Docentenvel opdracht 2 (Oorzaak, gevolg en oplossing klimaatverandering) Als voorbereiding op de opdracht en met name op het inleidend verhaal kunt u onderstaande tekst lezen. Klimaatverandering 'We gebruiken veel meer dan de Aarde aan kan' - dat is in het kort hoe de Nederlandse Europarlementariër Kartika Liotard het probleem samenvatte. De aarde is aan het opwarmen. Dat lijkt niet zo heel erg, maar elders in de wereld heeft dat grote gevolgen. In Afrika, maar ook dichter bij huis. In Spanje wordt al steeds meer land woestijn. Oogsten in India mislukken, de Noord- en Zuidpool smelten en in Nederland resulteert het in een stijging van de zeespiegel. We betalen een prijs, niet alleen in euro's, voor alle spullen die we hebben. De Europese Unie wil dat we net zo veel kunnen blijven kopen, maar zonder dat we het milieu er verder mee belasten. Het klimaat verandert omdat we grondstoffen gebruiken. We kappen bossen, halen olie, kolen en gas uit de grond en verbruiken veel water. Het idee is dat we die grondstoffen duurzaam gaan gebruiken. Dat wil zeggen dat we bij het verbruik zo weinig mogelijk schade toebrengen aan de omgeving. En dat we niet zoveel gebruiken dat er voor de volgende generatie geen grondstoffen meer over zijn. Een paar bomen kappen maakt voor een bos niet uit, dat groeit wel terug. Kap je de helft weg, dan duurt het eeuwen voor een bos weer helemaal hersteld is. We moeten dus zuinig omgaan met onze omgeving. 1 Maatregelen Er zijn twee manieren waarop we duurzaam kunnen leven. De eerste: we zoeken naar andere grondstoffen waar wel genoeg van is of die zelfs nooit opraken. En waar het gebruik ervan niet schadelijk is. Een voorbeeld hiervan is wind- en zonne-energie. Kernenergie is een geval apart. Het opwekken van stroom via kernenergie is veel minder vervuilend dan olie of kolen. Maar het afval is wel radioactief, en dat blijft nog duizenden jaren gevaarlijk. Over het gebruik van kernenergie zijn de lidstaten het dan ook nog niet eens. De Europese Unie geeft geld uit aan onderzoek naar duurzame energie. Zo steunt de EU bedrijven die windmolenparken en zonnecellen maken. Dat is nodig, maar er moet nog meer worden gedaan. De tweede manier is besparen. Ons energiegebruik moet omlaag. De Playstation 3 en de nieuwste BMW: we willen graag meer snelheid. Maar als we het milieu willen sparen, kan dat alleen als we minder stroom en benzine gebruiken. Dit geldt niet alleen voor het gebruik, we moeten spullen ook zuiniger produceren. Zeker als we steeds meer spullen in ons bezit willen hebben, moet wat we hebben een stuk milieuvriendelijker zijn. Efficiënter en zuiniger. Samenwerken De Europese Unie wil dat we over ruim 10 jaar al ruim 20% minder energie verbruiken, en in 2050 nog maar 50% van wat we nu verbruiken. Om te zorgen dat we dat halen zijn er regels nodig. Apparaten moeten aan bepaalde technische eisen voldoen. Doen ze dat niet dan mogen fabrikanten hun spullen niet verkopen. Ook is er een systeem bedacht waar bedrijven die meer vervuilen dan is toegestaan daar voor moeten betalen. Dus, wie zuiniger werkt is goedkoper uit. Het probleem is dat er heel veel moet worden gedaan. Dat kost veel geld en tijd, zonder dat direct te zien is of het helpt. Maar in de Europese Unie zijn we het erover eens dat als we later nog in een schone wereld willen leven, er nu regels moeten komen. De rest van de wereld moet ook meedoen. De Europese Unie is één van de grootste vervuilers ter wereld. Daar wil de EU iets aan doen. Maar zonder de VS, China, Rusland en de rest van wereld heeft wat wij doen niet zoveel effect. Daarom doet de EU 2 haar best om andere landen te overtuigen meer te doen dan zijn nu van plan zijn. Dat de Europese Unie de leiding neemt kan ons ook geld gaan opleveren. Als je minder energie verbruikt hoef je ook minder olie en gas te kopen van andere landen. De elektriciteitsrekening gaat omlaag. We kunnen de technologieën die wij hebben bedacht, verkopen aan het buitenland; ook andere landen willen duurzamer gaan leven. Ook zij zullen wel moeten. 3