2014-01-02 Whitepaper epigenetica (voeding en

advertisement
Epigenetica: de positieve invloed van goede voeding en veel liefde
!
Genetica is het vakgebied dat de betrokkenheid van genen bij ziekten bestudeert en
probeert te verklaren. De laatste jaren groeit het inzicht dat genen niet statisch, maar
juist zeer dynamisch zijn. Leefstijl blijkt een grote invloed te hebben op het aan- en
uitzetten van genen. Deze laatste inzichten hebben een nieuw vakgebied doen ontstaan:
epigenetica. Genen zijn voor maximaal vijf procent verantwoordelijk voor
gezondheidsklachten en ziekte, omgevingsfactoren als voeding en leefstijl voor maar
liefst 95 procent! Het leven is niet maakbaar, maar wel voor een groot deel stuurbaar.
Deze whitepaper gaat in op de rol van voeding en epigenetica op onze gezondheid.
!
Wetenschappers hebben lang gedacht dat het genenpakket waarmee je wordt geboren, bepaalt
hoe het lichaam functioneert. Nu blijkt echter dat genen veel minder belangrijk zijn dan
eerder werd aangenomen. Er blijkt namelijk ook nog een epigenoom te bestaan. De epigenen
(letterlijk: boven de genen) bepalen welke genen aan- en uitgezet worden en vormen dus in
feite de software van je lijf. Dit zie je terug bij eeneiige tweelingen: ze worden geboren met
exact hetzelfde genenpakket, maar in de praktijk zie je ze later in het leven andere ziekten
ontwikkelen. Genetisch zijn ze gelijk, maar de aansturing van hun genen is in de loop der tijd
veranderd onder invloed van hun leefstijl. Je kunt de genen zien als een keuken vol met
ingrediënten; de epigenetica bepaalt of er een Surinaamse, Mexicaanse, Chinese of
Nederlandse maaltijd wordt bereid.
!
!
Verschil tussen genetische aandoening (DNA) en een epigenetische aandoening
(omgevingsfactoren). Bron: exendo.be/epigenetica
!
Erfelijke belasting
Hoe het lichaam van een persoon werkt, wordt voor een deel bepaald door hoe zijn of haar
voorouders leefden. Epigenetische informatie is namelijk erfelijk en wordt over generaties
doorgegeven. Europeanen zijn genetisch bijvoorbeeld beter aan een wisselende seizoenen
aangepast dan veel Afrikanen of Aziaten. In het menselijk epigenoom ligt informatie
opgeslagen over de leefomstandigheden. De omstandigheden hebben dus invloed op de
programmering van onze genen. Deze invloed zie je sterk terug in het baarmoederklimaat. De baarmoeder is de laatste halte
waarin de evolutie nog mogelijkheid heeft om bepaalde informatie aan te passen en het kind
weerbaar te maken voor het leven buiten de baarmoeder. De toestand waarin de moeder in het
laatste trimester verkeert is hierbij het belangrijkst. Moeders die in dit laatste trimester
bijvoorbeeld veel stress hebben, geven aan hun kinderen de boodschap door dat de wereld
gevaarlijk is. Via de epigenetica worden genen en onder meer de stress-as op dit dreigende
gevaar aangepast. Deze kinderen van moeders met chronische stress in de zwangerschap zijn
daardoor later minder ontspannen, minder stressbestendig en hebben een grotere kans op het
krijgen van chronische ontstekingsziekten en auto-immuunziekten.
!
Baby’s die chronische stress in de baarmoeder hebben meegemaakt, bijvoorbeeld door stress
van de moeder of een tekort aan voedingsstoffen of zuurstof, kunnen ter wereld komen met
een overactief immuunsysteem. Dit maakt de kans groter dat dit immuunsysteem
lichaamseigen cellen gaat aanvallen, met auto-immuunziekten tot gevolg.
!
De invloed van leefstijl op genen
!
Slechte leefstijlfactoren kunnen dus bijdragen aan gezondheidsklachten als chronische
vermoeidheid, hoofdpijn, premenstrueel syndroom, slaapstoornissen, geheugenstoornissen,
ADHD, autisme, auto-immuunziekten, overgewicht, diabetes type 2, kanker, maar ook aan
mentale stoornissen als depressie en angsten. Ze kunnen daarnaast tot vervroegde veroudering
leiden, omdat groeigenen blijven aanstaan en niet uitgezet worden.
!
Methylgroepen: slechte genen afplakken
!
Voor het uitzetten van de ‘slechte’ genen die al deze ellende veroorzaken, zijn stoffen nodig
die we methylgroepen noemen. Deze stoffen zitten in onze voeding. Voedingsproducten die
rijk zijn aan methylgroepen zijn onder andere:
!
-Ui
- Knoflook
- Broccoli
- Vis
- Gevogelte Als op ‘slechte’ genen binnen ons DNA via de juiste voeding een methylgroep wordt geplakt,
kunnen de slechte genen niet worden afgelezen en niet tot uiting komen. Het is dus van
essentieel belang dat we deze methylgroepen dagelijks binnenkrijgen. De aminozuren
methionine, betaïne en choline, waaruit methylgroepen gemaakt kunnen worden, zitten in
dierlijke bronnen verpakt. Ook kan ons lichaam methylgroepen samenstellen uit
voorlopermoleculen, zoals foliumzuur. Voor het binnenkrijgen van voldoende foliumzuur zijn
we aangewezen op dagelijkse inname van groente en fruit. !
Transport van methylgroepen
Het transport van methylgroepen is net zo belangrijk. Hiervoor is het menselijk lichaam
aangewezen op vitamine B12 en zink. Vitamine B12 halen we vooral uit: - Vlees
- Vis
- Zuivel
- Ei
Zink halen we uit:
- Zeevis
- Lever
- Paddenstoelen
- Spinazie
- Asperge
- Yoghurt. Tekorten aan methylgroepen en hun transporteurs (zink en vitamine B12) kunnen dus
negatieve effecten hebben op het ‘afplakken’ van slechte genen.
Boosdoener: mononatriumglutamaat (E621)
!
Uit ander onderzoek blijkt dat de smaakversterker mononatriumglutamaat (E621) enzymen in
de hersenen remt die samenhangen met endorfines. Dit is een van de voornaamste oorzaken
van ADD, ADHD, depressie en andere psychische stoornissen.*
!
De baarmoeder als basis
!
Ik heb eerder benoemd dat de ontwikkeling in de baarmoeder de belangrijkste fase in het
leven van een mens is. Als de zwangere vrouw veel last van stress heeft, ongezonde voeding
tot zich neemt en/of rookt, zullen organen van het toekomstige kind zich nooit optimaal
kunnen ontwikkelen. Hier kan al de basis liggen van slecht ontwikkelde bloedvaten en
organen of een zwakke spijsvertering. Een vrij recent praktijkvoorbeeld: kinderen van vrouwen die tijdens de laatste maanden van
de zwangerschap de aanslagen op de Twin Towers in New York hebben meegemaakt, blijken
een veel lagere stresstolerantie te hebben dan andere kinderen. Soortgelijke resultaten komen
voort uit onderzoek naar Nederlandse kinderen die geboren werden tijdens de Tweede
Wereldoorlog. Prof. Eline Slagboom (moleculaire epidemiologie): ‘We weten inmiddels zeker
dat ook vroege omgevingsfactoren van belang zijn voor de gezondheid op latere leeftijd. Dat
hebben we bijvoorbeeld geleerd van studies naar de Hongerwinter, waaruit bleek dat als een
ongeboren kind een periode van ondervoeding meemaakt in de baarmoeder, dat kan leiden op
latere leeftijd tot overgewicht en diabetes.’
Een optimale start voor je kind begint dus al tijdens de zwangerschap.
Zo moeilijk is epigenetica niet…
Epigenetica lijkt complexe materie, maar in de praktijk is deze vrij makkelijk te beïnvloeden.
Alles draait om een gezonde leefstijl: gevarieerde voeding ,voldoende beweging, goed slapen,
intellectuele bevrediging, niet roken, geen overmatig alcoholgebruik en vermijden van
overmatige stress.
!
Emotionele factoren
!
Niet alleen zo optimaal mogelijke fysieke omstandigheden zijn belangrijk voor een kind. Ook
emotionele voeding speelt een belangrijke rol in de kindertijd: veiligheid , zekerheid en liefde
van vader en moeder zijn onontbeerlijk. Deze emotionele ‘voeding’ werkt stress-reducerend
voor het kind en heeft zo een gunstige invloed op het immuunsysteem. Emotionele factoren
en omstandigheden beïnvloeden dus ook ons erfelijk materiaal.
!
Conclusie
Conclusie: belangrijke elementen als gezonde, gevarieerde voeding, veiligheid, zekerheid en
liefde, een levensdoel en een leefomgeving zonder vervuiling bepalen uiteindelijk in hoeverre
het lichaam het genetische spoor volgt waarmee het geboren is. De epigenetica maakt één
ding duidelijk: onze eigen gezondheid en levensverwachting hebben we grotendeels zelf in de
hand.
!
!
!
* exendo.be/epigenetische-factoren-en-voeding/
Tevens wordt het effect van gluten, zuivel, suiker, transvetten en junkfood op onze
stofwisseling in dit artikel diepgaand beschreven.
Download