EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER

advertisement
EUROPESE
COMMISSIE
HOGE VERTEGENWOORDIGER
VAN DE UNIE VOOR
BUITENLANDSE ZAKEN
EN VEILIGHEIDSBELEID
Brussel, 3.2.2016
JOIN(2016) 4 final
2016/0025 (NLE)
Gezamenlijk voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
inzake de sluiting van een overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking
tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Andesgemeenschap
en haar lidstaten (Bolivia, Colombia, Ecuador, Peru en Venezuela), anderzijds
NL
NL
TOELICHTING
Bijgaand voorstel vormt het rechtsinstrument voor de sluiting van de overeenkomst inzake
politieke dialoog en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten,
enerzijds, en de Andesgemeenschap en haar lidstaten (Bolivia, Colombia, Ecuador, Peru en
Venezuela), anderzijds (hierna de "overeenkomst" genoemd).
Op 15 december 2003 is in Rome de overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking
tussen de EU en de Andesgemeenschap ondertekend.
De overeenkomst is uitsluitend gericht op politieke dialoog en samenwerking en bevat geen
handelsbepalingen. De belangrijkste doelstellingen van de overeenkomst zijn het versterken
van de betrekkingen tussen de EU en de Andesgemeenschap door ontwikkeling van de
politieke dialoog en de intensivering van de samenwerking, en het scheppen van de
voorwaarden voor de totstandbrenging, op basis van de resultaten van het werkprogramma
van Doha, van een haalbare en wederzijds tot voordeel strekkende associatieovereenkomst,
die tevens een vrijhandelsovereenkomst omvat.
De overeenkomst institutionaliseert en versterkt de politieke dialoog, die tot dusver werd
gevoerd op basis van een informele regeling, die bekendstaat als de verklaring van Rome
(1996), en breidt de samenwerking uit tot nieuwe gebieden als mensenrechten,
conflictpreventie, migratie en drugs- en terrorismebestrijding. Bijzondere aandacht wordt
geschonken aan samenwerking ter ondersteuning van het proces van regionale integratie in de
Andesgemeenschap. Wanneer de overeenkomst, die voortbouwt op de Raamovereenkomst
voor samenwerking van 1993 tussen de beide regio's en de verklaring van Rome, in werking
treedt, komt zij daarvoor in de plaats.
Gezien het gemengde karakter van de overeenkomst moest deze door de lidstaten worden
geratificeerd. In januari 2013 hadden de 15 EU-lidstaten die de overeenkomst hadden
ondertekend en alle lidstaten van de Andesgemeenschap de overeenkomst ondertekend, met
uitzondering van Venezuela dat in 2006 uit de Andesgemeenschap is gestapt.
Tot op heden is de overeenkomst niet ondertekend als gevolg van de interne politieke en
institutionele crisis die de organisatie heeft doorgemaakt sinds het vertrek van Venezuela
2006. In 2011 is de Andesgemeenschap (CAN) begonnen met de uitvoering van een proces
van structurele hervormingen om de kosteneffectiviteit en kostenefficiëntie te verhogen, de
aandacht opnieuw te richten op handel en economische integratie, de interconnectie van
elektriciteitsnetten en de sociale aspecten van integratie (vrij verkeer van personen,
bevordering van de identiteit van de Andesgemeenschap). Voorts heeft de Andesgemeenschap
gestreefd naar een grotere convergentie en complementariteit met andere regionale
organisaties en in het bijzonder met de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties (UZAN). In 2013
heeft de EU een multilaterale vrijhandelsovereenkomst ondertekend met Colombia en Peru,
die onlangs is uitgebreid tot Ecuador. Met de sluiting van de overeenkomst inzake politieke
dialoog en samenwerking voorziet de EU in een aanvulling op de meerpartijenovereenkomst
alsook in een kader voor een regionale beleidsdialoog op gebieden van wederzijds belang. In
de overeenkomst is in artikel 49 ook een overnameclausule opgenomen die van belang is in
het kader van de overeenkomsten over de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf,
die de Commissie met Colombia heeft ondertekend en in de loop van de komende maanden
met Peru zal ondertekenen.
Met het oog op de inwerkingtreding van de overeenkomst moet de sluiting namens de
Europese Unie worden voltooid.
Als gevolg van de uitbreidingen die na de ondertekening van de overeenkomst hebben
plaatsgevonden, moet een protocol worden vastgesteld om rekening te houden met de
NL
2
NL
toetreding tot de Europese Unie van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de
Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de
Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek op
1 mei 2004, van de Republiek Bulgarije en Roemenië op 1 januari 2007, en van de Republiek
Kroatië op 1 juli 2013.
De Commissie wijst erop dat volgende verklaring van de Commissie en de Raad van de
Europese Unie over de clausule betreffende de definitie van de partijen (artikel 53) in de
overeenkomst is opgenomen:
"De bepalingen van deze overeenkomst die binnen de toepassingssfeer van deel III, titel IV,
van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vallen, binden het Verenigd
Koninkrijk en Ierland als afzonderlijke overeenkomstsluitende partijen, en niet als deel van de
Europese Gemeenschap, totdat het Verenigd Koninkrijk respectievelijk Ierland (al naar
gelang van het geval) de Andesgemeenschap ervan in kennis stelt dat het Verenigd Koninkrijk
respectievelijk Ierland is gebonden als deel van de Europese Gemeenschap overeenkomstig
het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat aan het
Verdrag tot oprichting van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese
Gemeenschap is gehecht. Hetzelfde geldt voor Denemarken, overeenkomstig het Protocol
betreffende de positie van Denemarken dat aan die Verdragen is gehecht." Aangezien het
voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst niet is
gebaseerd op enige rechtsgrondslag van Titel V van Deel III van het VWEU, is de Commissie
van oordeel dat de eenzijdige verklaring waarvan sprake overbodig is geworden. De
Commissie meent daarom dat bij de vaststelling van het besluit van de Raad betreffende de
sluiting de Raad en de Commissie de volgende gezamenlijke verklaring moeten afleggen:
"De Raad en de Commissie merken op dat het besluit tot sluiting van de overeenkomst wordt
vastgesteld op basis van artikel 207 en artikel 209 VWEU en niet "krachtens Titel V van
Deel III van het VWEU." Derhalve is de unilaterale verklaring van de Commissie en de Raad
van de Europese Unie over de clausule betreffende de definitie van de partijen (artikel 53) bij
de ondertekening van de overeenkomst zonder voorwerp geworden."
NL
3
NL
2016/0025 (NLE)
Gezamenlijk voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
inzake de sluiting van een overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking
tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Andesgemeenschap
en haar lidstaten (Bolivia, Colombia, Ecuador, Peru en Venezuela), anderzijds
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 37,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de
artikelen 207 en 209, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), en artikel 218, lid 8,
tweede alinea,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie
voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid1,
Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)
Op 18 maart 2003 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te
openen voor de sluiting van een overeenkomst inzake politieke dialoog en
samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de
Andesgemeenschap en haar lidstaten (Bolivia, Colombia, Ecuador, Peru en
Venezuela) anderzijds (hierna de "overeenkomst" genoemd).
(2)
De overeenkomst is op 15 oktober 2003 ondertekend.
(3)
Overeenkomstig artikel 54, lid 1, treedt deze overeenkomst in werking op de eerste
dag van de maand volgende op die waarin de partijen elkaar mededelen dat de voor de
inwerkingtreding vereiste procedures zijn voltooid.
(4)
De overeenkomst dient te worden goedgekeurd namens de Europese Unie,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking tussen de Europese
Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Andesgemeenschap en haar lidstaten
(Bolivia, Colombia, Ecuador, Peru en Venezuela), anderzijds, wordt namens de Europese
Unie goedgekeurd.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
1
NL
PB C [….] […], blz. […].
1
4
NL
Artikel 2
De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid zit het
in artikel 52 van de overeenkomst bedoelde Gemengd Comité voor.
De Unie of, in voorkomend geval, de Unie en de lidstaten, wordt (worden) in het Gemengd
Comité afhankelijk van het onderwerp vertegenwoordigd.
Artikel 3
De voorzitter van de Raad wijst de persoon aan die gemachtigd is om namens de Europese
Unie de in artikel 54 van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten, waarmee de
instemming van de Europese Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn, tot uiting
wordt gebracht.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het
Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
NL
5
NL
Download