Trombosedienst Trombose en Antistolling Inleiding In deze folder kunt u informatie lezen over trombose en antistolling. Tevens is de werking van de trombosedienst beschreven. Bloedstolling Een bloeding stopt normaal vanzelf doordat het bloed gaat stollen. Het gestolde bloed dicht namelijk de beschadigde bloedvaten. Op de huid wordt dat door korstvorming zichtbaar. Bij bepaalde ziekten of onder bepaalde omstandigheden kan er zich een ongewenst bloedstolsel in de bloedvaten vormen. Dit heet trombose. Trombose kan een bloedvat helemaal afsluiten waardoor organen achter het verstopte bloedvat geen of onvoldoende bloed krijgen. Om trombose te voorkomen, schrijft de arts antistollingsmedicijnen voor. Deze medicijnen verminderen de bloedstolling. Antistollingsmedicijnen verhogen echter de kans op bloedingen. Het is dus belangrijk de stolling zoveel te verminderen dat de kans op trombose kleiner wordt, terwijl de kans op bloedingen klein blijft. Antistollingsmedicijnen worden soms ook wel bloedverdunnende medicijnen genoemd. Antistollingsmedicijnen De meest gebruikte medicijnen zijn de tabletten fenprocoumon (marcoumar) en acenocoumarol (sintrommitis). Fragmin is een antistollingsvloeistof die onder de huid wordt gespoten. Aan het begin van een behandeling wordt dit er soms tijdelijk bijgegeven totdat de bloeduitslagen goed zijn. De trombosedienst geeft aan tot hoelang u hiermee moet doorgaan. Neem dagelijks de voorgeschreven hoeveelheid antistollingstabletten in, bij voorkeur op een vast tijdstip rond het avondeten. Kruis op de doseringskaart aan als u de tabletten hebt ingenomen. Let op: neem altijd de aangegeven hoeveelheid in. Niet meer, maar ook niet minder. Tablet vergeten? Mocht u een tablet vergeten zijn in te nemen, noteer dat dan op de doseringskaart bij de betreffende dag. Neem een 'vergeten' tablet niet een dag later extra in. U verhoogt daarmee de kans op bloedingen. Vitamine K (konakion) Vitamine K kan de werking van antistollingsmedicijnen voor een groot deel opheffen. Het effect treedt enkele uren na de toediening op. De arts van de trombosedienst schrijft u vitamine K voor als de uitslag te hoog is. Als u vitamine K krijgt voorgeschreven, dan geeft de trombosedienst u op dat moment de bijbehorende informatie. Verandering van hoeveelheid tabletten Vaak wordt na een controle door de trombosedienst de hoeveelheid van het antistollingsmedicijn die u moet innemen gewijzigd. Dat komt omdat het effect van antistollingsmedicijnen niet altijd constant is. Verandering van de hoeveelheid tabletten betekent niet dat het beter of slechter met u gaat. 1/4 Belangrijke punten Andere medicijnen Gebruikt u andere medicijnen? Geef dit door aan de trombosedienst tijdens kantooruren. Gebruik naast antistollingsmedicijnen geen aspirine. Dit verhoogt de kans op bloedingen. Paracetamol mag wel. Pas ook op met multivitaminen; sommigen bevatten vitamine K en kunnen een nadelige invloed hebben op de stolling. Ziekte Als u ziek bent, (bijvoorbeeld griep, koorts of diarree) breng dan de trombosedienst daarvan op de hoogte. Mogelijk is het beter dat u eerder wordt gecontroleerd. Als u in het ziekenhuis moet worden opgenomen, meld dit dan ook zo spoedig mogelijk. Bloedingen Ontdekt u kleine bloedingen, bijvoorbeeld een blauwe plek of een bloedneus, geef dit dan door aan de trombosedienst. Bij grotere bloedingen moet u direct uw huisarts waarschuwen en de trombosedienst, ook in het weekend. Bloedverlies in de maag of in de darmen geeft zwarte ontlasting. Dit is reden om zo spoedig mogelijk contact op te nemen met uw huisarts. Vermeld altijd dat u antistollingsmedicijnen gebruikt. Kleine ingrepen Als u kleine ingrepen moet ondergaan, bijvoorbeeld het trekken van tanden of kiezen, dan kunt u het beste zo spoedig mogelijk overleggen met de trombosedienst. Dit kan het beste op de eerstvolgende werkdag nadat u het bericht over de ingreep hebt gekregen. De hoeveelheid medicijnen wordt dan afgestemd op de ingreep. Om nabloedingen zoveel mogelijk te voorkomen is extra controle nodig. Zwangerschap Als u als vrouw kortdurend antistollingsmedicijnen gebruikt, kunt u beter niet zwanger worden in die periode. De antistollingsmedicijnen kunnen afwijkingen veroorzaken bij het nog ongeboren kind in de eerste 3 maanden van de zwangerschap. Denkt u zwanger te zijn, neem dan contact op met uw huisarts en met de trombosedienst. Gebruikt u langdurig antistollingsmedicijnen en u wilt graag zwanger worden, bespreek dit dan met uw specialist. Er bestaan veilige alternatieve behandelingsmethoden voor moeder en kind. Vakantie Stel de trombosedienst tijdig van uw vakantieplannen op de hoogte. Gaat u voor een langere periode dan adviseert de trombosedienst u over de controle elders. Dit is ook mogelijk in het buitenland. Daarvoor is het nodig dat u tijdig uw vakantieplannen met de trombosedienst bespreekt. Voeding/alcohol Voor de antistollingsbehandeling hoeft u geen dieet te houden. Dagelijks één borrel (of glaasje wijn) is geen bezwaar als uw behandelend arts hiermee instemt. Overmatig gebruik van alcohol kan echter nadelige invloed hebben op de bloedstolling. 2/4 Behandelingsduur De behandelend arts bespreekt met u de behandeling en de duur van de behandeling. Dit kan per situatie en per persoon verschillen. Bij sommige ziekten, zoals trombose, is vaak een tijdelijke behandeling voldoende. Bij bijvoorbeeld een kunstklep in het hart, is antistollingsbehandeling levenslang noodzakelijk. Werkwijze Trombosedienst De Trombosedienst neemt bloed af bij patiënten op een van de spreekuren in de regio en in het ziekenhuis. De Trombosedienst komt u thuis prikken, alleen als daar een medische noodzaak voor is. Geen vervoer hebben is geen goede reden. Aan de hand van de uitslag van de test en de overige informatie krijgt u de hoeveelheid tabletten voorgeschreven voor een aantal dagen tot weken. De doseringskaart wordt u per post toegestuurd. Zorg evengoed dat u op de controledag telefonisch bereikbaar bent tussen 15.00 en 16.30 uur. De Trombosedienst kan u eventueel bellen als de hoeveelheid van de tabletten op de prikdag al moet worden gewijzigd. Wanneer u langere tijd antistollingsmedicijnen moet gebruiken geven wij u graag informatie over het zelf meten van uw INR. Ook kunt u onze website raadplegen. Samenvatting belangrijkste punten: 1. Tabletjes (acenocoumarol of fenprocoumon) altijd tussen 17.00 en 19.00 uur innemen. 2. Wilt u op de prikdag ’s middags altijd telefonisch bereikbaar zijn, u kunt worden gebeld voor aanpassing van de dosering. Graag ook een tweede telefoonnummer doorgeven. 3. De dag na de bloedafname ontvangt u een nieuwe doseerbrief met een dosering naar aanleiding van de bloeduitslag. Deze kan dus afwijken van de vorige kalender. Altijd de nieuwste doseerkalender aanhouden! 4. Op de doseerkalender staat ook de volgende controledatum (prikdatum). Mocht u op deze dag niet kunnen, dan horen we dit graag 24 uur van te voren. 5. Wilt u medicijnveranderingen, bloedingen, ingrepen, operaties, injecties in de spier, vaccinaties en onderzoeken, waarvoor de antistolling aangepast moet worden, tijdig aan ons doorgeven? 6. Sterk emotionele gebeurtenissen horen wij graag, omdat deze van invloed kunnen zijn op de hoogte van de INR. 7. Ook wijzigingen van niet-medische gegevens horen wij graag, zoals adreswijzigingen, tijdelijke afwezigheid, wijziging van telefoonnummers, enzovoort. 8. Pas op met alcohol en multivitamines waarin vitamine K zit. Dit kan de stolling beïnvloeden. Blijf gevarieerd eten. 9. Wanneer u buiten kantooruren belt, spreek uw naam, geboortedatum en telefoonnummer in. 3/4 Geheimhouding en recht op privacy Alle medewerkers van ons ziekenhuis, dus ook artsen en verpleegkundigen, hebben een geheimhoudingsplicht. Alleen als u toestemming geeft, mogen zij gegevens aan derden verstrekken. Degenen die bij uw behandeling betrokken zijn, mogen alleen onderling gegevens opvragen en uitwisselen als dat voor uw behandeling nodig is. Het recht op privacy houdt nog meer in. Alle (para)medische, verpleegkundige en verzorgende handelingen moeten worden uitgevoerd zonder dat anderen dat kunnen zien. Een vertrouwelijk gesprek met een zorgverlener dient in een aparte ruimte gevoerd te worden. Wij doen ons best om deze afspraken na te komen. Meer informatie staat in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’, verkrijgbaar bij de trombosedienst. Klachten Wanneer u ontevreden bent over uw behandeling, willen wij dat graag van u horen. Uw ervaringen kunnen een belangrijk signaal zijn om bepaalde zaken te verbeteren. Hebt u opmerkingen, problemen of klachten, neem dan contact op met uw trombosedienst. Ook is het mogelijk rechtstreeks een klacht in te dienen bij de klachtenfunctionaris van het ziekenhuis. Deze is bereikbaar via een rechtstreeks telefoonnummer 0543 54 43 05. Meer informatie over de klachtenbehandeling vindt u in de folder ‘Hebt u een klacht, vertel het ons’. Deze folder is verkrijgbaar bij de trombosedienst en bij de Gastenservice in de centrale hal. Vragen Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen of wilt u meer informatie? Belt u dan gerust naar de trombosedienst in Winterswijk. Wij zijn van maandag tot en met vrijdag van 08.00 – 12.00 uur en van 13.30 - 16.00 uur bereikbaar op telefoonnummer 0543 54 41 11. Buiten deze uren kunt u uw naam, geboortedatum en telefoonnummer inspreken op dit nummer, wij bellen u dan zo spoedig mogelijk terug. Adresgegevens SKB Streekziekenhuis Koningin Beatrix Bezoekadres: Beatrixpark 1 7101 BN Winterswijk Postadres: Postbus 9005 7100 GG Winterswijk T 0543 54 41 11 F 0543 54 41 08 E-mail [email protected] Website www.skbwinterswijk.nl Voor u is het volgende mailadres van belang: [email protected] Deze folder is tot stand gekomen in overleg met de trombosedienst van het Deventer ziekenhuis in Deventer en het Slingelandziekenhuis in Doetinchem. __________________________ Foldernummer: lab 411 versie: januari 2012 4/4