Wo Synthese thema 2 : Wij zijn allemaal WERELDBURGERS Ik weet dat: Het aardoppervlak slechts voor 29 % bestaat uit land en 71 % uit water. Minder dan 1 % van alle water zoet en drinkbaar is. Er 6 miljard wereldburgers zijn. 80 % van de wereldbevolking in de ontwikkelingslanden woont en 20 % van de rijkdommen bezit. 20 % van de wereldbevolking in de ontwikkelde landen woont en 80 % van de rijkdommen bezit. Ik ken de betekenis van: globe of wereldbol = een bol waarop het aardoppervlak is afgebeeld en die kan ronddraaien. Pool of poolgebied = het onderste of bovenste punt of gebied waarrond de aardbol draait. Arctica = Noordpool (hier leven de ijsberen) Antarctica = Zuidpool (hier leven de pinguïns) Evenaar = de lijn die de aarde verdeeld in het noordelijk halfrond (bovenste deel) en het zuidelijk halfrond (onderste deel) Noorderbreedte = het gebied boven de evenaar Zuiderbreedte = het gebied onder de evenaar Een meridiaan = een rechte lijn op het aardoppervlak tussen de noordpool en de zuidpool. De meridiaan van Greenwich = de nulmeridiaan Oosterlengte = het gebied rechts van de nulmeridiaan Westerlengte = het gebied links van de nulmeridiaan Continent of werelddeel = dat groot deel dat er op kaart min of meer als één geheel uitziet vb: Afrika , Europa, …. Een land = een deeltje van de landoppervlakte dat binnen bepaalde grenzen dezelfde wetten heeft De verschillende continenten opnoemen en herkennen aan hun silhouet (vorm). ANTARCTICA AFRIKA EUROPA ZUID-AMERIKA OCEANIË NOORD-AMERIKA Synthesebladen WO 6de leerjaar Piramide AZIË 1 Atlasoefening. Ik kan in de atlas landen, steden, … opzoeken via het register en hun positie bepalen. (in welk continent, noorderbreedte, zuiderbreedte, oosterlengte, westerlengte, graden bepalen). Enkele belangrijke landen per continent benoemen met behulp van de atlas. Op een blinde kaart van Europa de landen van de EU inkleuren wanneer de lijst gegeven is. De landen van de EU (27 landen) België Bulgarije (2007) Duitsland Estland Griekenland Hongarije Letland Litouwen Nederland Oostenrijk Roemenië(2007) Slovenië Tsjechië Verenigd Koninkrijk Cyprus Finland Ierland Luxemburg Polen Slowakije Zweden Denemarken Frankrijk Italië Malta Portugal Spanje Synthesebladen WO 6de leerjaar Piramide 2 De Europese Unie: Hoe het groeide: Ik Ik Ik Ik ken de 5 fasen in de groei van de EU. kan de landen die meegegroeid zijn tot en met fase 3. weet welke landen van de EU meedoen met de Euro. weet hoeveel landen vandaag bij de EU zijn aangesloten. Fase 1: De Europese Gemeenschappen EGKS (1951) EEG (1957) EURATOM (1957) (EGKS = de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, samenwerking om Europa terug op te bouwen na de wereldoorlog) (EEG = De Europese Economische Gemeenschap, samenwerking op economisch gebied) (EURATOM = De Europese Gemeenschap voor Atoomenergie samenwerken, rond atoomenergie) In 1951 Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, België en Luxemburg Fase 2: De Europese Gemeenschap EGKS + EEG + EURATOM = EG (1967) (EG = Europese Gemeenschap) In 1973 (Denemarken, Verenigd koninkrijk, Ierland) In 1981 (Griekenland) In 1986 (Spanje en Portugal) Fase 3: De Europese Unie EG wordt EU (EU = Europese Unie, samenwerking ook op politiek vlak) In 1995 (Zweden, Finland, Oostenrijk) Fase 4: De EMU (EMU = Europese Monetaire Unie , samenwerking met een zelfde munt de €) 1jan 1999 De € wordt ingevoerd (12 landen doen mee, Denemarken, Zweden en Verenigd Koninkrijk niet) Vanaf 2002 de € als betaalmiddel. Fase 5: De uitbreiding naar het oosten 1 mei 2004 (10 nieuwe landen) 2007 (Bulgarije en Roemenië) (oktober 2007) :27 landen lid van de EU Synthesebladen WO 6de leerjaar Piramide 3 Hoe werkt de EU ? Ik kan bij de omschrijvingen het passend orgaan (titel) kunnen plaatsen De Europese Commissie Wij zijn met een twintigtal. Als Europese ministers besturen we dagelijks de Unie. We controleren of alle landen de afspraken naleven en doen ook nieuwe voorstellen. Het Europees Parlement Wij zijn de grootste groep, 600 leden. Wij bespreken de voorstellen van een ander orgaan en controleren of de Unie goed werkt en of de vele Euro’s goed worden besteed. De Raad van Ministers Wij vergaderen met de ministers van alle lidstaten om voorstellen die door het Parlement goedgekeurd zijn te bespreken. Als wij akkoord gaan, wordt het een Europese wet of ‘richtlijn’ De EURO Ik ken de landen en kan ze inkleuren op een blinde kaart met behulp van de atlas. De 12 EU-landen die op 1 januari 2002 de euro als wettig, nationaal betaalmiddel hebben ingevoerd zijn: België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Luxemburg, Ierland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje. Op 1 januari 2007 kwam Slovenië het getal tot 13 EU-landen versterken. (Op 1 januari 2008 zullen Cyprus en Malta de euro invoeren.) Synthesebladen WO 6de leerjaar Piramide 4