Naam: Woensdag 12 december 2012 PROEFWERK Getallenkennis

advertisement
Naam:
Woensdag 12 december 2012
Basis:
PROEFWERK Getallenkennis
/30 =
Extra:
/10
1: Getallendictee:
2: Zoek de getallen die hier bedoeld worden.
/2,5
/2
4 TD + 3 D + 7 H + 6 T + 9 E = ________________________
7 TD + 5 T + 6 E = ___________________________________
1 SS + 2 SB + 3 P + 3 S + 1 B = ________________________
5 SS + 7 P + 9 B = ___________________________________
3: Welke getallen horen er op de plaats van de kaartjes?
/4
4: Maak met de volgende cijfers
7
8
0
5
2
/2
het kleinst mogelijke getal: ___________________
het grootst mogelijke getal: ___________________
5: Getallenquiz: Rarara, welk getal ben ik?
/2,5
Ik ben de helft van 10 000.
____________________
Ik lig midden tussen 3000 en 4000.
____________________
Ik ben het grootste getal van 5 cijfers.
____________________
Ik ben 1 H minder dan 9889.
____________________
Ik ben 10 000 minder dan 80 000.
____________________
6: Bouwen met dominoblokken. Los de vraagjes op:
4 groepen bouwen een parcours met zoveel mogelijk
dominoblokken.
Het aantal dominoblokken dat elke groep voor zijn
parcours heeft gebruikt:
GROEP 1
‘De tinnen soldaatjes’
18 976
dominoblokken
GROEP 2
‘De harlekijntjes’
74 563
dominoblokken
GROEP 3
‘De prinsesjes’
26 249
dominoblokken
GROEP 4
‘De teddyberen’
5 387
dominoblokken
/7
a. Rangschik deze getallen, het aantal dominoblokken van meer naar minder.
………………… > ………………… > ………………… > …………………
b: Rond af naar het dichtstbijzijnde D bij de volgende getallen:
18 976
………………………
26 249
………………………
5 387
………………………
74 563
………………………
c: Noteer het aantal dominoblokken van de volgende groepen in de tabel.
HD
TD
D
H
T
E
groep 2
‘De
harlekijntjes’
groep 4
‘De
teddyberen’
d: Wat is de waarde van het vetgedrukte cijfer? Doe zoals in het voorbeeld: 3871= 7 T
18 976 = ………………………
26 249 = ………………………
e: Kleur de vetgedrukte getallen bovenaan, het aantal dominoblokken van de 4
groepen in de juiste kleur:
7: Hoeveel (natuurlijke) getallen liggen er tussen …
/1
24 789 en 24 797 ?
_________
4 996 en 5 010 ?
_________
8: Maak de volgende breuken!
Maak een breuk met noemer 4 en teller 1:
/1
________
Ik moet het geheel verdelen in 5 gelijke delen. Hiervan moet ik 3 gelijke delen
nemen. Dit is mijn breuk:
9: Noteer de breuken die hier voorgesteld worden:
________
/2
10: In mijn speelgoedkoffer zitten in totaal 12 tinnen soldaatjes.
Kleur telkens het juiste aantal soldaatjes.
/2
1 van deze soldaatjes is geel
2
2 van deze soldaatjes is rood
3
5 van deze soldaatjes is blauw
12
1 van deze soldaatjes is groen
4
11: Vul aan:
1 van
10
1 van
8
2 van
5
3 van
4
/2
11
0
0
0
is …………
is …………
is …………
is …………
12: Los op. Je mag een schema gebruiken!
/2
2 van 25 = .
5
1 van __________ =
3
33
5 van 560 = .
8
3 van __________ =
2
60
Veel
succes!
Naam:
Woensdag 12 december 2012
PROEFWERK Getallenkennis
extra
op 10
………
…
……….
1: Zet de rij verder. Pas op: de sprong verandert telkens.
/2 p
10 230
10 330
10 530
10 830
______
______
66 000
65 750
65 250
______
______
62 250
2: Duid de volgende breuken aan op de getallenas zoals het voorbeeld.
1
3
8
6
0
/2 p
2
3
1
__|______|______|______|______|______|______|______|______|______|______|___
1
2
0
3
2
1
___|________________|________________|________________|_______________|_______________|__
3: Lees, reken uit en noteer de uitkomst
/2 p
De som van 1 van 300 en 1 van 90 is _____________
2
3
25 vermeerderd met 1 van zijn waarde is
5
_____________
2 van 1000 is ______________ meer dan 1 van 300.
5
3
80 verminderd met 1 van zijn waarde is
4
_____________
4: Teken in de kring alle mogelijke pijlen.
/1p
… is 3 D minder dan …
De pijl zegt:
…
24 587
.
87 192
.
.
21 587
13 008
.
10 108
.
.
90 192
.
.
27 587
93 192
5: Bouw een toren!
/2p
Sander en Merel hebben een toren gebouwd met 72 blokken.
2/8 van het aantal blokken is rood. 2/9 is groen, 1/12 blauw, 1/3 geel.
De rest van de blokken is wit.
Tip: Bereken eerst hoeveel rode, groene, blauwe en gele blokken er gebruikt zijn.
Noteer in een breuk hoeveel witte blokken ze gebruikt hebben.
Teken hier het aantal witte blokken dat ze gebruikt hebben:
_._
.
6: Breinbreker!
/1p
Het getal ligt tussen 60 000 en 70 000.
Het aantal duizendtallen is de helft van het aantal tientallen.
Het aantal honderdtallen is 2/3 van het aantal tienduizendtallen.
Het cijfer van de eenheden ligt tussen 1 en -1.
Als je alle cijfers van het getal optelt, heb je 16.
Het getal is ______________________
Download