Hoofdstuk 2: Rechtsstaat

advertisement
Hoofdstuk 2: Rechtsstaat
Basisprobleem
Fundamenteel zijn er drie grote basisproblemen te onderscheiden in de rechtsstaat;

De verhouding tussen recht en macht
Cruciale vragen hierbij zijn; is recht onderworpen aan de macht? Is de macht
gebonden aan het recht? Wat domineert wat?
En dat is nu net het essentiële in deze probleemstelling. Enerzijds zijn het de officiële
machthebbers (politici; uitvoerders en wetgevers) die de regels opstellen/aanpassen,
anderzijds is het de rechterlijke macht die ze ‘arbitrair’ toepast en interpreteert (maar
wel degelijk binnen het wettelijk-legaal kader).

Recht en rechtsstaat = meer dan regels alleen?
Is er een dictatuur van recht of leven we in een sociale democratische rechtsstaat?
Wordt alles geregeld door regeltjes waarbij de meest onethische zaken ook kunnen in
wetten gegoten worden? Denk aan de holocaust; de ‘rechtsstaat’ (nazi-)Duitsland
vervolgde op gigantische schaal alle niet-Ariërs. Moreel was dit afschuwelijk,
juridisch deden ze niets verkeerd. De vervolging was zelfs wettelijk vastgelegd; de
Nürnbergerwetten. De problematische vraag is; kunnen diegenen die de rechtsregels
maken en toepassen/interpreteren alles wat ze willen binnen het wettelijk kader of zijn
er wel degelijk nog sociale en ethische remmingen?

Onpopulariteit
Bepaalde essentiële elementen van het recht (zoals de mierenneukerij van de
procedurefouten) leveren ook heel wat onpopulariteit op. Zo kan men vragen stellen
bij het aanhalen van procedurefouten in de zaak Aquino. Zowel de publieke opinie als
de rechtbank als de advocaten zijn overtuigd van hun schuld, maar de regels
(formalisme) moeten gerespecteerd worden om de rechtsstaat in stand te houden. Als
men uitzonderingen begint te maken creëert men precedenten en wie weet waar dat
eindigt.
*Michael Vanhee /-/ 1ste Bachelor in de Rechten /-/ Cursus Basisbegrippen van recht /-/ AJ 2014-2015*©
Verhouding recht en macht doorheen de geschiedenis
Doorheen de geschiedenis zijn er verschillende verhoudingen geweest tussen recht en macht.
Een belangrijk opmerking is dat de evolutie doorheen de eeuwen gepaard ging met een
toename van het burgerschap. We lijsten even de belangrijkste periodes op;

Griekse stadstaten
In de Griekse stadstaten was het rechtelijke leven nauw verbonden met de politieke
wereld. Ook het burgerschap kenden de grieken al; burgers van de stad hadden meer
rechten dan slaven en buitenstaanders.

Romeinse republiek
Onder het Romeinse Rijk kwam het echte burgerschap tot stand zoals we die vandaag
kennen. Ook het hedendaagse concept van wat macht, recht en politiek is kwam tot
stand onder de koningen, consuls en keizers van Rome. De Romeinen voerden het
concept ‘burgerschap’ in om de echte Romeinen te beschermen tegen
machtswillekeur. En de Romeinen hebben heel wat machtswillekeur gekend doorheen
hun geschiedenis; koningen en dictators bijvoorbeeld.

Feodaal Europa
In het feodale Europa waren het vooral de lokale edellieden die werkelijk alles voor
het zeggen hadden. In hun heerlijkheid had men zowel de politieke als de
economische als de wetgevende als de uitvoerende als de rechtelijk macht in handen.
Naast bestuurder van ’s Konings gronden, was de lokale leenheer ook de rechter die
rechtsprak adhv zijn eigen inzicht en adhv van de lokale gewoonterechtelijke regels. In
de Middeleeuwen kende men in de steden een opkomst van de burgerij, maar op het
platteland was de boer (on)rechtstreeks voor ‘alles’ afhankelijk van de heer.

Absolute vorsten  Kerk en adel
Het feodale verhaal bleef echter niet duren, centralistische vorsten wilden zelf recht
spreken en probeerden een uniforme wetgeving (onder impuls van hun Romeinse en
Canonieke Rechtsgeleerden) te installeren in gans het rijk. Dit deed natuurlijk afbreuk
aan de vroeger o zo machtige kerkelijk en ‘heerlijke rechtbanken’. De bevolking werd
stilaan ‘burger’ van natiestaten, en niet meer simpele inwoners van steden, dorpen,…
heerlijkheden.

Burgerij
In de late middeleeuwen en de nieuwe tijd (Ancièn Régime) begon het begrip pas echt
voeten aan de grond te krijgen. De bewoners van steden, en later ook ‘alle’ inwoners
van een land werden burger genoemd met elk zo hun eigen vrijheden en rechten. Als
stuwers en dragens van de economie eisten deze burgers meer inspraak in de ordening
van de maatschappij.
*Michael Vanhee /-/ 1ste Bachelor in de Rechten /-/ Cursus Basisbegrippen van recht /-/ AJ 2014-2015*©

Proletariaat
Tezamen met de industriële revolutie deed ook het proletariaat zijn intrede. Het
proletariaat waren de (arme) arbeiders en loonwerknemers die in de fabrieken
werkten. De economische en industriële vooruitgang ging gepaard met heel wat
sociale armoede en mishandeling. Op een bepaald punt pikten de arbeiders dit niet
meer en kwamen ze op straat om te protesteren tegen de wantoestanden en voor meer
loon en inspraak. Wederom de verhouding recht/macht. De rechtsregels werden
gerespecteerd door de fabriekseigenaars, maar toch kwamen de ‘employées’ op straat
en ‘grepen’ ze de macht voor een verbetering in de maatschappij.
De liberale rechtsstaat; vrijheden
Iedereen is uniek, ieder individu is uniek en heeft zo z’n eigen eisen. Maar wat we allemaal
gemeenschappelijk hebben is dat we (basis)vrij willen zijn. Daarom hebben de instanties in
een rechtsstaat respect voor de individu. Echter, om deze basisvrijheden te waarborgen
moeten er regels opgelegd worden om geen misbruik mogelijk te maken van teveel vrijheid
voor de ene en te weinig voor de anderen.
De burger moet zich houden aan een ‘impliciet contract’; we staan vrijheid af, de rechtsstaat
herverdeelt die vrijheid zodat iedereen (op vlak van basisvrijheid) gelijk is en zodat iedereen
kan genieten van de elementaire waarden zoals respect, veiligheid, vrijheid,…
We kunnen de vrijheden van het individu onderverdelen in 4 grote catergoriën;

Politieke vrijheden
Onder politieke vrijheden verstaan we dat we de garantie krijgen in een democratie te
leven (we laten ons vrijwillig besturen (John Locke) door vertegenwoordigers die we
zelf aangeduid hebben). Ook hebben we de garantie van het burgerschap, de gelijke
politieke rechten (kiezen en verkozen worden) en dat de staat ons leven niet a priori
predestineert. We mogen met andere woorden ons eigen leven leiden zoals we zelf
willen (maar wel binnen het wettelijke kader) zonder dat we gediscrimineerd of
geviseerd worden voor onze daden.
Er is ook een sociaal contract (Rousseau) tussen het volk en de staat. Wij moeten aan
een aantal plichten voldoen in ruil voor de bescherming van onze rechten door de staat
en vice versa.

Wettelijke vrijheden
Bij de wettelijke vrijheden mogen we erop rekenen dat regelgeving kwalitatief
(algemeen, voorspelbaar, afdwingbaar, niet arbitrair,…) is en dat de procedures en
vormgeving bij/wetten volgens het boekje verloopt.
*Michael Vanhee /-/ 1ste Bachelor in de Rechten /-/ Cursus Basisbegrippen van recht /-/ AJ 2014-2015*©
Willekeur wordt totaal uitgesloten. Alhoewel de individuele interpretatie van de
rechter natuurlijk wel om de hoek komt kijken.
Cfr. Het adagium ‘Dura lex, sed lex’ Harde wet, maar het is de wet! Alles moet
constant en vast verlopen volgens het vastgelegde kader.

Persoonlijke vrijheden
Hier worden we gevrijwaard van onze vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid,
toestemming tot verenigen,… dit noemt men ook wel substantiële garanties.
Deze persoonlijke vrijheden impliceren echter ook beperkingen aan de politieke en
wettelijke vrijheden; er is geen tirrannie van de meerderheid mogelijkheid.
Minderheden hebben nog steeds hun basisrechten en worden bij wet beschermd. Het is
dus niet allen voor zich en de meerderheid wint, nee; allen voor zich en respect voor
allen.

Institutionele vrijheden
Enkele institutionele vrijheden zijn bijvoorbeeld de verworven vrijheden in de
grondwet, de scheiding der machten (horizontaal; UM, WM, RM en verticaal;
bestuurslagen), evenwicht en samenwerking tussen machten en niveaus, bescherming
en onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.
Echter; de uiteindelijke macht ligt bij de rechters. Zij interpreteren en passen de wetten
toe naar eigen goeddunken, maar wel binnen het wettelijk referentiekader.
Hier is er wel een gevaar voor juridisch activisme; rechters kunnen los interpreteren;
geef ze een vinger en ze pakken een arm. Maar niet gevreesd; ook rechters zijn
beperkt. Ten eerste; er is de suprematie van internationaal recht en de grondwet. Ten
tweede; rechters moeten laten afdwingen, zelf hebben ze geen politionele of militaire
troepenmacht ter beschikking. Hierbij is de rechtscultuur dus van belang; repressief
(ieder verplichten) of preventief (al respect betonend afdwingen).
*Michael Vanhee /-/ 1ste Bachelor in de Rechten /-/ Cursus Basisbegrippen van recht /-/ AJ 2014-2015*©
“Rule of law”
Wat is rule of law? Dat is wanneer de ganse maatschappij voor de volle 100% beheerst wordt
door regeltjes en consoorten. Ik licht dit even toe adhv van 3 begrippen

Law of rules
 Recht van regels
Recht staat voor een gedeelte boven de macht. Machthebbers creëren, maar
eenmaal gemaakt is het aan de RM om ze toe te passen. Law of rules impliceert
ook formele wettigheid; vormelijke wettigheid. De regelgeving moet volgens een
vast stramien opgesteld worden en aan bepaalde eisen voldoen.

Law rules
 Rechtsregels
Dit impliceert grenzen aan de macht. De maatschappij moet worden beheerst door
egels en niet door mensen.

Rule of legitimacy
 Recht door legitimatie
Recht kan slecht gelegitimeerd worden wanneer ze de kwaliteitscontrole doorstaan
heeft. Wat houd een kwalitatieve regelgeving nog in? kwalitatieve rechtspraak is
een evenwicht zoeken tussen het gebieden van goede handelingen en het verbieden
van slechte handelingen.
De rechtsstaat en…
De rechtsstaat is nauw verweven met heel wat deelaspecten van onze maatschappij, hier
worden er een aantal opgelijst.

Democratie
De rechtsstaat en democratie zijn nauw verweven. Zonder democratie geen rechtsstaat
en vice versa. In een democratische rechtsstaat is het nodig dat de formele wettigheid
gelegitimeerd wordt (maw dat de vormelijke eisen gedragen worden door de
bevolking) en dat de rechtsstaat een basis aan persoonlijke vrijheden voorziet, want
zonder deze vrijheden geen openbare participatie aan de (politiek) democratische
ordening van de maatschappij.

Economie
Economische vrijheden zijn nauw verbonden met de rechtsstaat. Zoals John Locke
stelde; economische vrijheid is deel van de persoonlijke vrijheid. Eigendomsrechten,
kapitalisme, economisch liberalisme,… kan slechts gegarandeerd worden door de
rechtsstaat.
*Michael Vanhee /-/ 1ste Bachelor in de Rechten /-/ Cursus Basisbegrippen van recht /-/ AJ 2014-2015*©

Religie
Religie mag onder geen beding verbonden zijn met de rechtsstaat. Is ze dit wel, dan is
het risico op een religieuze dictatuur (scheiding kerk/staat) of de verspreiding van
regels met als basis het geloof (Sharia). De rechtsstaat moet echter de
godsdienstvrijheid respecteren.

Cultuur
De rechtscultuur is essentieel in de rechtsstaat. Hoe staan de mensen tov de staat en
het recht en vice versa. Leven de mensen de regels zonder al te veel poespas na of
niet? Dat zijn cruciale vragen bij dit onderdeel. Ook of de staat repressief of
preventief optreed is onderdeel van de cultuur en heeft ook een invloed op de houding
van de mensen.
Is de rechtsstaat Westers?
Blijkbaar hebben enkel Westerse landen (of Westers geïnspireerde landen) een echte
rechtsstaat zoals wij die kennen. Veel landen hebben een alternatief zoals een dictatuur, een
theocratie,..
Bij ons kwam de evolutie van de rechtsstaat tot ontwikkeling in drie stadia, drie historische
stadia waarvan de context veronderstelt gekend is.



Post WOII
Post 1989
Post 2007
Democratie en rechtsstaat zijn meer dan regeltjes alleen. Kijk maar naar de zogenaamde
democratieën Rusland en Turkije. Dat zijn ook rechtsstaten, maar dan een rechtsstaat waar de
regelgeving, verkiezingen en democratie een middel zijn voor de machthebbers.
We leven in een (crisis)tijd waarin oude vragen en keuzes terug (dreigen) te komen; l’histoire
se répète…
De rechtsstaat in hyperdrive
Door de globalisering, internationalisering en regionalisering zijn er meerder rechtsstaten
tegelijk… wat zorgt voor een sneeuwbaleffect; meer staten, regio’s instanties, organisaties;
meer wetgeving. Onze huidige samenleving lijd aan wat men noemt ‘juridisering’ en
bureaucratisering. Maw; er is een inflatie aan regels en loketjes. Je kan het zo gek niet
bedenken of er bestaat een regel en/of een ambtenaar voor. Niets kan en mag nog
vanzelfsprekend zijn, alles moet volgens het boekje gaan en alles moet in het boekje staan.
Hoe meer regels, hoe meer juristen en advocaten en ook hoe meer processen en klachten.
*Michael Vanhee /-/ 1ste Bachelor in de Rechten /-/ Cursus Basisbegrippen van recht /-/ AJ 2014-2015*©
Want hoe meer regels, hoe meer mogelijkheden tot inbreuk er ook zijn. En zeg nu zelf; een
jurist leeft van processen en zaken. Het is zijn broodwinning…
Zijn er remedies tegen deze inflatie(s) ? Ja is het antwoord;

RIA: Preventie Impactanalyse
De gevolgen van regelgeving gaan analyseren en nadien dan kijken of er aanpassingen
moeten gebeuren en/of de regel nog überhaupt ontworpen moet worden.

Uitdovingsclausules
Bepaalde regels maar voor bepaalde tijd toepassen. Niet alle regels zijn toepasbaar in
alle tijden en periodes.

Evaluaties
Er zouden ook evaluaties kunnen komen om zo na te gaan of een bepaalde wet nog
voldoet aan de kwaliteitsnormen en/of ze nog relevant is voor de tijd waarin de
evaluatie gebeurt.

Administratieve vereenvoudiging en versnelde procedures
Dit zou de bureaucratisering naar beneden helpen en een grotere efficientië van de
rechtsstaat stimuleren.

ADR: Altenative Dispute Resolution
Onder ADR verstaan we bemiddeling. Niet alles hoeft maanden- en jarenlang aan te
slepen en super veel geld te kosten. Een snelle en sociale manier van
conflictafhandeling kan al heel wat werk verrichten.

Cultuurverbetering
De rechtsstaat populairder maken en de mensen meer betrekken bij de staat kan leiden
tot een cultuurverbetering. Een maatschappij waarin de burgers veel zaken vanuit
zichzelf doen zou zorgen voor veel minder conflicten en een diepere aanpak van de
echt zware zaken.
*Michael Vanhee /-/ 1ste Bachelor in de Rechten /-/ Cursus Basisbegrippen van recht /-/ AJ 2014-2015*©
Download