgsysteem:
Voor de eerste twee principes, ‘onderwijsbehoeften van kinderen staan centraal’ en ‘afstemming
en wisselwerking’, zijn een laag welbevinden en/of een lage betrokkenheid signalen dat de (leer)
behoeften van het kind niet voldoende worden aangesproken en dat er een betere afstemming
gezocht dient te worden. We focussen op de afstemming van het aanbod van de leerkracht, maar de
bredere context rond een kind (thuissituatie ...) wordt ook erkend en meegenomen. ‘De leerkracht
doet ertoe’, het derde principe, blijkt heel duidelijk uit de keuze om de leerkracht de regie te geven
binnen het werken met Looqin PO: het systeem is gemaakt voor de leerkracht. Op bepaalde
momenten komen ook de relatie van de leerkracht met het kind en de leerkrachtstijl expliciet aan
bod. De procesgerichte visie impliceert per definitie dat er gewerkt wordt vanuit positieve aspecten,
het vierde principe. In de balans die opgemaakt wordt, vormen die positieve punten het uitgangspunt
om interventies te zoeken. De laatste twee principes, ‘doelgericht handelen’ en ‘systematisch en
transparant’, vertalen zich hier vooral in de ingebouwde systematiek van Looqin PO, onder meer via
de uitnodiging om zorgvragen en werkpunten te formuleren.
17)Hoe werk je vanuit een procesgerichte invalshoek aan differentiatie?
Differentiatie gaat voor ons niet alleen om het inspelen op niveauverschillen (makkelijker
vs. moeilijker maken). Het gaat om een houding waarbij verschillen tussen kinderen niet
geproblematiseerd worden, maar juist erkend worden als iets evidents: er zijn op heel veel punten
verschillen tussen kinderen (leerstijlen, interesses, talenten ...) en dat is ook goed. Kinderen kunnen
zo veel van elkaar leren. De groepsscreening welbevinden en betrokkenheid geeft een beeld van
de mate waarin je er al in slaagt aan de uitdaging van differentiatie tegemoet te komen, zodat elk
kind (met zijn eigenheid) tot leren kan komen. Via spoor 1 steken we in op de groep en stimuleren
we het optimaliseren van zelfsturing via flexibele werkvormen. Zo bouwen we aan een zorgbreed
basismilieu op groeps- en schoolniveau. Hoe beter die werkvormen geïmplementeerd zijn, hoe meer
mogelijkheden er zijn om op verschillende behoeften in te spelen.
18)Hoe kan ik Looqin PO gebruiken voor het maken van groepsoverzichten en groepsplannen?
De interventiedatabase kan heel gemakkelijk als input worden gebruikt voor een groepsplan. Alle
interventies die de leerkracht aanklikt komen in één overzicht op een rij. Dit overzicht is tevens als
pdf-bestand op te slaan, waardoor de interventies gemakkelijk gekopieerd kunnen worden naar
een groepsplan. Verder kan het groepsoverzicht als input dienen voor een groepsoverzicht en het
groepsplan. In het groepsoverzicht zie je alle aspecten (welbevinden, betrokkenheid, competenties
en prestaties) van de ontwikkeling van een kind in beeld.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
39
Daarnaast kan het balans en werkpunten overzicht zeer handig zijn voor een individueel handelingsplan. Hierin staan zowel de bevorderende factoren als de belemmerende factoren van het kind.
Voor zowel een groepsplan als een individueel handelingsplan is het prettig dat je binnen Looqin PO
zorgpunten en werkpunten voor individuele kinderen kunt formuleren. Deze kunnen rechtstreeks
toegevoegd worden in een plan.
19) Biedt het voldoende informatie voor het volgen van de sociaal- emotionele ontwikkeling?
Ja, Looqin PO gaat uit van een holistische benadering van de sociaal- emotionele ontwikkeling. Net
als bij de andere competenties betekent dit, dat we de ontwikkeling niet herleiden tot het aanvinken
van enkele vaardigheden of weetjes die zouden passen bij een bepaalde leeftijd. Dit betekent wel dat
je in eerste instantie een algemeen beeld krijgt van het welbevinden in de groep door middel van de
groepsscreenings. Een goed welbevinden wijst erop dat de wisselwerking tussen kind en omgeving
optimaal verloopt en dat aan de basisbehoeften voldaan wordt.
Naast het beeld van welbevinden kun je bij een gedetailleerde screening de sociale competenties
van kinderen dieper in beeld brengen. Sociale competenties gaan over de eigen belevingen en zich in
anderen kunnen verplaatsen: in hun gevoelens, hun intenties en hun waarnemingen en gedachten.
Dat maakt het mogelijk om interactie tussen mensen (intuïtief) te begrijpen en gedragingen te
voorspellen, rekening houdend met de specifieke context.
Tot slot kun je voor enkele kinderen de sociaal- emotionele ontwikkeling gedetailleerder beschrijven
door deze kinderen bij ‘beeldvorming’ te observeren rondom: welbevinden (relaties met de
leerkracht en de klas), emotionele basis, verbondenheid en zelfsturing.
40
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
REFERENTIES
Looqin PO is volledig theoretisch verantwoord door Prof. Dr. Ferre Laevers. De theoretische achtergrond
van Looqin PO is te vinden in een apart document. Daarvoor verwijzen we je graag naar www.looqin.nl.
Laevers, F., & Heylen, L. (2003). Een procesgerichte aanpak voor 6- tot 12- jarigen in het basisonderwijs. Cego
Publishers NV, 2013
Aerden, I. (Red.) (2010). EE-Cahier. Talenten ontwikkelen in de basisschool. Leuven: CEGO Publishers.
Laevers, F. (Red.) (2001). Procesgericht kindvolgsysteem voor kleuters. Achtergrond en praktijksuggesties.
Leuven: CEGO Publishers.
Laevers, F. (Red.) (2003). Wat vind ik van mijn school? Bevragingsset voor leerlingen van de basisschool.
Leuven: CEGO Publishers.
Laevers, F. & Depondt, L. (2004). Ervaringsgericht werken met kleuters in het basisonderwijs. Leuven: CEGO
Publishers.
Laevers, F., Jackers, I. en Menu, E. (2014). Ervaringsgericht werken met kleuters in het basisonderwijs. Leuven:
CEGO-publishers.
Bijkomende informatie en bronnen:
Aerden, I. (2006). Een brede kijk op het kind in ontwikkeling in één kindvolgsysteem voor de hele basisschool.
In Laevers, F. e.a. EE-Cahier. Draagkracht geven. Uitkomst voor de toekomst (pp. 81-94). Leuven:
CEGO Publishers.
Aerden, I. (2008). Coachen na de klasscreening. Hoe doordringen tot de klaspraktijk van de leerkracht? In
Digitale nieuwsbrief Steunpunt Gelijke Onderwijskansen. www.steunpuntgok.be
Bakkers, E. (Red.) (2009). EE-Cahier. Werken aan een positieve sfeer in klas en school. Didactische
mogelijkheden van kring en forum. Leuven: CEGO Publishers.
Buyse, E., Snoeck, G., Bertrands, E., Declecq, B. & Laevers, F. (2009). Fundamenteeldiepteonderzoek naar
krachtige GOK-leeromgevingen. Onderzoeksluik ‘Betrokkenheid en Welbevinden’. Leuven: Steunpunt
GOK/ ExpertiseCentrum ErvaringsGericht Onderwijs. Opvoeden tot verbondenheid. Jeugd en
Vrede.
Dweck, C. (2006). Mindset: the new psychology of success. New York: Ballantine Books.
Heylen, L. (Red.) EE-Cahier. Differentiatie in de klas. Omgaan met verschillen. Leuven: CEGO Publishers.
Heylen, L. & Van den Meerssche, J. (2009). EE-Cahier. Contractwerk. Meer kinderen meer laten groeien.
Leuven: CEGO Publishers.
Heylen, L. (red.) (2013). CEGO-practicum Motiverend Onderwijs 1:Differentiatie in de klas. Leuven: CEGOPublishers.
Heylen, L. (red.) (2013). CEGO-practicum Motiverend Onderwijs 2: Talenten in mijn klas. Leuven: CEGOPublishers.
Heylen, L. (red.) (2013). CEGO-practicum Motiverend Onderwijs 3: Breed evalueren. Leuven CEGOPublishers.
CONTACTGEGEVENS
Heb je vragen over de werkwijze van Looqin PO of heb je directe hulp nodig, mail dan naar
[email protected]
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
41
BIJLAGEN
BIJLAGE 1 DE BASISBEHOEFTEN
Het welbevinden dat we zelf ervaren of bij anderen waarnemen, komt voort uit de bevrediging van een of
meerdere basisbehoeften. We onderscheiden verschillende basisbehoeften:
•
Lichamelijke behoeften (behoefte aan eten, drinken, beweging, een optimale lichaamstemperatuur,
slaap ...)
•
Behoefte aan affectie, warmte en tederheid (geknuffeld worden, lichamelijk contact en nabijheid, in
actieve en passieve vorm, namelijk liefde en warmte geven en ontvangen)
•
Behoefte aan veiligheid, duidelijkheid en continuïteit (de nood aan een min of meer voorspelbare,
ordelijke omgeving; willen weten waar je aan toe bent, wat kan en niet kan; altijd op anderen kunnen
rekenen)
•
Behoefte aan erkenning en bevestiging (door anderen aanvaard en gewaardeerd worden; een eigen
plaatsje hebben in de groep; het gevoel hebben dat je iets betekent voor iemand)
•
Behoefte om zichzelf als kundig te ervaren (het gevoel hebben zelf echt iets te kunnen, meester
te zijn van iets, succesvol met de omgeving te kunnen omgaan; ervaren hoe je de grenzen van je
mogelijkheden weet te verleggen, steeds weer nieuwe inzichten en vaardigheden verwerft)
•
Behoefte aan zingeving en morele waarden (zich een goed mens willen voelen en voldoen aan een
ethische norm; zich met de natuur en met anderen verbonden voelen; zijn bestaan als zinvol beleven)
42
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
BIJLAGE 2 COMPETENTIEBESCHRIJVINGEN
Grote motoriek
Competentie op het vlak van de grote motoriek heeft te maken met de wijze waarop men zijn lichaam
in allerlei bewegingssituaties kan inzetten en ‘besturen’. Bij grote motoriek gaat het om het kunnen
coördineren van de verschillende spieren en lichaamsdelen in functie van een bepaald doel of taak.
Niveau 1: competentie ligt ver onder het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten.
Heeft het zeer moeilijk met situaties waarin bewegingen moeten worden uitgevoerd: beschikt
over weinig controle, soepelheid, nauwkeurigheid. Vaak onnodige bijbewegingen. Meer complexe
bewegingspatronen verlopen traag of moeizaam. Reageert traag op obstakels of signalen. Ritme wordt
niet gehouden. Het loopt vaak mis: struikelen, omstoten, afhaken.... Niet vlot in het nabootsen van
bewegingen: pikt patronen niet op, wil alles tegelijk doen, verward...
Niveau 5: competentie ligt ver boven het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten.
Toont een grote lichamelijke behendigheid die zich uit in een brede waaier van bewegingssituaties. Het
is een plezier om naar zijn/haar bewegen in de ruimte te kijken: soepel en sierlijk, doelgericht en met
grote efficiëntie, aangepast tempo, ritmisch, vlot reagerend op veranderingen en signalen. Pikt nieuwe
bewegingspatronen snel op.
Kleine motoriek
Competentie op het vlak van de kleine motoriek heeft te maken met de wijze waarop men behendigheid
laat zien in het omgaan met allerlei klein gereedschap en materiaal die een nauwgezette coördinatie
vereisen. Kleine motoriek gaat in hoofdzaak over handvaardigheid en vingervaardigheid en over ooghand coördinatie.
Niveau 1: Competentie ligt ver onder het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten.
Heeft het moeilijk met het uitvoeren van handelingen. Heeft bij vele opdrachten/situaties hulp nodig.
Gaat krampachtig om met gereedschap. Vermijdt kleine materialen en levert een ruw product af. Maakt
onnodige bijbewegingen. Er komen vaak ongelukjes voor (dingen laten vallen, omstoten, scheef plakken,
ernaast tekenen, verf morsen, ...).
Niveau 5: Competentie ligt ver boven het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten.
Is erg handig: kan vlot en met precisie complexe handelingen uitvoeren. Heeft zeer goede coördinatie
van hand en vingers, losgekoppeld van de rest van het lichaam. Pikt nieuwe bewegingspatronen
gemakkelijk op.
Beeldende expressie
De niet-verbale, beeldende expressievaardigheid is de competentie om iets wat je waarneemt, ervaart,
voelt of denkt op een trefzekere manier vorm te geven, ten volle tot uitdrukking te brengen. Men
gebruikt daarbij beeldende uitdrukkingsvormen (schilderen en tekenen, collages, constructies,...). Zo
wordt de oorspronkelijke ervaring of gedachte voor zichzelf scherper én toegankelijk of ervaarbaar voor
anderen. Deze competentie omvat het vermogen om zelf de beeldende uitdrukkingen van anderen te
‘begrijpen’ en te ervaren.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
43
Niveau 1: competentie ligt ver onder het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten
Slaagt er niet in om persoonlijke belevingen en ervaringen via beeldende activiteit tot uitdrukking
te brengen. Komt niet tot adequate vormgeving. Heeft geen oog voor esthetische aspecten (kleur,
compositie) in het omgaan met ruimtelijke elementen. Maakt niet echt gebruik van de expressieve
mogelijkheden van de gebruikte techniek. Heeft een beperkt gevoel van ruimte en een zwak ruimtelijk
voorstellingsvermogen.
Niveau 5: competentie ligt ver boven het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten
Slaagt er zeer goed in om belevingen en ervaringen via beeldende activiteit tot uitdrukking te brengen.
Is gevoelig voor esthetische aspecten (kleur, compositie) in het omgaan met ruimte. Benut op een
krachtige manier de elementen van vormgeving (symboliek, kleuren, verhoudingen...) om zijn intuïties tot
uitdrukking te brengen. Kan zich in een waaier van beeldende uitdrukkingsvormen uiten en kan zelf ten
volle van beeldend materiaal (kunst) genieten.
Muzikale expressie
Een competente omgang met muziek berust op het vermogen om tot een rijk geschakeerde waarneming
van klanken te komen: het kunnen ‘horen’ van melodielijnen, maten, ritmes en ritmeveranderingen,
de samenhang in klanken [(dis)harmonie], de diverse timbres eigen aan stemmen en instrumenten. Op
het meer inhoudelijke vlak gaat het om het kunnen ‘grijpen’ van de sfeer, de beleving, het idee dat door
de muziek tot uitdrukking wordt gebracht en de expressieve kracht van alle aspecten van de klank
in een compositie kunnen ervaren. In een actieve vorm behelst de muzikale competentie het kunnen
experimenteren en op expressieve wijze kunnen benutten van instrumenten – ook de eigen stem - om
een intuïtie, stemming of idee met anderen te kunnen delen.
Niveau 1: competentie ligt ver onder het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten
Heeft weinig voeling met muziek: kan bij het beluisteren van muziek slechts eenvoudige composities,
melodieën, maten en ritmes in zich opnemen. Heeft geen oor voor de nuances in timbre en varianten in
harmonie. Kan zich niet inleven in de stemmingen, belevingen en intuïties die via klanken tot uitdrukking
worden gebracht. Kan geen gebruik maken van muziek als middel tot expressie.
Niveau 5: competentie ligt ver boven het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten
Komt tot rijk geschakeerde waarneming van muziek en kan complexe composities, melodielijnen, maten
en ritmes en samenhangen in klanken onderscheiden. Neemt onbekend profiel ‘(dis)harmonie’ op een
genuanceerde manier waar en kan van die schakeringen genieten. Kan zich inleven in de stemmingen,
belevingen en intuïties die via klanken tot uitdrukking worden gebracht. Kan zelf op actieve wijze
muziek als expressiemiddel hanteren en met stem/instrumenten op zinvolle wijze experimenteren en
improviseren.
Taalvaardigheid
Taalvaardigheid gaat over de beheersing van taal als een ‘instrument’ om iets wat je ervaart, voelt of
denkt op een trefzekere en indringende manier onder woorden te brengen (mondeling of schriftelijk).
Zo wordt de oorspronkelijke ervaring of gedachte scherper (voor zichzelf) én tegelijk toegankelijk voor
anderen. Taalvaardigheid omvat ook de competentie om vlot te begrijpen wat anderen verwoorden in
allerlei vormen (mondeling en schriftelijk), in allerlei situaties (op school en erbuiten) en via allerlei media
(op televisie, radio, in film, toneel, internet...).
44
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
Niveau 1: competentie ligt ver onder het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten
Is verbaal heel zwak: slaagt er niet in om zonder hulp verbale uitingen van anderen te begrijpen of
eigen ervaringen, belevingen en gedachten onder woorden te brengen. Hanteert een weinig complexe
taal, met weinig gedifferentieerde woordenschat. Expressieve aspecten van taalgebruik worden in het
beluisteren/ontcijferen van taal niet waargenomen of zelf niet actief benut.
Niveau 5:competentie ligt ver boven het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten
Is verbaal heel sterk: slaagt erin vlot, precies en op een expressieve manier ervaringen, belevingen en
gedachten onder woorden te brengen. Hanteert een gedifferentieerde woordenschat en complexe
taalstructuur. Heeft bij het beluisteren van taal / het lezen een uitgesproken gevoel voor nuances en kan
taalvormen zoals poëzie ervaren.
Sociale competentie
Sociale competentie berust op het voeling hebben met de eigen belevingen én zich in anderen kunnen
verplaatsen: in hun gevoelens, hun intenties en hun waarnemingen en gedachten. Dat maakt het mogelijk
om interactie tussen mensen (intuïtief) te begrijpen en gedragingen te voorspellen, rekening houdend
met de specifieke context. Succesvol met anderen omgaan vereist een breed gedragsrepertorium (hoe
vraag je hulp, hoe druk je affectie uit, hoe maak je duidelijk wat je niet wil...?) en een aanvoelen van wat in
een situatie de meest effectieve tussenkomst is.
Niveau 1: competentie ligt ver onder het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten
Heeft weinig zicht op eigen gevoelens. Is egocentrisch: kan zich niet in gevoelens, waarnemingen en
gedachten van anderen inleven. Kan daardoor in heel wat situaties niet adequaat inspelen op anderen. Is
beperkt in omgangsvormen en komt zelden tot succesvolle interacties.
Niveau 5: competentie ver boven het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten
Doorvoelt eigen belevingen en kan ze verwoorden. Vertoont een grote betrokkenheid op de sociale
werkelijkheid. Kan zich in gevoelens, behoeften en gedachten van anderen inleven, deze verwoorden, er
rekening mee houden en ernaar handelen. Beheerst een brede waaier van sociale omgangsvormen en
strategieën en weet ze met succes in te zetten.
Begrijpen van de maatschappelijke wereld
Begrijpen van de maatschappelijke wereld heeft betrekking op de vele wijzen waarop het leven in
groepen gestalte krijgt (in de familie, de samenleving, de natie en de wereldgemeenschap). Het slaat
op een inzicht in de processen, de voorwaarden en de regels die het leven bepalen in een waaier van
domeinen: de zorg voor basisbehoeften (sociale zekerheid, gezondheidszorg, ongevallenpreventie,
milieu…), opvoeding en onderwijs, de politiek en het recht (democratie, wetgeving, rechtspraak…), de
economie (productie en handel van goederen en diensten), de communicatiemiddelen (de post, telefoon,
geschreven pers, radio, televisie, internet…), de wereld van zingeving, kunst en cultuur (filosofische en
religieuze stromingen, gewoonten en rituelen en de vele vormen van artistieke expressie).
Niveau 1: competentie ligt ver onder het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten
Samenlevingsthema’s liggen (nog) niet binnen zijn/haar denkwereld: heeft weinig of geen voorstelling
van de wijzen waarop gemeenschappen zich – hier en nu, vroeger en elders - organiseren. Heeft geen
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
45
notie van de waaier aan samenlevingsvormen, economische aspecten (het voortbrengen en verhandelen
van goederen), het voorzien in basisbehoeften, het scheppen van rechtszekerheid, de rol van vorming en
ontwikkeling, het voeren van beleid (politiek), het ontwikkelen van ‘cultuur’ en het scheppen en benutten
van communicatiemiddelen.
Niveau 5: competentie ver boven het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten
Heeft een uitgesproken interesse voor samenlevingsthema’s (hier en elders, vroeger en nu) en
heeft een ontwikkelde voorstelling van de principes die aan de basis liggen van het functioneren
van gemeenschappen: samenlevingsvormen, het instaan voor basiszorgen, het scheppen van
rechtszekerheid, het voortbrengen en verhandelen van goederen, realiseren van vorming en
ontwikkeling, het voeren van beleid (politiek), het ontwikkelen van ‘cultuur’ en het scheppen en benutten
van communicatiemiddelen.
Begrijpen van de fysische wereld
Het begrijpen’ van de fysische wereld (de materie en de natuur), blijkt uit het greep hebben op
eigenschappen van materialen, zich kunnen voorstellen hoe voorwerpen en levende wezens zich in
allerlei situaties en in combinatie met elkaar ‘gedragen’, voorspellingen kunnen maken over effecten
van handelingen op objecten. Het gaat om het intuïtief kunnen vatten van allerlei verschijnselen. Dit
begrijpen vormt de basis voor technologie: het inzicht in allerlei manieren om met de materie en met de
natuur om te gaan, gebruik makend van hun eigenschappen.
Niveau 1: competentie ligt ver onder het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten
Is zeer weinig toegankelijk voor impressies omtrent fysische verschijnselen. Heeft in zeer geringe
mate voeling met deze werkelijkheid, heeft nog vele inadequate voorstellingen en maakt vaak onjuiste
inschattingen van de effecten van combinaties van materialen en van ingrepen.
Niveau 5: competentie ligt ver boven het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten
Is sterk gericht op het opdoen van ervaringen in de fysische wereld. Heeft een gedifferentieerd
aanvoelen van eigenschappen en wetmatigheden in objecten en levende wezens. Maakt goede
inschattingen van de effecten van combinaties van materialen en van ingrepen. Weet adequate ingrepen
op objecten en natuur te bedenken en op succesvolle manier met die wereld om te gaan.
Abstract/ logisch denken
Wiskundig en logisch denken verwijst naar ‘abstractievermogen’: het vermogen om het concrete te
overstijgen. Dat blijkt uit het kunnen onderbrengen van voorwerpen en verschijnselen in categorieën,
ze ordenen (seriëren) en wiskundig benaderen, vlot met ruimte- en tijdsbegrippen omgaan. Het gaat
ook over het ontdekken van wetmatigheden (Nico wordt pesterig als hij zijn zin niet krijgt) en conclusies
kunnen formuleren op basis van ‘logisch’ redeneren (een stok zal drijven, want het is van hout zoals boten
van vroeger).
Niveau 1: competentie ligt ver onder het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten
Kan het concrete niet overstijgen, heeft moeite om al denkend ordening te brengen in de wereld, (taal)
begrippen te vatten of actief te gebruiken om de werkelijkheid te beschrijven; heeft weinig greep
op ruimte, tijd en hoeveelheden; komt niet tot het maken van veralgemeningen en het opzetten van
redeneringen.
46
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
Niveau 5: competentie ver boven het gemiddelde niveau van leeftijdgenoten
Toont een groot vermogen tot abstractie: hanteert consequent criteria om voorwerpen te sorteren of te
seriëren, ordent waarnemingen door ze in categorieën onder te brengen, beheerst de begrippen nodig
om de wereld van ruimtelijke relaties, tijd en hoeveelheden te vatten. Maakt spontaan redeneringen
door relaties te leggen tussen verschijnselen en wetmatigheden te beschrijven.
Zelfvertrouwen
Emotioneel goed in elkaar zitten drukt zich uit in positieve zelfwaardering, zelfvertrouwen, het goed
in ‘voeling’ zijn met zichzelf en niet bepaald worden door onverwerkte emoties. Het gaat gepaard met
vitaliteit, weerbaarheid, het vermogen om zich op korte termijn te herstellen van tegenslagen en pijnlijke
ervaringen.
Niveau 1: zit emotioneel niet goed in elkaar / heeft beperkt zelfvertrouwen
Heeft het emotioneel erg moeilijk: een gering zelfvertrouwen, in beperkte mate bewust van en greep
op eigen emoties. Een geringe weerbaarheid en vele uitingen van onverwerkte emoties in de vorm
van futloosheid of rusteloosheid, in zichzelf gekeerd zijn of impulsief zijn, over zich heel laten lopen
of overdreven dominantie, zichzelf kwetsen of agressief gedrag, (faal)angst en zich in vele situaties
ongemakkelijk voelen of arrogantie en zelfoverschatting, in weinig geïnteresseerd zijn of obsessie voor
bepaalde onderwerpen, psychosomatische klachten en tics…
Niveau 5: heeft een uitgesproken sterke emotionele basis / gezond zelfvertrouwen
Zit als persoon stevig in elkaar: een realistisch zelfbeeld gekoppeld aan zelfvertrouwen, een positief
eigenwaarde gevoel en het ontbreken van irrationeel gedrag en symptoomgedragingen. Heeft een goed
contact met eigen emoties en kan op adequate manier met gevoelens en pijnlijke ervaringen omgaan
(weerbaarheid). Is innerlijk rustig maar beschikt tegelijk over veel (psychische) energie en vitaliteit. Kan
zichzelf zijn in een brede waaier van situaties. Komt op voor zichzelf maar doet dat op zakelijke, niet
agressieve manier. Is gedreven maar kan tegelijk de nodige afstand bewaren.
Zelfsturing
Zelfsturing is de dispositie om de mogelijkheden die in zichzelf en de omgeving besloten liggen optimaal
te benutten met het oog op levenskwaliteit.
Het houdt in: keuzes kunnen maken (weten wat men wil), je achter iets kunnen zetten (de wilsfactor),
weten hoe dingen aan te pakken (scenario’s kunnen bedenken en uitvoeren) en afstand kunnen nemen
(bij kunnen sturen en leren uit ervaring).
Zelfsturing gepaard aan creativiteit levert ‘ondernemingszin’ op: het vermogen om grenzen te verleggen,
te zien wat ‘nog niet is maar zou kunnen zijn’ en dat ook te realiseren.
Niveau 1: heeft een uiterst beperkt vermogen tot zelfsturing
Weet niet wat hij/zij wil, voor zichzelf een richting aan te geven en keuzes te maken. Heeft het moeilijk
om acties mentaal op te roepen, zich daar bewust op te richten en ze uit te voeren. Brengt opdrachten
zelden tot een goed einde. Ziet het verband niet tussen het eigen handelen en de gevolgen daarvan. Trekt
geen lering uit ervaringen. Komt hulpeloos over.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
47
Niveau 5: heeft een uitgesproken vermogen tot zelfsturing en ondernemen
Kan goede keuzes maken: weet wat hij/zij wil, kan zich een doel stellen, tot actie overgaan en de
handelingen tot een goed eind brengen. Geeft niet bij eerste hindernis op en kan doorzetten om zijn/
haar doel te bereiken. Kan afstand nemen en strategisch te werk gaan. Kan goed gebruik maken van
de beschikbare mogelijkheden en zich aan veranderde omstandigheden aanpassen. Is een geboren
initiatiefnemer: komt op met originele ideeën en creatieve oplossingen.
Verbondenheid
Verbondenheid is de kern van waardenopvoeding. Het is de best denkbare basis voor verantwoordelijk
gedrag, voor een respectvolle en liefdevolle omgang met al het bestaande. Wie zich verbonden voelt
met zichzelf, met anderen, met de samenleving, met de materiële wereld en met de natuur en het
levensgeheel wordt in zijn/haar handelen gedreven door het motief om te beschermen, te verzorgen,
te helen, te waarderen, te doen gedijen, tot ontwikkeling te brengen, te vieren. De basisattitude van
verbondenheid maakt dat men lijdt bij de confrontatie met destructief en agressief gedrag, bij het zien
verdwijnen van leven en het onbenut zien worden van kansen op welvaart, welzijn en vrede.
Niveau 1: er is nauwelijks een spoor van verbondenheid in de wijze van omgaan
Gaat niet zorgzaam om met de materiële wereld en de natuur, heeft geen moeite met het schade zien
toebrengen door anderen of vindt zelf plezier in het stuk maken van objecten. Toont geen respect
voor anderen, maakt hen belachelijk, kwetst hen, heeft het gemunt op wie ‘anders’ of zwakker is. Is
onverschillig voor het lot van andere groepen, kijkt neer op mensen, culturen, samenlevingen die er
anders uitzien of andere opvattingen hebben.
Niveau 5: de omgangswijze getuigt van een zeer hoge mate van verbondenheid
Gaat zorgzaam om met materialen. Heeft oog voor de esthetische kant van materialen, constructies,
landschappen… Voelt zich triest/boos bij het zien beschadigen van objecten. Meent het goed met
anderen, zet zich in om anderen blij maken, geeft anderen kansen en toont zich geduldig. Heeft oog voor
wie het moeilijk heeft, ‘anders’ of zwak is en neemt het op voor wie door anderen wordt gepest of er ‘niet
bij hoort’. Trekt zich het lot van andere groepen en samenlevingen aan, leeft met hen mee en wil er zich
voor inzetten.
48
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
BIJLAGE 3 TOELICHTING BETROKKENHEIDSVERHOGENDE FACTOREN VOOR GROEP 3 T/M 8
Hieronder worden de zeven betrokkenheidsverhogende factoren apart toegelicht voor groep 3 t/m 8.
Voor de kleuters zijn er binnen Looqin PO vier factoren. Deze worden apart toegelicht in bijlage 4.
Voor een uitgebreide omschrijving verwijzen we je naar het boek van Prof. Dr. Ferre Laevers: ‘Een
procesgerichte aanpak voor 6- tot 12- jarigen in het basisonderwijs’.
1)Werken aan een positief klasklimaat
We kunnen een positief klasklimaat beschouwen als een collectief hoog welbevinden dat
berust op relaties en warme, opbouwende en respectvolle interacties. Het gaat dan om de
relaties tussen kinderen, tussen kinderen en de leerkracht en de relaties met de klas als groep.
2)Voortbouwen op mogelijkheden
Kinderen mogen verschillen. Daardoor mogen ook zowel hun leertraject als hun begin- en
eindpunt verschillen. Kinderen dagen de school uit om te differentiëren, om het aanbod
aan te passen aan wat ze in hun mars hebben, aan hun behoeften en mogelijkheden en niet
omgekeerd.
3)Werkelijkheidsnabijheid
Werkelijkheidsnabijheid gaat over kinderen nieuwsgierig maken en verwonderd laten zijn.
Het stimuleert het ongeremd durven verkennen en prikkelt de spontane interesse. Kinderen
moeten dus meer met de werkelijkheid geconfronteerd worden. Als er een ingrediënt is dat in
de mix van een krachtige leeromgeving niet mag ontbreken, dan is het wel de werkelijkheid.
4)Activiteit
De tegenpool van betrokkenheid is verveling, passiviteit en inactiviteit. Beweging is wat we
zoeken! Help drukke kinderen hun opgehoopte energie op een positieve manier te ontladen.
Zorg dat ze bezig zijn en betrek hen bij jouw handelen. Natuurlijk kan de ‘activiteit’ ook van
binnen zitten. Zet kinderen aan het denken, lok mentale activiteit uit; betrokkenheid dus.
5) Expressie
Elke betekenisvolle ervaring drijft een kind naar handelingen waarin die ervaring tot
uitdrukking (expressie) wordt gebracht. Je ziet dit al vroeg bij jonge kinderen, onder meer in
hun rollenspel. De kern van expressie is dat alles wat in ons bewustzijn opkomt en betekenisvol
is, pas volkomen ervaren kan worden als we het extern uitdrukken. Expressie verduidelijkt en
versterkt de ervaring. Niet elk kind gebruikt daarbij hetzelfde medium om zich uit te drukken.
Er zijn bijvoorbeeld steeds meer kinderen die de beeldtaal verkiezen boven de geschreven taal
om uitdrukking te geven aan wat bij hen om expressie vraagt. Het is de rol van de leerkracht
om verschillende expressie- kanalen te helpen verkennen en zo hun eigen medium te helpen
ontdekken.
6)Samen leren
Leren gebeurt in interactie. Je hebt de confrontatie met anderen nodig om te worden wie je
bent, om zelfkennis op te doen, om zelfvertrouwen te ontwikkelen en om te groeien. Anderen
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
49
kunnen je motiveren en stimuleren. Stimuleren van interactie zorgt ervoor dat kinderen met
elkaar in gesprek gaan over de inhoud van het werk. Dat geeft sterke impulsen tot ontwikkeling
op zowel op cognitief vlak als op emotioneel vlak.
7)Initiatief
Over het belang van ruimte voor initiatief valt niet te twisten. Voor betrokkenheid is een
grote mate van participatie noodzakelijk. Het vereist dat kinderen keuzes kunnen maken en
bijvoorbeeld een eigen leertraject meebepalen. Door ruimte te creëren voor een persoonlijke
inbreng, komen reële en individuele belangstellingspunten aan het licht.
Extra factor: Leerkrachtstijl
Leerkrachtstijl
Hiermee wordt de omgangsvorm van de leerkracht bedoeld. De leerkracht zou zich moeten
realiseren wat zich in een bepaald kind afspeelt De leerkracht moet vrijheid bieden en zich
niet bedreigend opstellen. Zo kan het kind de gevoelens in zich toelaten en met zijn eigen
ervaringen naar voren komen. Daarnaast is empathie zeer belangrijk: je neemt het perspectief
in van de ander. Tot slot is ‘echtheid’ van belang. Je bent je bewust van je eigen gevoelens,
bent transparant en maakt gevoelens kenbaar. Zo kan het kind vertrouwen in je hebben en de
zekerheid vinden om tot zelfexploratie over te gaan.
50
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
BIJLAGE 4 TOELICHTING BETROKKENHEIDSVERHOGENDE FACTOREN VOOR GROEP 1 EN 2
1)Aanbod
Bij groep 1 en 2 is het van belang dat het aanbod in de hoeken optimaal is. Belangrijk is om een
krachtige leeromgeving te creëren waarin structuur wordt aangebracht die bij de kinderen
activiteit uitlokt en zo tot leren aanzet. Er is een grote diversiteit in de inhoud en in de aard van
activiteiten, die gericht zijn op inoefening, exploreren en experimenteren. Het geheel moet zo
georganiseerd worden, dat alles vlot en rustig kan verlopen.
2)Organisatie
Met een vlotte organisatie heeft de leerkracht de handen vrij om kinderen te kunnen
begeleiden: ingaan op vragen, helpen bij correctie, korte instructiemomenten voor kleine
groepjes inlassen etc. Daarnaast moeten kinderen zelfstandig hun weg kunnen vinden in het
aanbod. Ze moeten weten welke hoeken beschikbaar zijn en wat ze na het beëindigen van hun
opdracht moeten doen. Het geheel moet zo georganiseerd worden, dat alles vlot en rustig kan
verlopen. Hoe groter de zelfsturing van kinderen, hoe lossen de structuur kan zijn. Het komt er
dus op aan dat kinderen de vrijheid nemen die ze aankunnen.
3)Sfeer en relatie
We kunnen een goede sfeer en relatie beschouwen als een collectief hoog welbevinden dat
drijft op relaties en warme, opbouwende en respectvolle interacties. Het gaat dan om de
relaties tussen kinderen, tussen kinderen de leerkracht en de relaties met de klas als groep.
4)Leerkrachtstijl
Hiermee wordt de omgangsvorm van de leerkracht bedoeld. De leerkracht zou zich moeten
realiseren wat zich in een bepaald kind afspeelt De leerkracht moet vrijheid bieden en zich
niet bedreigend opstellen. Zo kan het kind de gevoelens in zich toelaten en met zijn eigen
ervaringen naar voren komen. Daarnaast is empathie zeer belangrijk: je neemt het perspectief
in van de ander. Tot slot is ‘echtheid’ van belang. Je bent je bewust van je eigen gevoelens,
bent transparant en maakt gevoelens kenbaar. Zo kan het kind vertrouwen in je hebben en de
zekerheid vinden om tot zelfexploratie over te gaan.
Handleiding Looqin PO versie 1.2 - juni 2015
51
PO
PROCESGERICHT KINDVOLGSYSTEEM
Download