Interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme Advies over het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 betreffende de erkenning en subsidiering van diensten Ondersteuningsplan en een mentorganisatie voor het voortraject van personen met een handicap Brussel, 23 september 2015 Het voorstel op hoofdlijnen Het voorstel van besluit heeft tot voorwerp om diverse bepalingen te wijzigen aan het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 betreffende de erkenning en subsidiering van diensten Ondersteuningsplan (DOP) en een mentorganisatie voor het voortraject van personen met een handicap, met name rond de opmaak van een ondersteuningsplan, het voorbehouden van begeleiding voor deze taak, de verruiming van maximale begeleidingsduur en de verruiming van de doelgroep naar cliënten die nu VAPH-ondersteuning ontvangen. BESPREKING Het Centrum meent dat de DOP-diensten een zinvolle taak hebben in het licht van het VN-verdrag, met name in de mate dat ze cliënten en hun netwerk bijstaan in het verhelderen van hun vraag naar ondersteuning (een werk dat dient uit te monden in een ondersteuningsplan), maar ook (op verzoek) het versterken van het netwerk rond de persoon met een handicap en inzake het zoeken naar inclusieve ondersteuningsvormen (“vermaatschappelijking van de zorg”). Aangaande het voorliggend wijzigingsbesluit heeft het Centrum er een aantal bedenkingen: POSITIEVE BEDENKINGEN Het is een goede zaak dat er gewerkt wordt aan de verruiming van de doelgroep van de diensten ondersteuningsplan, door het openstellen van de werking (althans voor wat de opdracht naar het maken van ondersteuningsplannen betreft) naar cliënten die nu reeds VAPH-ondersteuning ontvangen (artikel 4 ontwerpbesluit). Hierdoor kunnen cliënten die nu reeds gespecialiseerde ondersteuning genieten ondersteund worden om een nieuwe vraag te initiëren met bijstand van een DOP-dienst. Het is ook een goede zaak dat cliënten met een vermoeden van handicap of een ernstig risico op het ontwikkeling ervan voortaan zonder een medisch attest of zonder een verslag van een multidisciplinair team een beroep kunnen doen op de dienstverlening van Diensten Ondersteuningsplan. Dit verhoogt de toegankelijkheid en beschikbaarheid van deze dienst voor wie er nood aan heeft. Het is tenslotte goed dat de maximale duur van begeleidingen in een aantal gevallen kan stijgen van 12 tot 18 maanden. Het laat toe de spreiding van begeleidingen aan te passen aan het individueel tempo van cliënten en hun omgeving. 1 Interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme KRITISCHE BEDENKINGEN Over de uitbreiding van de doelgroep en de rol van DOP’s rond netwerkversterking Het is een goede zaak dat personen die nu reeds ondersteuning genieten een beroep kunnen doen op de DOPdiensten, althans voor de opmaak van ondersteuningsplannen. Onder de opmaak van ondersteuningsplannen verstaan we bij deze bepaling dan wel de opmaak volgens de methodiek en kwaliteitseisen van de DOP-diensten en hun mentororganisatie: dit houdt naast redactie van het plan an sich ook (op vraag) vraagverheldering en netwerkversterking in. Het Centrum ziet de rol van de DOP’s rond netwerkversterking vooral rond het – in constante dialoog en na akkoord van de persoon met een handicap – in kaart brengen, benoemen van, versterken van en waar nodig uitbouwen van het sociaal netwerk, zonder hieraan noodzakelijkerwijze ondersteuningstaken aan toe te bedelen. Zich (intensief) laten ondersteunen door leden binnen het sociaal netwerk moet ten allen tijde een vrije en positieve keuze zijn voor alle partijen. Over de strikte scheiding van dienstverlening “voor toewijs” en “na toewijs” Diensten ondersteuningsplan dienen onafhankelijk te werken van diensten indicatiestelling, niet-rechtstreeks toegankelijke handicapspecifieke ondersteuning alsook van de bijstandsorganisaties. Het Centrum meent dat het, op verzoek van de persoon met handicap, nuttig kan zijn om de continuïteit van de door de DOP’s geïnitieerde proces van vraagverheldering en systematisch dialoog met het individu te waarborgen na de toewijzing van een budget. De expertise van “voor de poort”, kan immers ook “na de poort” nuttig zijn. Over het verschil in behandeling tussen ondersteuningsplannen en de mogelijke gevolgen In andere adviezen wees het Centrum op de fundamenteel verschillende behandeling van ondersteuningsplannen die enerzijds het resultaat zijn van een self-assessment/niet-DOP-begeleiding en de ondersteuningsplannen die voortvloeien uit begeleiding van een Dienst Ondersteuningsplan. Bij de eerste vorm is een ex ante kwaliteitscontrole in functie van goedkeuring (met als mogelijke sanctie een verplichte inschakeling van een DOP-dienst bij het uitblijven van bijsturingen), bij de tweede vorm is er een ambtshalve goedkeuring (artikel 9 ontwerpbesluit persoonsvolgend budget). Gezien genoemd verschil in behandeling tussen ondersteuningsplannen en de voorziening in het besluit om een deel van de capaciteit van de DOP’s voor de opmaak van ondersteuningsplannen voor te behouden (artikel 2 ontwerpbesluit), valt een bijkomende druk op de Diensten Ondersteuningsplan geenszins uit te sluiten en kunnen vragen rijzen rond de beoogde finaliteit van ondersteuningsplannen. Het Centrum vreest wachtlijsten voor DOP-begeleiding en bovenal het verengen van een ondersteuningsplan tot een product in plaats van een proces. In deze veronderstelde beweging zou de fase van netwerkvorming en doorgedreven vraagverduidelijking, indien de persoon hierom verzoekt, mogelijks onvoldoende aandacht krijgen. Geen van beide mogelijke scenario’s kan volgens ons de test met de verwachtingen van het VN-verdrag doorstaan. Voldoende tijd nemen voor de opmaak van een ondersteuningsplannen is een uiting van respect voor het zelfbeschikkingsrecht en de keuzevrijheid van personen met een handicap en hun omgeving, basisprincipes van het VN-verdrag (art. 3 a. van het VN-verdrag). Netwerkondersteuning draagt positief bij tot het handhaven 2 Interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme van de persoon met een handicap in diens gekozen leefomgeving, inclusieve vraagverheldering is belangrijk in het kader van de door het VN-comité inzake de rechten van personen met een handicap beoogde deinstitutionalisatie. Het Centrum wijst trouwens in het kader van de beoordeling van onderhavig besluit en ter illustratie van hierboven gemaakte opmerkingen op grote vaagheid rond verwachte case-load voor de DOP’s. In het inspectieverslag van Financiën, bijgevoegd aan voorliggend besluit, staat vermeld dat het VAPH er zelf van uitgaat dat 1000 van de 4000 jaarlijks verwachte ondersteuningsplannen en vragenlijstentot objectivering van de prioriteit zullen lopen via de DOP’s. Er staat verder dat een ondersteuningsplan op minimaal 2 begeleidingen kan afgewerkt worden. Dit toont voor het Centrum dat de vrees voor een productmatige benadering van ondersteuningsplannen gegrond is en dat de dossierdruk mogelijks onderschat wordt. Voldoende middelen voorzien voor de DOP’S – in lijn met de vraag naar deze vorm van ondersteuning – is volgens het Centrum belangrijk zonder dat dit noodzakelijk ten koste moet gaan van het macrobudget dat voor persoonsvolgende budgetten beschikbaar is. 3