Natuurkunde: hoofdstuk 3 Paragraaf 2: Elektrische stroom Als een elektrisch apparaat op batterijen werkt en je zet hem aan, dan ontstaat er een gesloten stroomkring: van de ene pool van de batterij loopt een elektrische stroom door het apparaat naar de andere pool van de batterij. De stroom transporteert energie uit de batterij, de energiebron, naar het onderdeel van het apparaat dat om energie vraagt. Met een stroommeter meet je de stroomsterkte in ampère. Je meet dan de hoeveelheid elektrische lading per seconde. De hoeveelheid lading wordt aangegeven met de eenheid coulomb. 1 ampère = 1 coulomb per seconde. In een serieschakeling is de stroomsterkte overal even groot. Als de serieschakeling op één punt wordt onderbroken is de spanning 0. In een parallelschakeling kan de stroom wel opsplitsen. Ze werken onafhankelijk van elkaar, dus als er iets in de ene tak gebeurd, heeft dat geen effect op de ander. Paragraaf 3: Weerstand Weerstand wordt aangeduid met de letter R. Hoe kleiner de weerstand, hoe makkelijker elektronen zich kunnen bewegen. De weerstand wordt uitgedrukt in niet je tante, maar je Ohm. In een I-U- Diagram is de spanning over en de stroomsterkte door een constantaandraad zijn recht evenredig. De draad heeft altijd dezelfde weerstand. Paragraaf 4: weerstandjes in serie en parallel Als de weerstand groter wordt, neemt de stroomsterkte af. (minder warmte) Als de weerstand kleiner wordt, neemt de stroomsterkte toe. (meer warmte) Als je steeds meer weerstandjes in serie schakelt, krijgt de schakeling een grotere weerstand. Bij dezelfde weerstand wordt de stroomsterkte steeds kleiner. De weerstand van de schakeling heet de vervangingsweerstand Rv. Als je steeds meer vervangingsweerstandjes parallel aansluit, wordt de vervangingsweerstand kleiner. Als je weerstandjes parallel gaat aansluiten, dus meer netwerkjes wordt de spanning wel groter. Paragraaf 5: vermogen Het vermogen wordt aangegeven met de letter P en heeft de eenheid Watt. Energieverbruik in huis wordt gemeten in kilowattuur, afgekort kWh. Formules: Weerstand Vermogen Energie - spanning : stroomsterkte spanning x stroomsterkte vermogen x tijd