EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.2.2014 COM(2014) 104 final 2006/0048 (APP) Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL De Commissie heeft namens de Unie onderhandeld over de Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, overeenkomstig een besluit van de Raad houdende machtiging tot het openen van de onderhandelingen in december 2004. De overeenkomst is op 12 december 2006 ondertekend. Aan de kant van de EU zijn zowel de Unie als haar lidstaten partij bij de overeenkomst. Het ratificatieproces door alle lidstaten werd op 13 januari 2014 voltooid. Dit voorstel heeft betrekking op een wijziging van het voorstel van de Commissie dat in 2006 aan de Raad is voorgelegd (COM(2006)145 definitief). Om de behandeling in de Raad te vergemakkelijken, wordt het geheel van de desbetreffende tekst ingediend als gewijzigd voorstel. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moet het besluit van de Raad betreffende de sluiting van de internationale overeenkomsten alleen door de Raad worden goedgekeurd voor de aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Unie vallen. De bedoeling van dit gewijzigd voorstel is de titel en het dispositief van het voorgestelde besluit aan te passen aan de Verdragen. 2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING Niet van toepassing 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL Niet van toepassing 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Niet van toepassing NL 2 NL 2006/0048 (APP) Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Gezien de instemming van het Europees Parlement1, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Commissie heeft namens de Unie onderhandeld over een Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst met het Koninkrijk Marokko (hierna "de Overeenkomst" genoemd). (2) De Overeenkomst is ondertekend op 12 december 20062, overeenkomstig Besluit 2006/959/EG van de Raad en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen. (3) De Overeenkomst moet namens de Unie worden gesloten, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 1. Hierbij wordt de Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, goedgekeurd namens de Unie. 2. De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die gemachtigd is (zijn) om het Koninkrijk Marokko de diplomatieke nota's bedoeld in artikel 30 van de Overeenkomst namens de Unie te bezorgen, en om de volgende kennisgeving te doen: "Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 is de Europese Gemeenschap vervangen en opgevolgd door de Europese Unie, die met ingang van die datum alle rechten en plichten van de Europese Gemeenschap overneemt. Derhalve dienen alle verwijzingen in de tekst van de overeenkomst naar "de Europese Gemeenschap" in voorkomend geval gelezen te worden als "de Europese Unie"." 1 2 NL PB C 081 E van 15.3.2011. PB L 386 van 29.12.2006. 3 NL Artikel 2 1. De Unie wordt in het bij artikel 22 opgerichte Gemengd Comité vertegenwoordigd door de Commissie. 2. Het standpunt dat de Unie in het Gemengd Comité inneemt met betrekking tot de wijziging van de bijlagen bij de Overeenkomst, behalve bijlage I (Overeengekomen diensten en gespecificeerde routes) en bijlage IV (Overgangsbepalingen), en alle kwesties die onder artikel 7 of 8 van de Overeenkomst vallen, wordt vastgesteld door de Commissie, na overleg met een door de Raad aangewezen speciaal comité. Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter NL 4 NL