Genen gevonden die lengte bepalen NRC, april 2008 Rotterdam, 8 april. Zeker dertig genen hebben invloed op de groei in de lengte. Waarschijnlijk zijn het er nog veel meer. Dat blijkt uit publicaties van drie onderzoeksgroepen, afgelopen zondag in het tijdschrift Nature Genetics. Zij rapporteerden afzonderlijk over hun speurtocht naar groeigenen. Een Brits samenwerkingsverband dat het DNA van 30.000 mensen onderzocht, vond 20 mogelijke plaatsen op het DNA, met mogelijk de bijbehorende lengtegroeigenen. Een IJslands consortium, waarin ook onderzoekers van de Radboud Universiteit in Nijmegen deelnemen, vond er 27, waarvan er drie al eerder waren gevonden. En een hoofdzakelijk Amerikaanse groep vond 12 plaatsen op het DNA, waarvan er twee al bekend waren. Bij elkaar zijn het 44 nieuwe genvarianten, waarbij van enige overlap sprake is. Samen verklaren ze naar schatting nog geen tien procent van de variatie in de lengte van mensen, maar met die drie publicaties is wel in één klap het aantal bekende genen dat de lengtegroei beïnvloedt met tientallen toegenomen. In de genetische leerboeken is de lengte al bijna een eeuw hét voorbeeld van een eigenschap die door veel genen wordt beïnvloed. Geneticus R.A. Fisher postuleerde dat in 1918. Maar van de genen die de variatie rond de normale lengte ‘verzorgen’, waren er de afgelopen tien jaar maar een paar gevonden. Dat kwam doordat al die genen maar een heel kleine invloed hebben. Hoe klein, laat de Britse groep bijvoorbeeld zien. Zij namen bijna 30 genvarianten en stelden vast dat mensen die meer dan 16 ‘lengtebevorderende’ varianten hadden gemiddeld 3,5 centimeter langer waren dan de mensen met minder dan acht van die ‘verlengende’ varianten. Dat de lengte niet helemaal genetisch is bepaald, is te zien aan de snel toegenomen gemiddelde lengte van volwassenen in de meeste Westerse landen. Volwassen Nederlanders zijn gemiddeld steeds 1,3 centimeter langer dan hun leeftijdgenoten van tien jaar eerder. Zo was het de afgelopen halve eeuw. Er zijn de eerste tekenen dat de groei wat vertraagt. Die toename kan nooit door genetische veranderingen komen, want genetische eigenschappen veranderen over perioden van honderden, meestal van tienduizenden jaren, niet van de ene op de andere generatie. De toename komt waarschijnlijk door betere voeding en minder infectieziekten.