Cultuursensitief, hoe doe je dat in de praktijk? Rachida Belarbi Opdracht 1 https://www.youtube.com/watch?v=ygNgK2V2WzE De paradoxale relatie tussen hulpverlening en cultuur: van “alles is cultuur” naar “cultuur is niet alles” Van “alles is cultuur” naar “cultuur is niet alles” • 1980: hulpverlening aan turken en Marokkanen • 1990: Migrantenhulpverlening • 2000: Interculturele (Transculturele) hulpverlening • 2010: Cultuursensitieve hulpverlening • 2015: maatwerk bieden De paradoxale relatie tussen hulpverlening en cultuur “het eerste wat je moet doen is vergeten dat ik zwart ben. Ten tweede mag je nooit vergeten dat ik zwart ben” Praktijk: (culturele) verschillen overbruggen Welke doelgroep kenmerken? (Allochtoon) cliënt Taal (cultuur) Ethnische (cultuur) Klasse (cultuur) Gender (cultuur) Leeftijd (cultuur) Migranten (cultuur) Gvestigden-nieuwkomers (cultuur) Dominante – minderheids (cultuur) Post-moderne – traditionele (cultuur) Gelovigen – atheisten (cultuur) Kansarmoede (cultuur) Hulpverleners – client (cultuur) Welke competenties nodig om zorg op maat te bieden aan een cliënt met deze doelgroep kenmerken (autochtoon) zorgverlener Praktijk: (culturele) verschillen overbruggen Motivatie + Kennis + Attitude + Vaardigheden Motivatie De wil om te werken met etnisch culturele minderheden als cliënt: Vraagt méér inspanningen (zeker aan het begin van het proces) De aantrekkingskracht van overeenkomsten Eigen culturen Methodieken op maat van bepaalde groepen Onzekerheidsvermijding Iedere communicatie met andersculturele cliënten gaat gepaard met een zekere mate van onzekerheid en vrees (stress) Kennis • Noodzakelijk om kennis (deskundigheid) uit te breiden over aspecten van doelgroepkenmerken; context cliënt (sociale/cultureel en of economisch), en van de relaties hulpverlener-context en van de interactie tussen die contexten. • Maakt gebruik waar nodig van inzichten uit antropologie, sociologie (gezinssociologie, sociologie minderheden/dominantie), politocologie, religie en literatuur. Twee wegen om (culturele kennis op te doen 1. Deductief: het raadplegen van algemene informatiebronnen + 2. Inductief: het raadplegen van de persoon zelf enzijn omgeving Attitude Attitude is: het totaal aan opvattingen, gevoelens en geneigdheid tot handelen ten opzichte van iets of iemand. DE BOOM Kruin = het gedrag van de persoon Stam = de attitude (houding) die de persoon in die situatie t.a.v. …aanneemt Wortels = vormen de waarden en normenpatroon dat voor een persoon de basis van het handelen, denken,…vormt. De wortels zie je niet maar ze zijn er wel altijd. Waarom stilstaan bij attitude Bepaalt sociale perceptie Etnocentrisch reflex Attitude bepaalt sociale perceptie Waarneming Objectief interpretatie Iedereen ziet het zelfde Maar kan verschillend interpreteren Evaluatie subjectief En dit weer verschillend waarderen Actie Individuele keuze En besluiten tot uiteenlopende consequenties Etno-centrisch reflex Wat De vaak onbewuste opvattingen/overtuiging dat de eigen normen en waarden de beste zijn. Opvattingen, waarden en normen die daarvan verschillen zijn minder goed, ouderwets, minderwaardig of afkeurenswaardig Deze reflex is oorzaak van onbewuste (institutionele ) discriminatie! Fundamenteel Inter-etnisch misverstand Verschillende manier waarop meerderheden en minderheden communicatieproblemen beleven. Meerderheden zoeken de oorzaak meestal in (culturele) verschillen Minderheden in (culturele) dominantie. Gedragsvaardigheden Onze culturele achtergrond en normen helpen ons maar staan ons ook in de weg bij het omgaan met anderen door middel van een ‘culturele cruise control’. Gedragspatronen zijn als psychologische scriptsb (ons en hun). Om culturele verschillend te overbruggen moet je in staat zijn je ‘culturele cruis control’ af te zetten en een alternatief bewustzijn te ontwikkelen, respect (‘mindfulness’). Principe van erkende gelijkwaardigheid Ontwikkelingsproces ‘culturele sensitiviteit’ Sociaal leren omvat aandacht voor de situatie, herinneren van de (theoretische) kennis en kennis verkregen door situatie, opnieuw toepassen van de waargenomen gedrags-vaardigheden en tenslotte het versterken (ontvangen van terugkoppeling) van de effectiviteit van het aangepaste gedrag (attention, retention, reproduction, reinforcement). Verwerven ‘Mindfulness’ Het verwerven van de competentie ‘culturele sensitiviteit’ is niet zozeer een kwestie van vaardiger worden in een bepaald gedrag als wel van het uitbreiden van de reeks geschikte gedragingen en weten wanneer welk gedrag te gebruiken (bijvoorbeeld interpersoonlijke, onderhandelings-, relatievormende, etiquette-, leiderschap- en teamwork vaardigheden). Competent optreden, aanpassingsvermogen. Mindfulness / Respect Mindfulness komt neer op aandacht voor de context. Het betekent tegelijkertijd bewust zijn van je eigen aannames, ideeën en gevoelens opmerken wat opvalt over de ander en afstemmen op hun aannames het gebruik van alle zintuigen om situaties waar te nemen het bekijken van de situatie vanuit diverse invalshoeken (zicht hebben op parallelprocessen) aandacht geven aan de context om te helpen bij interpretatie het creëren van nieuwe ‘mental maps’ het creëren van nieuwe categorieën en het opnieuw categoriseren van andere het opzoeken van nieuwe informatie om ‘mental maps’ te bevestigen Leerproces ‘culturele sensitiviteit’ bewust onbekwaam onbewust onbekwaam bewust bekwaam onbewust bekwaam Wees bewust van je ‘sociale identiteit’ en mogelijke ‘aanvallen’ hierop! Gelijktijdige beïnvloeding en voortdurende invloed van de sociale dialoog in de samenleving Samenvatting Inzet en betrokkenheid zijn doorslaggevend Elk gedrag is ‘logisch’ of redelijk Erkenning van de inzet van de ander Normaliseren in plaats van exotiseren. Ken je uitgangspunten Opdracht 2 http://www.youtube.com/watch?v=w_N4JtNF6GY&feat ure=related