Antwoorden hoofdstuk 6 Nieuw Nederlands 1 Spelling, opdracht 1 tot en met 8 Spelling het-woorden Opdracht 1 A 1. de-woorden Handdoek Achterdeur Tegelzetter Spuit Jas ochtend Evaluatie het-woorden Theater Soepbord Ovaal Oog Robijntje Programmaboek 2. hatsjoe 3. proost B winderige, ruisende, zoute, geblondeerde, plastic, kunststoffen, houten, huizenhoge Opdracht 2 A 1. 2. 3. 4. 5. het vieze kind; een vies kind het stevige huis; een stevig huis de goede verzorging; een goede verzorging het zwarte schoolbord; een zwart schoolbord het positieve geluid; een positief geluid 1. 2. 3. 4. 5. bronzen houten aluminium glazen gouden B C 1. theoretisch / theoretische 2. financieel/financiële 3. typisch / typische 4. instrumentaal / instrumentale 5. muzikaal / muzikale 6. technisch/technische 7. psychologisch / psychologische 8. vandalistisch / vandalistische 9. fascistisch / fascistische 10. industrieel/industriële Opdracht 3 A 1. 2. 3. 4. belangrijke lekker, bruine ouderwets, Russisch, glazen stokdove, ruwhouten Antwoorden hoofdstuk 6 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. Nieuw Nederlands 1 Spelling, opdracht 1 tot en met 8 brave, aardige plastic, rechte intelligente, smetteloze supersnelle, gouden griezelig, donkere vies, tinnen nylon klein, grote Opdracht 4 de/het het de het het de de het het het de de bn en zn samen het leuke meisje / een leuk meisje de aardige jongen / een aardige jongen het vreemde verkeersbord / een vreemd verkeersbord het andere weekrooster / een ander weekrooster de pijnlijke injectie / een pijnlijke injectie de vieze pil / een vieze pil het rode scherm / een rood scherm het interessante boek / een interessant boek het dwaze plan / een dwaas plan de ijle berglucht / een ijle berglucht de serieuze leerling / een serieuze leerling Opdracht 5 De goede schrijfwijze van het dictee is: 1. 2. 3. 4. 5. Er staken ijzeren haken uit de muren van dat houten huisje. Niemand vindt dat plastic ding mooi. De kale man meldde zich bij de stalen kast. Op een regenachtige dinsdag reden wij naar de Italiaanse kust. Mijn kleren zijn bijna allemaal van nylon. Opdracht 6 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. enkele allerbesten supersnelle goede blauwe rode, zwarte blanken ouderen, jongeren rijken goedkopen Opdracht 7 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. piepende gevonden schokkend spetterend verslagen brandend dansende gesprongen geverfde gekleurde Opdracht 8 Antwoorden hoofdstuk 6 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Nieuw Nederlands 1 is, bezochte vindt, zwetende, vermagerde kijkt antwoordde, functioneert worden, uitgelegd, vraagt wordt, geschonken wordt, gemasseerd vertelt, uitgeputte wandelt/wandelde Spelling, opdracht 1 tot en met 8