Trombose en Antistolling - Streekziekenhuis Koningin Beatrix

advertisement
Trombosedienst
Trombose en Antistolling
Inleiding
In deze folder kunt u informatie lezen over trombose en antistolling. Tevens is de
werking van de trombosedienst beschreven.
Bloedstolling
Een bloeding stopt normaal vanzelf doordat het bloed gaat stollen. Het gestolde
bloed dicht namelijk de beschadigde bloedvaten. Op de huid wordt dat door
korstvorming zichtbaar. Bij bepaalde ziekten of onder bepaalde omstandigheden
kan er zich een ongewenst bloedstolsel in de bloedvaten vormen. Dit heet
trombose. Trombose kan een bloedvat helemaal afsluiten waardoor organen
achter het verstopte bloedvat geen of onvoldoende bloed krijgen. Om trombose te
voorkomen, schrijft de arts antistollingsmedicijnen voor. Deze medicijnen
verminderen de bloedstolling. Antistollingsmedicijnen verhogen echter de kans op
bloedingen. Het is dus belangrijk de stolling zoveel te verminderen dat de kans op
trombose kleiner wordt, terwijl de kans op bloedingen klein blijft.
Antistollingsmedicijnen worden soms ook wel bloedverdunnende medicijnen
genoemd.
Antistollingsmedicijnen
De meest gebruikte medicijnen zijn de tabletten fenprocoumon (marcoumar) en
acenocoumarol (sintrommitis). Fragmin is een antistollingsvloeistof die onder de
huid wordt gespoten. Aan het begin van een behandeling wordt dit er soms tijdelijk
bijgegeven totdat de bloeduitslagen goed zijn. De trombosedienst geeft aan tot
hoelang u hiermee moet doorgaan. Neem dagelijks de voorgeschreven
hoeveelheid antistollingstabletten in, bij voorkeur op een vast tijdstip rond het
avondeten. Kruis op de doseringskaart aan als u de tabletten hebt ingenomen. Let
op: neem altijd de aangegeven hoeveelheid in. Niet meer, maar ook niet minder.
Tablet vergeten?
Mocht u een tablet vergeten zijn in te nemen, noteer dat dan op de doseringskaart
bij de betreffende dag. Neem een 'vergeten' tablet niet een dag later extra in.
U verhoogt daarmee de kans op bloedingen.
Vitamine K (konakion)
Vitamine K kan de werking van antistollingsmedicijnen voor een groot deel
opheffen. Het effect treedt enkele uren na de toediening op. De arts van de
trombosedienst schrijft u vitamine K voor als de uitslag te hoog is. Als u vitamine K
krijgt voorgeschreven, dan geeft de trombosedienst u op dat moment de
bijbehorende informatie.
Verandering van hoeveelheid tabletten
Vaak wordt na een controle door de trombosedienst de hoeveelheid van het
antistollingsmedicijn die u moet innemen gewijzigd. Dat komt omdat het effect van
antistollingsmedicijnen niet altijd constant is. Verandering van de hoeveelheid
tabletten betekent niet dat het beter of slechter met u gaat.
1/4
Belangrijke punten
Andere medicijnen
Gebruikt u andere medicijnen? Geef dit door aan de trombosedienst tijdens
kantooruren. Gebruik naast antistollingsmedicijnen geen aspirine. Dit verhoogt de
kans op bloedingen. Paracetamol mag wel. Pas ook op met multivitaminen;
sommigen bevatten vitamine K en kunnen een nadelige invloed hebben op de
stolling.
Ziekte
Als u ziek bent, (bijvoorbeeld griep, koorts of diarree) breng dan de trombosedienst
daarvan op de hoogte. Mogelijk is het beter dat u eerder wordt gecontroleerd. Als u
in het ziekenhuis moet worden opgenomen, meld dit dan ook zo spoedig mogelijk.
Bloedingen
Ontdekt u kleine bloedingen, bijvoorbeeld een blauwe plek of een bloedneus, geef
dit dan door aan de trombosedienst. Bij grotere bloedingen moet u direct uw
huisarts waarschuwen en de trombosedienst, ook in het weekend. Bloedverlies in
de maag of in de darmen geeft zwarte ontlasting. Dit is reden om zo spoedig
mogelijk contact op te nemen met uw huisarts. Vermeld altijd dat u
antistollingsmedicijnen gebruikt.
Kleine ingrepen
Als u kleine ingrepen moet ondergaan, bijvoorbeeld het trekken van tanden of
kiezen, dan kunt u het beste zo spoedig mogelijk overleggen met de
trombosedienst. Dit kan het beste op de eerstvolgende werkdag nadat u het bericht
over de ingreep hebt gekregen. De hoeveelheid medicijnen wordt dan afgestemd
op de ingreep. Om nabloedingen zoveel mogelijk te voorkomen is extra controle
nodig.
Zwangerschap
Als u als vrouw kortdurend antistollingsmedicijnen gebruikt, kunt u beter niet
zwanger worden in die periode. De antistollingsmedicijnen kunnen afwijkingen
veroorzaken bij het nog ongeboren kind in de eerste 3 maanden van de
zwangerschap. Denkt u zwanger te zijn, neem dan contact op met uw huisarts en
met de trombosedienst. Gebruikt u langdurig antistollingsmedicijnen en u wilt graag
zwanger worden, bespreek dit dan met uw specialist. Er bestaan veilige
alternatieve behandelingsmethoden voor moeder en kind.
Vakantie
Stel de trombosedienst tijdig van uw vakantieplannen op de hoogte. Gaat u voor
een langere periode dan adviseert de trombosedienst u over de controle elders. Dit
is ook mogelijk in het buitenland. Daarvoor is het nodig dat u tijdig uw
vakantieplannen met de trombosedienst bespreekt.
Voeding/alcohol
Voor de antistollingsbehandeling hoeft u geen dieet te houden. Dagelijks één borrel
(of glaasje wijn) is geen bezwaar als uw behandelend arts hiermee instemt.
Overmatig gebruik van alcohol kan echter nadelige invloed hebben op de
bloedstolling.
2/4
Behandelingsduur
De behandelend arts bespreekt met u de behandeling en de duur van de
behandeling. Dit kan per situatie en per persoon verschillen. Bij sommige ziekten,
zoals trombose, is vaak een tijdelijke behandeling voldoende. Bij bijvoorbeeld een
kunstklep in het hart, is antistollingsbehandeling levenslang noodzakelijk.
Werkwijze Trombosedienst
De Trombosedienst neemt bloed af bij patiënten op een van de spreekuren in de
regio en in het ziekenhuis. De Trombosedienst komt u thuis prikken, alleen als daar
een medische noodzaak voor is. Geen vervoer hebben is geen goede reden. Aan
de hand van de uitslag van de test en de overige informatie krijgt u de hoeveelheid
tabletten voorgeschreven voor een aantal dagen tot weken.
De doseringskaart wordt u per post toegestuurd. Zorg evengoed dat u op de
controledag telefonisch bereikbaar bent tussen 15.00 en 16.30 uur. De
Trombosedienst kan u eventueel bellen als de hoeveelheid van de tabletten op de
prikdag al moet worden gewijzigd.
Wanneer u langere tijd antistollingsmedicijnen moet gebruiken geven wij u graag
informatie over het zelf meten van uw INR. Ook kunt u onze website raadplegen.
Samenvatting belangrijkste punten:
1. Tabletjes (acenocoumarol of fenprocoumon) altijd tussen 17.00 en 19.00 uur
innemen.
2. Wilt u op de prikdag ’s middags altijd telefonisch bereikbaar zijn, u kunt
worden gebeld voor aanpassing van de dosering. Graag ook een tweede
telefoonnummer doorgeven.
3. De dag na de bloedafname ontvangt u een nieuwe doseerbrief met een
dosering naar aanleiding van de bloeduitslag. Deze kan dus afwijken van de
vorige kalender. Altijd de nieuwste doseerkalender aanhouden!
4. Op de doseerkalender staat ook de volgende controledatum (prikdatum).
Mocht u op deze dag niet kunnen, dan horen we dit graag 24 uur van te voren.
5. Wilt u medicijnveranderingen, bloedingen, ingrepen, operaties, injecties in de
spier, vaccinaties en onderzoeken, waarvoor de antistolling aangepast moet
worden, tijdig aan ons doorgeven?
6. Sterk emotionele gebeurtenissen horen wij graag, omdat deze van invloed
kunnen zijn op de hoogte van de INR.
7. Ook wijzigingen van niet-medische gegevens horen wij graag, zoals
adreswijzigingen, tijdelijke afwezigheid, wijziging van telefoonnummers,
enzovoort.
8. Pas op met alcohol en multivitamines waarin vitamine K zit. Dit kan de stolling
beïnvloeden. Blijf gevarieerd eten.
9. Wanneer u buiten kantooruren belt, spreek uw naam, geboortedatum en
telefoonnummer in.
3/4
Geheimhouding en recht op privacy
Alle medewerkers van ons ziekenhuis, dus ook artsen en verpleegkundigen,
hebben een geheimhoudingsplicht. Alleen als u toestemming geeft, mogen zij
gegevens aan derden verstrekken. Degenen die bij uw behandeling betrokken zijn,
mogen alleen onderling gegevens opvragen en uitwisselen als dat voor uw
behandeling nodig is.
Het recht op privacy houdt nog meer in. Alle (para)medische, verpleegkundige en
verzorgende handelingen moeten worden uitgevoerd zonder dat anderen dat
kunnen zien. Een vertrouwelijk gesprek met een zorgverlener dient in een aparte
ruimte gevoerd te worden. Wij doen ons best om deze afspraken na te komen.
Meer informatie staat in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’,
verkrijgbaar bij de trombosedienst.
Klachten
Wanneer u ontevreden bent over uw behandeling, willen wij dat graag van u horen.
Uw ervaringen kunnen een belangrijk signaal zijn om bepaalde zaken te
verbeteren. Hebt u opmerkingen, problemen of klachten, neem dan contact op met
uw trombosedienst. Ook is het mogelijk rechtstreeks een klacht in te dienen bij de
klachtenfunctionaris van het ziekenhuis. Deze is bereikbaar via een rechtstreeks
telefoonnummer 0543 54 43 05. Meer informatie over de klachtenbehandeling vindt
u in de folder ‘Hebt u een klacht, vertel het ons’. Deze folder is verkrijgbaar bij de
trombosedienst en bij de Gastenservice in de centrale hal.
Vragen
Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen of wilt u meer informatie?
Belt u dan gerust naar de trombosedienst in Winterswijk. Wij zijn van maandag tot
en met vrijdag van 08.00 – 12.00 uur en van 13.30 - 16.00 uur bereikbaar op
telefoonnummer 0543 54 41 11.
Buiten deze uren kunt u uw naam, geboortedatum en telefoonnummer inspreken
op dit nummer, wij bellen u dan zo spoedig mogelijk terug.
Adresgegevens SKB
Streekziekenhuis Koningin Beatrix
Bezoekadres:
Beatrixpark 1
7101 BN Winterswijk
Postadres:
Postbus 9005
7100 GG Winterswijk
T 0543 54 41 11
F 0543 54 41 08
E-mail [email protected]
Website www.skbwinterswijk.nl
Voor u is het volgende mailadres van belang: [email protected]
Deze folder is tot stand gekomen in overleg met de trombosedienst van het
Deventer ziekenhuis in Deventer en het Slingelandziekenhuis in Doetinchem.
__________________________
Foldernummer: lab 411 versie: januari 2012
4/4
Download