9 Breuken vergelijken – Opgaven Breuken vergelijken 1 a Vul < of > in: 2 1 …<… 3 3 3 1 …>… 5 5 b Vul < of > in: 1 1 …>… 3 4 3 3 …>… 5 7 c Schrijf de breuken eerst als decimaal getal. Vul dan < of > in. 5 ≈ …0,417… 12 3 ≈ …0,429… , dus 7 5 3 < 7 12 Voorbeeld 1 2 Hier zie je twee pizza’s met een stuk er uit. Van de bovenste pizza is nog 2 deel over. 3 Van de onderste pizza is nog 4 deel over. 5 Schrijf de beide breuken als decimale getallen. Wat is meer 2 4 deel of deel? 5 3 … 4 deel is meer… 5 Voorbeeld 2 3 In de klas van Samir hebben 13 van de 20 leerlingen een onvoldoende voor Frans. Welke breuk hoort hierbij? Schrijf de breuk ook als decimaal getal. 13 20 = 0,65 In de klas van George hebben 16 van de 24 leerlingen een onvoldoende voor Frans. Welke breuk hoort hierbij? Schrijf de breuk ook als decimaal getal. 16 24 ≈ 0,67 In welke klas zitten in verhouding het minste mensen met een onvoldoende? ……De klas van Esther…… Kernopgave 4 a Vul < of > in: 3 2 …>… 7 7 5 7 …<… 9 9 b Vul < of > in: 1 1 …<… 8 7 3 3 …>… 8 7 c Schrijf de breuken eerst als decimaal getal. Vul dan < of > in. 2 ≈ …0,22… 9 3 ≈ …0,27… , dus 11 Opgaven 5 Hiernaast zie je twee rechthoeken. Kleur van de bovenste rechthoek Kleur van de onderste rechthoek Vul < of > in: 7 8 …<… 15 15 7 15 8 15 3 2 …<… 9 11 Breuken op de getallenlijn Hieronder zie je tien getallenlijntjes. Iedere getallenlijn loopt van 0 tot 1. Op de getallenlijn zijn breuken aangegeven. Er ontbreken nog een aantal breuken. Schrijf de ontbrekende breuken bij de getallenlijntjes.