Hygiënerapport voor Residentiële jeugdinstellingen – augustus 2012 Naam instelling Omschrijving Adres Telefoon Contactpersoon Datum Inspecteur - functie Algemeen 1. Persoonlijke hygiëne medewerkers 1. 1. Handhygiëne Goed Constatering Handhygiëne wordt op de juiste momenten toegepast. Handhygiëne wordt toegepast op de volgende momenten: • voor aanvang en na afronding van werkzaamheden en na pauzes; • na hoesten, niezen en snuiten van de neus; • na toiletgebruik; • na roken; • voor en na contact met voedsel. Norm Handhygiëne wordt toegepast bij verzorgende handelingen bij cliënten, in ieder geval: • vóór en na kleine ingrepen, wondbehandeling of –verzorging en het bereiden en toedienen van voedsel; • na lichamelijk onderzoek, contact met lichaamsvloeistoffen of uitscheidingsproducten (feces, urine, bloed en wondvocht), verpleegkundige handelingen en het uittrekken van handschoenen. Wondjes aan de handen worden afgedekt met een vochtwerende pleister. Handen worden op de juiste wijze gewassen met water en zeep. Handalcohol wordt op de juiste wijze gebruikt. Advies 1. 2. Persoonlijke verzorging medewerkers Verbetering wenselijk Constatering De nagels zijn kort, nagellak of kunstnagels zijn niet toegestaan. Norm Er worden geen hand- en polssieraden gedragen bij verzorgende werkzaamheden en werkzaamheden met voeding. De haren zijn kort of bijeengebonden/opgestoken. Advies 1. 3. Persoonlijke hygiëne cliënten Verbetering noodzakelijk Constatering Norm De cliënten worden geattendeerd op de regels van persoonlijke hygiëne. Cliënten passen op de juiste wijze handhygiëne toe. Iedere cliënt is in het bezit van eigen toiletartikelen. Ook nagelknippertjes en vijlen zijn persoonsgebonden. Advies 1. 4. Bijt-, krab-, en prikaccidenten Constatering Norm Er is een protocol ‘bijt-, krab-, spat- en/of prikaccidenten’, waarin in ieder geval staat beschreven dat (1) het wondje goed moet doorbloeden, (2) vervolgens met water/fysiologisch zout moet worden uitgespoeld en (3) gedesinfecteerd, waarna het (4) wordt afgedekt. Ook moet er zijn aangegeven bij wie het incident binnen 24 uur moet worden gemeld. Prikaccidenten en risico’s met betrekking tot bloedoverdraagbare aandoeningen in de instelling worden geregistreerd. Advies 1. 5. Toilethygiëne Constatering Toiletten en wasbakken zijn op een juiste hoogte geplaatst. Norm De wasbak is in de sanitaire ruimte geplaatst. Handhygiëne wordt toegepast na (het helpen bij) toiletgang. Er worden vloeibare zeep en papieren handdoeken gebruikt. Advies 1. 6. Menstruatie Constatering Norm Advies Op de meisjestoiletten is een afsluitbare afvalemmer voor maandverband geplaatst. 1. 7. Ventilatie Constatering Het verschonen wordt strikt gescheiden van voedselbereiding gehouden door middel van aparte werktafels met aparte watertappunten. Cliënten worden verschoond op een aankleedkussen. Het aankleedkussen wordt vervangen als het beschadigd is. De bekleding van het aankleedkussen is goed te reinigen. Norm Er is een handenwasgelegenheid in de verschoonruimte. Luiers worden na gebruik direct in een luieremmer of in een gesloten afvalemmer gegooid. Het verschoonkussen wordt na iedere verschoning gereinigd. Het verschoonkussen wordt gereinigd met een oplossing (van allesreiniger in water) in een fles of plantenspuit. De oplossing wordt op een wegwerpdoekje gegoten of gespoten. Katoenen doekjes worden direct na gebruik in de was gedaan. De fles of plantenspuit wordt dagelijks geleegd, daarna omgespoeld en gedroogd. Bij bloed of bloederige diarree wordt het verschoonkussen op de juiste wijze gedesinfecteerd. Advies 1. 8. Kleding medewekers Constatering De kleding is dagelijks schoon en bij zichtbare verontreiniging wordt deze vervangen. Er is extra (privé)kleding op de werkplek aanwezig. Norm De kleding wordt gewassen volgens het standaard wasprogramma. De kleding vervilt niet, is licht van kleur en wasbaar op 60°C. Er wordt geen kleding met lange mouwen gedragen. Er worden geen shawls, vesten en dergelijke over de kleding gedragen tijdens lichamelijke zorgverlenende handelingen. Advies 1. 9. Dienstkleding Constatering Er wordt beschermende kleding gedragen tijdens de voedselbereidingwerkzaamheden in de keuken en tijdens verpleeg/verzorgtechnische handelingen. De dienstkleding wordt pas aangetrokken op de werkplek. Norm Er wordt dagelijks én bij visuele verontreiniging schone kleding aangetrokken. De dienstkleding wordt gesloten gedragen. Er worden geen shawls, vesten en dergelijke over de kleding gedragen tijdens lichamelijke zorgverlenende handelingen. Dienstkleding wordt volgens het standaard wasprogramma gewassen. Advies 1. 10. Beschermende kleding Constatering Norm Advies Beschermende kleding wordt over de (dienst)kleding gedragen. 1. 11. Persoonlijke beschermingsmiddelen Constatering Daar waar dat voorgeschreven staat, worden schone nitril onderzoekshandschoenen gedragen. Er worden handschoenen gedragen in die gevallen waarbij de handen in contact kunnen komen met bloed, lichaamsvloeistoffen, slijmvliezen, niet intacte huid of behandelmaterialen die (mogelijk) besmet zijn. Handschoenen worden éénmalig gebruikt en bij een zelfde cliënt. Ze worden direct na gebruik uitgetrokken. Tijdens het dragen van handschoenen wordt contact met deurknoppen, telefoon, apparatuur, toetsenborden, et cetera voorkomen. Norm Na het uittrekken van de handschoenen wordt handhygiëne toegepasts. Er wordt een chirurgisch mondneusmasker gedragen bij iedere handeling waarbij kans bestaat op spatten in het gezicht. Direct na gebruik wordt het masker weggegooid. Bij contact met een (mogelijke) tuberculose cliënt, wordt een speciaal filtermondneusmasker met een filterklasse FFP2 gedragen. De maskers zijn persoonsgebonden en worden maximaal acht uur achtereen gebruikt. Er wordt een beschermende bril of mondmasker met spatscherm gedragen bij iedere behandeling waarbij er een verhoogd risico bestaat op spatten in het gezicht. Na gebruik wordt de bril gereinigd en gedesinfecteerd met alcohol 70-80%. Wegwerpbrillen worden direct na gebruik weggegooid. Advies 2. Omgang met lichaamsvloeistoffen 2. 1. Bloed Constatering Norm Er worden handschoenen gedragen bij werkzaamheden waarbij contact met bloed kan plaatsvinden. Gebruikte naalden worden direct na gebruik in de daarvoor bestemde UNgekeurde naaldcontainer gedeponeerd en niet teruggestoken in het beschermhoesje. De container wordt niet boven de vullijn gevuld. Bij het opruimen van gemorst bloed worden handschoenen gedragen. De plek wordt eerst gereinigd met water en zeep, daarna gedroogd met een wegwerpdoek en vervolgens gedesinfecteerd. Advies 2. 2. Urine en feces Constatering Alle te gebruiken materialen zijn binnen handbereik. Er worden handschoenen gedragen tijdens het verlenen van hulp waarbij direct contact met urine of feces kan plaatsvinden. Norm Tijdens deze handelingen worden geen andere voorwerpen aangeraakt, om verspreiding van micro-organismen te voorkomen. Gebruikte materialen worden direct na gebruik in de daarvoor bestemde afvalbak of waszak gedeponeerd. Na afloop van alle handelingen worden de handschoenen uitgetrokken en wordt handhygiëne toegepast. Advies 3. Wondverzorging 3. 1. Werkwijze wondverzorging Constatering Tijdens het verwisselen van het verband worden geen handelingen verricht waarbij stofverplaatsing optreedt, zoals het opmaken van bedden en het reinigen van de kamer. De deur van de kamer wordt tijdens de wondverzorging gesloten gehouden. Vóór en ná de wondbehandeling wordt handhygiëne toegepast. Norm Tijdens de wondbehandeling worden handschoenen gedragen. Eenmaal per week wordt de verbandkar of het –mandje gereinigd. Verloopdata wordt bijgehouden op een aftekenlijst. De inhoud van een EHBO doos wordt bijgehouden. Er is een verbandemmer en/of afvalzakje(s) bij de verbandkar, zodat vuil wondmateriaal direct kan worden weggegooid. Advies 3. 2. Het gebruik van zalf en spoelvloeistof Constatering De vervaldatum van alle producten voor de behandeling wordt gecontroleerd. Norm Advies Op de flessen spoelvloeistof wordt de openingsdatum en -tijd vermeld. Na opening is de vloeistof is nog 24 uur te gebruiken, mits deze stofvrij wordt bewaard. Er wordt gebruik gemaakt van persoonsgebonden tubes in plaats van potjes met zalf. 4. Omgang en opslag van medicijnen en steriele middelen 4. 1. Medicijnen Constatering Er wordt gewerkt volgens de ‘Landelijke instructie Voor Toediening Gereedmaken (VTGM) van medicatie in verpleeg- en verzorgingshuizen’ van de V&VN. Er wordt gewerkt volgens het protocol ‘toediening van medicatie’. Norm Maandelijks en voor uitgifte wordt de uiterste houdbaarheidsdatum van medicijnen gecontroleerd. Medicijnen worden niet gebruikt als de uiterste gebruiksdatum is overschreden. Het ‘first in, first out’ principe wordt gehanteerd. Bewaar medicijnen volgens voorschrift. Bij de vermelding ‘bewaren tussen 15 en 25 °C’ is dat bij kamertemperatuur. ‘Gekoeld bewaren’ betekent dat de medicijnen in de koelkast bewaard moeten worden, tussen 2 °C en 7 °C. Er is een aparte koelkast voor medicijnen. Advies 4. 2. Steriliseren Constatering Er worden steriele wegwerpmaterialen gebruikt. Norm Advies Het steriliseren van niet wegwerpbare instrumenten en materialen wordt uitbesteed aan bijvoorbeeld een ziekenhuis. De houdbaarheidstermijn van gesteriliseerde producten wordt bepaald aan de hand van de richtlijn R5301 ‘Richtlijnen steriliseren en steriliteit’, oktober 1992. 5. Preventie van infectieziekten 5. 1. Infectie- en/of hygiënecommissie Constatering Er is een actieve infectie- en/of hygiënecommissie in de instelling. Norm De commissie ziet erop toe dat de hygiënerichtlijnen in de praktijk worden nageleefd. In de commissie hebben de volgende medewerkers zitting genomen: • Beleidsmedewerker; • Adviseur infectiepreventie of arts-microbioloog; • Arts; • Medewerker van de verzorging/begeleiding; • Medewerker van de facilitaire dienst. Advies 5. 2. Melding van infectieziekten Constatering Het optreden van een ongewoon aantal van de hieronder genoemde aandoeningen van vermoedelijk infectieuze aard, zowel bij cliënten als personeel, wordt op basis van artikel 26 van de Wet publieke gezondheid, gemeld bij de plaatselijke GGD: • Acute maag- en darmaandoeningen; • Geelzucht; • Huidaandoeningen; • Andere ernstige aandoeningen van vermoedelijk infectieuze aard. Norm Indien er een vermoeden is van één van de genoemde ziektebeelden, worden de volgende gegevens van de zieken genoteerd: • Volledige persoonsgegevens; • Aard, ernst en verloop van de klachten; • Datum eerste ziekteverschijnselen; • Vermoeden van meerdere besmettingen; • Eventueel bekende bron. In overleg met de afdeling infectieziektebestrijding van de plaatselijke GGD wordt bepaald welke maatregelen moeten worden genomen. In de instelling is het duidelijk wie de melding doet, bijvoorbeeld het afdelingshoofd, de bedrijfsarts of de adviseur infectiepreventie. Advies 5. 3. Influenza Constatering Norm Medewerkers worden jaarlijks gevaccineerd tegen influenza. Advies 5. 4. MRSA Constatering In geval van een cliënt met MRSA wordt allereerst contact opgenomen met de adviseur infectiepreventie of arts-microbioloog. De verzorging van de cliënt wordt uitgevoerd door een klein, vast en ervaren team. Deze medewerkers hebben geen met huidproblemen zoals psoriasis of eczeem. De cliënt wordt op een eenpersoonskamer geplaatst. Er wordt een registratielijst bijgehouden van de medewerkers die in contact zijn geweest met de cliënt. Norm Er worden een chirurgisch mondneusmasker, wegwerphandschoenen en een wegwerp- of cliëntgebonden schort met lange mouwen gedragen bij direct zorg- of onderzoekcontact met een cliënt en bij het afhalen en opmaken van diens bed. De handschoenen en het masker worden na het uittrekken bij het afval gedaan. Het schort wordt minimaal een keer per 24 uur verschoond, of eerder wanneer het zichtbaar is verontreinigd. Er wordt voorlichting aan de medewerkers en familie gegeven over de situatie, risico’s en genomen voorzorgsmaatregelen. Eventueel wordt het personeel gescreend bij het opheffen van de maatregelen. Advies 5. 5. Accidenteel bloedcontact Constatering Een gebruikte naald wordt nooit terug in het hoesje gestoken. Gebruikte naalden worden direct na gebruik in de naaldcontainer gedeponeerd. Norm De naaldcontainer wordt niet verder gevuld dan de aangegeven markeerrand. Er is een protocol aanwezig, waarin staat dat (1) men een wondje eerst moet laten doorbloeden, gevolgd door uitspoelen met water/fysiologisch zout en desinfectie; (2) indien bloed op de slijmvliezen is gespat, er alleen gespoeld mag worden met water/fysiologisch zout (dus geen desinfectie); (3) er direct contact moet worden opgenomen met de eerstverantwoordelijke. Advies 5. 6. Hepatitis B, C en HIV en seksueel contact Constatering Medewerkers worden gevaccineerd tegen hepatitis B. Norm Advies Er wordt hygiënisch omgegaan met bloed en andere lichaamsvochten. Prikaccidenten worden voorkomen. Cliënten worden geattendeerd op condoomgebruik bij seksueel contact. Er zijn op een centrale en toegankelijke plek voorbehoedsmiddelen ter beschikking. 6. Voedselvoorziening 6. 1. Voedselvoorziening Constatering Voor de instellingskeuken wordt voldaan aan de eisen die zijn gesteld in de Hygiënecode voor de voedselvoorziening bij Zorginstellingen en Defensie (januari 2009). Norm Voor de woongroepen wordt voldaan aan de eisen die gesteld zijn in de Hygiënecode voor Woonvormen (mei 2007). In de centrale keuken wordt de Warenwet Hygiëne van Levensmiddelen aangehouden. In de centrale keuken wordt gewerkt volgens de ‘Hygiënecode voor de voedingsverzorging in zorginstellingen’. Advies 7. Legionellapreventie Drinkwaterinstallaties (alleen medische kindertehuizen waar kinderen verblijven uit de risicogroep) Constatering 7. 1. Voor de drinkwaterinstallatie is door een gecertificeerd advies- of installatiebureau een risicoanalyse en beheersplan opgesteld. Het beheersplan is geïmplementeerd en de voorgestelde maatregelen zijn uitgevoerd. Norm Elke 6 maanden worden monsters van het drinkwater genomen, door een geaccrediteerd laboratorium. Een positieve uitslag van 1.000 kve/l of meer wordt gemeld bij de VROM-Inspectie via de website: http://www.vrominspectie.nl/onderwerpen/milieu/legionella/meldingen/. Er wordt nagegaan of er knelpunten in de installatie en/of het beheer zijn als een concentratie tussen 100 en 1.000 kve/l legionella wordt aangetoond. Zo nodig worden maatregelen genomen. Advies 7. 2. Vernevelende baden (alle jeugdinstellingen, indien van toepassing) Constatering Er is een risicoanalyse en beheersplan opgesteld voor vernevelende baden groter dan 2m2 en 0,5m diep. Norm Het beheersplan is geïmplementeerd en de voorgestelde maatregelen zijn uitgevoerd. Elke 6 maanden worden monsters van het water genomen, door een geaccrediteerd laboratorium. Een positieve uitslag van 100 kve/l of meer wordt gemeld bij de provincie. Advies 7. 3. Koeltorens (alle jeugdinstellingen, indien van toepassing) Constatering Norm Er is een risicoanalyse en beheersplan opgesteld van de ‘natte’ koeltoren(s). Het beheersplan is geïmplementeerd en de voorgestelde maatregelen zijn uitgevoerd. Elke 6 maanden worden monsters van het koelwater genomen. Een positieve uitslag wordt gemeld bij de milieuafdeling van de gemeente. Als de gemeente de positieve uitslag niet wil ontvangen, wordt gemeld bij de GGD. Advies 7. 4. Verneveling in werkomgeving Constatering Norm Advies In de Arbocatelogi zijn regels opgenomen om de werknemers te beschermen tegen blootstelling aan waternevel met mogelijk legionellabacteriën (Beleidsregel Legionella). Voor het opstellen van deze regels wordt gebruik gemaakt van Arbo-Informatie (AI)-blad 32, te bestellen bij SDU. 8. Bouw en inrichting 8. 1. Vloer en wanden Constatering Norm De vloeren van gangen, sanitaire ruimten, keukens en slaapvertrekken zijn naadloos en gemaakt van materiaal dat goed te reinigen en desinfecteren is en bestand is tegen de meest voorkomende reinigingsmiddelen. De muren en de plafonds zijn glad afgewerkt, onderhoudsvriendelijk en bevatten geen naden of kieren. Advies 8. 2. Ruimten waar zorg wordt verleend Constatering Norm Op plekken waar zorg verleend wordt is een (handen)wasgelegenheid met daarbij een zeepdispenser, papieren handdoekjes en een afvalbak. Advies 8. 3. Douche- en toiletruimte Constatering De vloer is van materiaal dat geen vocht doorlaat of opneemt en gemakkelijk schoon is te houden. De wanden zijn tot tenminste 1,70 meter vanaf de vloer van materiaal dat geen vocht absorbeert en gemakkelijk schoon te maken is. De overige delen van de wanden en het plafond zijn van materiaal dat niet door water kan worden aangetast. Norm De afvoer is voorzien van een afneembaar rooster en een stankafsluiter. De vloer is op afschot geplaatst. Het toilet is voorzien van één of meer ventilatieopeningen die rechtstreeks in verbinding staan met de buitenlucht of luchtkanalen. De toiletten zijn voorzien van een handenwasgelegenheid en hierbij zijn een zeepdispenser en papieren handdoekjes geplaatst. Er is een afvalemmer met plastic zak in de ruimte. Advies 8. 4. Groepsruimte met keuken Constatering De vloer is goed reinigbaar en eenvoudig te onderhouden. De wand boven het aanrechtblad is tot tenminste 60 cm van materiaal dat glad en gemakkelijk schoon te maken is. Norm Gevaarlijke stoffen (zoals bepaalde schoonmaakmiddelen) worden gescheiden van voedingsmiddelen bewaard. Deze gevaarlijke stoffen staan buiten het bereik van de cliënten. In of in de onmiddellijke nabijheid van de keuken is een handenwasgelegenheid, voorzien van een zeepdispenser en een mogelijkheid om de handen te drogen. Katoenen handdoeken worden elk dagdeel of vaker (bij zichtbare vervuiling) vervangen. Er is een pedaalemmer voorzien van plastic zak in de ruimte. Er is op de afdeling een koelkast aanwezig. Het aanrecht en de kastjes zijn van goed te reinigen materiaal vervaardigd. Advies 8. 5. Schoonmaak- en opslagruimte Constatering Norm De ruimte waar de schoonmaakmaterialen worden bewaard is voorzien van een ophangsysteem, zodat de materialen zoals bezems, trekkers en dergelijke niet op de vloer staan. De ruimte is voorzien van een uitstortgootsteen. Er is ventilatie in deze ruimte aanwezig. Er zijn lekbakken geplaatst voor het opslaan van de vloeibare schoonmaakmiddelen. Advies 8. 6. Behandelkamer Constatering De vloer is goed reinigbaar, naadloos en stroef. De behandeltafel of -stoel is van niet-absorberend en afwasbaar materiaal. Norm De ruimte is voorzien van een handenwasgelegenheid met vloeibare zeep en handdesinfectans in niet navulbare flacons, papieren handdoekjes en een pedaalemmer met afvalzak en voetbediening. Er is een UN gekeurde naaldencontainer aanwezig. De onderzoeksbank is voorzien van een papierrol. Na iedere cliënt die op de onderzoeksbank heeft gelegen wordt het papier vervangen. Advies 8. 7. Separeercel Constatering Norm Advies De cel en het matras worden dagelijks huishoudelijk gereinigd en na elk verblijf van iedere cliënt. De cel is voorzien van een matras, voorzien van een afwasbare hoes. Na verontreiniging met zichtbaar bloed wordt gereinigd en gedesinfecteerd. 9. Binnenmilieu 9. 1. Ventileren en luchten Constatering De ventilatievoorzieningen werken optimaal. Norm Er is periodiek (in ieder geval een keer per vijf jaar) onderhoud van mechanische ventilatie (volgens voorschrift fabrikant/leverancier). Ventilatieroosters worden periodiek (ieder kwartaal) gereinigd en ieder half jaar worden de filters vervangen. In sanitaire ruimten worden raampjes opengezet (indien aanwezig) of er is een ventilatiekanaal geplaatst of er is mechanische ventilatie. Advies 9. 2. Temperatuur Constatering De temperatuur in de instelling is ingesteld op minimaal 20 °C. Norm Advies Er is zonwering aanwezig en deze wordt gebruikt vanaf 22 °C. De temperatuur in de ruimten is tussen de 17 °C en 27 °C . Temperatuurschommelingen binnen korte tijd van meer dan 5 °C worden voorkomen. 10. Reinigen 10. 1. Nat reinigen: meubilair en voorwerpen Constatering Er wordt een schone doek of borstel gebruikt. Norm Bij het reinigen van mogelijk besmette materialen worden onderzoekshandschoenen gedragen. Voorwerpen en materialen worden afgesopt of eventueel even in de week gezet. Na het afsoppen worden de voorwerpen en materialen afgespoeld met schoon water en gedroogd aan de lucht. Advies 10. 2. Nat reinigen: vloeren Constatering Norm De vloer wordt eerst droog schoon gemaakt (stofwissen, vegen of stofzuigen) alvorens er nat wordt schoongemaakt. De mop wordt na het soppen uitgeperst boven de ‘vuile’ emmer. Advies 10. 3. Nat reinigen: sanitair Constatering Norm Bij dagelijkse reiniging van schoon en vuil sanitair wordt een sanitairreiniger, een kalkoplosser of een allesreiniger gebruikt. Er worden wegwerpdoekjes gebruikt of opnieuw te gebruiken sopdoeken, die wasbaar zijn bij 60°C. Advies 10. 4. Werkvolgorde Constatering Er wordt gewerkt met schoon schoonmaakmateriaal. Er wordt eerst droog gereinigd. Eerst wordt stof afgenomen, vervolgens wordt de vloer gewist of gezogen. Er wordt gewerkt van schoon naar vuil en van hoog naar laag. De temperatuur van het sopwater is handwarm. Schoonmaakmiddel wordt in de juiste dosering gebruikt. Verschillende schoonmaakmiddelen worden nooit met elkaar gemengd. Norm Na een droge reiniging wordt nat gereinigd, dat wil zeggen nat afsoppen of onderdompelen, naspoelen met heet water en nadrogen met een schone doek. De vloer wordt als laatste gedweild met het twee-emmersysteem. Eerst wordt de minst vuile ruimte schoongemaakt en vervolgens de vuilere ruimten. Zowel voor de keuken als voor de douche- en de toiletruimte wordt altijd schoon sop gebruikt. Na het soppen wordt de vloer nagespoeld met water en aan de lucht gedroogd. Het sopwater wordt tussendoor ververst, als het zichtbaar vervuild is. Na afloop van het schoonmaken wordt het sopwater direct weggegooid in een uitstortgootsteen. Indien hiervoor het toilet gebruikt wordt, wordt daarna het toilet schoongemaakt. Advies 10. 5. Werkvolgorde Constatering Een stofbindende doek wordt éénmalig gebruikt. Vochtige doeken en sopdoeken worden na gebruik gewassen op minimaal 60ºC. Microvezeldoekjes worden na gebruik gewassen op minimaal 60ºC. Er wordt geen schoonmaakmiddel bij een microvezeldoekje gebruikt. Sponzen en zemen worden alleen gebruikt voor het reinigen van ramen en spiegels. De papierzak van een stofzuiger wordt tijdig verwisseld. Het stoffilter wordt vervangen volgens advies van de fabrikant. De stofzuigermond wordt na elk gebruik ontdaan van aangekleefd vuil. Een stofwisser wordt na gebruik gereinigd. Het wisdoekje wordt tijdig vervangen en na gebruik weggegooid. De stofwisser wordt na gebruik opgehangen. Norm Dweilen en moppen worden na gebruik gewassen op 60ºC of anders weggegooid. Daarna worden ze droog opgeborgen. Emmers worden na gebruik goed schoongespoeld met heet water en daarna goed gedroogd. Kunststofborstels worden na gebruik grondig met heet water uitgespoeld, uitgeslagen en opgehangen. Toiletborstels worden alleen toiletgebonden gebruikt en na gebruik goed nagespoeld. Bezems, trekkers en dergelijke worden na gebruik van aanhangend vuil ontdaan en opgehangen. De materiaalwagen wordt wekelijks huishoudelijk gereinigd. Emmers, kunststof borstels, bezems, trekkers en dergelijke die gebruikt zijn bij de reiniging van iets dat mogelijk besmet was met bloed, andere lichaamsvochten en zeer hardnekkige micro-organismen, wordt na reiniging ook gedesinfecteerd. De schoonmaakmaterialen en -middelen zijn opgeborgen in een aparte werkkast met uitstortgootsteen. De werkkast wordt minimaal eenmaal per maand huishoudelijk gereinigd. Advies 11. Desinfectie 11. 1. Chemische desinfectie oppervlakken Constatering Norm Voor desinfectie van oppervlakken worden alleen middelen gebruikt die zijn toegelaten (of aangemeld bij) door het Ctgb en zijn voorzien van een N-nummer. Voor desinfectie van oppervlakken kleiner dan 0,5 m² wordt alcohol 70-80% gebruikt. Voor desinfectie van oppervlakken groter dan 0,5 m2 worden chloorverbindingen gebruikt. Advies 11. 2. Chemische desinfectie instrumenten en voorwerpen Constatering Norm Voor desinfectie van instrumenten en voorwerpen wordt bij voorkeur alcohol 70-80% gebruikt. Indien alcohol 70-80% niet voldoet, wordt een desinfectiemiddel gebruikt dat is toegelaten door (of aangemeld bij) het Ctgb en voorzien is van een N-nummer of er wordt een desinfectiemiddel gebruikt dat voorzien is van een CE-merk voor een specifiek medisch hulpmiddel. Advies 11. 3. Werkwijze chemische desinfectie Constatering Norm Oppervlakken, instrumenten en voorwerpen worden altijd eerst huishoudelijk gereinigd voordat er gedesinfecteerd wordt. Bij het desinfecteren worden altijd wegwerphandschoenen gedragen. Een desinfectans wordt strikt volgens voorschrift gebruikt. Advies 11. 4. Desinfectie met een chlooroplossing Constatering Een chlooroplossing wordt pas vlak voor gebruik aangemaakt met koud of lauwwarm water. Norm Afhankelijk van de concentratie chlooroplossing die gebruikt moet worden, wordt de juiste hoeveelheid tabletten opgelost. Een chlooroplossing kan minimaal 5 minuten inwerken. Na desinfectie met een chlooroplossing wordt nagespoeld met schoon water. Advies 11. 5. Desinfectie met alcohol 70-80% Constatering Oppervlaken, instrumenten en voorwerpen die gedesinfecteerd moeten worden, zijn goed gereinigd, afgespoeld en gedroogd. Oppervlakken worden zodanig met alcohol 70-80% gedesinfecteerd, dat het oppervlak ten minste 30 seconden nat blijft. Norm Het oppervlak wordt aan de lucht gedroogd. Instrumenten en voorwerpen worden minimaal vijf minuten ondergedompeld in de alcohol 7080%. Instrumenten en voorwerpen worden met schone handschoenen uit de bak genomen. Instrumenten en voorwerpen worden te drogen gelegd op een schone doek. Instrumenten en voorwerpen worden opgeborgen in een schone lade of kast. Advies 11. 6. Werkwijze thermische desinfectie intrumenten Constatering De instrumenten worden voorafgaand aan de desinfectie gereinigd en gespoeld. Er wordt een schone (uitkook)pan gebruikt en zo nodig een keukenthermometer. Norm Het water wordt aan de kook gebracht en de instrumenten worden minimaal 1 minuut op 100°C gekookt. De instrumenten worden met een (koren)tang uit de pan genomen. De instrumenten worden te drogen gelegd op een schone doek. De instrumenten worden opgeborgen in een schone lade of kast. Advies 11. 7. Werkwijze thermische desinfectie textiel Constatering Het textiel wordt verzameld in een wasmand. Het textiel wordt gewassen met gebruik van een totaalwasmiddel bij een temperatuur van 60ºC. Norm Er wordt gewassen op een standaardwasprogramma met centrifugeren. Er wordt geen verkort wasprogramma gebruikt. Het textiel wordt bij voorkeur in een wasdroger gedroogd. Schoon en vuil textiel wordt goed gescheiden gehouden. Schoon textiel wordt opgeslagen in een schone en stofvrije ruimte tot gebruik. Advies 12. Linnengoed 12. 1. Linnengoed Constatering Norm Het gebruikte linnengoed is goed reinigbaar. Het gebruikte linnengoed is licht van kleur. Advies 12. 2. Aanvoer afwas Constatering Norm Tijdens transport wordt het schone linnengoed beschermd tegen vocht, vuil en ongedierte. Bij aankomst op de afdeling wordt gecontroleerd of het gereinigde linnengoed zichtbaar schoon is. Advies 12. 3. Opslag linnengoed Constatering Norm Schoon linnengoed wordt stofvrij en beschermd tegen vocht en vuil opgeslagen. Schoon linnengoed wordt in aparte ruimtes opgeslagen. Advies 12. 4. Afvoer afwas Constatering Dagelijks wordt het vuile wasgoed in gesloten zakken van de afdelingen verwijderd. Norm Er worden stevige, vochtwerende, stofdichte, goed afsluitbare zakken van wasbaar of wegwerp materiaal gebruikt. De zakken zijn schoon. Het vuile wasgoed wordt gescheiden gehouden van het schone linnengoed. Er worden handschoenen gedragen bij het sorteren van de was. De vuile en schone was wordt niet in dezelfde ruimte opgeslagen. Advies 13. Dierplaagbeheersing 13. 1. IPM Constatering Er is een beheersplan ten aanzien van dierplagen. Norm Er wordt een logboek bijgehouden met betrekking tot de beheersing van dierplagen. Er worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt ter preventie van dierplagen. Bestrijdingsmiddelen worden alleen toepassen door een dierplaagbestrijder met een vakbekwaamheidsdiploma. Advies 13. 2. Dierplaagbeheersing Constatering Er wordt voorkomen dat plaagdieren het gebouw binnenkomen door: • wild struikgewas binnen 2 meter van het gebouw te verwijderen • ventilatieopeningen in muren en stootvoegen te beschermen. Norm De aantrekkelijkheid van het verblijven in (de omgeving van) het gebouw wordt verminderd door: • etenswaren niet onafgedekt te laten staan • plekken waar leidingen de muur in gaan (de zogenaamde doorvoeren) tussen de verschillende afdelingen af te dichten met deugdelijke (niet-doorknaagbare) materialen. Binnenkomende goederen (ook de pallets!) worden gecontroleerd op de aanwezigheid van vraatschade, uitwerpselen, buiksmeersporen etcetera. Advies 13. 3. Teken Constatering Norm Advies Na elke aanwezigheid in het bos of hoog gras wordt de cliënt op teken gecontroleerd. Een teek wordt zo snel mogelijk verwijderd met behulp van een tekenpincet, waarna het wondje met alcohol 70%, jodiumtinctuur of – zalf wordt gedesinfecteerd. 14. Afval 14. 1. Huishoudelijk afval Constatering Het afval wordt verzameld in plastic zakken. Norm Dagelijks worden de zakken vervangen en dichtgebonden getransporteerd naar de rolcontainer met deksel. De rolcontainer is niet geplaatst in een ruimte waar schone materialen worden opgeslagen. Advies 14. 2. Scherp afval Constatering Klein scherp afval, zoals injectienaalden, mesjes en dergelijke, wordt direct na gebruik in een kleine naaldcontainer gedeponeerd. Norm Er worden alleen naaldcontainers gebruikt die zijn voorzien van een UN-keurmerk. De naaldcontainers worden niet boven de indicatielijn voor maximale hoeveelheid gevuld. De volle naaldencontainers worden op een vast punt verzameld in een naaldencontainerbox en daarna in zijn geheel afgevoerd naar het afvalverwerkingsbedrijf. Op iedere plek waar handelingen met injectienaalden of andere scherpe voorwerpen worden verricht, zijn naaldcontainers aanwezig. Advies 14. 3. Materialen doordrenkt met bloed Constatering Norm Advies Er wordt beschermende kleding gedragen bij het verwerken van materialen die met bloed doordrenkt zijn (een beschermend schort en handschoenen). Het met bloed doordrenkte materiaal wordt in plastic verpakt en aangeboden aan een afvalverwerkingsbedrijf. 15. Paramedici en andere beroepsvormen 15. 1. Pedicure Constatering Norm Er wordt gewerkt volgens de WIP richtlijn ‘Veilig werken voor pedicure en podotherapeuten’. Advies 15. 2. Kapper Constatering Norm De werkzaamheden worden uitgevoerd volgens de Hygiënecode voor kappers en de werkwijze zoals is beschreven in de WIP richtlijn ‘Veilig werken voor kappers in het verpleeghuis’. Advies 15. 3. Fysiotherapie en ergotherapie Constatering Norm Er wordt gewerkt volgens de richtlijnen van de WIP ‘Veilig werken in de fysiotherapie en de ergotherapie’. Advies 15. 4. Tandarts Constatering Norm Advies Er wordt gewerkt volgens de richtlijnen van de WIP ‘Infectiepreventie in de tandheelkundige praktijk’. 16. Behandeling van vervuilde mensen vanuit de thuissituatie 16. 1. Behandeling van vervuilde mensen vanuit de thuissituatie Constatering Norm Advies In verband met besmettingsgevaar worden de nodige maatregelen getroffen voordat men in aanraking komt met andere cliënten. Er is een protocol opgesteld hoe een vervuilde cliënt gewassen en behandeld moet worden. Het personeel wordt geïnformeerd hoe met deze cliënt om te gaan. 17. Huisdieren 17. 1. Algemeen Constatering Voordat men op de afdeling huisdieren aanschaft of toelaat, wordt onderzocht of cliënten allergisch voor de huisdieren zijn. Norm Er worden afspraken gemaakt over de aanschaf van dieren. Een dierenarts controleert of het dier gezond is. De huisdieren die in een instelling verblijven zijn gevaccineerd en ontwormd. De dieren komen niet in de keuken of slaapkamers van andere cliënten. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over het uitlaten van honden en het schoonmaken van kattenbakken, kooien en dergelijke. Advies 17. 2. Huisdieren op bezoek Constatering Norm Huisdieren die opbezoek komen zijn aangelijnd. Huisdieren die opbezoek komen zijn schoon. Huisdieren die opbezoek komen zijn vrij van vlooien. Advies 17. 3. Reiniging Constatering Bij de reiniging van hokken, kooien, manden en bakken worden beschermende kleding en wegwerphandschoenen gedragen. De voerbakken worden dagelijks gereinigd. Norm De verblijfsmaterialen (hokken en dergelijke) worden één- of twee maal per week gereinigd, afhankelijk van het aantal dieren. Deze werkzaamheden zijn opgenomen in het schoonmaakschema. Na afloop van deze werkzaamheden wordt handhygiëne toegepast. Advies 17. 4. Honden Constatering De eigenaar beschikt over een bench, waarin de hond kan verblijven tijdens de verzorging van de cliënt. Er wordt minimaal twee keer per jaar een wormenkuur gegeven. Norm Ter preventie van vlooien wordt een vlooienband of een anti-vlooienmiddel gebruikt. Honden worden ieder jaar gevaccineerd tegen de hondenziekte. Er vindt jaarlijks een algemene controle van de gezondheidstoestand plaats van oren, ogen en huid. Advies 17. 5. Katten Constatering Norm De eigenaar beschikt over een bench, waarin de kat kan verblijven tijdens de verzorging van de cliënt. Er wordt minimaal twee keer per jaar een wormenkuur gegeven. Ter preventie van vlooien wordt een vlooienband of een anti-vlooienmiddel gebruikt. Katten worden iedere twee jaar gevaccineerd tegen kattenziekte en jaarlijks tegen niesziekte. Advies 17. 6. Vogels Constatering Norm Advies Men is bedacht op dragerschap van Chlamydophila psittaci (papegaaiziekte) bij vogels. Bij nieuwe vogels wordt vooraf gecontroleerd op dragerschap. 17. 7. Knaagdieren en overige dieren Constatering Norm Advies Konijnen worden twee maal per jaar ingeënt tegen myxomatose. 18. Huisdieren 18. 1. Algemeen Constatering Norm Er wordt gewerkt volgens de ‘Code voor kinderboerderijen in Nederland'. Advies 18. 2. Huisdieren op bezoek Constatering Er is een goed mest-opruimbeleid vastgesteld. Norm De ruimten waar dieren hebben gestaan worden volgens een vastgesteld schoonmaakschema gereinigd. Ongedierte wordt op een professionele wijze bestreden. Vuil en afval worden in de daarvoor bestemde afvalbakken gedeponeerd. Advies 18. 3. Reiniging Constatering Norm Cliënten en medewerkers worden op de hoogte gesteld van de geldende regels, zoals: • Draag rubberlaarzen en spoel ze voor vertrek schoon • Was de handen voor het eten en voor vertrek van de boerderij • Eet niet tussen de dieren • Eet geen voedsel dat op de grond is gevallen • Drink geen verse, rauwe melk • Kom niet bij zieke dieren of dieren die aan het bevallen zijn. Advies 18. 4. Honden Constatering Norm De handen worden gewassen na contact met dieren of mest, na schoonmaakwerkzaamheden, na toiletbezoek, na het voeren van de dieren en voor het verlaten van de boerderij. De handen worden gewassen met vloeibare zeep uit een zeepdispenser en gedroogd aan handdoekjes voor eenmalig gebruik. Advies 18. 5. Katten Constatering Er wordt beschermende/aparte kleding gedragen, zoals een overall. Norm Strooisel, mest en voederresten worden zo vaak mogelijk uit de stal verwijderd. De stal is bezemschoon, voordat er nieuw strooisel/hooi/stro in de stallen wordt gebracht. Voor aanvang van de reiniging worden de dieren, losse voerbakken en andere voorwerpen uit de stallen verwijderd. Advies 18. 6. Vogels Constatering Indien dieren ziek worden, worden de regels omtrent persoonlijke hygiëne tijdens de werkzaamheden extra in acht genomen. Norm Direct contact met zieke dieren en uitwerpselen wordt voorkomen door het dragen van handschoenen, een masker en overalls. Gebruikte materialen (handschoenen, masker en overall) worden na éénmalig gebruik vervangen of gewassen op tenminste 60 °C. Verdachte dieren worden in quarantaine gezet, zodat deze niet toegankelijk zijn voor cliënten. Cliënten komen niet in de ziekenboeg. Advies 19. Zwembaden 19. 1. Zwembaden Constatering Norm Zwembaden voldoen aan de eisen die gesteld zijn in de Wet Hygiëne en Veiligheid Badinrichtingen en Zwemgelegenheden (WHVBZ) en het daarbij behorende besluit (BHVBZ). De zwem- en/of badvoorziening is gemeld bij de Provincie. Advies 19. 2. Kleine baden Constatering Kleine baden (met een oppervlakte kleiner dan 2 m2) die niet onder de wet (WHVBZ) vallen, worden na ieder gebruik geleegd en gereinigd. Voordat ze met water worden gevuld, worden de bassins gereinigd, vuil en restwater wordt verwijderd. Norm Het water wordt dagelijks verschoond. De baden zijn voorzien van een gladde en afwasbare ombouw. Vul het bad met water van drinkwaterkwaliteit. Indien een bad niet dagelijks geleegd kan worden, wordt het water gereinigd en gedesinfecteerd volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant. Advies 19. 3. Schoonmaakbaden Constatering Het bad wordt voor gebruik gereinigd (eventuele achtergebleven reinigingsmiddelen worden verwijderd). Het bad wordt gevuld met water van drinkwaterkwaliteit vanuit een kraan die regelmatig gebruikt wordt. Norm Het bad wordt na gebruik gereinigd. Er zijn maatregelen getroffen om te voorkomen dat (huis)dieren in het water kunnen komen. Er zijn maatregelen getroffen om te voorkomen dat bladeren, gras en vuil in het bassin waaien of worden ingelopen. Naast het water in het bassin, wordt ook de omgeving van het bassin goed schoon gehouden. Advies 19. 4. Materialen Constatering Norm Voorwerpen en attributen waarmee zwemmers en het zwem- en badwater in contact komen, zijn gemakkelijk te reinigen. Bijvoorbeeld: • Trapjes: gecoat staal, roestvast staal, eventueel kunststof • Drijflijnen: kunststof • Springvoorzieningen: gecoat staal, roestvast staal, loopvlakken van kunststof • Spelmaterialen: kunststof • Vlonders: kunststof (geen hout) • Afdekdekens: kunststof. Vloeren die met blote voeten worden betreden, geven geen aanleiding tot ongevallen door gladheid en oneffenheden. De wanden en bodem van het bassin zijn afgewerkt met waterdicht en vlak materiaal en geven geen aanleiding tot ongevallen. Advies Gegevens GGD Naam Afdeling Adres Postadres Telefoon Emailadres Website Adviseur - functie - emailadres