______________________________________________________ DE BATAAFSE GRONDWET VAN 1798: EEN KEERPUNT IN DE NEDERLANDSE STAATSRECHTSGESCHIEDENIS Arthur Elias (Universiteit Leiden) 1 Inleiding De republiek Zuid-Afrika heeft sinds 1996 een democratische grondwet. Wanneer ik als buitenstaander naar deze grondwet kijk, valt een aantal punten op. In de eerste plaats valt positief op dat in een politiek en maatschappelijk zo gedifferentieerde maatschappij, als die van Zuid-Afrika, een evenwichtige grondwet tot stand gebracht is, waarin alle elementen van een moderne 21e eeuwse democratie terug te vinden zijn. Daarbij moet tegelijkertijd geconstateerd worden dat ook in Zuid-Afrika, het papier geduldig zal zijn. Zo zal een concretisering van de sociale grondrechten, die ik gemakshalve samenvat als "ieder mens heeft het recht op een menswaardig bestaan" nog lang op zich laten wachten. Afgezien van de bepalingen in de Zuid-Afrikaanse grondwet, die territoriaal bepaald zijn (bijv de bepalingen over taal), zijn er tussen de Zuid-Afrikaanse en de Nederlandse grondwet veel punten van overeenkomst en wederzijdse herkenning aan te wijzen. Ik licht dit aan de hand van slechts één voorbeeld toe. Artikel 1 van de Nederlandse grondwet zegt: "Allen, die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is niet toegestaan." In de Afrikaanse tekst van de Zuid-Afrikaanse grondwet1 wordt onder meer gezegd: "[D]ie staat mag nie regstreeks of onregstreeks onbillik teen iemand diskrimineer op een of meer gronde nie, met inbegrip van ras, geslagtelikheid, geslag, swangerskap, huwelikstaat, etniese of sosiale herkoms, kleur, seksuele georiënteerdheid, ouderdom, gestremdheid, godsdiens, gewete, oortuiging, kultuur, taal en geboorte." De gelijkenis is zonneklaar. Mogen we hiermee nu zeggen dat de Zuid-Afrikaanse grondwet niet origineel is en dat wellicht andere landen een bepalende en 1 Artikel 9,3 van de grondwet 1996. 18 De Bataafse Grondwet van 1798: Een keerpunt _________________________________________________________________ overheersende invloed op deze en andere artikelen van de grondwet van ZuidAfrika gehad hebben? Dit is vanzelfsprekend niet het geval. De Zuid-Afrikaanse grondwet is een originele grondwet en een product van eigen democratisch denken. Wel kan opgemerkt worden dat deze grondwet zonder twijfel voor een groot deel een product is van grensoverschrijdend internationaal denken over vrijheid en democratie, die talrijke democratieën aan het einde van de 20e eeuw gemeen hadden. Nederland kent al sinds ruim twee honderd jaar een democratische grondwet. Ten aanzien van de totstandkoming van de eerste Nederlandse grondwet in het jaar 1798, kan een soortgelijke uitspraak gedaan worden als hierboven. Aan het einde van de 18e eeuw komt een grondwet tot stand, die veel elementen van de tijdgeest bevat, maar die toch ook op een aantal onderdelen origineel genoemd kan worden. Dit laatste punt is des te verbazingwekkender, omdat Nederland — op dat moment Bataafse republiek geheten — onder sterke politieke en militaire invloed stond van Frankrijk, het toentertijd machtigste land van Europa. In dit artikel zal de totstandkoming en de inhoud van deze eerste Nederlandse grondwet nader beschouwd worden. 2 De voorgeschiedenis: De Bataafse omwenteling Nadat de Franse regering in 1793 het aristocratische regime van de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden de oorlog heeft verklaard, trekken na een wisselend verloop van de strijd uiteindelijk in januari 1795 Franse troepen de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden binnen. De Franse regering heeft bij deze operatie niet, zoals dat bij de op Oostenrijk veroverde Zuidelijke Nederlanden het geval was, de bedoeling het land in te lijven bij de Franse republiek. Steun aan de burgers, die geïnspireerd zijn door de Franse revolutie en die een verandering naar Frans voorbeeld van de staatsstructuur van de Republiek wensen, vormt het hoofddoel van deze militaire onderneming. Een en ander wordt bevestigd door met het Franse leger meegekomen volksvertegenwoordigers, die ter geruststelling van de burgers van de tot Bataafse republiek omgedoopte staat onder meer nadrukkelijk verklaren: "De Franse natie zal uw onafhankelijkheid respecteren. Het soevereine Bataafse volk kan alleen zijn eigen regeringsvorm veranderen."2 2 Colenbrander Gedenkstukken der algemeene geschiedenis van Nederland (‘s-Gravenhage 1905), dl 1, p 592. 2004 (10) Fundamina 19 ________________________________________________________________ De gebeurtenissen volgen in het begin van het jaar 1795 elkaar snel op. De stadhouderlijke familie3 vlucht naar Engeland. Overal in het land nemen revolutionairen de macht over. Ter bevestiging van de veranderde politieke situatie kondigen de, nu revolutionair samengestelde, gewestelijke besturen "Verklaringen van de rechten van de mens en van de burger" af. De Franse "Verklaringen van de rechten van de mens en van de burger" uit de jaren 1789 en 1793 hebben hiervoor in belangrijke mate als voorbeeld gediend.4 Op 26 mei 1795 wordt op voor de Bataafse republiek vooral financieel onaantrekkelijke voorwaarden het vredesverdrag van Den Haag tussen beide landen gesloten. In dit verdrag wordt door de Franse republiek de onafhankelijkheid van de Bataafse republiek erkend. Deze onafhankelijkheid is echter maar betrekkelijk, nu de Bataafse republiek door de financieel ongunstige bepalingen zo geketend is aan zijn Franse bondgenoot. Zo wordt onder meer bepaald dat 25000 man in de Bataafse republiek gelegerde Franse troepen ten laste van de schatkist van de Bataafse republiek zullen komen. Verder moet aan Frankrijk een zeer omvangrijke oorlogsschatting betaald worden. In de nu ook revolutionair samengestelde Staten-Generaal5 wordt besloten dat op korte termijn door het volk een Nationale Vergadering verkozen zal worden met als hoofdtaak het ontwerpen van een grondwet voor de nieuwe republiek. In deze grondwet zal een eenheidsstaat gestalte dienen te krijgen. Er dient derhalve definitief afscheid genomen te worden van de staatsstructuur, waarbinnen de min of meer soevereine gewesten het voor het zeggen hadden gehad. Zolang er nog geen grondwet in werking getreden is, oefent de Nationale Vergadering het dagelijks bestuur van de Bataafse republiek uit. Voor de eerste maal in de geschiedenis van Nederland vinden in het land vervolgens verkiezingen plaats.6 3 4 5 6 De stadhouder was een zeer belangrijke machtsfactor binnen de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden. Zo was hij onder meer opperbevelhebber van leger en vloot. De functie van stadhouder stamt uit de landsheerlijke periode, toen de stadhouder de plaatsvervanger van de landsheer in een gewest was. Na de afzetting in 1581 van de koning van Spanje, Filips II, als Heer der Nederlanden en het ontstaan van de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden handhaaft men desondanks deze functie. Uiteindelijk is er één, uit het huis van Oranje afkomstige, erfelijk stadhouder. Ten tijde van de Bataafse omwenteling is dat stadhouder Willem V. Zie uitgebreid Van der Burg & Boels Tweehonderd jaar rechten van de mens in Nederland (Leiden 1995) p 9 ev. De Staten-Generaal bestonden ten tijde van de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden uit vertegenwoordigers van de zeven min of meer soevereine gewesten van de Nederlanden. In dit college had ieder gewest één stem. Na de Bataafse revolutie heeft men dit college, weliswaar in revolutionaire samenstelling, voorlopig — tot de eerste bijeenkomst van een Nationale Vergadering — laten voortbestaan. Er is sprake van een kiesrecht voor mannen van 20 jaar en ouder met slechts weinig beperkingen. Zo mocht men niet van de bedeling leven. Iedere kiezer dient wel een verklaring af te leggen dat hij slechts die vorm van regering wettig acht, die gebaseerd is op de oppermacht van het gehele volk. 20 De Bataafse Grondwet van 1798: Een keerpunt _________________________________________________________________ Op 1 maart 1796 wordt deze 126 leden tellende grondwetgevende vergadering officieel in Den Haag geopend. De Franse regering houdt zich aanvankelijk zoveel mogelijk buiten de gang van zaken wat betreft de totstandkoming van een grondwet. Zo krijgt de ambassadeur van Frankrijk in de Bataafse republiek, Noël, ten einde ieder misverstand dienaangaande te voorkomen, op 1 januari 1796 van de Franse regering nog eens duidelijk de instructie om zich niet in te laten met de interne zaken van de Bataafse republiek en zich dus ook niet te bemoeien met het constitutioneel wetgevingsproces.7 3 De verwerping bij volksstemming van een eerste ontwerpgrondwet In de praktijk houdt de Nationale Vergadering zich bezig met een breed scala van onderwerpen. Zowel de belangrijkste staatszaken als de kleinste futiliteiten maken onderwerp van bespreking uit. Vanzelfsprekend nemen de discussies over de vorming van een nieuw staatsbestel hierbij een belangrijke plaats in. Zo wordt in elkaar opvolgende constitutiecommissies uit de Vergadering langdurig en uitgebreid gesproken over een op te stellen grondwet.8 Vooral de standpunten over de vraag in welke vorm de eenheidsstaat gestalte zou moeten krijgen, blijken binnen de Nationale Vergadering nogal uiteen te lopen. Uiteindelijk weet men, evenwel zonder veel enthousiasme, een compromis te bereiken. Dit compromis — een ontwerpgrondwet bestaande uit ruim negenhonderd artikelen — wordt op 8 augustus 1797 ter goedkeuring aan de stemgerechtigde Bataafse burgers voorgelegd. Het gebrek aan enthousiasme van de volksvertegenwoordigers slaat over op de stemgerechtigde burgers. Met grote meerderheid van stemmen wordt het ontwerp dan ook door het volk verworpen. Van de ongeveer 400 000 kiesgerechtigden hebben zich 27 955 vóór het ontwerp uitgesproken, terwijl 108 761 daartegen hebben gestemd. Deze uitslag is vooral ook een teleurstelling voor de regering in Parijs, die er geen twijfel over had laten bestaan, dat zij goedkeuring van deze eigen Bataafse 7 8 Zie De Gou De staatsregeling van 1798. Bronnen voor de totstandkoming (s'Gravenhage 1988-1990) dl 1, p xi. De geschiedenis van de totstandkoming van de eerste Nederlandse grondwet is aan de hand van originele archiefstukken uitgebreid beschreven door De Gou Het plan van constitutie van 1796 (‘s-Gravenhage 1975) en Het ontwerp van constitutie van 1797, 3 dln (‘s-Gravenhage 1983-1985). Zie ook De Gou De staatsregeling van 1798 (n 7) 2 dln. 2004 (10) Fundamina 21 ________________________________________________________________ grondwet op hoge prijs zou stellen. Ter bevordering van een stabiele situatie in de Bataafse republiek is naar de mening van de Franse regering een snelle totstandkoming van een grondwet zeer noodzakelijk. Bovendien is men van oordeel dat een zusterrepubliek zonder grondwet afbreuk doet aan het prestige van de Franse republiek.9 Vanaf dit moment wenst de regering van Frankrijk, waar bovendien na de staatsgreep van de 18e Fructidor (4 september 1797) een radicalere richting aan de macht komt, zich dan ook meer direct met de totstandkoming van de Bataafse constitutie te gaan bezighouden. 4 Een tweede Nationale Vergadering: De voorbode van een staatsgreep Aangezien de periode van anderhalf jaar, die de Vergadering gekregen had om de invoering van een grondwet te realiseren, verlopen was, komt op 1 september 1797 een nieuw verkozen Nationale Vergadering bijeen. In deze tweede Nationale Vergadering gaan de beraadslagingen over een op te stellen grondwet voort. In de verschillende constitutiecommissies van deze Vergadering wordt uitgebreid van gedachten gewisseld, maar tot overeenstemming komt men niet aangezien zelfs nog meer dan voorheen radicale en meer gematigde leden tegenover elkaar staan. De radicale leden in de Nationale Vergadering zitten in de tussentijd niet stil en beraden zich, aangemoedigd door de staatsgreep van de 18e Fructidor, reeds in september 1797 over de vraag of het niet wenselijk zou zijn om thans door middel van een staatsgreep de totstandkoming van een grondwet te forceren. Deze groep onderhoudt in Parijs al enige tijd direct en indirect contact met het lid van de Franse regering (het Directoire), Barras. Het Directoire toont zich in principe niet afkerig van een oplossing van het probleem door middel van een staatsgreep, evenwel onder voorwaarde dat een dergelijke staatsgreep met waardigheid en rust zou plaatsvinden.10 Voor deze medewerking eist Barras echter wel een ruime beloning. Hij verlangt als "bemiddelingsgeld" een bedrag van één miljoen gulden — dat later door de samenzweerders deels in linnen, haring en jenever uitbetaald zal worden.11 9 10 11 De Gou De staatsregeling van 1798 (n 7) dl 1 p xii-xv. Ibid. Ibid. 22 De Bataafse Grondwet van 1798: Een keerpunt _________________________________________________________________ Terwijl men achter de schermen reeds bezig is een militaire staatsgreep voor te bereiden wordt in de Vergadering zelf min of meer serieus van gedachten gewisseld over de democratische weg naar een eerste grondwet. Verschillende constitutiecommissies volgen elkaar in korte tijd op, maar door de tegenstellingen binnen de Nationale Vergadering lijkt een voor allen aanvaardbare oplossing verder weg dan ooit. De Franse regering verliest haar geduld. Wanneer op 30 december 1797 Delacroix als opvolger van Noël in Den Haag arriveert, blijkt dat hij naast de gebruikelijke instructies van het Directoire ook in zijn bagage een ontwerpgrondwet meegekregen heeft, die naar de mening van de Franse regering voor invoering in de Bataafse republiek in aanmerking zou moeten komen. Delacroix moet er voor zorgen dat dit "Projet d’une constitution pour la République batave" door de Nationale Vergadering zal worden goedgekeurd. Delacroix was door minister Talleyrand in de waan gebracht dat het hier om een ontwerp ging van de hand van enkele zeer verlichte leden van de Bataafse Nationale Vergadering. In werkelijkheid betreft het echter een ontwerp dat in eerste instantie opgesteld is door de Franse jurist PFC Daunou. Deze jurist had ook zijn medewerking verleend aan de totstandkoming van de Franse grondwet van 1795. Dit 'Projet' bevat een mengeling van artikelen uit het bij volksstemming van 8 augustus 1797 verworpen Bataafse ontwerp, van bepalingen uit de Franse grondwet en van enkele nieuwe ideeën. De werkelijke gang van zaken zou Delacroix opzettelijk door minister Talleyrand zijn onthouden opdat de ambassadeur op deze wijze onbevangen iedere vorm van bemoeienis van de zijde van de Franse regering zou kunnen verbergen.12 5 De staatsgreep van 1798 Ondertussen waren de radicale leden van de Nationale Vergadering steeds overmoediger geworden en hadden zij zowel binnen als buiten de Vergadering steeds meer van zich laten horen. In het midden van december 1797 hadden drieënveertig leden de zaak op scherp gesteld. Zij ondertekenden een verklaring, waarin de onwrikbare eisen voor een op te stellen grondwet zijn geformuleerd. Zo wordt onder meer gesproken over een onvervalste volksregering bij vertegenwoordiging met mogelijkheden om de gekozen volksvertegenwoordigers ter verantwoording te roepen. Verder gaat men uit van de één- en ondeelbaarheid 12 De Gou De geschiedenis van een bronnenpublicatie in Grondwetgeving 1795-1806 (Haarlem 1997) p 26. 2004 (10) Fundamina 23 ________________________________________________________________ van de Bataafse republiek, zowel in staatkundig als in financieel opzicht. Departementale besturen zouden slechts administratieve taken moeten krijgen en niet over eigen inkomsten mogen beschikken. Het stuk was met de namen van de drieënveertig ondertekenaars in alle kranten van de Bataafse republiek verschenen.13 Deze "Verklaring van 43" had binnen de Nationale Vergadering tot boosheid en heftige emoties bij de gematigde tegenstanders van deze groep geleiden. Zo er ooit een mogelijkheid tot een compromis had bestaan, achtte men dit thans geheel en al uitgesloten. De voortgang van het constitutioneel wetgevingsproces vormt vanzelfsprekend een grote zorg voor de nieuwe Franse ambassadeur, Delacroix. Terwijl de ambassadeur aanvankelijk via meer officiële kanalen zijn invloed tracht aan te wenden om de hoofdpunten van het "Projet" ingevoerd te krijgen, is een andere Fransman, Brahain Ducange, het belangrijkste aanspreekpunt voor de radicale Bataven. Ducange, een man van gering allooi, was onder meer als waakhond van Delacroix naar Den Haag gestuurd.14 Het was in zijn voordeel dat hij, in tegenstelling tot Delacroix, vloeiend Nederlands sprak. Immers zelfs de leden van Nationale Vergadering beheersten de Franse taal slecht.15 Met Ducange als spin in het web weten de radicale Bataven uiteindelijk in de loop van januari 1798 van Delacroix instemming voor een aantal grondslagen voor een Bataafse grondwet te verkrijgen. In deze zogenoemde "Points constitutionels convenus" zijn zowel elementen uit de "Verklaring van 43" als uit de Franse grondwet van 1795 te herkennen. Het plegen van een staatsgreep, waarmee de regering in Parijs in feite al enige maanden geleden had ingestemd, lijkt voor de radicale Bataven het meest logische vervolg op deze overeenstemming en de meest geëigende weg om de op papier gezette gedachten over de Bataafse staatsvorm te concretiseren. Op 22 januari 1798 plegen radicale leden van de Nationale Vergadering met daadwerkelijke steun van het leger volgens een door de Franse regering vooraf goedgekeurd plan dan ook een staatsgreep. Achtentwintig volksvertegenwoordigers worden gearresteerd, terwijl de overige representanten pas tot de Vergadering worden toegelaten na het afleggen van een eed tegen het 13 14 15 Zie Colenbrander De Bataafsche republiek (Amsterdam 1908) p 117 ev. Volgens De Gou Grondwetgeving 1795-1806 (n 12) p 24 was Ducange "een berucht geheim spion tijdens het Schrikbewind, internationaal crimineel van klasse, die zich in het verleden in verschillende Europese landen schuldig had gemaakt aan verkrachting, oplichting, afpersing, medeplichtigheid aan meer dan één moord, valsheid in geschrifte, meineed enz". Colenbrander (n 13) p 120. 24 De Bataafse Grondwet van 1798: Een keerpunt _________________________________________________________________ stadhouderschap, het federalisme en de regeringloosheid.16 Elf leden weigeren dit, terwijl van degenen die wel de eed afleggen, er zich later nog achtentwintig uit de Vergadering terugtrekken. De op deze wijze gereduceerde Nationale Vergadering noemt zich vanaf dat moment Constituerende Vergadering representerende het Bataafse volk. Tegelijkertijd wordt besloten een provisioneel Uitvoerend Bewind aan te stellen. Nog dezelfde dag verschijnt Delacroix in de Vergadering. Hij wordt de Vergadering binnengeleid "met de vereiste plechtigheid en onder het gejuich van Vivent les Républiques".17 Hij complimenteert de coupeplegers en betuigt zijn instemming met de gang van zaken. 6 Eindelijk een grondwet: Franse instemming Het moge duidelijk zijn dat de weg naar een snelle totstandkoming van een grondwet thans openligt. De Constituerende Vergadering benoemt een constitutiecommissie van zeven leden uit haar midden om het wetgevingsproces snel tot een goed einde te brengen. De commissie wenst het in een eerder stadium door haar voorgangers gedane werk niet opnieuw te doen en vindt het daarom voor de hand te liggen om bij de concretisering van de uitgangspunten in de eerste plaats voort te borduren op het werk van de laatste constitutiecommissie uit de Nationale Vergadering. Deze commissie was namelijk toch al een eind met haar werkzaamheden gevorderd. Het door Delacroix aan de commissie overhandigde "Projet d’une constitution pour la République batave" laat men daarom terzijde liggen. De Franse ambassadeur van zijn kant neemt ook geen verdere stappen om dit ontwerp van Franse origine in de Bataafse republiek ingevoerd te krijgen. Ducange blijkt dagelijks bijeenkomsten van de constitutiecommissie bijgewoond te hebben en daar langzamerhand zoveel krediet verkregen te hebben dat hij van de commissie zelfs opdracht krijgt om waar nodig ambtelijke stukken en brieven in het Frans te vertalen. Het is veelbetekenend dat hij behalve een kamer op de Franse ambassade ook een kamer in het Haags regeringscentrum verkregen had.18 Iedere avond brengt hij aan Delacroix, "die door gebrekkige kennis van de 16 17 18 Het zich uitspreken tegen het federalisme is voor een aantal afgevaardigden een breekpunt. Immers door de meer gematigde leden van de Nationale Vergadering werd met overtuiging het federalisme aangehangen als uitgangspunt voor de Bataafse republiek. Zij waren voorstanders van een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Er bestond binnen de Nationale Vergadering overigens weinig animo om terug te keren naar een statenbond: de structuur van de voormalige Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden. Aldus Rogge Geschiedenis der staatsregeling voor het Bataafsche volk (Amsterdam 1799) p 508. De Gou Grondwetgeving 1795-1806 (n 12) p 27 ev. 2004 (10) Fundamina 25 ________________________________________________________________ Nederlandse taal alles wijsgemaakt kon worden",19 verslag uit van de voortgang van de werkzaamheden van de commissie. Op deze manier weet hij zich als schakel tussen Delacroix en de commissie een invloedrijke positie te verwerven. Na nogal wat heen en weer gepraat geeft Delacroix tenslotte zijn zegen aan een ontwerp, dat vervolgens op 6 maart 1798 door de constitutiecommissie aan de Constituerende Vergadering wordt aangeboden. Het hoeft geen verbazing te wekken dat de grondwet de ideeën van de coupeplegers van 22 januari 1798 weerspiegelt. Voor de formaliteit worden er nog beraadslagingen in de voltallige Constituerende Vergadering gehouden. Op 17 maart 1798 wordt het ontwerp vervolgens door de Vergadering goedgekeurd. Delacroix is ook bij deze gedenkwaardige bijeenkomst prominent aanwezig. Zo schrijft Rogge over zijn optreden: "De Fransche gezant bij dezelven tegenwoordig kon zich zelfs niet onthouden van in de algemeene goedkeuring en toejuiching te deelen en zijn geroep Vivent les héros du 22 janvier te vermengen met die van leeve de Republiek."20 Vervolgens moeten de stemgerechtigde burgers nog hun oordeel over de ontwerpgrondwet uitspreken. Dit blijft een riskante zaak, ondanks het feit dat door de staatsgreep van 22 januari de gematigde revolutionairen van hun politieke macht ontdaan zijn. Toch wenst de Constituerende Vergadering ten einde op de staatsgreep een legitiem etiket te kunnen plakken de wettelijk voorgeschreven volksraadpleging te laten plaatsvinden. Men tracht echter de kans op verwerping van de grondwet te minimaliseren. Daartoe wordt vanuit het regeringscentrum, Den Haag, een aantal mensen het land ingezonden, die de opdracht hebben de kiezerslijsten van mogelijke tegenstanders van de nieuwe ontwikkelingen te ontdoen. Verder dient een potentiële stemmer zich alvorens een stem te mogen uitbrengen, evenals dat bij de instelling van de Constituerende Vergadering op 22 januari het geval was, in het openbaar uit te spreken tegen "het stadhouderschap, het federalisme en de regeringloosheid". Deze schijnvertoning verloopt geheel naar wens van de radicalen. De grondwet wordt dan ook met grote meerderheid van stemmen op 23 april 1798 door de kiesgerechtigden goedgekeurd. Op 1 mei daaropvolgend treedt de grondwet in werking. 7 De Bataafse grondwet van 1798 19 20 Ibid. Rogge (n 17) p 542 ev. 26 De Bataafse Grondwet van 1798: Een keerpunt _________________________________________________________________ De Bataafse grondwet van 1798 bestaat uit drie delen: de algemene beginselen, de burgerlijke en staatkundige grondregels (tezamen 72 artikelen) en de eigenlijke grondwet (308 artikelen). De Bataafse republiek wordt gezien als een gecentraliseerde eenheidsstaat ("De Bataafse republiek is één en ondeelbaar")21 met machtenscheiding, waarbij aan de volksvertegenwoordiging de belangrijkste plaats wordt toegekend: "De drie voorname machten in een welgeregelde Republiek zijn: 1. De Vertegenwoordigende Hoogste Macht; 2. De Uitvoerende Macht; 3. De Rechterlijke Macht."22 De vertegenwoordigende hoogste macht berust bij een Vertegenwoordigend Lichaam, dat wordt gekozen door de kiesgerechtigde burgers. Na verkiezing splitst dit college zich op in een Eerste en een Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het recht van initiatief tot wetgeving, terwijl de Tweede Kamer wetten slechts kan goedkeuren of verwerpen. De uitvoerende macht berust bij een Uitvoerend bewind, bestaande uit vijf leden. Voor de specifieke onderdelen van de staatstaak kan het Uitvoerend Bewind agenten — ministers — benoemen. Om de herinnering aan de vroegere provinciale soevereiniteit zo klein mogelijk te doen zijn en een opleving daarvan uit te sluiten worden er departementen gevormd met nieuwe namen en met grenzen, die afwijken van die van de voormalige provincies. Deze departementen hebben slechts administratieve taken. Alle schulden van de voormalige gewesten worden samengebracht tot één nationale staatsschuld. Het kiesrecht is aan beperkingen gebonden. Vanzelfsprekend is er slechts sprake van mannenkiesrecht. Verder moet men minstens 20 jaar oud zijn en een aandeel hebben in de lasten van de maatschappij. Voor het passief kiesrecht geldt het vereiste dat men moet kunnen lezen en schrijven, terwijl voor het actief kiesrecht dit vereiste een jaar na de inwerkingtreding van de grondwet gaat gelden. Verder is voor de uitoefening van het kiesrecht vereist dat men zich in het openbaar uitspreekt tegen stadhouderlijk bestuur, federalisme, aristocratie en regeringloosheid. Voorafgaand aan de eigenlijke grondwet wordt in de burgerlijke en staatkundige grondregels onder meer een aantal grondrechten opgesomd, zoals de vrijheid van drukpers, vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, recht van petitie, de 21 22 A 1 van de eigenlijke grondwet. De inleiding van Titel 3 van de eigenlijke grondwet. 2004 (10) Fundamina 27 ________________________________________________________________ onschendbaarheid van de woning, de bescherming van eigendom enzovoorts. Tevens is de scheiding van kerk en staat daarin terug te vinden.23 Verder zijn er een reeks van staatkundige voorschriften in de burgerlijke en staatkundige grondregels opgesomd. Zo wordt geheel passend in de eenheidsfilosofie en de wens naar rechtszekerheid voor de Bataafse burgers voorgeschreven dat het recht moet worden gecodificeerd: op korte termijn zullen burgerlijk recht, strafrecht en procesrecht in wetboeken opgetekend moeten worden. Daarnaast zijn er een aantal fundamentele verlichte voorschriften ten aanzien van het voeren van een strafproces opgenomen. Zo is het verbod opgenomen om een verdachte onder fysieke dwang tot een bekentenis te dwingen. Ook wordt vastgelegd dat alle vonnissen in het openbaar moeten worden uitgesproken. Er wordt recht gesproken in naam van het Bataafse volk. Zelfs is de nauwe verbondenheid met de Franse republiek in deze regels te herkennen: "Het Bataafse volk overtuigd dat de belangen der verenigde Franse en Bataafse republieken door derselver onderlinge samenstemming altijd het gelukkigst zullen bevorderd worden, wil van zijn zijde nimmer enige afzonderlijke verbintenis met die volken, wier staatkundig belang in tweestrijd is met de voorspoed der beide natiën."24 In de grondwet zelf wordt vastgelegd dat er op korte termijn één nationaal belastingstelsel voor de gehele republiek moet komen. Tevens worden een aantal voorwaarden genoemd, waaraan dit stelsel zal moeten voldoen. Zo wordt bepaald dat de opstellers van een dergelijke belastingplan in zekere mate rekening zullen moeten houden met de draagkracht van de belastingplichtigen. 8 Overeenkomsten en verschillen tussen de Franse en de Bataafse grondwet Wanneer we de inhoud van de Bataafse grondwet van 1798 nader bezien, wordt het duidelijk dat er zowel systematisch25 als inhoudelijk sprake is van grote 23 24 25 Ten tijde van de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden had de gereformeerde kerk een bevoorrechte positie. A 68 van de Bataafse burgerlijke en staatkundige grondregels. Zoals hiervoor reeds vermeld is bevatten de voor de eigenlijke Bataafse grondwet geplaatste algemene beginselen en burgerlijke en staatkundige grondregels niet alleen een opsomming van rechten en plichten, maar ook een reeks van staatkundige voorschriften (totaal 72 artikelen). Voor de Franse constitutie is een "Déclaration des droits et devoirs de l’homme et du citoyen" te vinden, bestaande uit 22 artikelen "rechten" en 9 artikelen "plichten". In deze Franse verklaring zijn niet grondrechten, zoals vrijheid van meningsuiting, 28 De Bataafse Grondwet van 1798: Een keerpunt _________________________________________________________________ verschillen met de Franse grondwet van 1795. Er is natuurlijk ook sprake van een zekere mate van overeenstemming: beide grondwetten zijn kind van hun tijd en zijn geschreven in de geest van de Franse revolutie en de door de Franse revolutie geïnspireerde Bataafse omwenteling, waarbij optekening van grondrechten, de toepassing van de machtenscheiding en de concretisering van de eenheid van het land vanzelfsprekende, met elkaar vergelijkbare, elementen zijn. Mochten de Bataafse revolutionairen van deze gedachten hebben willen afwijken, dan zou de Franse regering daarvoor toch zeker nooit toestemming hebben verleend. Maar zelfs in de formulering van de grondrechten zijn er wezenlijke verschillen tussen beide grondwetten waar te nemen. De Bataafse grondwet treedt daarbij veel meer in detail. Laten we dit aan de hand van een voorbeeld toelichten. In de Franse grondwet van 1795 wordt kort en bondig gesproken over de vrijheid van meningsuiting in woord en geschrift: "Niemand kan verhinderd worden te zeggen, schrijven, drukken en publiceren wat hij denkt. — Geschriften kunnen voor publicatie aan geen enkele vorm van censuur onderworpen worden — Niemand is verantwoordelijk voor wat hij geschreven of gepubliceerd heeft dan in gevallen voorzien door de wet."26 We leggen hier nu naast het vergelijkbare artikel uit de Bataafse grondwet van 1798: "Ieder burger mag zijn gevoelens uiten en verspreiden op zodanige wijze als hij goedvindt, des niet strijdig met het oogmerk der maatschappij. De vrijheid van drukpers is heilig, mits de geschriften met de naam van uitgever, drukker of schrijver voorzien zijn. Deze allen zijn ten allen tijde aansprakelijk voor alle zoodanige bedrijven door middel der drukpers ten aanzien van afzonderlijke personen of der ganse maatschappij begaan, die door de wet als misdadig erkend zijn."27 Zoals hiervoor reeds is gezegd zijn beide grondwetten een product van het gedachtegoed van de Franse revolutie. Het ligt dan ook voor de hand dat de Bataafse grondwet, net zoals de Franse grondwet van 1795, uitgaat van een strikte machtenscheiding, waarbij de wetgevende macht — zeker in theorie — zich bij uitsluiting bezig houdt met het proces van wetgeving. Zo zien we dat de Eerste en Tweede Kamer in de Bataafse republiek vergelijkbare taken hebben als de Raad van Vijfhonderd en de Raad der Ouden in Frankrijk. Toch is ook op dit 26 27 drukpers enz opgenomen. Deze zijn terug te vinden in Titel XIV van de Franse grondwet zelf onder het hoofd "Dispositions génénerales". A 353 van de Franse grondwet van 1795. A 16 van de Bataafse burgerlijke en staatkundige grondregels. 2004 (10) Fundamina 29 ________________________________________________________________ onderdeel sprake van een eigen Bataafse invulling en niet van letterlijke overname uit Frankrijk, bijvoorbeeld op het gebied van de wijze van verkiezing en het aantal afgevaardigden. Volgens de Bataafse grondwet wordt de uitvoerende macht toebedeeld aan een Uitvoerend Bewind, bestaande uit vijf leden. Ontegenzeggelijk is in dit geval gekeken naar de grote Franse broer:28 "[D]e Uitvoerende macht is opgedragen aan een Directoire van vijf leden."29 Maar ook op dit punt zien we een eigen Bataafse reglementering van dit staatsorgaan. Deze voorbeelden, waaruit de eigenheid van de eerste Nederlandse grondwet overduidelijk blijkt, kunnen met een reeks van andere voorbeelden uitgebreid worden. Ten slotte kan nog opgemerkt worden dat de Bataafse grondwet van 1798 ook op het terrein van de rechtspraak een eigen aan de Bataafse situatie aangepaste weg is gegaan. Zo wordt er niet, in tegenstelling tot in de Franse grondwet, gesproken over juryrechtspraak. De instelling van een "Tribunal de cassation"30 vinden we evenmin in de Bataafse republiek terug. 9 Conclusie: Een eigen Bataafse weg onder Franse goedkeuring Uit het voorafgaande moge duidelijk zijn geworden dat de Bataafse revolutionairen intern te verdeeld waren om zonder steun van buitenaf de zo vurig gewenste grondwet tot stand te brengen. Aanvankelijk bestond van Franse zijde de wens om de Bataven geheel zelfstandig hun constitutionele arbeid te laten verrichten. Maar na de verwerping in augustus 1797 van een ontwerpgrondwet door de Bataafse burgers raakt de Franse regering geïrriteerd over de trage voortgang van het constitutioneel wetgevingsproces binnen de Bataafse republiek. Men besluit vanaf dat moment zich daadwerkelijk te gaan mengen in de Bataafse zaken. De Fransen doen dit echter op zo’n manier dat de Bataven het gevoel behouden dat zij zelf nog enigszins hun eigen koers kunnen bepalen. Vandaar dat men de invoering van het "Projet d’une constitution pour la République batave" niet heeft doorgedrukt. Wel weet men de Bataafse radicalen aan zich te binden door in de aanloop tot en tijdens de staatsgreep van 22 januari 28 29 30 De leden van het Bataafse Uitvoerende Bewind werden in de praktijk ook wel "Directeuren" genoemd. A 132 van de Franse grondwet van 1795. Er is in de grondwet slechts sprake van een Hoog Nationaal Gerechtshof ter berechting van hoge publieke functionarissen. 30 De Bataafse Grondwet van 1798: Een keerpunt _________________________________________________________________ 1798 al wat zij verrichten goed te keuren. Na de staatsgreep laat men de radicale Constituerende Vergadering formeel haar eigen weg naar de totstandkoming van een grondwet bewandelen. Dit gebeurt echter niet zonder dat bij iedere stap, die op de weg gezet wordt, Franse instemming wordt verkregen. Door deze manier van handelen is het voor de Fransen mogelijk geweest naar buiten de schijn op te houden dat de machthebbers in de Bataafse republiek een eigen koers voeren. Dat de Bataafse revolutionairen niet voor de verleiding gezwicht zijn om de grote Franse broer letterlijk na te volgen, maar een eigen aan de Europese tijdgeest aangepaste Nederlandse grondwet hebben opgesteld, zal door de Franse regering alleen maar toegejuicht zijn. Immers, op deze wijze kon naar buiten toe de onafhankelijkheid van de Bataafse republiek voorgewend worden, terwijl het aan een ieder toch duidelijk geweest moet zijn dat de Bataven slechts bij de gratie van de Franse regering hun constitutioneel wetgevingsproces konden voltooien.