Implementatie van de Patiënt Specifieke Klachtenlijst bij alle nieuwe patiënten Opdracht in kader van de Masterproof opleiding Verkorte Master Manuele Therapie Renate Strijbos René van Oosten Etienne Horn Humbert Buur Peter Boom Identificatie: IG6-OG2 Groep: 0908 1 Samenvatting Meetinstrumenten, waaronder vragenlijsten, worden weinig gebruikt in de manueel therapeutische en fysiotherapeutische praktijk. In het kader van de implementatieopdracht voor de opleiding Verkorte Master Manuele Therapie, is gekozen voor implementatie van de Patiënt Specifieke Klachtenlijst (PSK) in de vijf fysiotherapiepraktijken van de auteurs. Doel van de implementatie is dat de PSK op zo’n groot mogelijke schaal zal worden ingezet. Gesteld wordt dat hieraan is voldaan, indien na 6 weken bij minimaal 50% van de nieuwe patiënten een PSK wordt afgenomen. Als tweede doelstelling geldt dat de gescoorde items op de vragenlijst bij 50% van de ingevulde PSK’s na 6 weken terug te vinden zijn in de behandeldoelstellingen voor de patiënt. Na de inleiding volgt een samenvatting van de literatuurstudie. De implementatiestrategie wordt verdeeld in twee fasen: de fase van disseminatie en de fase van implementatie. In de methodesectie wordt allereerst de wetenschappelijke basis voor het gebruik van de PSK besproken. Daarna worden, door middel van een SWOT-analyse, de belemmerende- en bevorderende factoren geanalyseerd. Het Transtheoretisch model van Prochaska wordt, in samenhang met de fasen van gedragsverandering volgens Beurkens, besproken en toegepast. In de uitvoeringssectie wordt het implementatieproces systematisch beschreven. Allereerst vindt een analyse plaats naar aanleiding van de zelfanalyselijst voor gebruik van meetinstrumenten in samenhang met de uitkomsten van de SWOT-analyse. De procedure tijdens de disseminatie- en implementatiefase wordt nauwkeurig beschreven. Evaluatiemomenten zijn na drie en na zes weken. In de resultatensectie vindt evaluatie plaats van de ingevulde zelfanalyselijsten. Daarna volgen de uitkomsten per locatie, gevolgd door de resultaten in totaal. Afsluitend volgt een discussie en conclusie. Hieruit blijkt dat de, vooraf gestelde, norm is behaald. Het koppelen van de uitkomsten van de PSK aan het formuleren van de behandeldoelen wordt als zinvol ervaren en als zodanig toegepast. 2 Inleiding Doelstellingen De “state of the art” binnen de manuele therapie is dat best practice is evidence-based practice (1). De therapie wordt gekozen op basis van beschikbare evidentie, patiënt values en de klinische ervaring van de therapeut (2). Bij deze werkwijze hoort ook dat de toegepaste therapie wordt geëvalueerd op zijn resultaten (de kwaliteitscyclus). Een van de hulpmiddelen om deze werkwijze uniform, inzichtelijk en toetsbaar te maken is het gebruik van meetinstrumenten. Meetinstrumenten, waaronder vragenlijsten, worden echter weinig gebruikt in de manuele therapie - en of fysiotherapie praktijk. Ook is er onvoldoende kennis over klinimetrie aanwezig bij de praktiserende fysiotherapeuten (3). Op dit moment zijn er al veel betrouwbare en valide meetinstrumenten voorhanden. Er is sprake van een kloof tussen “theorie” en “praktijk”. Fysiotherapeuten en manueel therapeuten hebben blijkbaar allerlei redenen om meetinstrumenten niet te gebruiken; de zogenaamde belemmerende factoren en of specifieke barrières (4,5). Om een begin te maken met het verkleinen van de genoemde kloof wordt een meetinstrument, in dit geval de Patiënt Specifieke Klachtenlijst (PSK), geïmplementeerd in de vijf Fysiotherapiepraktijken van de auteurs. De doelstelling is dat de vragenlijst op een zo groot mogelijke schaal wordt ingezet. Wij beschouwen deze implementatie als succesvol, indien minimaal de helft (50%) van de nieuwe patiënten na 6 weken een PSK heeft ingevuld. De tweede doelstelling is dat de gescoorde items op de vragenlijst terug te vinden zijn in de behandeldoelstellingen voor de patiënt. Het komen tot behandeldoelen wordt door deze werkwijze voor alle therapeuten uniform, transparant en toetsbaar. Wij stellen ons ook hier tot doel dat na 6 weken 50% van het aantal ingevulde PSK’s aan deze eis voldoet. Onze doelstelling hebben wij geformuleerd op basis van de uitkomst van de ingevulde zelfanalyselijst voor het gebruik van meetinstrumenten, waaruit blijkt dat beperkt gebruik gemaakt wordt van meetinstrumenten in de diverse praktijken (85% van de deelnemers gebruikt minder dan 4 meetinstrumenten en 80% gebruikt deze bij minder dan 50% van de patiënten). In de vijf fysio-/ manueeltherapie praktijken wordt dus beperkt en niet structureel gebruik gemaakt van meetinstrumenten (zie uitkomst zelfanalyse lijst,(6)). In de praktijken zijn geen protocollen in gebruikt voor het inzetten van meetinstrumenten. Alle praktijken werken, tenminste gedeeltelijk, met een elektronisch patiëntendossier. De vijf praktijken verschillen sterk wat betreft de grootte; van éénmanspraktijk tot praktijken met meer dan 10 medewerkers. In drie praktijken wordt door externe omstandigheden gewerkt met een aantal standaard vragenlijsten. De Zorgverzekeraar verplicht de betreffende praktijken om bepaalde vragenlijsten in de praktijk te gebruiken als deze praktijken voor 3 een hoger tarief in aanmerking willen komen. Volgens de auteurs is, gezien de uitslag van de zelfanalyselijst, in hun praktijken een gemiddelde bereidheid tot verandering te verwachten. Samenvatting literatuurstudie Effectieve implementatie vereist een systematische benadering en een goede planning van de diverse activiteiten. Uiteenlopende factoren spelen een rol bij de invoering van vernieuwingen (7). Uit de literatuurstudie blijkt dat er geen eenduidige strategie is voor implementatie van innovatie waaronder gedragslijnen, meetinstrumenten en richtlijnen (8,9). Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de implementatie van de PSK in de algemene praktijk. Er is veel onderzoek verricht naar interventies voor het verbeteren van de zorg, maar een pasklare oplossing, de best werkende strategie is niet gevonden (7). Wel is het aannemelijk dat een strategie welke multilateraal is, gebaseerd is op interactieve educatie, consulenten inzet en voldoende reminders plaatst succesvol kan zijn (10). Multilaterale interventies kunnen namelijk tegemoet komen aan meerdere, specifieke barrières tegelijkertijd (11). Effectieve verandering vereist een goede organisatie en een flexibele planning, Effectieve verandering kost desondanks meestal meer tijd dan gepland en het creëren van draagvlak en betrokkenheid is cruciaal (12). Er dient rekening gehouden te worden met de wensen van de betrokkenen; doelgroep en zorgaanbieder (7). Daarnaast is de steun van het management belangrijk om de effectiviteit te verhogen (13). Een implementatiestrategie bestaat uit twee fasen: de fase van disseminatie en de fase van de feitelijke implementatie (14). De fase van disseminatie kan worden opgedeeld in een oriëntatie-, inzicht- en acceptatiefase. De fase van implementatie kan worden opgedeeld in de fase van verandering en de fase van behoud. De disseminatiefase dient vooraf gegaan te worden door een grondige analyse van de bevorderende en belemmerende factoren (4, 5). Deze analyse is belangrijk omdat de heersende beroeps- en organisatiecultuur in grote mate bepalend is voor de implementatieuitkomst. Deze mogelijke specifieke barrières kunnen daardoor vooraf bepaald worden. Methoden om deze factoren maximaal te beïnvloeden zijn: interview, groepsgesprekken, afnemen van vragenlijsten en participerende observatie (4). Het blijkt mogelijk om met deze methoden het gedrag van de deelnemers te veranderden (9). Bij de feitelijke implementatie is het van belang rekening te houden met de wetenschappelijke achtergrond van de innovatie. Het moet ook duidelijk zijn welke voordelen de innovatie biedt ten opzichte van de bestaande situatie (7). Zijn de hulpmiddelen, in ons geval de PSK, voorradig, is de procedure overzichtelijk, aantrekkelijk en toegankelijk. Er dienen competente coördinatoren te zijn die enthousiast zijn, leiderschap tonen en overtuigingskracht hebben. Het is tevens van belang de doelgroep te betrekken bij het formuleren van 4 doelen en keuze van strategieën en de implementatie activiteiten in te bouwen in de normale klinische activiteiten met zo weinig mogelijk verstoring (15). Verder moeten de indicatoren valide, betrouwbaar en toepasbaar zijn en dienen er vaste meetmomenten aanwezig te zijn. Dit om na te gaan of de doelen van implementatie worden bereikt (12) en de gekozen strategie een juiste was. Methode/ Implementatie procesplan De vragenlijst welke wordt geïmplementeerd is de Patiënt Specifieke Klachtenlijst (PSK), de versie met drie open items. De responsiviteit van de PSK is onderzocht bij patiënten met lage rugklachten. De correlatie tussen de PSK en de Roland Disability Questionnaire is r = 0.69-0.75. De correlatie met de pijnintensiteit Visual Analogue Scale (VAS) is r = 0.70-0.80. De effect size van de PSK is voor de groep verbeterde rugpatiënten 1.63 en voor de niet verbeterde groep rugpatiënten 0.73. De area under the ROC-curve (AUC) is 0.82 (16, 6). De sensitiviteit, Pearson’s r = 0.78 en test- hertest betrouwbaarheid r =0.84 zijn onderzocht bij patiënten met knieklachten (17) en bij patiënten met cervicale radiculopathie (ICC 0.82; 95%, CI 0.54-0.93), de constructvaliditeit is hoger dan de Neck Disability Index (NDI) (18). Uit het wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de PSK voor meerdere indicaties gebruikt kan worden. In ieder geval voor lage rugklachten, cervicale radiculopathie en knieklachten. Alhoewel deze uitkomsten niet generaliseerbaar zijn naar alle patiënten vinden wij genoeg evidentie (16,17,18), tezamen met de aanbevelingen van Beurkens (6), om de PSK te gebruiken bij alle patiëntgroepen. Patiënten die de Nederlandse taal niet of beperkt machtig zijn worden uitgezonderd. Ook patiënten die de vragenlijst om andere redenen niet begrijpen worden geëxcludeerd. De vragenlijst wordt vanaf 16 november 2009 aan alle nieuwe patiënten verstrekt gedurende een periode van zes weken. De PSK is een relatief simpele vragenlijst waarbij een duidelijke koppeling gemaakt kan worden tussen beperkingen in activiteiten, behandeldoelen en evaluatie. In al zijn eenvoud kost het invullen van deze lijst weinig tijd. Zoals eerder beschreven, is voor een effectieve implementatie een systematische aanpak noodzakelijk. Gekozen is voor een multilaterale benadering, die gebaseerd is op interactieve educatie, inzet van consulenten en voldoende reminders. Om een effectieve strategie te bepalen, dienen belemmerende en bevorderende factoren grondig geanalyseerd te worden en dienen de specifieke barrières in kaart te worden gebracht . Om de belemmerende en bevorderende factoren van de PSK te analyseren wordt gebruikt gemaakt van een SWOT- analyse (19). In afbeelding 1 wordt de SWOTanalyse voor de implementatie van de PSK in de praktijk weergegeven. 5 Afbeelding 1; SWOT- analyse Strengths: Weaknesses: uniforme registratie transparant toetsbaar kortdurend eenvoudig in gebruik lage kosten wetenschappelijk onderbouwd (past in EBP) inzichtelijk voor therapeut en patiënt makkelijk in te passen in huidige werkwijze geen speciale training noodzakelijk Opportunities: creëren van evaluatiemogelijkheid kwaliteitsverbetering vergemakkelijkt overdracht bruikbaar bij intervisie toepasbaar in EPD uitkomst PSK vertalen naar behandeldoelen, logisch verband? extra formulier nodig past niet bij elke patiënt (bv. taalbarrière) Threats: nut niet duidelijk voor gebruikers weerstand tegen verandering bereidheid van patiënt om vragenlijst in te vullen afname motivatie/aandacht therapeut na enige tijd het levert naar beleving van de therapeut onvoldoende op Strengths: De strengths laten zien dat het gebruik van de PSK eenvoudig is, makkelijk inpasbaar is en weinig tijd kost. Er gaan geen hoge kosten mee gepaard. De uniformiteit en toetsbaarheid maken een relatief eenvoudige controle mogelijk tussen de koppeling uitkomst PSK en formulering behandeldoelstellingen als indicator voor het succes van implementatie. Het lijkt erop dat de strengths voldoende sterk zijn om de weerstand(en) te overwinnen. Weaknesses: Bij elke patiënt dienen er behandeldoelen geformuleerd te worden. Het is juist de expertise van de fysiotherapeut om het probleem van de patiënt te vertalen naar een effectieve behandelstrategie. De implementatie van de PSK betekent dat er gebruik gemaakt moet worden van een extra formulier. Dit sluit mogelijk niet aan bij de gebruikelijke wijze van verslaglegging en kan mogelijk als beperking worden ervaren bij de deelnemers met betrekking tot het formuleren van behandeldoelen conform onze doelstelling. Ook al is de PSK een eenvoudig meetinstrument, toch kunnen leeftijd en taalkennis een barrière vormen bij het invullen. 6 Opportunities: Om het gebruik van de PSK te bevorderen en de implementatie succesvol te laten zijn is het belangrijk de mogelijkheid tot kwaliteitsverbetering van de patiëntenzorg en evaluatie van de behandelresultaten bij de deelnemers te benadrukken. Threats: Deze punten, waaronder motivatie en aandacht van de deelnemers en de bereidheid van de patiënt om een vragenlijst in te vullen, zullen met name bij de instructie besproken moeten worden met de deelnemers. Het op voorhand bespreken van de bedreigingen is een belangrijk instrument om de implementatie effectief te laten zijn. Ook dienen de mogelijke negatieve effecten van deze bedreigingen op de implementatie door actieve coaching te worden geminimaliseerd. Om de specifieke barrières in kaart te brengen wordt gebruik gemaakt van de zelfanalyse vragenlijst (6)(bijlage 3). Met de zelfanalyselijst kunnen bevorderende- en belemmerende factoren in de diverse fasen van gedragsverandering in kaart worden gebracht met als doel zorgverleners bewust te maken van de fase van gedragsverandering waarin zij zich bevinden, en hun hierin meer inzicht te geven (6). De fasen van gedragsverandering die in de vragenlijst worden onderkend staan in de afbeelding 2 beschreven. Afbeelding 2; fasen van gedragsverandering (Beurkens (6)) 1. Oriëntatiefase In de oriëntatiefase moet de zorgverlener interesse krijgen en zich betrokken voelen bij het gebruik van meetinstrumenten 2. Inzichtfase De deelnemer moet begrijpen wat de vernieuwing inhoudt en de argumenten die ten grondslag liggen. Er moet inzicht zijn in de bestaande werkwijze, eigen bestaande routines die afwijken van de nieuwe werkwijze. 7 3. Acceptatiefase Motivatie, positieve houding om te veranderen staat centraal. 4. Veranderingsfase De daadwerkelijke invoering in de praktijk is aan de orde. De vernieuwing in de praktijk wordt uitgeprobeerd. 5. Fase van behoud Integratie nieuwe werkwijze in bestaande routines en structureel inpassen in bestaande protocollen. Uitkomsten van de Zelfanalyselijst Hier worden de conclusies weergegeven van de uitkomsten van de zelfanalyselijst. De volledige uitkomsten zijn als bijlage 4 toegevoegd. Vragen over het beleid in de praktijk: Met betrekking tot het beleid in de praktijk blijkt, dat een even groot deel (45%) het gebruik van meetinstrumenten opgenomen heeft in de beleidvoering , maar dat ook 33% geen beleid heeft vastgelegd en 22% hieraan twijfelt. Inventarisatie van het gebruik van meetinstrumenten door de deelnemers: Drie op de vier fysiotherapeuten gebruikt 1 tot 4 meetinstrumenten in de dagelijkse praktijk. Het gebruik van meetinstrumenten bij patiënten loopt sterk uiteen:10% gebruikt helemaal geen meetinstrumenten, 8 35% gebruikt deze bij maximaal 10% van de patiënten, 15% bij 11-20% van de patiënten, 20% gebruikt meetinstrumenten bij 20-50 , dan wel 50-100% van de patiënten. Oriëntatiefase: Ruim 90% van de deelnemers is zich bewust van de noodzaak tot verandering en is geïnteresseerd in het gebruik van de PSK. Inzichtfase: 70% van de deelnemers heeft kennis en begrip van het gebruik van de PSK. Ruim een kwart twijfelt hieraan. Acceptatiefase : Ongeveer 33% van de deelnemers twijfelt, bijna de helft heeft de intentie om daadwerkelijk de PSK te gaan implementeren in de dagelijkse praktijk. Veranderingsfase 30% van de deelnemers twijfelt en bijna de helft is het eens om de PSK in de praktijk uit te proberen. Fase van behoud Slechts 20% van de deelnemers vindt dat het gebruik van meetinstrumenten vaste routine is in de dagelijkse praktijk. Twee van de drie deelnemers is het met deze stelling niet eens, dan wel twijfelt. Om te bepalen welke acties er genomen moeten worden tijdens de instructieavond en het feitelijke implementatietraject (om specifieke barrières weg te nemen) hebben wij de uitslag van de zelfanalyselijst en de daaraan gekoppelde fasen vergeleken met de fasen van gedragsverandering zoals beschreven in het transtheoretisch model (TTM,20). Dit model geeft namelijk aan welke acties er genomen moeten worden afhankelijk van de fase van verandering waarin de deelnemer zich bevindt. De fasen van gedragsverandering beschreven in het transtheoretisch model (TTM,20) zijn de precontemplatiefase (geen sprake van verandergedrag), de contemplatiefase (voorbereiding van verandergedrag), de preparatiefase (begint met kleine veranderingen), de actiefase (feitelijk de fase van gedragsverandering) en de fasen van behoud of terugval (afbeelding 3). 9 Als de deelnemer zich bevindt in de precontemplatiefase is het verstrekken van kennis een groot aandachtspunt, terwijl bij een deelnemer in de contemplatie- of preparatiefase direct het plan voor implementatie kan worden geconcretiseerd. In de actiefase zal er zorg moeten zijn voor het voorkomen van terugval. Deze werkwijze is effectief gebleken (21,22,23) Afbeelding 3; Transtheoretisch model van Prochaska Transtheoretisch model (TTM) Precontemplatiefase Contemplatiefase Preparatiefase Actiefase Fase van behoud Fase van terugval De uitslag van de zelfanalyselijst laat zien dat verreweg de meeste deelnemers voor wat betreft de fase van gedragsverandering zitten in de oriëntatie-, inzicht- of acceptatiefase. Dit komt in het model van Prochaska vooral overeen met de precontemplatiefase en de contemplatiefase en minder met de preparatiefase. Dit betekent dat er tijdens de instructiebijeenkomst vooral ook informatie gegeven moet worden over het implementatie-proces en het nut van het gebruik van meetinstrumenten, naast de uitleg instructies over het invullen van de PSK. Het is van belang om de instructiebijeenkomst interactief te laten zijn waarbij de deelnemers hun specifieke barrières onder woorden kunnen brengen. Ook dient tijdens de implementatieperiode, bij de controle van de feitelijke voortgang, aandacht besteedt te worden aan de specifieke barrières. 10 Uitvoering Hier worden de verschillende fasen van de uitvoering van de implementatie van de PSK beschreven. Afbeelding 4; Stroomschema Implementatietraject Analyse Swot analyse: Belemmerende en bevorderende factoren Bepalen implementatiestrategie: multilaterale implementatie strategie Zelfanalyselijst: Fase van verandering, welke barrières? Disseminatiefase Informatie: Implementatie voorstel Instructie: Invulinstructie PSK Invulinstructie dossier Voorbereiding: Aanwezigheid PSK’s Waar te vinden Implementatiefase Periode: 6 weken motivatie/ stimulatie: Evaluatie: Na 3 en 6 weken. Evaluatie indicatoren Analyse: De zelfanalyselijst wordt door alle deelnemende therapeuten voorafgaande aan de instructie avond afgenomen. De uitkomsten worden besproken instructieavond tezamen met de belemmerende- en bevorderende factoren welke middels de SWOT-analyse zijn bepaald. Disseminatie fase: 1. Introductie implementatie PSK in de praktijk en afname zelfanalyselijst; 11 Tijdens het reguliere overleg wordt in de diverse praktijken het implementatietraject door de coaches aangekondigd. De coaches voor de diverse praktijken zijn de auteurs. Een afspraak voor instructie wordt gemaakt en de zelfanalyselijst wordt door alle deelnemers ingevuld. 2. Instructieavond m.b.t. het gebruik van de PSK; De toelichting bij de PSK bestaat uit een geschreven instructie voor de therapeut en voor de patiënt (bijlage 1 en 2). Vooraf wordt het afnemen van de PSK door de coaches gezamenlijk besproken. Er is geen speciale training noodzakelijk voor de deelnemers. Op de instructieavond krijgen alle deelnemers uitleg over de implementatie van de PSK en het formuleren van behandeldoelen naar aanleiding van de uitkomst van de PSK. Daarnaast worden de uitkomsten van de zelfanalyselijst en de SWOT-analyse besproken met name om vooraf de belemmerende factoren en specifieke barrières weg te nemen. De instructie wordt verzorgt door de coaches. 3. Iedere praktijk zorgt voor een minimale voorraad van 20 PSK-lijsten; Per praktijk kan door de coach een verantwoordelijke worden aangewezen voor het beheer van de voorraad en de inname van de PSK vragenlijsten. Anders is de coach de verantwoordelijke. 4. Centrale plaats van de voorraad; Per praktijk wordt door de verantwoordelijke gekozen voor een centrale plaats per behandelkamer, of een centrale plaats bij de balie. De coach communiceert dit naar de deelnemers. Implementatiefase: 1. Implementatie periode; De startdatum van de implementatie van de PSK in de praktijk is 16 november 2009. De duur is zes weken met als evaluatiedatum 24 december 2009. Tussentijdse evaluatie is na drie weken, 04 december 2009. Per locatie wordt tijdens de tussentijdse evaluatie nagegaan hoeveel PSK vragenlijsten er zijn afgenomen ten opzichte van het aantal nieuwe patiënten en of de uikomsten van de PSK terug te vinden zijn in de behandeldoelstellingen voor de patiënt. 2. motiveren; Tijdens de implementatieperiode treedt de coach op als motivator en stimulator. Hij zal zo actief mogelijk de implementatie stimuleren. Indien de coach merkt dat de motivatie of inzet 12 van de deelnemers daalt zal hij dit direct met de betrokkene bespreken. Dit mede aan de hand van de vooraf in kaart gebrachte belemmeringen. 3. controle; Tijdens de tussentijdse evaluatie wordt bijgehouden of de vragenlijsten daadwerkelijk worden ingevuld. Zo nodig treedt de coach in overleg met de betreffende deelnemers. Hij zal zo nodig actief stimuleren en eventuele belemmeringen en barrières proberen weg te nemen. Daarnaast zal de coach wekelijks kort inventariseren of het gebruik van de PSK volgens de afspraken verloopt. Evaluatie Om het resultaat van de implementatie te kunnen meten wordt gebruik gemaakt van indicatoren, de zogenaamde evaluatie-indicatoren. Indicatoren zijn meetbare elementen en geven inzicht in de resultaten (24). Als evaluatie-indicatoren hebben wij gekozen voor; Het aantal ingevulde PSK’s in relatie tot het aantal nieuwe patiënten. Zijn de beperkingen in activiteiten welke de patiënt heeft gescoord op de PSK overgenomen in de behandeldoelen voor de patiënt en beschreven in het elektronisch patiëntendossier. De evaluatie vindt plaats na drie en na zes weken. Het aantal ingevulde PSK’s wordt geteld ten opzicht van het aantal nieuwe patiënten. In het behandeldossier wordt na drie en na zes weken de overeenkomst tussen beperkte activiteiten op de PSK en de geformuleerde behandeldoelen in het elektronisch behandeldossier gescoord. Met overeenkomst bedoelen wij dat de activiteiten door de patiënt ingevuld op de PSK letterlijk terugkomen in de behandeldoelstellingen. Resultaten De resultaten van het implementatietraject worden eerst per locatie beschreven. Daarna worden de resultaten in totaal weergegeven. De resultaten worden ook weergegeven in een aantal tabellen. Een uitspraak over het succes van de implementatie wordt gedaan over de getotaliseerde cijfers. In het licht van de op voorhand geformuleerde doelstellingen is de volgende beoordeling op de resultaten toegepast: minder dan 50% onvoldoende, 50-60% voldoende, 60-70% ruim voldoende, 70-80% goed, 80-90% zeer goed en 90-100% uitmuntend. De resultaten van de locatie Hoorn Centrum zijn voor het invullen van de PSK na 3 weken 72% (goed) en na 6 weken 77% (goed). Voor de overeenkomst gescoorde beperkte activiteiten op de PSK en de behandeldoelstellingen in het patiëntendossier zijn de uitkomsten na 3 weken 78% (goed) en na 6 weken 84% (zeer goed). 13 De resultaten van de locatie Amsterdam Kadoelen zijn voor het invullen van de PSK na 3 weken 36% (onvoldoende) en na 6 weken 52% (voldoende). Voor de overeenkomst gescoorde beperkte activiteiten op de PSK en de behandeldoelstellingen in het patiëntendossier zijn de uitkomsten na 3 weken 75% (goed) en na 6 weken 63% (ruim voldoende). De resultaten van de locatie Amsterdam Zuid zijn voor het invullen van de PSK na 3 weken 93% (uitmuntend) en na 6 weken 96% (uitmuntend). Voor de overeenkomst gescoorde beperkte activiteiten op de PSK en de behandeldoelstellingen in het patiëntendossier zijn de uitkomsten na 3 weken 89% (zeer goed) en na 6 weken 89% (zeer goed). De resultaten van de locatie Amsterdam Centrum zijn voor het invullen van de PSK na 3 weken 75% (goed) en na 6 weken 69% (ruim voldoende). Voor de overeenkomst gescoorde beperkte activiteiten op de PSK en de behandeldoelstellingen in het patiëntendossier zijn de uitkomsten na 3 weken 89% (zeer goed) en na 6 weken 93% (uitmuntend). De resultaten van de locatie Amsterdam Zuidoost zijn voor het invullen van de PSK na 3 weken 68% (ruim voldoende) en na 6 weken 72% (goed). Voor de overeenkomst gescoorde beperkte activiteiten op de PSK en de behandeldoelstellingen in het patiëntendossier zijn de uitkomsten na 3 weken 86% (zeer goed) en na 6 weken 87% (zeer goed). 1. Locatie Hoorn Centrum (Peter Boom) 0-3 weken 3-6 weken Totaal 43 36 79 100% 100% 100% 31 30 61 72% 83% 77% 24 27 51 Percentage Overeenkomst PSK & Behandeldoelen 78% 90% 84% Percentage Overeenkomst PSK & Behandeldoelen t.o.v. aantal Nieuwe Patiënten 56% 78% 65% 3 weken 3-6 weken Totaal 11 14 25 100% 100% 100% Aantal Nieuwe Patiënten Percentage Nieuwe Patiënten Aantal Ingevulde PSK’s Percentage Ingevulde PSK’s Aantal Overeenkomst PSK & Behandeldoelen 2. Locatie Amsterdam Kadoelen (Etienne Horn) Aantal Nieuwe Patiënten Percentage Nieuwe Patiënten 14 Aantal Ingevulde PSK’s 4 9 13 36% 64% 52% 3 5 8 Percentage Overeenkomst PSK & Behandeldoelen 75% 57% 63% Percentage Overeenkomst PSK & Behandeldoelen t.o.v. aantal Nieuwe Patiënten (aant Nwe Pten) 27% 28% 28% 3 weken 3-6 weken Totaal 30 27 57 100% 100% 100% 28 27 55 93% 100% 96% 25 24 49 Percentage Overeenkomst PSK & Behandeldoelen 89% 89% 89% Percentage Overeenkomst PSK & Behandeldoelen t.o.v. aant Nwe Pten 83% 88% 86% 3 weken 3-6 weken Totaal 24 15 39 100% 100% 100% 18 9 27 75% 60% 69% 16 9 25 Percentage Overeenkomst PSK & Behandeldoelen 89% 100% 93% Percentage Overeenkomst PSK & Behandeldoelen t.o.v. aant Nwe Pten 67% 60% 64% 3 weken 3-6 weken Totaal 31 55 86 100% 100% 100% Percentage Ingevulde PSK’s Aantal Overeenkomst PSK & Behandeldoelen 3. Locatie Amsterdam Zuid (Humbert Buur) Aantal Nieuwe Patiënten Percentage Nieuwe Patiënten Aantal Ingevulde PSK’s Percentage Ingevulde PSK’s Aantal Overeenkomst PSK & Behandeldoelen 4. Locatie Amsterdam Centrum (Renate Strijbos) Aantal Nieuwe Patiënten Percentage Nieuwe Patiënten Aantal Ingevulde PSK’s Percentage Ingevulde PSK’s Aantal Overeenkomst PSK & Behandeldoelen 5. Locatie Amsterdam Zuidoost (Rene van Oosten) Aantal Nieuwe Patiënten Percentage Nieuwe Patiënten 15 Aantal Ingevulde PSK’s 13 37 50 25% 67% 58% 13 33 46 Percentage Overeenkomst PSK & Behandeldoelen 100% 89% 92% Percentage Overeenkomst PSK & Behandeldoelen t.o.v. aant Nwe Pten 42% 60% 53% Percentage Ingevulde PSK’s Aantal Overeenkomst PSK & Behandeldoelen Totaal van de 5 locaties Het totaal resultaat van de 5 verschillende locaties bij elkaar zijn voor het invullen van de PSK na 3 weken 68% (ruim voldoende) en na 6 weken 72% (goed). Voor de overeenkomst gescoorde beperkte activiteiten op de PSK en de behandeldoelstellingen in het patiëntendossier zijn de uitkomsten na 3 weken 86% (zeer goed) en na 6 weken 87% (zeer goed). 3 weken 3-6 weken Totaal 139 147 286 100% 100% 100% 94 112 206 68% 76% 72% 81 98 179 Percentage Overeenkomst PSK & Behandeldoelen 86% 88% 87% Percentage Overeenkomst PSK & Behandeldoelen t.o.v. aantal Nieuwe Patiënten 55% 67% 63% Aantal Nieuwe Patiënten Percentage Nieuwe Patiënten Aantal Ingevulde PSK’s Percentage Ingevulde PSK’s Aantal Overeenkomst PSK & Behandeldoelen 16 Afbeelding 5; totaal resultaat 5 praktijken in aantallen 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 3 weken 6weken 139 286 Ingevulde PSK's 94 206 Overeenkomst PSK/ behandeldoelen 81 179 Nieuwe Patienten Discussie Zoals te verwachten was zijn de scores lager in de praktijken waar de zelfanalyselijsten een wat lagere scores hadden, echter verschil in de omstandigheden waarin de coach functioneerde kan ook een rol gespeeld hebben. Voor alle locaties zijn dezelfde voorbereidingen getroffen en dezelfde procedures gevolgd. Verschillen in scores kunnen hierdoor niet verklaard worden. Als onderdeel van onze multilaterale interventie is per locatie een coach aangesteld, die naast eerdergenoemde stappen ook als participerend observant functioneerde. Met name deze positie verschilde aanzienlijk per praktijk. Op de locaties in Hoorn en Amsterdam Zuid waren de coaches het merendeel van de week aanwezig en hadden zodoende goed overzicht en controle op de gang van zaken. Tevens zijn zij (mede-)eigenaar van de praktijk en hebben zodoende zeggenschap over het invoeren van een dergelijke verandering. Er is ook sprake van een bepaalde mate van autoriteit gebaseerd op de bestaande arbeidsverhoudingen. Op de locatie Amsterdam Kadoelen betreft het een éénmanspraktijk en is het mogelijk lastig om de rol van coach en die van enig participant te verenigen of om als solist gedrag en werkgewoonten te veranderen. Op locatie Amsterdam Centrum werkt de coach samen met een tweetal collega’s die binnen afzienbare tijd gaan stoppen met hun werkzaamheden, mogelijk dat dit invloed heeft op de motivatie om deel te nemen aan de implementatie van de PSK. Op 17 locatie Amsterdam Zuidoost werkt de coach op andere uren dan de collega’s en is er op de instructieavond en tussentijdse evaluatie na, geen direct contact geweest met de deelnemers. Vergeleken met de situatie voorafgaande aan het implementatietraject is er een duidelijke vooruitgang geboekt wat betreft het gebruik van de PSK vragenlijst en het koppelen hieraan van behandeldoelen. Dit blijkt ook uit de reacties van de deelnemende collega’s die aangeven de PSK te willen blijven gebruiken ook als evaluatie-instrument . Uit andere reacties destilleren wij een toegenomen positieve houding ten opzichte van de PSK vragenlijst en daarnaast ook een positievere opstelling ten opzichte van het mogelijke gebruik van andere meetinstrumenten. Conclusie Bij alle praktijken is het implementatietraject verlopen zoals van tevoren was gepland. Alle deelnemende therapeuten hebben een zelfanalyselijst ingevuld. Zoals verwacht was er een redelijke bereidheid tot verandering aanwezig, al waren er wel kleine onderlinge verschillen. De instructieavonden verliepen in goede sfeer en werden geleid door de coaches, in alle gevallen de auteurs van dit artikel. De ervaring van de coaches was dat er een goede informatieoverdracht was. Er werden door de deelnemers veel vragen gesteld en opheldering gevraagd over de belemmerende- en bevorderende factoren. De coaches konden hierop steeds goed reageren door de gedegen research vooraf (SWOT- analyse, zelfanalyselijst). De coaches concludeerden na afloop dat informatieoverdracht voldoende was om de doelstellingen te bereiken. De instructies en uitleg met betrekking tot het invullen van de PSK waren duidelijk. Belangrijkste voordeel hierbij was dat de PSK een relatief bekend meetinstrument is binnen de fysiotherapie. Na drie weken heeft er een tussentijdse evaluatie plaatsgevonden en deze is aan het einde van week zes herhaald. Bij alle praktijken, uitgezonderd de eenmanspraktijk, werden de deelnemers mondeling en of per mail enige malen herinnerd aan het correct invullen van de PSK en het koppelen met de behandeldoelen. Uit de uitkomsten is gebleken dat dit zeker zinvol is geweest. Bij bijna alle praktijken verbeterden de uitkomsten met de tijd (vergelijk de resultaten na 3 en na 6 weken). Bij alle praktijken bleek, zoals afgesproken, steeds een voldoende hoeveelheid PSK’s aanwezig. Hierdoor werd een belemmering voor het gebruik van de PSK weggenomen. Van te voren was gesteld om bij tenminste 50% van alle nieuwe patiënten een PSK in te vullen en bij tenminste 50% van alle ingevulde PSK’s hier een behandeldoel aan te koppelen. Voor het invullen van de PSK is het totaalresultaat per praktijk: 2 voldoende, 1 ruim voldoende, 1 goed en 1 uitmuntend. Voor alle praktijken samen is de score goed (72%). Voor de behandeldoelen is het totaalresultaat per 18 praktijk: 1 ruim voldoende, 2 zeer goed en 2 uitmuntend. Voor alle praktijken samen is de score zeer goed (87%). Voor het invullen van de PSK hebben twee praktijken een hoog percentage gescoord en drie wat lager. De praktijken met een hoge score PSK hebben ook een hoge score voor de behandeldoelen. Opvallend is dat twee van de drie praktijken met een wat lagere PSK score, wel een hoge (uitmuntende) score hadden voor het koppelen van de PSK aan de behandeldoelen. Onze conclusie is dat de vooraf gestelde norm is royaal gehaald. Onze aanpak heeft, door gebruik te maken van de zelfanalyselijst, de SWOT-analyse en het transtheoretisch model van Prochaska, bijgedragen aan het slagen van het implementatietraject. Voor onszelf is dit een leerzaam traject geweest. De geleverde inspanning heeft een resultaat opgeleverd dat boven onze verwachting ligt. Wij nemen waar dat er een stap vooruit is gemaakt in het gebruik van klinimetrie in de praktijken als onderdeel van Evidence Based Practice. Aanbeveling Het resultaat van de implementatie is succesvol. Het invullen van de PSK vragenlijst blijkt in de praktijk goed uitvoerbaar. Het koppelen van de PSK aan het formuleren van behandeldoelen wordt als zinvol ervaren en wordt zeer frequent toegepast. Met name deze koppeling blijkt een meerwaarde te geven aan het gebruik van de PSK vragenlijst. De PSK kan op deze manier ook goed als evaluatie- instrument gebruikt worden. Ons advies is dat er verder onderzoek gewenst is naar het routinematig gebruiken van de PSK in de fysiotherapie- en of manueel therapie praktijk. Daarnaast is gebleken dat de rol van de coach belangrijk is. Het is daarom van belang zijn rol en positie binnen de praktijk van te voren goed te omschrijven. Literatuurlijst 1. Offringa M, Assendelft WJJ van, Scholten RJPM, Inleiding in evidence-based medicine, 2de herziene druk, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 2007. 2. Sackett DL, Rosenberg WMC, Gray JAM, Haynes RB, Evidence based medicine; what it is and what it isn’t, BMJ 1996; 312 [January]: 71-72 3. Pisters MF, Leemrijse C, Het gebruik van meetinstrumenten in de fysiotherapiepraktijk: een positieve attitude, maar het gebruik valt tegen, Ned Tijdschr voor Fysioth, 2007; 117(5):175-180 4. Checklist bevorderende en belemmerende factoren, uitgave Trimbos Instituut, www.trimbos.nl 5. Grol R, Wensing M, What drives change? Barriers to and incentives for achieving evidence-based practice, MJA March 2004; 180: S57-S60 6. Beurkens S, van Peppen R, Stutterheim E, Swinkels R, et al, Meten in de praktijk, Bohn Stafleu van Loghum, Houten 2008; isbn 978 90 313 5074 2 19 7. Peters MAJ, Harmsen M, Laurant MGH, Wensing M, Ruimte voor verandering? Knelpunten en mogelijkheden voor verbeteringen in de patiëntenzorg, Uitgave: afdeling Kwaliteit van zorg (WOK), UMC St Radboud, Nijmegen, 2003 8. Prior M, Guerin M, Grimmer-Somers K, The effectiveness of clinical guideline implementation strategies-a synthesis of systematic review findings, J. Eval Clin Pract; 2008 Oct; 14 (5); 888-971 9. Grol R, Grimshaw J, From best evidence to best practice: effective implementation of change in patients’care, The Lancet 2003 Oct; vol 362; 1225-1230 10. van der Wees PJ, Jamtvedt G, Rebbeck T, de Bie RA et al, Multifaceted strategies may increase implementation of physiotherapy clinical guidelines: a systematic review, Austr J of Physioth 2008; vol 54; 233-241 11. Hulscher ME, Wensing M, van der Weijden T, Grol R, Interventions to implement prevention in primary care, Cochrane database Syst Rev., 2007 Jul 18;(1): CD000362 12. Grol R, Wensing M, Laurant M, Harmsen M, Implementatie van Kennis in de Praktijk, Het Richtlijnen implementatieprogramma, WOK; 2003 13. Wensing M, van der Weijden T, Grol R, Implementing guidelines and innovations in general practice; which interventions are effective?, J Cell Physiol 1998 Dec; 177 (3): 499 14. Disseminatie en implementatie van kennis; uitgave zonmw, www.zonmw.nl 15. Grol R, Wensing M, Implementatie: effectieve verandering in de patiëntenzorg, gezondheidszorg 2001; Elsevier 16. Beurkens AJHM, de Vet HCW, Koke AJA, Responsiveness of functional status in low back pain. A comparison of different instruments. Pain 1996; 65: 71-76 17. Chatman AB, Hyams SP, Neel Jm, Binkley JM et al, The Patient-Specific Functional Scale: measurement properties in patients with knee dysfunction, Phys Ther, 1997;77(8):820-829 18. Cleland JA, Fritz JM, Whitman JM, Palmer JA. The reliability and construct validity of the Neck Disability Index and patient specific functional scale in patients with cervical radiculopathie, Spine (Phila Pa 1976), 2006 Mar 1;31(5):598-602. 19. Casebeer A, Application of SWOT analysis, Br J Hosp Med. 1993 Mar 17-Apr 6; 49 (6): 430-431. 20. Prochaska JO, DiClemente CC, Stages and processes of self change of smoking: Toward an integrative model of change, J Consult Clin Psychol 1983; 51: 390-395 21. Long BJ, Calfas KJ, Wooten W, et al. A multisite field test of the acceptability of physical activity counseling in primary care: project PACE. Am J Prev Med 1996;12: 73-81. 22. Calfas KJ, Long BJ, Sallis, et al. A controlled trial of physician counseling to promote the adoption of physical activity. Prev Med 1996; 25: 225-233. 23. Van Sluijs EMF. Effectiveness of physical activity promotion: the case of general practice. Wageningen: Ponsen & Van Looijen BV, 2004. 24. Fokkens WJ, Bel EHD, van Haastert RM, Sjogren E, Conceptrichtlijn chronische rhinosinusitis en neuspoliepen, hfd. St. 8: implementatie van de richtlijn en indicatoren, Nederlandse Vereniging voor KNO-heelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied, 2009; www.cbo.nl Zoekacties: PUBMED; implementation, van der wees, WOK, Grol Trimbos Instituut; internet search; implementatie ECMR; PSK Zonmw ; internet search: implementatie RIVM; internet search; implementatie 20 21