Workshop Twente voor beleidsambtenaren van 10 mei 2007. Aanwezig namens gemeente: Mevr. L. Claessens Almelo, Mevr. L. de Haan Borne, Mevr. A. Zwiep Haaksbergen, Dhr. E. Dannenberg Hellendoorn, Dhr. J. Lalleman Hengelo, Mevr. H. Stam en Mevr. W. Bent Hof van Twente, Mevr. T. Harmsen Losser, Mevr. H. Klaassen Oldenzaal, Mevr. M. Hobert Tubbergen en Mevr. J. de Ruiter Twenterand. Dhr. Carper namens de Klankbordgroep in de Hof van Twente. Afwezig: Gemeente Enschede, Gemeente Dinkelland, Gemeente Rijssen/Holten en Wierden. Aanwezig: Leden Initiatiefgroep en Clusterleden van het Programma Lokale Versterking. Willemien Beetsma, Eric Rozier, Tjeerd Oenema, Gerrit Paskamp, Marita Leeuwerink, Anneke Hooglugt, Marinus Bredenoord, Rick Garrrelds. Bert Docter projectmedewerker Ijssel/Vechtstreek, Alfred Kooistra regiomanager PLV, Sylvia ter Koele, Frans van der Zande en Karin Wegdam Trimaran en Annitha Nijhof projectmedewerker Twente. Afgemeld: Gemeente Dinkelland, Gemeente Wierden, Annette van Nus, Anita Struis, Annemarie Koubaa en Trudy Tol. De middag wordt geopend door de middagvoorzitter Annitha Nijhof. Het doel van deze middag is om u als beleidsambtenaren meer inzicht te geven in de wereld van de Geestelijke Gezondheidszorg. Eerst een overzicht van de organisatie in Twente. We zitten hier vanmiddag in het inloop en informatiecentrum van Trimaran, dat in oktober j.l. geopend is. 1 Trimaran is in maart 2005 opgericht door drie cliëntenraden, van Mediant, Adhesie en RIBW. Omdat zij vonden dat de belangen van de cliënt regionaal onvoldoende werd behartigd. Trimaran is een vereniging voor en door cliënten. Dus geen aanbieder, zoals door sommigen gedacht wordt. De cliënt staat hier centraal, net als bij het Programma Lokale Versterking GGz. In het kader van de WMO, is Trimaran begin 2006 gestart met een werkgroep die zich bezig hield met de WMO. Door het project ‘Trimaran komt bij u an’, werden door bestuursleden de verschillende cliëntenraden van onze doelgroepen bezocht en uitleg gegeven over Trimaran als belangenbehartiger maar ook werd de Wet Maatschappelijke Ondersteuning onder de aandacht gebracht. Hiervoor werden mensen gevraagd om plaats te nemen in de werkgroep. Deze groep is van start gegaan onder leiding van de voorzitter van Trimaran Harry Holtrust. Eind 2005 gaf de toenmalige staatssecretaris aan, dat in het kader van de WMO de GGz een behoorlijke achterstand kende in het kader van een organisatiestructuur. Het Landelijk Platform GGz werd gevraagd een plan uit te werken om die achterstand weg te kunnen werken. Zo werd het Programma Lokale Versterking GGz in het leven geroepen. Dit programma kent drie doelstellingen n.l. verbreding draagvlak, samenwerken en solidariteit en beeldvorming en kennis. Trimaran werd gevraagd een initiatiefgroep op te zetten, bestaande uit ervaringsdeskundigen vanuit de diverse doelgroepen uit haar achterban. Door de initiatiefgroep van Twente is aan mij gevraagd hen te ondersteunen. Vanaf mei/juni zijn we gestart met het bezoeken van bijeenkomsten binnen gemeenten. Om de zaken bestuurlijk zuiver te houden heeft Trimaran zich teruggetrokken uit deze organisatie en werkt het Programma Lokale Versterking zelfstandig. Zo kan Trimaran als belangenbehartiger controle uitoefenen op het Programma. De samenwerking tussen het Programma en Trimaran blijft voortbestaan, omdat we uiteindelijk dezelfde doelstelling hebben n.l. Opkomen voor de belangen en het ondersteunen van de GGz cliënt. De werkgroep WMO werd omgevormd naar een cluster WMO. Hiervoor werden actief leden geworven via persberichten in de bladen van cliëntenraden en de nieuwsbrief van Trimaran. De structuur is nu dat de initiatiefgroep, de plannen maakt en uitvoert die voortkomen uit de drie doelstellingen en dat de cluster bestaat uit ervaringsdeskundige leden vanuit de diverse doelgroepen en wonen in één van de 14 gemeenten, waarvoor zij kandidaat zijn om deel te nemen aan de op te richten of geïnstalleerde WMO raden/klankbordgroepen. De taak van de ondersteuner is contacten leggen met gemeenten en andere doelgroepen, om te komen tot meer begrip voor elkaar en om duidelijk te maken dat GGz een belangrijke partner is die mee moet kunnen praten binnen de WMO. Ook de ondersteuning van cliënten binnen deze raden is één van de taken. Het is voor de meeste cliënten erg moeilijk om zich de ambtelijke taal, die gemeenten vaak gebruiken, eigen te maken. Daarnaast is deze wet compleet nieuw voor gemeenten en deelnemers aan de raden. 2 2007 is een belangrijk overgangsjaar. In dit jaar zal de beleidsbasis gelegd moeten worden die bepalend is voor het slagen van de WMO. Momenteel hebben we contacten met alle Twentse gemeenten. Onze cluster bestaat uit 13 ervaringsdeskundige leden die komen vanuit de diverse doelgroepen van onze achterban en die kandidaat zijn voor de op te richten WMO raden c.q. klankbordgroepen en of platform in de diverse gemeenten. In sommige plaatsen zijn we nog op zoek naar plaatselijke ervaringsdeskundigen die dit werk willen doen. Dat is geen makkelijke opgave, want onze achterban is kwetsbaar en moeilijk te bereiken. GGz heeft nog veel te maken met het stigma gek. Dat stigma willen wij proberen weg te nemen. De GGz kent vele doelgroepen. Zo zijn er mensen met een tijdelijke psychische handicap en mensen met een chronische psychische handicap. Onder de tijdelijke psychische handicap vallen ook mensen met een burn-out. Iedereen kent vast wel iemand in zijn of haar omgeving die een burn-out heeft of had. Daardoor komt de GGz dichter bij dan dat u dacht. Daarnaast kunnen mensen met een chronische psychische handicap goed functioneren, met de juiste medicatie. Wat wij vanmiddag vooral willen bereiken is om u door middel van een aantal ervaringen van onze achterban meer inzicht te geven over de problematiek, waar onze doelgroep in de praktijk tegenaan loopt en om samen te werken aan oplossingen om te komen tot participatie in de samenleving. Per 1 januari j.l. is de OGGz oftewel de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg overgegaan naar de WMO. De andere onderdelen zoals verslavingszorg, opnames etc. vallen nog steeds onder de AWBZ. De gemeenten hebben tot nu toe, weinig te maken gehad met de GGz, niet anders dan de overlast van jeugd, dak en thuislozen c.q. of verslaafden. De andere doelgroepen werden en worden meestal via huisartsen doorgestuurd naar AWBZ instellingen en werden daardoor niet zichtbaar bij de gemeente. Maar deze mensen zijn op een bepaald moment uitbehandeld en komen terug in de lokale samenleving. Dan komt men dus nu bij de gemeente terecht en is het een taak van de cliënt i.s.m. de gemeente om weer te kunnen participeren in de samenleving. Omdat een groot deel van onze doelgroep kwetsbaar is en blijft, is het voorkomen van problemen in een vroeg stadium een noodzaak. Goede begeleiding en voorzieningen zijn daarbij onontbeerlijk. Daarom vinden wij het van groot belang dat onze doelgroep een vertegenwoordiging krijgt in de WMO adviesraad of klankbordgroep, om de specifieke GGz stem te laten horen. Wij hebben vaak te maken met mensen die tijdelijk gebruik maken van de Geestelijke Gezondheidszorg, dat zijn vaak mensen met een burn-out. Zij willen absoluut niet gekoppeld worden aan het helaas nog stigmatiserende etiket van de GGz. 3 Onbekend maakt onbemind en daardoor worden mensen vanuit onze achterban vaak een stempel opgedrukt als zijnde gek. Dit is beslist niet zo. Het kan ons allemaal overkomen en het is dichterbij dan dat we allemaal denken. Onze initiatiefgroep bestaat uit acht deelnemers vanuit verschillende doelgroepen van de achterban. Deze groep bedenkt de plannen in het kader van de drie doelstellingen en organiseert deze workshop. Ook de workshop voor raadsleden en wethouders op 14 juni a.s. en we hebben we een nieuwsbrief uitgegeven die u allen in februari heeft gekregen. De clustergroep komt 1x per maand bij elkaar om daar met elkaar de zaken te bespreken vanuit de verschillende gemeenten en signalen te krijgen vanuit de verschillende achtergronden. Deze groep krijgt ondersteuning en scholing om goed te kunnen functioneren binnen adviesraden en samen te werken met collega deelnemers, zoals o.a. senioren, mantelzorg, het vroegere wvg en de diverse andere deelnemers. Dat verschilt per gemeente. Op regionaal en provinciaal niveau werken we samen met andere koepelorganisaties zoals PCPT, PCPZ, platform Mantelzorg, het VCP programma en ’t Centrum koepelorganisatie voor senioren voor een betere samenwerking. Ook hebben we contacten met het Steunpunt Informele Zorg en dan met name Mantelzorg GGz. Met deze organisaties organiseren wij op 25 september in Kampen voor de regio Ijssel en Vechtstreek en op 28 september in Haaksbergen voor Twente, een symposium voor alle deelnemers van geïnstalleerde WMO raden of raden in oprichting in de Twentse gemeenten en in Kampen voor de 11 gemeenten uit de Ijssel en Vechtstreek. Deze symposia zullen in het teken staan van het elkaar leren kennen en om achtergronden van de diverse doelgroepen beter te leren begrijpen. Doel van het symposium is, om door meer begrip, te komen tot een betere samenwerking in de diverse raden. Ook zijn er plannen om cliënten te scholen zodat zij de cursus cliënten trainen hulpverleners en of ambtenaren kunnen geven. Want wie kan er beter voorlichting geven dan de cliënt zelf. Vanmiddag willen we u een indruk geven van specifieke zaken met betrekking tot het motto Wonen, Werken, Welzijn. Drie belangrijke pijlers in het kader van de WMO in relatie met mensen met een psychische handicap, ook wel GGz cliënt genoemd. Vier deelnemers vanuit de Initiatiefgroep zullen u een ervaringsverhaal vertellen. Ook zullen wij u een DVD laten zien over cliëntgestuurde projecten in Nederland. Daarna is er een kleine pauze, waarbij u koffie, thee of een drankje kunt halen bij de bar. Daarna zullen we in drie groepen stellingen gaan bespreken die betrekking hebben op de drie thema’s van vanmiddag o.l.v. de mensen die het betreffende onderwerp onder uw aandacht hebben gebracht. Daarna gaan we de uitkomsten plenair bespreken. 4 Daarna zullen we deze middag officieel sluiten en willen we u de gelegenheid geven nog even na te praten onder het genot van een hapje en een drankje. U zult begrijpen dat wij in het kader van onze activiteiten, rekening houden met onze achterban en dat we geen alcohol schenken. Dan gaan we nu verder met ons programma en wil ik Willemien Beetsma vragen om haar ervaringsverhaal te vertellen. Het verhaal van Willemien gaat over haar Mijn verhaal gaat over kennismaking met de psychiatrie en het omgaan met manisch depressiviteit. Het leren omgaan met haar kwetsbaarheid. Werk en vrijwilligerswerk zijn van belang geweest om te leren waar haar grenzen liggen. Het is een weg geweest van accepteren dat ze rekening moest houden met deze kwetsbaarheid. Het is een weg van vallen en opstaan geweest. Met name het werk in een cliëntgestuurd dagactiviteitencentrum is van grote waarde geweest vanwege het lotgenotencontact en het belang van het kunnen delen van draagkracht en draaglast. En tevens dat zij met haar ervaringsdeskundigheid van betekenis kan zijn voor anderen. En dat heeft zin en richting gegeven aan haar leven. Aansluitend wordt de Dvd over 180 cliëntgestuurde projecten vertoond om inzicht te geven in een aantal mogelijkheden. Tjeerd Oenema vertelt zijn ervaringsverhaal. Tjeerd heeft vooral structuur nodig in zijn leven. Hij doet veel vrijwilligerswerk als conciërge bij een school en een museum en zingt bij een koor. Hij geeft aan dat het belangrijk is om uit je isolement te komen en weer onder de mensen te zijn. Ook geeft hij aan dat mensen met een psychische aandoening niet moeten kijken naar wat ze niet kunnen, maar vooral naar wat men nog wel kan. Van gemeenten wordt gevraagd om mee te helpen en mee te denken om mensen met een psychische handicap weer mee te laten doen in de maatschappij. Dan volgt een kleine pauze. 5 Gerrit Paskamp legt de aanwezigen een specifieke casus voor in het kader van Welzijn. Het betreft een eerstelijns gastarbeider die door diverse aandoeningen 24 uur hulp nodig heeft, maar deze in de bestaande organisaties niet kan vinden omdat men niet ingesteld is op de taal en de islamitische gebruiken. Daardoor wil de zoon zijn baan opgeven om samen met zijn broer zijn vader thuis te verzorgen. Hiervoor wordt een PGB aangevraagd. Deze zaak wordt straks in de groep besproken. Eric Rozier is vader van een dochter die lijdt aan schizofrenie. Omdat zijn dochter graag zelfstandig wil wonen heeft hij zich aangesloten bij de stichting WOPiT www.wopit.nl . Hier wordt door ouders initiatieven genomen om te komen tot goede, veilige en zo zelfstandig mogelijke woonvormen in Twente. Hij geeft een aantal voorbeelden van woonvormen en de wensen van de doelgroep. Hij constateert dat er voor de doelgroep GGZ cliënten nog een flinke achterstand is in te halen op het gebied van zelfstandige woonvormen en maatschappelijke participatie. Er zal nog meer uit gegaan moeten worden van de zorgvraag van de cliënt. De gemeenten zullen zich meert moeten inspannen om de zorgvraag in beeld te brengen. Pas dan kunnen zij op de juiste wijze invulling geven aan de WMO. De aanwezigen bespreken in drie werkgroepen de stellingen die gemaakt zijn n.a.v. de drie onderwerpen. Plenaire bespreking van de stellingen. Jeroen Lalleman neemt het woord namens de werkgroep Werken. Werk Pas als je (betaald) werk hebt, ben je volwaardig burger. Daarom moet alles in de samenleving gericht zijn op het verkrijgen van (betaald) werk. Met deze stelling is men het niet eens. De cliënt moet vooral kijken naar zijn of haar mogelijkheden. Ook zal de doelgroep meer onder de aandacht gebracht moeten worden bij bedrijven. Ook de kansen bij sociale werkvoorzieningen moeten verhoogd worden. Door een gewijzigde bedrijfsvoering bij sociale werkplaatsen vallen nog steeds mensen buiten de boot. Ook moeten we af van het stigma, dat je er alleen bij hoort als je een betaalde baan hebt. Vrijwilligerswerk kan ook een zinvolle invulling aan je leven geven en daardoor ook structuur. Psychiatrische mensen kun je het best buiten de gewone samenleving plaatsen, in beschermde settingen, als het gaat om dagbesteding en/of werk. Dat is beter voor henzelf en de samenleving. Door het antwoord op de eerste stelling is deze vraag al beantwoord. Mensen met een psychische aandoening moeten volledig mee kunnen participeren in de maatschappij. Tijdens de discussie die hierop volgt, wordt gevraagd om specifieke plannen en vragen richting gemeenten. Wat wordt er specifiek gevraagd van gemeenten om dit te kunnen realiseren. 6 Iedere gemeente moet minimaal een cliëntgestuurd project hebben. Vrijwilligers werk en €1 banen moeten meer gestimuleerd worden Aan deze stellingen is men niet toe gekomen. Stelling 2 Welzijn: Het gaat in deze casus om een 68-jarige man, oorspronkelijk van buitenlandse komaf. Inmiddels heeft hij reeds lang een Nederlands paspoort en ook nog een paspoort van een ander land. Hij is een zogeheten eerste generatie gastarbeider. Betrokkene heeft in Nederland ± 35 jaar gewerkt. Is thans met pensioen, en heeft een A.O.W.-uitkering. Zijn vrouw is nu 3 jaar dood. De man is enkele jaren geleden getroffen door eerst enkele TIA's gevolgd door een C.V.A. Hierdoor zijn tal van uitvalsverschijnselen, waarmee ik u hier niet wil vermoeien. De jongste zoon neemt vader in huis en proberen met Thuiszorg c.s. vader zo goed mogelijk te verzorgen. E.e.a. kan gezien worden als cultureel uitvloeisel van zorgen voor ouders familie. Via de geijkte kanalen komt Trivium in beeld en wel dagopvang. Dit is een tijdje geprobeerd. Werkt ook ontlastend voor het thuisfront. Probleem is echter de taal barrière. De man heeft op de dagopvang geen contact in eigen taal, in eigen cultuur, in eigen gebruiken en rituelen. De zoon heeft zich dit zo aangetrokken, dat hij nu heeft besloten zijn eigen werk (40 uur in ploegendienst) op te geven. Zijn eigen vader te verzorgen, met behulp van Thuiszorg, en via de Gemeente een P.G.B. te vragen voor hem en zijn broer. In feite is er zeven dagen, 24 uurs zorg nodig. Het is jammer dat elementen van eigen taal en cultuur niet voorhanden waren, waardoor deze casus gelopen is, zoals hij nu loopt. Let wel, er is nog niets definitiefs op dit moment, maar wij zijn kennelijk niet in staat voor deze man, voor dit individu die opvang te bieden, die hij eigenlijk zou moeten krijgen. Hoe zou u dit anders aan kunnen pakken, waarbij het welzijn van het individu voorop dient te staan. Hierbij geven gemeenten aan dit een AWBZ indicatie is. En dat ook de PGB via het Zorgkantoor aangevraagd moet worden. Verder wordt meegedeeld dat gemeenten specifieke dagbehandeling in kan kopen bij instellingen. Daar zou men rekening kunnen houden met eetgewoonten. Helaas is daarmee de communicatie niet geregeld. Carint heeft via de krant te kennen gegeven, plannen te 7 maken voor deze doelgroep. Zo zullen er nog vele specifieke en moeilijke vragen komen bij het loket. De man moet zelf zeggen wat hij specifiek wenst. Er zal dan bekeken worden welke zorg daarbij gewenst is. Welke instrumenten heeft de gemeente en welke niet. Welke instrumenten is de gemeente bereid in het kader van de W.M.O. in deze casus in te zetten Deze vragen zijn in bovenstaand antwoord verwerkt. Stelling 3 Wonen De gemeente heeft de plicht respectvol wonen voor mensen met een psychiatrische handicap mede mogelijk te maken! Daarbij is het een inventarisatie van wensen en aantallen een noodzaak. Zodra dit inzichtelijk wordt gemaakt kunnen er plannen gemaakt worden door gemeenten i.s.m. woningcorporaties en of instellingen. Iedereen is het erover eens dat er mogelijkheden moeten komen. GGZ cliënten stellen specifieke eisen aan respectvol wonen, zoals veiligheid, zorg op maat, sociale contacten, De gemeente moet zelfstandig wonen van GGZ mede mogelijk maken Gemeenten (gemeenteraad, college van B&W) kunnen zelfstandig wonen voor mensen met psychische handicaps tot een politieke (beleids-)prioriteit maken. Dat is nu niet zo. Burgers met psychiatrische aandoeningen moeten zelf aangeven wat ze nodig hebben, eventueel met naastbetrokkenen. De gemeente weet dat niet. Zij hebben informatie nodig van hun burgers om de goede voorzieningen mede mogelijk te maken. Absolute voorwaarde voor succesvol en tevreden wonen is dagstructuur, zinvolle activiteiten, een vorm van toezicht en 24-uurs alarmeringsmogelijkheid. 8 Annitha vraagt de deelnemers om een enquêteformulier in te vullen over de middag. Zij bedankt iedereen voor de bijdrage aan deze middag en spreekt de wens uit dat we elkaar beter hebben leren kennen en begrijpen. Ze nodigt iedereen uit voor een hapje en een drankje. De uitkomsten van de enquête: De middag werd informatief, nuttig, leerzaam en verhelderend gevonden. De ervaringsverhalen vond men interessant. Soms iets te lang. De initiatiefgroep in Twente moet vooral doorgaan. De nadruk leggen op wat mensen nog wel kunnen. Ook andere instanties gevoelig maken voor sterke en zwakke kanten en de consequenties daarvan. Praktijk voorbeelden gebruiken. De doelgroepen in beeld brengen. De initiatiefgroep moet zelf actie ondernemen en niet afwachten. Men zou voor een volgende keer aandacht willen voor de interface tussen hulpverlening in de GGz en activering en het stellen van totaaldiagnose met een hulpverleningsplan om te komen tot participatie in de samenleving. Ook wil men graag specifieke wensen horen vanuit de diverse doelgroepen. Ook wil men graag de witte vlekken bespreken. 50% van de deelnemers wil meedoen aan de cursus cliënten trainen ambtenaren en of hulpverleners. Men wil graag meer documentatie over de cursus. Ook vind men de cursus geschikt voor loketmedewerkers. Iedereen wil graag de nieuwsbrief. 9