Doorlopend Sociaal Plan Sirjon: SVRO en Siloah 2017-2018 3 Ondergetekenden Stichting Sirjon Zorggroep, waaronder begrepen Stichting Voor Reformatorische Ouderenzorg (SVRO) en Siloah Stichting Gehandicaptenzorg Gereformeerde Gemeenten, hierna zowel gezamenlijk als afzonderlijk te noemen: “werkgever” en FNV Zorg & Welzijn, gevestigd te Amsterdam CNV Zorg & Welzijn, onderdeel van CNV Connectief, gevestigd te Utrecht NU ’91, gevestigd te Utrecht FBZ, gevestigd te Utrecht RMU Werknemers, gevestigd te Veenendaal Ondertekenaars: Namens werkgever: mr. A.L. Plomp, Voorzitter Raad van Bestuur Stichting Sirjon Zorggroep Namens de vakorganisaties: [naam] FNV Zorg & Welzijn [naam] CNV Zorg & Welzijn [naam] Nu ’91 [naam] FBZ [naam] RMU Werknemers komen het navolgende Sociaal Plan overeen 4 Inhoud Inleiding Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Begripsbepalingen Werkingssfeer en werkingsduur Algemene bepalingen Preventieve mobiliteit Boventalligheid en procedure herplaatsing Beëindiging arbeidsovereenkomst Overige regelingen Bezwarencommissie 4 5 9 10 12 14 21 22 23 3 Inleiding De zorgbranche, inclusief de ouderen- en gehandicaptenzorg, is volop aan het veranderen. De overheid streeft naar meer zelfredzaamheid en meer samenwerking in de samenleving. Daarnaast is de regie en inkoop van de zorg gedecentraliseerd naar lagere overheden of lokale organen. De overheid heeft bovendien ook ingrijpende wijzigingen doorgevoerd in de AWBZ en de WMO. Verder heeft de samenleving een richting ingezet waarbij de eigen regie van de cliënt centraal staat. Stichting Voor Reformatorische Ouderenzorg (SVRO) en Siloah Stichting Gehandicaptenzorg Gereformeerde Gemeenten (Siloah) ontkomen niet aan deze veranderingen. Het nieuwe strategisch plan ‘Samen dienen en delen’ (Strategisch plan Zorggroep Sirjon 2017-2019) gaat in op de ontwikkelingen in de samenleving en in de zorg. Na besluitvorming vragen de verschillende in het strategische plan geformuleerde keuzes een verdere uitwerking. De komende periode is een transitiefase. Als gevolg van al deze ontwikkelingen zullen bij SVRO en Siloah naar verwachting in de komende jaren arbeidsplaatsen vervallen. SVRO en Siloah hebben afspraken gemaakt met de vakorganisaties over de personele gevolgen bij de komende veranderingsprocessen. Die afspraken zijn in dit Sociaal Plan vastgelegd. Uitgangspunt hierbij is dat de boventallige werknemer wordt begeleid van werk-naar-werk. Ook voorziet dit Sociaal Plan in een preventief mobiliteitsprogramma om te proberen boventalligheid zoveel mogelijk te beperken. SVRO en Siloah willen vanuit goed werkgeverschap de werknemer zo goed mogelijk ondersteunen. In het Sociaal Plan worden de rechten en plichten van zowel SVRO en Siloah als van de werknemers geregeld, en de procedures die worden gevolgd bij het vervallen van de arbeidsplaats, bij herplaatsing en bij ontslag. Werkgever en werknemer zijn samen verantwoordelijk om te komen tot een succesvolle mobiliteit in de ruimste zin van het woord. Beide partijen weten zich verantwoordelijk voor een optimale uitvoering van dit Sociaal Plan. 4 Artikel 1 Begripsbepalingen Aankondiging De schriftelijke bevestiging aan de werknemer dat zijn arbeidsplaats komt te vervallen met ingang van de datum van feitelijke boventalligheid. Afspiegelingsbeginsel Het beginsel, zoals bedoeld in artikel 11 van de Ontslagregeling, om de ontslagvolgorde te bepalen per categorie uitwisselbare functies van de bedrijfsvestiging op basis van de leeftijdsopbouw binnen de betreffende categorie uitwisselbare functies. Het personeel van de categorie uitwisselbare functies wordt ingedeeld in vijf leeftijdsgroepen, te weten: - Van 15 tot 25 jaar; - Van 25 tot 35 jaar; - Van 35 tot 45 jaar; - Van 45 tot 55 jaar; - Vanaf 55 jaar. De verdeling van de te plaatsen werknemers over de leeftijdsgroepen dient zo plaats te vinden dat de leeftijdsopbouw binnen de categorie uitwisselbare functies voor en na de inkrimping verhoudingsgewijs zoveel mogelijk gelijk is. Boventallige Een werknemer die de aankondiging van boventalligheid heeft ontvangen en wiens arbeidsplaats vervalt ten gevolge van een reorganisatie waarvoor dit Sociaal Plan geldt. Bruto maandsalaris Het tussen werkgever en werknemer overeengekomen bruto maandloon, zoals vermeld in artikel 1:1 van de cao. Cao De collectieve arbeidsovereenkomst welke voor de werknemer van toepassing is. Op werknemers in dienst van SVRO is de CAO Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (CAO VVT) van toepassing. Op werknemers in dienst van Siloah is de CAO Gehandicaptenzorg (CAO GHZ) van toepassing. Dezelfde functie De functie die de werknemer voor de verandering in de organisatie uitoefende. 5 Feitelijke boventalligheidsdatum De datum waarop de functie van de werknemer daadwerkelijk vervalt en daarmee de ingangsdatum van feitelijke boventalligheid. Hierover wordt de werknemer schriftelijk geïnformeerd door middel van de aankondiging. Functie De functie van een werknemer die is beschreven in zijn functiebeschrijving in combinatie met de laatstelijk op bestendige basis uitgeoefende feitelijke werkzaamheden. Formatieplaatsenplan Een overzicht van functies met de formatie per functie. Functiegebouw Een overzicht van de functies bij werkgever inclusief het niveau van deze functies. Geschikte functie Iedere functie die buiten het begrip “passende functie” valt en welke de werkgever en werknemer met elkaar overeenkomen. Herplaatsingstermijn De herplaatsingstermijn gaat in op de datum van aankondiging maar niet eerder dan twee maanden voor de feitelijke boventalligheidsdatum. Nieuwe functie Een functie die in het oude formatieplaatsenplan niet voorkwam en/of die naar functie-inhoud, vereiste kennis, vaardigheden, vereiste competenties en naar functieniveau en beloning wezenlijk verschilt ten opzichte van de functies in het oude formatieplaatsenplan. Partijen De ondertekenaars van dit Sociaal Plan. Passende functie Een vacante functie die wordt uitgeoefend binnen de werkgever en die aan de werknemer aangeboden kan worden, rekening houdend met zijn persoonlijke omstandigheden en vooruitzichten, waaronder de aard en de inhoud van de nieuwe werkzaamheden, het niveau van de functie, de salariëring, de capaciteiten, de competenties, de ervaring, de leeftijd, de oorspronkelijke werkomgeving, de vastgestelde promotiemogelijkheden en de omvang van het dienstverband. Een passende functie kan een gelijk of maximaal 1 functieniveau hoger of lager salarisniveau hebben. 6 Peildatum De datum waarop de afspiegeling wordt toegepast. Organisatiewijziging Iedere verandering in de inrichting van de organisatie gedurende de looptijd van dit Sociaal Plan, met gevolgen voor 1 of meer werknemers. Standplaats De plaats waar of waar vanuit de werknemer gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht. Uitwisselbare functie Functies die naar functie-inhoud, vereiste kennis, vaardigheden en vereiste competenties conform de Ontslagregeling vergelijkbaar en naar niveau en beloning gelijkwaardig zijn. Unieke functie Een functie die door slechts één werknemer in de organisatie wordt bekleed en die niet onderling uitwisselbaar is met een andere functie binnen de organisatie. Vakorganisaties FNV Zorg & Welzijn, gevestigd te Amsterdam, CNV Zorg & Welzijn, onderdeel van CNV Connectief, gevestigd te Utrecht, FBZ, gevestigd te Utrecht, NU ’91, gevestigd te Utrecht en RMU Werknemers, gevestigd te Veenendaal. Vaststellingsovereenkomst Een schriftelijke overeenkomst tussen werkgever en werknemer waarbij is overeengekomen dat de arbeidsovereenkomst op een bepaalde datum eindigt en waarin de gemaakte afspraken met betrekking tot de beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden zijn vastgelegd op een dusdanige wijze dat het ontslag niet verwijtbaar is aan de werknemer. Vervallen functie Een unieke functie of (categorie) onderling uitwisselbare functie(s) die na de reorganisatie niet meer in het formatieplaatsenplan is opgenomen. Vrijwillige vertrekregeling De regeling in het Sociaal Plan die het mogelijk maakt tussen werkgever en een niet boventallige werknemer een vaststellingsovereenkomst te sluiten met betrekking tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst. 7 Werknemer in dit Sociaal Plan De persoon die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met werkgever is aangegaan met uitzondering van de personen die in de CAO Gehandicaptenzorg, artikel 1.1. lid b. als uitzondering genoemd zijn en met uitzondering van de personen die in de CAO Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg, artikel 1.1. lid 2 als uitzondering genoemd zijn. Werkgever De Stichting Voor Reformatorische Ouderenzorg (SVRO) of Siloah Stichting Gehandicaptenzorg Gereformeerde Gemeenten (Siloah) waarmee de werknemer een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. 8 Artikel 2 Werkingssfeer en werkingsduur 2.1 Werkingssfeer Dit Sociaal Plan is van toepassing op organisatiewijzigingen waartoe werkgever besluit tijdens de looptijd van dit Sociaal Plan. Belangrijke organisatiewijzigingen worden conform de Wet op de Ondernemingsraden voorgelegd aan de Ondernemingsraad. Dit Sociaal Plan is van toepassing op alle werknemers, die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij werkgever hebben, en van wie de (rechts)positie gevolgen ondervindt als direct gevolg van een organisatiewijziging tijdens de looptijd van dit Sociaal Plan. Voor werknemers met een overeenkomst voor bepaalde tijd is dit Sociaal Plan van toepassing tot het moment dat hun arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt. Zij kunnen tot de einddatum van hun arbeidsovereenkomst gebruik maken van de faciliteiten in dit Sociaal Plan met uitzondering van de financiële regelingen, waaronder de beëindigingsvergoeding. Dit Sociaal Plan is niet van toepassing indien om andere redenen dan een organisatiewijziging de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd (bijvoorbeeld bij tekortkoming in de nakoming van verplichtingen, wegens dringende redenen, na twee jaar arbeidsongeschiktheid of bij het bereiken van de AOW/ pensioengerechtigde leeftijd). Rechten en plichten van individuele werknemers voortvloeiend uit bepalingen van eerdere Sociale Plannen blijven gelden. Voor het overige vervangt dit Sociaal Plan alle voorgaande regelingen. 2.2 Werkingsduur Het Sociaal Plan geldt met ingang van 1 januari 2017 en eindigt van rechtswege, zonder dat opzegging vereist is, op 31 december 2018. Partijen treden circa drie maanden voor de einddatum in overleg over de mogelijkheid van verlenging van dit Sociaal Plan. 2.3 Periodiek overleg Eens per half jaar voeren partijen overleg over de uitvoering van dit Sociaal Plan. Werkgever zal de vakorganisaties en de toehoorders namens de OR daartoe tijdig uitnodigen. 2.4 Aanpassing Indien tijdens de werkingsduur wijzigingen in wetgeving of overige regelgeving of cao hiertoe aanleiding geven, zullen partijen tijdig in overleg treden over eventuele aanpassing van dit Sociaal Plan. De partij die hiertoe aanleiding ziet zal de andere partij(en) voor overleg uitnodigen. 9 Artikel 3 Algemene bepalingen 3.1 Doel Het Sociaal Plan heeft ten doel de negatieve, sociale en financiële gevolgen van de reorganisaties vallend onder dit Sociaal Plan voor de werknemers zo veel mogelijk op te vangen. Uitgangspunt daarbij is dat werknemers van werk naar werk worden begeleid. 3.2 Beschikbaarstelling Sociaal Plan Werkgever draagt er zorg voor dat voor elke werknemer op wie het Sociaal Plan van toepassing is een exemplaar van dit Sociaal Plan beschikbaar is, zo spoedig mogelijk nadat het door de partijen definitief is overeengekomen en ondertekend. Tevens wordt het Sociaal Plan geplaatst op het intranet van Werkgever. 3.3 Regie Sociaal Plan De regie over de uitvoering van het Sociaal Plan wordt gevoerd door, of onder mandaat van de Raad van Bestuur van werkgever. 3.4 Informatieverstrekking door werkgever Beslissingen op grond van dit Sociaal Plan die de individuele werknemer aangaan zullen schriftelijk worden vastgelegd. 3.5 Informatieverstrekking door werknemer De werknemer, die een beroep doet op de financiële voorzieningen van het Sociaal Plan, verplicht zich de ter zake doende inlichtingen en gegevens tijdig en naar waarheid aan werkgever te verstrekken. Het verwijtbaar geven van onjuiste en/of onvolledige inlichtingen en het oneigenlijk gebruik of misbruik van de geboden voorzieningen, kan uitsluiting van verdere toepassing van het Sociaal Plan tot gevolg hebben en kan leiden tot terugvordering van het inmiddels betaalbaar gestelde. 3.6 Fiscale afwikkeling Alle in het Sociaal Plan genoemde vergoedingen zijn bruto vergoedingen, tenzij uitdrukkelijk anders wordt vermeld. Werkgever zal de wettelijk verplichte inhoudingen plegen. Vergoedingen worden slechts onbelast uitgekeerd voor zover de fiscale en/of sociale wetgeving zich hier niet tegen verzet. Vergoedingen kunnen op verzoek van werknemer in termijnen worden betaald. 3.7 Mogelijkheid tot bezwaar De werknemer die van mening is dat dit Sociaal Plan op onjuiste wijze, dan wel niet naar redelijkheid of billijkheid, op hem wordt toegepast, treedt hierover uiterlijk op de 10e werkdag na ontvangst van de desbetreffende beslissing in overleg met werkgever. De uitkomst van het overleg wordt door werkgever schriftelijk vastgelegd. Indien dit overleg met werkgever niet tot een bevredigend resultaat leidt, kan de werknemer schriftelijk een bezwaar indienen bij de bezwarencommissie (zie artikel 8). Dit bezwaar moet worden ingediend uiterlijk op de 10e werkdag nadat de werknemer de schriftelijke vastlegging van het overleg met werkgever heeft ontvangen. Het indienen van een bezwaar heeft geen opschortende werking ten aanzien van de uitvoering van de bestreden beslissing, behoudens indien er een onomkeerbare situatie zou ontstaan. 10 3.8 Hardheidsclausule Indien toepassing van het Sociaal Plan voor een individuele werknemer zou leiden tot een onbillijke situatie, zal werkgever van het Sociaal Plan afwijken ten gunste van de werknemer. In die gevallen waarin het Sociaal Plan niet voorziet, zal werkgever handelen in de geest van het Sociaal Plan. 3.9 Gezamenlijke verantwoordelijkheid Bij het zoeken naar in- en externe alternatieven geldt voor werkgever en werknemer een gezamenlijke verantwoordelijkheid en inspanningsverplichting om te komen tot een succesvolle overgang van het dienstverband (van werk naar werk). De werkgever en de werknemer spreken periodiek over de voortgang en mogelijkheden en leggen dit vast in het persoonlijk mobiliteitsplan. 3.10 Overige bepalingen Redelijkheid en billijkheid In alle gevallen dient er te worden gehandeld volgens criteria van redelijkheid en billijkheid zoals die zijn neergelegd in artikel 7:611 Burgerlijk Wetboek waar staat: de werkgever en de werknemer zijn verplicht zich als een goed werkgever en een goed werknemer te gedragen. Interpretatie Sociaal Plan De interpretatie van de bepalingen in dit Sociaal Plan is voorbehouden aan de betrokken partijen bij dit plan. Advies en instemmingsrecht medezeggenschapsorgaan In het kader van het advies- en instemmingsrecht wordt het medezeggenschapsorgaan conform de WOR betrokken bij organisatieveranderingen. 3.11 Kosten Sociaal Plan De kosten van de uitvoering van dit Sociaal Plan zijn voor rekening van de werkgever, die hiervoor financiële ruimte reserveert. 11 Artikel 4 Preventieve mobiliteit Dit hoofdstuk beschrijft op welke wijze werkgever boventalligheid zo veel mogelijk probeert te beperken (preventief mobiliteitsprogramma). Daarnaast wordt hieronder beschreven hoe het preventief mobiliteitsprogramma in het kader van dit Sociaal Plan wordt toegepast op werknemers, van wie de arbeidsplaats mogelijk komt te vervallen. 4.1 Preventief mobiliteitsprogramma Indien ten aanzien van bepaalde functies of van bepaalde afdelingen wordt verwacht dat ze binnen de looptijd van dit Sociaal Plan vervallen, veranderen of sterk in omvang afnemen, wordt een preventief mobiliteitsprogramma gestart. Op deze wijze beoogt werkgever op proactieve wijze daadwerkelijke boventalligheid in de toekomst zoveel mogelijk te beperken. Hierbij gaat het om situaties waarin – vooruitlopend op een voorgenomen of definitief besluit tot organisatiewijziging – maatregelen kunnen worden genomen die bijdragen aan de duurzame inzetbaarheid van de betrokken werknemers. 4.2 Start preventief mobiliteitsprogramma De Raad van Bestuur wijst in overleg met de Ondernemingsraad de doelgroepen aan waarvoor het preventief mobiliteitsprogramma geldt en wanneer het preventief mobiliteitsprogramma per groep van start gaat. 4.3 Inhoud preventief mobiliteitsprogramma De betreffende werknemers worden persoonlijk geïnformeerd dat zij onder een preventief mobiliteitsprogramma vallen. Zij krijgen de mogelijkheid het belangstellingsregistratieformulier in te vullen. Dit formulier is bestemd om met de werknemer te onderzoeken wat zijn wensen en mogelijkheden zijn met betrekking tot zijn carrière. Met de werknemer die dit wenst zal op vrijwillige basis een belangstellingsgesprek worden gevoerd. Werknemers op wie het preventief mobiliteitsprogramma van toepassing wordt verklaard, krijgen de mogelijkheid te werken aan hun kansen op de interne en externe arbeidsmarkt en/of hun kansen op andere carrièreperspectieven. De betreffende werknemers krijgen de mogelijkheid op vrijwillige basis gebruik te maken van de mobiliteit bevorderende maatregelen uit dit Sociaal Plan, gericht op het vinden van ander werk (binnen of buiten werkgever). Deelname aan het preventief mobiliteitsprogramma is vrijwillig, maar niet vrijblijvend in die zin dat van degenen die zich aanmelden een actieve bijdrage wordt verwacht. Werkgever en werknemer maken samen een persoonlijk mobiliteitsplan. In dit plan worden afspraken gemaakt over de begeleiding van de werknemer tijdens het preventief mobiliteitsprogramma. Deze begeleiding zou kunnen bestaan uit loonbaanbegeleiding, sollicitatietraining, scholing of een stage. Ook andere instrumenten zouden kunnen worden ingezet, waaronder een vrijwillige vertrekregeling zulks ter beoordeling van de werkgever. 12 4.4 Vrijwillige vertrekregeling Om boventalligheid te voorkomen, kunnen werknemer en werkgever een vrijwillig vertrek overeen komen. Het betreft werknemers die door hun vertrek een (in) directe bijdrage leveren in het verminderen van (dreigend) boventalligheid. De werkgever heeft de bevoegdheid te bepalen welke (groep) werknemer(s) gebruik kan maken van deze regeling. 13 Artikel 5 Boventalligheid en procedure herplaatsing 5.1 Vaststelling van boventalligheid In het kader van organisatieontwikkelingen kunnen er wijzigingen in de formatie optreden. Het kan gaan om het vervallen, krimpen of wijzigen van functies. Ook kan er sprake zijn van groei van functies of het ontstaan van nieuwe functies. Indien een unieke functie of een gehele categorie uitwisselbare functies vervalt, zijn de werknemers werkzaam in deze functies feitelijk boventallig met ingang van de datum waarop de arbeidsplaats vervalt. Bij functies waar sprake is van vermindering van het aantal arbeidsplaatsen binnen onderling uitwisselbare functies wordt boventalligheid vastgesteld op grond van het afspiegelingsbeginsel. 5.2 Volgorde herplaatsing Het is het doel van werkgever en werknemer om de werknemer te herplaatsen (in- dan wel extern). Bij interne herplaatsing wordt de volgende volgorde in acht genomen: - Plaatsing op een passende functie binnen de eigen locatie; - Plaatsing op een passende functie, met als volgorde zelfde functieniveau, indien niet voorhanden een niveau hoger, indien niet voorhanden een niveau lager (maximaal één functieniveau lager). Wanneer er geen passende functie aanwezig is, kan de werknemer een geschikte functie worden aangeboden. Een nieuwe en/of vacante functie wordt aangeboden aan een boventallige werknemer voor wie de functie op basis van objectieve criteria passend is. Wanneer er meer kandidaten zijn voor wie de functie passend is, dan geschiedt plaatsing op basis van anciënniteit. Op het moment van plaatsing op een passende functie verliest de geplaatste werknemer de status van boventalligheid. Werknemer ontvangt een schriftelijke bevestiging alsmede een nieuwe arbeidsovereenkomst of een aanvulling op de bestaande arbeidsovereenkomst. Indien er geen passende of geschikte kandidaat op de lijst van boventallige werknemers staat, wordt de reguliere werving- en selectieprocedure gevolgd. 5.3 Herplaatsing functie Manager Zorg In het strategisch plan ‘Samen dienen en delen’ (Strategisch plan Zorggroep Sirjon 20172019) is een nieuwe inrichting van de managementstructuur voorzien, met daarin de nieuwe functie van Manager Zorg. Deze nieuwe functie is een sleutelfunctie die van cruciaal belang is voor een kwalitatief goede bedrijfsvoering en/of dienstverlening, waar voor de uitoefening ervan bepaalde specifieke competenties worden vereist. Uitsluitend voor deze sleutelfunctie geldt dat van de gebruikelijke plaatsingsprocedure wordt afgeweken. Benoeming in de functie van Manager Zorg vindt plaats op basis van sollicitatie, waarbij werknemers in de functies (Assistent) Locatiemanager en Regiomanager als eerste de mogelijkheid krijgen te solliciteren. Wanneer vervolgens nog niet alle vacatures zijn vervuld wordt de functie opengesteld volgens de gebruikelijke procedure voor werving en selectie. 14 5.4 Aankondiging van boventalligheid Indien vaststaat dat de werknemer boventallig wordt, zal de werkgever de werknemer dit in een persoonlijk gesprek meedelen. Werkgever zal de mededeling en het besprokene uiterlijk twee werkdagen na het gesprek schriftelijk aan de werknemer bevestigen (de aankondiging). 5.5 Boventalligheidsdatum en herplaatsingstermijn De herplaatsingstermijn gaat in op de datum van aankondiging boventalligheid maar niet eerder dan twee maanden voor de feitelijke boventalligheidsdatum. De herplaatsingstermijn en daarmee de mobiliteitsfase, kunnen al starten voor het moment van feitelijke boventalligheid, wanneer deze datum in de toekomst ligt. In dat geval begint de herplaatsingstermijn zoveel eerder als de datum van de aankondiging, maar niet eerder dan twee maanden voor de feitelijke boventalligheidsdatum. Bij de aankondiging van boventalligheid vermeldt werkgever schriftelijk aan werknemer op welke datum hij boventallig wordt en wanneer voor hem de herplaatsingstermijn start. Dit kan niet met terugwerkende kracht. Het uitgangspunt van Partijen is dat herplaatsing lukt binnen 6 maanden. Daarvoor stellen werkgever en werknemer een mobiliteitsplan op (zie artikel 5.8). In het onverhoopte geval dat herplaatsing binnen 6 maanden niet mogelijk is gebleken, zullen werkgever en werknemer met elkaar in overleg treden en afspraken maken over het vervolg. De herplaatsingstermijn bedraagt maximaal 12 maanden. 5.6 Herschikking Als gevolg van het vervallen van arbeidsplaatsen kan herschikking van werknemers (verplaatsing van werknemers naar een andere afdeling en/of locatie) noodzakelijk zijn om de formatie op een afdeling/locatie weer kloppend te krijgen. Werknemers van afdelingen/locaties die betrokken zijn bij een herschikking krijgen de mogelijkheid schriftelijk hun wensen kenbaar te maken middels een belangstellingsregistratieformulier. Doelstelling is op basis van de belangstellingsregistratie de herschikking te realiseren. Indien dit niet mocht lukken en er werknemers aangewezen moeten worden voor herschikking, dan gebeurt dit middels toepassing van het afspiegelingsbeginsel, waarbij de werknemer in de betrokken leeftijdscategorie met het kortste dienstverband het eerst voor herschikking in aanmerking komt. 5.7 Mobiliteitsfase Gedurende de herplaatsingstermijn geldt de mobiliteitsfase voor boventallige werknemers. De herplaatsingstermijn vangt aan op de datum die is vermeld in de aankondiging. De mobiliteitsfase eindigt op het moment van herplaatsing of op het moment dat de arbeidsovereenkomst eindigt. Mobiliteit is niet vrijblijvend. Zowel werkgever als werknemer zijn gehouden zich actief op te stellen om naar ander werk te komen op zo kort mogelijke termijn. Indien geen passende functie bij de werkgever redelijkerwijs is te voorzien gaat de werknemer op zoek naar een nieuw en reëel toekomstperspectief buiten de organisatie. 15 De werkgever en de werknemer verplichten zich in dat geval tot een mobiliteitstraject gericht op het zo spoedig mogelijk verkrijgen van een functie buiten de organisatie. Vanaf het moment dat de werkgever ten behoeve van en in overleg met de werknemer een persoonlijk mobiliteitsplan heeft opgesteld zijn zowel de werkgever als de werknemer verplicht zich daarvoor actief in te zetten. Zij kunnen gebruik maken van zogenaamde mobiliteitsbevorderende maatregelen. De werknemer wordt indien mogelijk gedurende de looptijd van het persoonlijk mobiliteitsplan ingezet op tijdelijke werkzaamheden, ook boven de formatie. Detachering bij een andere organisatie behoort ook tot de mogelijkheden. Gedurende deze periode zal er geen wijziging optreden in de arbeidsvoorwaarden. De werkgever en de werknemer maken afspraken over tussentijdse evaluaties van het persoonlijk mobiliteitsplan, zodat de voortgang wordt bewaakt en de gelegenheid wordt geboden het plan indien nodig tussentijds bij te stellen om de slaagkans te vergroten. Als de werknemer niet-verwijtbaar geen (verdere) uitvoering kan geven aan het persoonlijk mobiliteitsplan worden er opnieuw tussen de werkgever en de werknemer afspraken gemaakt over het te verwachten toekomstperspectief waarbij de termijnen in dit Sociaal Plan leidend zijn. 5.8 Persoonlijk mobiliteitsplan Werkgever en de werknemer maken samen, in samenspraak met HRM, binnen twee weken na de aankondiging een mobiliteitsplan en spreken gezamenlijk regelmatig voortgangsgesprekken af. Deze voortgangsgesprekken zullen schriftelijk worden vastgelegd door de werkgever. Begeleiding van werk-naar-werk staat centraal in het mobiliteitsplan. In samenspraak met de werknemer beoordeelt de werkgever aan de hand van de te verwachten interne herplaatsingsmogelijkheden of de focus op werk-naar-werk begeleiding naar intern of naar extern georiënteerd zal zijn of een combinatie van beide. De afspraken hierover worden opgenomen in het mobiliteitsplan evenals de inspanningen die de werknemer zelf moet verrichten. In het mobiliteitsplan staat tevens welke begeleiding de werknemer hierbij krijgt en welke instrumenten, activiteiten en overige voorzieningen op het gebied van om- her- en bijscholing en/of outplacement ingezet gaan worden. Ook wordt vermeld welke activiteiten al zijn ondernomen in het kader van het preventief mobiliteitsprogramma. Naast de te verwachten interne of externe mogelijkheden zijn de belangrijkste uitgangspunten voor het mobiliteitsplan de opleiding, ervaring, huidige functie, functieverblijftijd, competenties en belangstelling van de werknemer. Indien de werkgever en de werknemer samen beoordelen dat inschakeling van een externe organisatie nodig is, is per werknemer op basis van maatwerk een mobiliteitsbudget beschikbaar, te besteden na schriftelijke toestemming van werkgever. Zowel de werkgever als de werknemer hebben een inspanningsverplichting om naar eisen van redelijkheid en billijkheid tot een voor beide partijen aanvaardbaar persoonlijk mobiliteitsplan te komen. 16 Binnen dit persoonlijk mobiliteitsplan krijgt de werknemer de ruimte om afspraken te maken met de werkgever over de nodige begeleiding tijdens de mobiliteitsfase. Vastgelegd kunnen worden: - welke activiteiten worden ontplooid om de werknemer in aanmerking te laten komen voor een passende functie binnen of buiten de werkgever; - of en zo ja, welke her-, om of bijscholingsactiviteiten worden ondernomen om de werknemer te begeleiden naar een passende functie (met reëel perspectief) binnen of buiten de organisatie; - de periode waarbinnen de activiteiten zullen plaatsvinden; - (reis)kosten die gepaard gaan met de activiteiten, zoals vastgelegd in het persoonlijk mobiliteitsplan; - Tussentijdse evaluaties van het persoonlijk mobiliteitsplan om de voortgang te bewaken en om indien nodig tot tussentijdse bijstelling te komen om de slagingskans te vergroten. 5.9 Aanbieden vacatures De werknemer heeft bij vacant gestelde functies, samen met eventuele re-integratiekandidaten, voorrang op alle andere interne of externe kandidaten. Onderstaande voorrangsvolgorde is van toepassing voor interne herplaatsing in vrijkomende vacatures: 1. Werknemers met een arbeidshandicap en/ of werknemers die arbeidsongeschikt zijn voor hun eigen functie en geschikt zijn voor een andere functie, mits de betreffende functie voor hen passend is bevonden door de bedrijfsarts/arbeidsdeskundige. Indien meerdere werknemers op grond van de vorige zin op de functie zouden kunnen worden geplaatst, wordt geplaatst op basis van het anciënniteitsprincipe; 2. De boventallige werknemer voor wie de functie een passende functie is (met inachtneming van de procedures uit dit Sociaal Plan). Zijn er meerdere boventalligen voor wie het een passende functie betreft, dan wordt het anciënniteitsprincipe gehanteerd; 3. De werknemer voor wie de functie volgens werkgever en werknemer een geschikte functie is; 4. Overige werknemers. 5.10 Overige bepalingen Als de bedrijfsarts van mening is dat arbeidsongeschiktheid het zoeken naar alternatieve herplaatsing, dan wel solliciteren onmogelijk maakt dan heeft de arbeidsongeschiktheid een opschortende werking voor de resterende herplaatsingstermijn. Indien binnen zes maanden na aanvaarding van een andere functie binnen (de organisatie van) werkgever blijkt dat de betrokken werknemer buiten zijn schuld niet geschikt is voor deze functie, dan wordt de herplaatsing herroepen. Er zal dan worden gekeken of er binnen een redelijke termijn een passende functie vrij zal komen. Is dat niet het geval, dan zullen werkgever en werknemer met elkaar in overleg treden over een beëindigingsregeling. 17 5.11 Vergoeding noodzakelijke kosten Werkgever zal eventueel noodzakelijke kosten ter verkrijging van een externe functie op declaratiebasis vergoeden, voor zover deze niet vergoed worden door de nieuwe werkgever. Dit geldt voor reiskosten openbaar vervoer bij sollicitatie en kosten van een noodzakelijke scholing; voor zover overeengekomen in het individuele mobiliteitsplan, dan wel na akkoord van de werkgever. 5.12 Vrijstelling van werk Werkgever kan na overleg met de betrokken werknemer besluiten de boventallig verklaarde werknemer op een door werkgever te bepalen datum vrij te stellen van werk met behoud van salaris en overige arbeidsvoorwaarden met uitzondering van een eventuele reiskostenvergoeding en onkostenvergoeding. De werknemer kan gedurende deze periode van vrijstelling van werkzaamheden vakantiedagen genieten. 5.13 Passende functie Indien een passende functie binnen de organisatie beschikbaar is, zal werkgever de boventallige werknemer een schriftelijk aanbod doen voor de betreffende functie. In dit aanbod worden de functieomschrijving en functie-eisen, de ingangsdatum, de standplaats en de geldende arbeidsvoorwaarden vermeld. De werknemer dient binnen 10 werkdagen bezwaar in te dienen indien hij de aangeboden functie niet als passend beschouwt. Na de uitspraak van de Bezwarencommissie zal de werkgever de werknemer schriftelijk en gemotiveerd meedelen of het aanbod al dan niet wordt gehandhaafd. Indien werkgever het eerdere aanbod voor een passende functie intrekt, herleeft de situatie alsof de betreffende functie niet is aangeboden. Wordt het aanbod voor de passende functie door de werkgever gehandhaafd, dan zal de werknemer de werkgever na uiterlijk 10 werkdagen schriftelijk en gemotiveerd meedelen of hij het aanbod al dan niet accepteert. Indien de werknemer het aanbod alsnog weigert, zonder dat daarvoor naar het oordeel van de werkgever een redelijke grond aanwezig is, verliest hij de status boventallige werknemer en wordt hij uitgesloten van de verdere toepassing van het Sociaal Plan. Werkgever zal dan een procedure tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst opstarten. 5.14 Gevolgen weigering van een aanbod voor een passende functie Indien de weigering van een passende functie tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst leidt, dan kan dit negatieve gevolgen hebben voor het recht op een werkloosheidsuitkering. De werkgever zal deze gevolgen op generlei wijze compenseren. 18 5.15 Arbeidsvoorwaarden na herplaatsing binnen werkgever Bij herplaatsing bij werkgever in een passende functie geldt de navolgende arbeidsvoorwaardelijke regeling: a. Het salaris van de werknemer wordt ingepast in de salarisschaal horende bij de nieuwe functie. Doorgroei in de nieuwe salarisschaal vindt plaats volgens de normaal geldende systematiek. b. Als de werknemer herplaatst wordt in een lager ingedeelde passende functie kan de werknemer kiezen uit de volgende 2 regelingen. Deze keuze moet de werknemer maken voordat hij wordt herplaatst in de passende functie. 1. De werknemer behoudt recht op het salaris conform zijn oorspronkelijke salarisschaal inclusief de uitloopmogelijkheden evenals de cao-verhogingen. Wanneer na of bij het aanvaarden van een functie met een lager salarisschaal urenuitbreiding plaatsvindt, is op deze urenuitbreiding het salaris van toepassing behorende bij de nieuwe functie. Voor deze uren geldt dus niet de bovenbedoelde schaalgarantie. Wanneer na of bij het aanvaarden van een functie met een lager salarisschaal urenvermindering op verzoek van werknemer plaatsvindt, wordt de aanspraak naar rato van dit mindere aantal uren berekend. Wanneer een werknemer in een passende functie met een lagere salarisschaal is geplaatst, kan de werkgever de werknemer tot vier jaar na plaatsing alsnog een passende functie op het oorspronkelijke salarisniveau aanbieden welke de werknemer moet accepteren. Kiest de werknemer er op dat moment voor om in de lagere functie werkzaam te blijven, vervalt per direct de salarisgarantie. 2. De werknemer kiest voor definitieve plaatsing in de passende functie op een lager niveau en ziet daarmee af van de regeling dat hij binnen 4 jaar teruggeplaatst kan worden in een functie op het oorspronkelijke salarisniveau. In dat geval geldt de navolgende afbouwregeling. Het verschil tussen het oude en het nieuwe salaris wordt vastgesteld in de vorm van een nominale persoonlijke toeslag. De persoonlijke toeslag wordt berekend naar het verschil op het tijdstip van herplaatsing. De persoonlijke toeslag wordt afgebouwd. Gedurende de eerste 6 maanden wordt de toeslag volledig betaald, in de maanden 7 tot en met 12 voor 75%, in de maanden 13 tot en met 18 voor 50% en in de maanden 19 tot en met 24 voor 25%. c. Indien de werknemer in de oorspronkelijke functie een onregelmatigheidstoeslag ontving, waar daar in de nieuwe situatie geen sprake meer van is, ontvangt de werknemer een tegemoetkoming voor het wegvallen van de onregelmatigheidstoeslag. Indien op de werknemer de CAO VVT van toepassing is wordt de onregelmatigheidstoeslag afgebouwd in overeenstemming met artikel 5:19 van de CAO VVT. In artikel 7:10 lid 5 van de CAO Gehandicaptenzorg is bepaald dat werkgever en werknemer samen een tijdelijke afbouwregeling kunnen overeenkomen. Voor de uniformiteit bepaalt dit Sociaal Plan deze tijdelijke afbouwregeling voor de werknemer waarop de CAO Gehandicaptenzorg van toepassing is. Deze bestaat uit een tegemoetkoming gedurende het eerste jaar van 100% en gedurende het tweede jaar 50% van de onregelmatigheidstoeslag die de werknemer gemiddeld per maand in de voorgaande 12 maanden ontving. Indien de werknemer na het ingaan van de afbouwregeling - weer en tijdens de afbouwregeling - in onregelmatige dienst gaat werken, wordt de hierdoor opgebouwde onregelmatigheidstoeslag verrekend met het bedrag van de tegemoetkoming. 19 d. Indien de boventallige werknemer herplaatst wordt op een andere locatie van werkgever of een aan haar gelieerde stichting en hierdoor een grotere reisafstand woon-en werkverkeer moet worden afgelegd worden de meer-kilometers vergoed op basis van de reiskostenregeling met betrekking tot woon- werkverkeer. Het gaat hier om de reiskostenregeling van werkgever. In dat geval ontvangt de werknemer niet de vergoeding woon-werkverkeer (§2.1. reiskostenregeling). In plaats hiervan krijgt de werknemer een vergoeding volgens de dienstreizenregeling (§2.2. reiskostenregeling). Dat houdt in dat deze kilometers worden vergoed met € 0,29 netto of € 0,32 bruto per gereden kilometer afhankelijk van welke cao van toepassing is. Uiteraard wordt de vergoeding woon-werkverkeer (die wel gewoon doorloopt) van het te declareren bedrag afgetrokken. Bij gebruik van OV geldt dat de gemaakte kosten worden vergoed op basis van het tarief 2e klas. De reistijd wordt vergoed volgens deze zelfde dienstreizen regeling. Dit betekent dat de reistijd die meer bedraagt dan 30 minuten werktijd is. Wanneer de werknemer langer dan 6 maanden op deze nieuwe locatie werkzaam is, geldt de reiskostenvergoeding woonwerkverkeer weer zoals beschreven in §2.1. reiskostenregeling. 5.16 Opzegtermijn voor de werknemer De werkgever zal de boventallige werknemer die een functie buiten werkgever of een aan haar gelieerde stichting kan aanvaarden niet aan de voor hem geldende opzegtermijn houden. In onderling overleg zal dan worden vastgesteld wanneer het dienstverband eindigt. 5.17 Overgang naar een andere cao De werknemer kan door de toepassing van dit Sociaal Plan worden herplaatst waardoor een andere cao gaat gelden. Als de interne herplaatsing leidt tot toepassen van een andere cao worden de nadelige salarisverschillen voor de werknemer zodanig gecompenseerd, dat het totale pakket aan arbeidsvoorwaarden inclusief pensioenrechten minimaal gelijk blijft als onder de cao die voorafgaand van toepassing was. 5.18 Verhuiskosten Een verandering van standplaats van de werknemer kan met zich meebrengen dat het voor de uitoefening van de functie voor de werknemer noodzakelijk is om te verhuizen. In dat geval heeft de werknemer recht op vergoeding van de werkelijke kosten van transport door een erkend verhuisbedrijf van bagage en inboedel van de werknemer naar de nieuwe woning. Daarnaast maakt de werknemer dan aanspraak op een vergoeding van de herinrichtingskosten ten bedrage van maximaal 12% van het jaarsalaris inclusief de vakantietoeslag met een maximum van € 9.076,= bruto. 20 Artikel 6 Beëindiging arbeidsovereenkomst 6.1 Procedure Werkgever kan al gedurende de herplaatsingstermijn, maar niet eerder dan 6 maanden voor het einde van de herplaatsingstermijn, stappen ondernemen die ertoe leiden dat de arbeidsovereenkomst na ommekomst van de herplaatsingstermijn kan worden beëindigd. Werkgever streeft er naar om de arbeidsovereenkomst te beëindigen door middel van een vaststellingsovereenkomst. In de vaststellingsovereenkomst zal dit Sociaal Plan van toepassing worden verklaard en zal de voor werkgever geldende opzegtermijn in acht worden genomen bij het bepalen van de einddatum van de arbeidsovereenkomst. In die uitzonderingssituaties dat werkgever en werknemer het niet eens worden over een vaststellingsovereenkomst, dan kan werkgever de procedure in gang zetten door het indienen van een verzoek om toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst bij het UWV. 6.2 Beëindigingsvergoeding De boventallige werknemer wiens arbeidsovereenkomst binnen de looptijd en in het kader van dit Sociaal Plan op initiatief van werkgever eindigt, heeft recht op de vergoeding bij ontslag volgens de geldende cao (tenzij werknemer een passende functie weigert, ex artikel 5.13 van dit Sociaal Plan). Er vindt geen verrekening van kosten met deze vergoeding plaats. Mocht er een wijziging in een van de toepasselijke cao's worden afgesproken ten aanzien van de vergoeding en/of andere voorzieningen bij ontslag, dan zullen partijen met elkaar in overleg treden over aanpassing van dit artikel van het Sociaal Plan. 6.3 Tekenbonus De boventallige werknemer die afziet van de herplaatsingsperiode/ mobiliteitsfase en die binnen 10 dagen na bekendmaking van boventalligheid de aan hem verstrekte vaststellingsovereenkomst voor akkoord ondertekent én hij niet binnen de wettelijke bedenktermijn van 2 weken na de ondertekening schriftelijk aangeeft dat hij de vaststellingsovereenkomst ontbindt, ontvangt een tekenbonus ter grootte van één bruto maandsalaris inclusief vakantietoeslag en exclusief overige emolumenten. Dit bedrag wordt uitbetaald bij de eindafrekening. 21 Artikel 7 Overige regelingen 7.1 Studiekosten De boventallige werknemer die een studie volgt in verband met de uitoefening van zijn functie wordt in de gelegenheid gesteld deze studie af te ronden in overeenstemming met de vergoedingsafspraken die daarvoor bij aanvang van de studie zijn overeengekomen. De eventuele terugbetalingsverplichtingen ten gevolge van een studieovereenkomst komen bij einde van de arbeidsovereenkomst te vervallen. 7.2 Pensioenverzekering De deelneming via werkgever in de voor de betreffende werknemer geldende pensioenvoorziening/fonds eindigt op de datum einde arbeidsovereenkomst. 7.3 Referenties en getuigschrift Desgevraagd zal werkgever referenties verstrekken over het functioneren van de werknemer. Op verzoek ontvangt de werknemer een getuigschrift van werkgever. 7.4 Jubileumuitkering Indien de werknemer binnen 1 jaar te rekenen vanaf de einddatum van de arbeidsovereenkomst conform cao recht zou hebben op een jubileumuitkering, dan ontvangt hij deze bij de eindafrekening. 7.5 Kosten juridische bijstand De werknemer die kosten maakt voor juridische bijstand in het kader van dit Sociaal Plan, krijgt deze kosten gecompenseerd tot een maximum van € 500,= exclusief BTW. 7.6 Sollicitatie Aan de werknemer wordt desgevraagd betaald verlof verleend ten behoeve van sollicitatie. 7.7 Terugkeergarantie Indien de werknemer een nieuwe arbeidsovereenkomst bij een andere werkgever heeft afgesloten, zal op verzoek van de werknemer een terugkeergarantie worden geboden voor het geval de nieuwe werkgever de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd van het nieuwe dienstverband opzegt. Indien de werknemer deze terugkeergarantie wenst zal gedurende de proeftijd bij de nieuwe werkgever een periode van onbetaald verlof gelden bij de werkgever. De werknemer behoudt bij terugkeer naar de werkgever binnen deze periode alle rechten voortvloeiend uit dit Sociaal Plan. 22 Artikel 8 Bezwarencommissie Er is een bezwarencommissie die op verzoek van de werkgever of de werknemer toetst of het Sociaal Plan in individuele gevallen juist wordt toegepast. 1. De bezwarencommissie bestaat uit drie leden, niet werkzaam binnen de bij dit Sociaal Plan betrokken organisaties. Bij de samenstelling gelden de volgende voorwaarden: - één lid wordt voorgedragen door de werkgever; - één lid wordt voorgedragen door de werknemersorganisaties; - één lid, tevens voorzitter, wordt voorgedragen door de twee hiervoor genoemde leden. De formele benoeming vindt plaats door de Raad van Bestuur van werkgever. 2. Het secretariaat van de commissie wordt gevoerd door het Bestuurssecretariaat van werkgever. 3. De werknemer dient zich, binnen 10 werkdagen nadat het besluit bekend is gemaakt, schriftelijk en gemotiveerd te wenden met bezwaren betreffende de toepassing van het Sociaal Plan in zijn persoonlijke geval. Bezwaren tegen de functiebeschrijving- en waardering vallen buiten het bereik van het Sociaal Plan evenals de aankondiging van boventalligheid. 4. De commissie kan besluiten om een bezwaar schriftelijk af te handelen dan wel een mondelinge behandeling van het bezwaar te houden. 5. De werkgever en werknemer zijn verplicht alle gevraagde medewerking aan de bezwarencommissie te verlenen. 6. De bezwarencommissie doet binnen één maand na indiening een uitspraak over het ingediende bezwaar. 7. De uitspraak heeft het karakter van een zwaarwegend advies. De werkgever kan alleen van de uitspraak afwijken, als hij daarvoor naar zijn oordeel zwaarwegende argumenten heeft. Als de werkgever van de uitspraak afwijkt, brengt hij dat schriftelijk en gemotiveerd ter kennis van de werknemer en de commissie. 8. De werknemer die zich tot de bezwarencommissie heeft gewend, wordt in zijn bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, indien het bezwaar voor de aanmelding bij de bezwarencommissie bij de rechter aanhangig is gemaakt. 9. Indien na de indiening van het bezwaar de werkgever en/of de werknemer het bezwaar aanhangig maakt bij de rechter, ziet de bezwarencommissie af van verdere behandeling. 10. De leden van de bezwarencommissie zijn tot geheimhouding verplicht. 11. Werknemer en werkgever dragen ieder de kosten van de eigen raadsman, met in achtneming van artikel 7.5. 23 12. Als de werkgever in zijn besluitvorming het advies van de Bezwarencommissie meeneemt en de werknemer is het hier nog steeds niet mee eens dan is er voor de werknemer de mogelijkheid om zijn zaak alsnog aanhangig te maken bij de rechter. 13. Buiten het in dit artikel bepaalde regelt de bezwarencommissie zijn eigen werkwijze. 24