catechemunaat

advertisement
1
CATECHEMUNAAT
VORMINGSMOMENT 9 – SEPTEMBER
JEZUS GAAT ONS VOOR OP DE WEG VAN DE LIEFDE
ONTHAAL – KORTE EVALUATIE
Goeie vakantie gehad? We zijn halfweg. Een goed moment om eerst even stil te staan:
Wat betekent het catechumenaat voor mij? Hoe voel ik mij in deze vormingsgroep?
Om je te helpen volgt hier een lijst met trefwoorden, in alfabetische volgorde. Kies er
drie uit waarin je je herkent en vertel kort hoe: anders – angst – bidden – bijbel boeiend - confrontatie - deugddoend - diepgaand – eenzaam – kiezen - lang – moeilijk –
nieuw - nodig – ontdekking - ontgoocheling – ontmoeting - overbodig – pijn - stilte –
twijfel – verbazing - verlangen – verwarrend - vragen – vreugde - zingen.
HET TWEEDE DEEL VAN HET MARCUSEVANGELIE: MC 8,31 – 10,45
OP WEG NAAR JERUZALEM - WAT BETEKENEN JEZUS’ LIJDEN EN DOOD?
Marcus is de eerste die een evangelieboek schrijft. Op een heel eigen manier zoekt hij
naar de betekenis van Jezus’ lijden en dood. Dit vormt het tweede deel van zijn boek.
Het is ook een moeilijke vraag. Hoe kan Jezus ons redden, als hij sterft?
Marcus vertelt hoe Jezus voelt dat zijn optreden bij de religieuze leiders veel
weerstand uitlokt. Hij begint te vrezen voor zijn leven. En hij spreekt daar open over
met zijn vrienden.
In Marcus’ boek doet Jezus dat drie keer. Als Marcus iets herhaalt, dan wil hij iets
onderstrepen: twee maal broodvermenigvuldiging, twee maal storm op het meer. Hier
herhaalt hij het drie maal! Het is dan ook de kernvraag van zijn boek.
Marcus volgt drie maal hetzelfde schema:
1. Jezus neemt zijn leerlingen apart en spreekt tot hen over zijn komend lijden en dood.
2. De leerlingen begrijpen dit niet.
3. Jezus geeft onderricht aan zijn leerlingen, over de betekenis van zijn lijden en dood.
Hij doet dat drie keer met een paradox. Wat dat is, wordt verder nog uitgelegd.
4. Daarna geeft Marcus uitspraken van en/of verhalen over Jezus, ter verduidelijking.
DE EERSTE LIJDENSVOORZEGGING & WAT EROP VOLGT - Mc 8,31-9,30
Lees eerst heel het stuk: 8,31 – 9,13 (we plaatsen 9,14-30 tussen haakjes)
1. Jezus neemt zijn leerlingen apart; hij zal gedood worden én opstaan: Mc 8,31
2. De leerlingen begrijpen Jezus niet: Mc 8,32-33
Zelfs Petrus, begrijpt Jezus niet. Hij wil Jezus van zijn plan afbrengen.
Jezus wijst hem streng terecht (8,32): dit is hetzelfde werkwoord als bij de
duiveluitdrijving (1,25)! Jezus noemt Petrus inderdaad Satan.
En hij zegt hem: Achter mij: niet tussen mij en mijn doel ! Jezus zet Petrus zijn
plaats, de plaats van de leerling: achter de Meester.
Juli 2010
2
3. Jezus geeft onderricht aan zijn leerlingen: 8,34-9,1
v34: zichzelf verloochenen: Jezus roept ons niet op tot een ziekelijke zelfontkenning,
hij leert ons dat je het Koninkrijk moet laten voorgaan op je eigen verlangens.
Soms moet je echt breken met wat jij je had voorgesteld.
zijn kruis: niet Jezus’ kruis. Je wordt niet beproefd boven jouw krachten.
v35 De eerste paradox: een uitspraak die tegenstrijdig klinkt, maar in de ervaring
toch blijkt waar te zijn. Je blijft erover nadenken, je bent er nooit mee klaar:
Wie zijn leven wil behouden
wie zijn leven verliest om mij en het evangelie
►
zal het verliezen
►
zal het behouden
Jezus zegt: Wil je iets begrijpen van de weg die ik ga, volg mij dan, verloochen jezelf en
neem je eigen kruis op (8,34). Dat is de enige weg. Wil je dat niet, wil je je leven
behouden, dan zal je je leven verliezen. Maar verlies je je leven om mij te volgen, dan zal
je je leven behouden.
Wat bedoelt Jezus concreet met je leven verliezen?
Dat maakt hij duidelijker in de twee volgende paradoxen.
v38 In plechtige woorden spreekt Jezus over het laatste oordeel: Je houding
tegenover Jezus bepaalt de uiteindelijke betekenis van je leven.
4. Twee verhalen over Jezus, als verdere uitwerking: 9,2-30
a- Een stem uit de hemel: 9,2-13
Dit verhaal staat precies midden in het boek: het keerpunt in Jezus’ leven is ook het
keerpunt van het boek. Zal hij de strijd aangaan met de dood en het kwaad? Jezus
heeft stilte nodig, en de nabijheid van zijn vrienden. Hij staat stil bij de grote verhalen
van zijn volk. Over Mozes, die met vertrouwen aan het hoofd van zijn volk naar de zee
stapt; over Elia, die wegvlucht voor zijn opdracht en door God wordt terug gestuurd
(1Koningen 19). In de stilte boven op de berg bevestigt God hem op zijn weg. Jezus zal
trouw blijven aan zijn opdracht, om er te zijn voor de kleinen. Hij gaat vastberaden naar
Jeruzalem, met het vertrouwen op God waarmee zijn voorvaderen naar de zee stapten.
v2
v3
v6
v7
v8
een hoge berg: een plaats waar God de mensen ontmoet, zoals op de Sinaï
Petrus, Jakobus en Johannes: de drie getuigen van Jezus’ strijd tegen de dood:
bij Jaïrus (5,37); hier (in 9,2), en straks in de Hof van Olijven (14,33).
als geen bleker op aarde ze maken kan: het bovenaardse wit van Gods heerlijkheid
schrik: het gaat niet om bang zijn, maar om ontzag . Dit woord is in het Grieks het
middelste - centrale - woord van het boek, het is ook het laatste woord (16,8).
Dit is mijn liefste zoon: God bevestigt Jezus, zoals bij zijn doopsel (1,11), maar nu
ter attentie van de leerlingen: Luister naar hem!
niemand behalve Jezus: voor wie Jezus volgt is er niemand behalve de mens Jezus,
maar af en toe licht in hem de heerlijkheid van God op.
(b- Genezing van een bezeten jongen: 9,14-30
Wellicht is dit verhaal een illustratie van de strijd van Jezus met het kwaad.)
Juli 2010
3
DE TWEEDE LIJDENSVOORZEGGING & WAT EROP VOLGT - Mc 9,31 – 10,31
Lees eerst heel het stuk: 9,31 – 10,31
1. Jezus neemt een tweede keer zijn leerlingen apart; hij zal gedood worden én
opstaan: Mc 9,31
2. De leerlingen begrijpen Jezus niet Mc 9,32
3. Jezus geeft onderricht aan zijn leerlingen: 9, 33-50
v35-36 Jezus maakt de 1e paradox concreet in een 2e paradox: 9,35
Wie de eerste wil zijn
► de laatste zijn en de dienaar van allen
Je leven verliezen omwille van Jezus (de 1e paradox), krijgt hier een eerste concrete
invulling: niet de belangrijkste willen zijn, maar de laatste, en de dienaar van allen. Niet
ik eerst, maar de anderen eerst. Niet de grootste in het midden, maar de kleinste.
Daarna maakt Jezus een hele rij toepassingen:
a- Een profetisch gebaar: Jezus plaatst een kind in het midden: 9,36-37
v36 Het kind staat in Jezus’ tijd helemaal onderaan op de maatschappelijke ladder.
Dáárom moet het kind bij zijn vrienden in het midden staan. Wil je zeker zijn dat
je niemand uit het oog verliest, plaats de kleinste in het centrum van je aandacht.
v37 Jezus identificeert zichzelf, en zelfs zijn Vader, met het kind.
In de kleinste die op ons beroep doet, is het God die op ons beroep doet.
b- Sta in dienst,niet van je eigen project,maar van het Gods Koninkrijk:9,38-40
c- Begin dichtbij en concreet, met een beker water: 9,41
d- Jezus meent het als het over de geringen gaat! - 9,42-50
4. Nog uitspraken van Jezus en een verhaal, als verdere uitwerking:
a- Aandacht voor de kleinste binnen een huwelijksrelatie: 10,1-12
Wij denken bij deze tekst meteen aan gehuwden die scheiden. Maar de Farizeeën zijn
hier helemaal niet bezorgd om gehuwden in moeilijkheden! Jezus spreekt hier trouwens
niet tegen gehuwden, maar tegen schriftgeleerden, die hem willen strikken met
juridische spitsvondigheden en die uitgaan van de toenmalige minderwaardige positie van
de vrouw binnen het huwelijk (er is enkel sprake van het verstoten van de vrouw, niet
van de man!). Jezus is dan ook verontwaardigd. Hier is de vrouw de ‘kleine’, die bedreigd
wordt door het eigenmachtig optreden van de man, die daarin wordt bevestigd door de
schriftgeleerden. Het is alsof Jezus tegen de schriftgeleerden zegt: Waarmee zijn
jullie bezig! Het huwelijk is een geschenk en een opdracht van God! Hij citeert uit het
tweede Scheppingsverhaal (Genesis 2), waarin juist de gelijkwaardigheid van man en
vrouw in het huwelijk sterk wordt onderstreept! En deze tekst staat in de context van
zijn oproep om dienstbaar te worden aan de kleine.
Juli 2010
4
Gehuwden zouden in deze tekst kunnen horen: dien elkaar, zoek niet te heersen over je
partner, heb aandacht en deernis voor de ‘kleine’ in je partner. Als je in een crisis de
machtigste bent, maak dan geen misbruik van je macht, maar laat je raken door de
kwetsbaarheid van de andere.
We zingen het lied: Als jij wil zal ik jou dienen, ZJ 763.
1. Als jij wil zal ik jou dienen in het spoor van onze Heer.
Bid voor mij dat ik aanvaard dat jij ook mij dient ongevraagd.
2. Voortaan pelgrims voor het leven, tochtgenoot in weer en wind,
naaste om de last te dragen, waar de weg ook leiden mag.
3. Duurt de nacht en ben je angstig, Christus’ licht houd ik jou voor;
hier mijn hand, hoor naar de vrede waar je dorstig naar verlangt.
4. Als je weent, wil ik met jou wenen, met jou lachen als je lacht;
vreugd’ en pijnen met jou delen, tot je weet: ik ben verwacht.
Een heel andere vraag is hoe we in de christelijke gemeenschap moeten omgaan met
gehuwden die in hun relatie mislukken.
Deze tekst gaat eigenlijk niet over echtscheiding, zoals wij die vandaag kennen. Maar we
kunnen ons wel voorstellen hoe Jezus zou reageren als iemand met de scherven van zijn
relatie bij hem zou komen. We weten uit de evangeliën goed hoe Jezus omgaat met
mensen die falen, die kwetsbaar worden omdat ze mislukken. We kennen zijn parabel
over het schaap dat verloren loopt waarin Jezus zegt: niet oordelen, maar zoeken, tot je
de andere vindt (Mt 18, 12-14). We weten hoe hij omgaat met de vrouw die op overspel
is betrapt, wanneer hij zegt: Ook ik veroordeel u niet. Ga, en zondig niet meer (Jo 7,538,11). En hij zegt klaar en duidelijk: God heeft zijn zoon niet naar de wereld gestuurd
om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden. (Jo 3,17;
13,47).
We kunnen besluiten:
- Loopt iemand verloren, zoek niet wie de schuld draagt (dat is Gods domein), zoek naar
de mens die verloren loopt!
- Voor God kan elke mens, op elk moment van zijn bestaan, nieuw beginnen, ook na de
ergste fout.
- Dat gescheiden mensen die een nieuwe relatie aangaan, volgens het officiële standpunt
van de Kerk, uitgesloten zouden worden van de eucharistische gemeenschap, is voor veel
katholieken onbegrijpelijk, ja een bron van pijn en ergernis. De pastorale praktijk is
gelukkig meer evangelisch. En in elk geval komt het niet toe aan de priester om te
oordelen wie wel en wie niet te communie mag komen, maar aan de betrokkenen zelf.
b- Jezus is er voor de kinderen, ze zijn hem niet te min: 10,13-16
Na de gehuwden, de kinderen. Jezus doet hier niet romantisch, hij stelt in Gods naam de
maatschappelijke orde in vraag en leert ons aandacht hebben voor de kinderen.
Juli 2010
5
c- De rijke man: 10, 17-31
1. gesprek met de rijke: 10,17-22
Iemand : Hier is geen sprake van een rijke jongeling! Iedereen kan dus bedoeld zijn, ook
ik, of jij. Het gaat niet over roeping tot het priesterschap of tot het kloosterleven.
Eeuwig leven : een leven dat uiteindelijk betekenisvol is
2. gesprek met de leerlingen: 10,23-27
Geld bezitten kan je afleiden van de goede weg die je graag wilt gaan, en je relaties met
de anderen verstoren. Bijv. bij de verdeling van een erfenis: je dreigt je vast te klampen
aan je bezit, aan je eigen leven. En je vereenzaamt, je geraakt in conflicten, je verliest
relaties: je verliest je leven. Edelmoedig delen met elkaar opent je integendeel naar
elkaar: je bent bereid (een stuk van) je bezit te verliezen, en je ontdekt de vreugde van
het delen, je vindt nieuwe levensvervulling. Verliezen, en toch vinden!
3. vraag van Petrus en antwoord van Jezus: 10,28-31
Jezus doorbreekt familiale en maatschappelijke verbanden en maakt van ons op een
nieuwe wijze broers en zussen. (Zie reeds 3,31-35) Je verliest, en je vindt!
DE DERDE LIJDENSVOORZEGGING & WAT EROP VOLGT - Mc 10,32-52
Lees eerst heel het stuk: Mc 10,32-52
1. Jezus neemt een derde keer zijn leerlingen apart: hij zal gedood worden én
opstaan: Mc 10,32-34
(Hoe kan Jezus zo precies zijn lijden voorspellen? Ziet hij in de toekomst? Neen. Je voelt hier dat Marcus zijn boek
schrijft lang na Jezus’ kruisdood. Jezus voelt wel aan dat zijn leven in gevaar is, en een Romeinse terechtstelling
betekent het kruis. Maar hoe zijn leven precies zal aflopen, en hoe God hem in de dood getrouw zal zijn, is voor de mens
Jezus even goed als voor ons een kwestie van geloof en vertrouwen.
Marcus is een kind van zijn tijd en schrijft zijn verhaal in de trant van toen. De voorkennis die hij aan Jezus toeschrijft
is zijn manier om te suggereren dat Jezus meer is dan een gewone mens; hij schrijft trouwens diezelfde voorkennis toe
aan onreine geesten (Mc 1,24; 3,11; 5,7).)
2. De leerlingen begrijpen Jezus niet: Mc 10, 35-40
De beker heeft in de bijbel twee symbolische betekenissen:
- de beker van het verbond die men samen drinkt (Zie Mc 14, 23-24)
- de beker als levenslot (Zie Mc 14, 36).
3. Jezus geeft hen onderricht: 10,41-45
In een derde paradox maakt Jezus zijn boodschap concreet voor onze verhoudingen
binnen de christelijke gemeenschap:
wie wil groot worden onder jullie
► moet jullie dienaar zijn
wie onder jullie de eerste wil zijn
► moet slaaf van jullie allen zijn
de MZ komt niet om gediend te worden,
► maar om te dienen
en zijn leven te geven ( dit laatste woord rijmt met de eerste paradox: 8,35)
(4. Verhaal over de genezing van de blinde, 10, 46-52: overstap naar het volgende deel: zie Vormingsbeurt 10)
Juli 2010
6
Besluit
Voor Marcus is er een directe band tussen de dood van Jezus en zijn dienstbare manier
van leven. Je zou kunnen zeggen: Jezus geeft zijn leven eerst dag na dag, zoals je dag
na dag brood breekt en deelt met de mensen voor wie je leeft. Als hij dan, ten gevolge
van deze inzet voor de kleinsten, met de dood bedreigt wordt, dan geeft hij zijn leven
helemaal. Jezus sterft niet per ongeluk: zijn dood is het gevolg van zijn inzet.
En Jezus zegt ons: Dat valt niet te beredeneren. Je kan daar alleen iets van begrijpen
als je mij volgt in mijn dienstbare manier van leven. En hij zet ons op weg: dien elkaar,
dichtbij en concreet, dag na dag. Begin maar met een beker water.
Lucas, die jaren later zijn evangelieboek schrijft, begrijpt dit goed. Hij voegt in de
eerste paradox van Marcus één woord toe: Wie achter mij aan wil komen, moet dagelijks
zijn kruis opnemen en mij volgen. (Lc 9,23)
En Jezus’ boodschap blijft een blijde boodschap: Wie zijn leven verliest, zal het vinden!
UITWISSELING
Heb je in je dagelijkse inzet voor hen van wie je houdt al ervaren hoe (een stuk van) je
leven verliezen soms echt je leven vinden betekent?
Je kent ouders die zich dag na dag toewijden aan een ziek kind. Je voelt een diep
ontzag. Je staat sprakeloos bij zoveel liefdevolle toewijding. Het treft je hoe mensen in
hun inzet voor elkaar een nieuwe vreugde vinden. Wie zijn leven verliest omwille van mij
en het evangelie, zal het vinden. Heb jij al zoiets meegemaakt?
In zijn derde paradox leert Jezus ons onze vreugde vinden in een blijde dienstbaarheid
aan elkaar binnen de kring van zijn vrienden. Voel jij dat in onze parochiegemeenschap?
VIEREN EN BIDDEN
Lied: Als jij wil zal ik jou dienen, ZJ 763.
Gebed (samen)
God, U zendt ons de mens Jezus.
Hij komt naar ons toe met open handen.
Hij laat ons voelen hoeveel U van ons houdt.
Leer ons naar zijn voorbeeld
de kleinste plaatsen in het midden van onze kring,
niet de belangrijkste willen zijn,
niet willen gediend worden,
maar elkander dienen.
Laat ons, dag na dag, zijn weg gaan,
delen in zijn vreugde,
de zin vinden van ons leven.
Amen.
Juli 2010
Download