ZELFSTANDIG NAAMWOORD de slaaf enkelvoud nominativus genitivus accusativus meervoud nominativus genitivus accusativus BIJVOEGLIJK NAAMWOORD enkelvoud nominativus genitivus accusativus meervoud nominativus genitivus accusativus Mannelijk de meester het gevecht Vrouwelijk het land Onzijdig het beest Mannelijk Vrouwelijk verschrikkelijk Onzijdig Mannelijk groot Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk veel Vrouwelijk Onzijdig BIJVOEGLIJK NAAMWOORD MET -REGEL enkelvoud nominativus genitivus accusativus Mannelijk nieuw Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk jong Vrouwelijk Onzijdig meervoud nominativus genitivus accusativus OVERZICHT WERKWOORD e 1 persoon [ev] 2e persoon [ev] 3e persoon [ev] 1e persoon [mv] 2e persoon [mv] 3e persoon [mv] infinitivus (stam -) ik maak los jij maakt los hij maakt los wij maken los jullie maken los zij maken los los (te) maken (stam -) ik doe / ik maak jij doet / jij maakt hij doet / hij maakt wij doen / wij maken jullie doen / jullie maken zij doen / zij maken (te) doen / (te) maken OVERZICHT GRIEKSE NAAMVALSFUNCTIES Nominativus Genitivus 1. 2. 1. 2. 3. Onderwerp Naamwoordelijk deel van het gezegde Bezit: Om uit te drukken dat iets van iemand / iets is of bij iemand / iets hoort Aanvulling: Als aanvulling bij bepaalde werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. Na voorzetsels: Accusativus 1. Lijdend voorwerp 2. Na voorzetsels GEBRUIK VAN HET LIDWOORD 1. 2. 3. 4. Zelfstandig naamwoord zonder lidwoord Zelfstandig naamwoord met lidwoord Bezit Eigennamen met lidwoord Eigennamen zonder lidwoord Naamwoordelijk deel van het gezegde zonder lidwoord!!! de dood van de Minotauros ik verlang naar het meisje samen met de kinderen daar woont een leeuw de leeuw woont in een grot Herakles draagt z’n boog Herakles Herakles -REGEL Zoals je weet gaat het vrouwelijk van volgens , en het vrouwelijk van en volgens . De regel is dat in de vrouwelijke vormen de uitgang meestal een -, maar na een -, -en een -een - is. We noemen deze regel de -regel WERKWOORDSTAM Bij is de werkwoordstam -. De werkwoordstam van het type is - en eindigt op -: is ontstaan door samentrekking van -. GEBRUIK VAN HET BIJVOEGLIJKE NAAMWOORD 1. Bijvoeglijk naamwoord als bijvoeglijke bepaling Wanneer er een lidwoord aanwezig is, staat het bijvoeglijke naamwoord: a. tussen lidwoord en zelfstandig naamwoord b. na het zelfstandig naamwoord met herhaling van het lidwoord Zonder lidwoord, voor het zelfstandig naamwoord Zonder lidwoord, achter het zelfstandig naamwoord 2. Naamwoordelijk deel van het gezegde (congruerend) WOORDEN DIE NIET VERANDEREN het verschrikkelijke beest de grote slang de slang is groot en angstaanjagend het verschrikkelijke beest het verschrikkelijke beest de grote slang Voorzetsels +acc. +acc. +acc. naar, naar binnen, tot op … af, naar naar(toe), tot Bijwoorden Bijwoorden maken duidelijk waar, wanneer en hoe iets gebeurt of het geval is, bijv.: daar meteen, onmiddellijk zo, op die manier (zij bewondert) erg, zeer erg (angstaanjagend) en, maar (vertalen na een komma) er komt nog een zin, die zin begint met (blijft onvertaald) dan, dus (nadruk, moeilijk te vertalen) - dan, nu (als verhaal verdergaat) - dus (in een conclusie) Of in welke mate iets het geval is, bijv.: Partikels Partikels zijn kleine woordjes die een verband tussen twee zinnen of zinsdelen leggen WERKWOORD ZIJN 3e persoon [ev]: 3e persoon [mv]: SAMENTREKKING BIJ De 1e persoon meervoud van is . De -- is door samentrekking ontstaan uit - - . De 2e persoon meervoud is . De -- is door samentrekking ontstaan uit - - . WERKWOORDEN: ONDERWERP MEERVOUD, WERKWOORD ENKELVOUD Wanneer het onderwerp een onzijdig meervoud is, staat de persoonsvorm meestal in het enkelvoud. Voorbeeld: de kinderen zeggen PREDICATIEF: PREDICATIEF GEBRUIK BIJVOEGLIJK NAAMWOORD Let op in de volgende zin: Theseus zoekt alleen / als enige / in zijn eentje de Minotauros In de bovenstaande zin zegt het bijvoeglijk naamwoord () niet alleen iets over Theseus, maar ook over de manier waarop hij handelt (). Dit gebruik van het bijvoeglijk naamwoord noemen we predicatief of ‘dubbelverbonden’. Je kunt in zo’n geval in het Nederlands vaak ‘als’ toevoegen (als enige). PLAATS VAN DE GENITIVUS De genitivus staat: 1. 2. Tussen lidwoord en zelfstandig naamwoord: Na het zelfstandig naamwoord, waarbij het lidwoord van het zelfstandig naamwoord (meestal) wordt herhaald: de god van de wijn de god van de wijn HERHALING VAN HET LIDWOORD het verdriet over Ariadne de god van de wijn Het lidwoord van een zelfstandig naamwoord wordt herhaald om aan te geven dat de volgende bepaling iets meedeelt over het zelfstandig naamwoord. ZELFSTANDIGE NAAMWOORD OP -met lidwoord Een kleine groep zelfstandige naamwoorden heeft het vrouwelijk lidwoord maar de uitgangen van , bijvoorbeeld het eiland: