Document

advertisement
NATUURKUNDE HOOFDSTUK 2
• Stroomkring bestaat uit:
* Spanningsbron:
- zorgt ervoor dat er elektrische stroom loopt
- twee aansluitpunten: de polen
- gelijkspanningsbron: ene pool positief, ander
negatief
- wisselspanningbron: de polen wisselen
voortdurend van richting
> Tekenen stroomkring
- schakelschema
* Snoer (verbindingsdraden):
- bestaat uit een geleider (laat stroom
makkelijk door)
-om de geleider zit een isolator (geleidt
stroom niet)
* Apparaat
• Spanning
- meet je met een voltmeter
- altijd parallel schakelen aan het apparaat of de spanningsbron die je wilt meten
- bij constaandraad zijn de spanning en stroomsterkte rechtevenredig
- bij gloeidraad zijn de spanning en stroomsterkte niet rechtevenredig
-U=IxR
• Stroomsterkte
- meet je met een ampère meter
- altijd serie schakelen aan het apparaat of de spanningsbron die je wilt meten
-I=U/R
• Weerstand
- R = U/I
• Serieschakeling
- makkelijk te maken
- goedkoop
- weinig stroomdraad
- geen vertakkingen
- eerste lampje brandt feller
- één lampje kapot? alles kapot
- geen fel licht
> Meten aan serie:
- I is overal gelijk
- R = R1 +R2
- U = U1 + U2
Anouk van Wingerden 30-10-11
• Parallelschakeling
- alle lampjes branden even fel
- één lampje kapot? andere doen het nog
- fel licht/ goed licht
- moeilijk te maken
- veel draad nodig
- duurder
- vertakkingen
> Meten aan parallel:
- Itotaal = I1 + I2
- 1/Rtotaal = 1/R1 + 1/R2
- U is overal gelijk
• Elektrische energie en vermogen
- elektrisch vermogen: de hoeveelheid energie die omgezet wordt per seconden
- in huishoudelijk gebruik is P in kilo Watt en t in uren
- elektrische energie: de energie die wordt omgezet door een apparaat
-P=E/t
P=UxI
P = I2 x R
- 1 kWh = 3,6 x 106 J
- energieverlies: een deel van de geleverde elektrische energie wordt omgezet in niet-bedoelde
warmte
• Diode
- een weerstand van halfgeleidermateriaal die de stroom in één richting doorlaat
- twee aansluitpunten: anode en kathode
- gaat snel kapot bij te grote stroomsterkte, dus moet altijd in serie staan met de weerstand
- diodekarakteristiek: het U,I-diagram van een diode
•Overbelasting en kortsluiting
- draden van elektrische huisinstallatie zijn berekend op maximale stroomsterkte van 16 A
- hoger dan 16 A?  overbelasting  warmteontwikkeling in de draden groot  isolatiemateriaal smelt  koperen
kernen van spannings- en nuldraad komen met elkaar in contact  kortsluiting
- op twee manieren beveiligd: groepenindeling en zekering
Voorkomen?
*Groepenindeling:
- installatie is verdeeld in twee of meerdere groepen
- de apparaten zijn dus niet allemaal op dezelfde groepen aangesloten, beperkte stroomsterkte dus
- elke groep heeft groepschakelaar, reperatie?  schakel één groep uit
* Zekering:
- elke groep apart mee beveiligd
- in een zekering zit smeltdraad
- als de stroomsterkte te hoog wordt en de draad dus smelt, springt het verklikkerplaatje los 
installatie uitgeschakeld
* Aardlekschakelaar:
- vergelijkt voordurend de stroomsterkte door de spanningsdraad en nuldraad
- verschil tussen stroomsterkte door spanningdraad en nuldraad?  elektrische huisinstallatie uit
* Randaarde:
Zorgt ervoor dat als het apparaat kapot gaat, dit niet onder stroom komt te staan. Het geleid de spanning/stroom
weg naar het aardpunt in het huis en via die weg de grond in.
Anouk van Wingerden 30-10-11
Formules:
Weerstand, spanning en stroomsterkte
R=U/I
U=IxR
I=U/R
Vermogen, spanning, stroomsterkte
P=UxI
U=P/I
I=P/U
Weerstand, dichtheid, lengte, stroomsterkte
R=pxl/A
p=AxR/l
A=pxl/R
l=AxR/p
Vermogensverlies, stroomsterkte, weerstand
P = I2 x R
I2 = P / R
R = P/ I2
Energieverbruik, vermogen, tijd
E=Pxt
P=E/t
t=E/P
Anouk van Wingerden 30-10-11
Download