Dyslexie, tips voor de docent Wat is dyslexie? Dyslexie is een stoornis welke gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau. Het probleem bij dyslectische leerlingen is een tekort aan tijd bij het lezen van teksten, ontvangen van instructies, overschrijven, examens, enz. Hierdoor verliest het kind constant informatie. Dyslectische kinderen nemen nieuwe informatie ( klanken, woorden, tekst) langzamer in zich op dan anderen, met name talige informatie. Dat heeft niets te maken met hun intelligentie. Zij begrijpen dingen net zo goed als een ander en soms beter. Dyslectische leerlingen kunnen de volgende kenmerken hebben: moeite met lezen in vergelijking met hun leeftijdsgenoten. Ze lezen letter voor letter, haperen als ze voorlezen of gokken welk woord er staat hierdoor kan het kind ook een hekel aan lezen krijgen spreken en schrijven in korte zinnen schrijven woorden zoals ze klinken, bijvoorbeeld niet ‘de’ maar ‘du’ maken meer spellingfouten/ schrijffouten dan leeftijdgenoten een moeilijk leesbaar handschrift moeite met het onthouden van rijtjes tijdsproblemen bij het nauwkeurig lezen van een opgave veel problemen met de spelling van de vreemde talen Mogelijke gevolgen van dyslexie zouden kunnen zijn: faalangst weinig zelfvertrouwen negatief zelfbeeld stress bij leesbeurten en dictees Tips voor de docent: ■ Geef extra tijd bij klassikaal werk ( tekst lezen, examens en toetsen) zie dyslexiekaart ■ Houd rekening met de traagheid: a. de leerling reageert langzaam op klassikaal gestelde vragen b. deel goed leesbare kopieën uit c schrijf het huiswerk tien minuten van tevoren op het bord en licht het mondeling toe ■ Zet de leerling naast een goede leerling. Bij het maken van werk in de klas heeft hij/zij hier steun aan, wanneer het te snel gaat ■ Bijna alle dyslectici hebben problemen met spelling. Bespreek met de leerling welke fouten worden meegeteld in de beoordeling en hoe hij/zij de spelling denkt te gaan verbeteren ( regelfouten tellen wel mee, luister- en inprentfouten niet ) Beoordeel een leerling niet op spelling als het niet het doel is van je toets Geef niet lager dan een 4 voor een spellingtoets zodat het kind met iets anders kan compenseren ■ Dyslectici drukken zich moeilijk uit op papier. Accepteer en stimuleer het schrijven in korte zinnen ■ In overleg de toetsen mondeling afnemen ■ Geef de toetsen en proefwerken in lettertype Arial 12 ■ Maak verschil tussen inzichtfouten en andere fouten ( niet klaar, slechte spelling, enz.)