her ex 11

advertisement
MINISTERIE VAN ONDERWIJS
EN VOLKSONTWIKKELING
UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2011
VAK
DATUM
TIJD
: SCHEIKUNDE
: MAANDAG 25 JULI 2011
: 7.45 – 10.45 u
Aantal opgaven : 5
Aantal pagina’s : 3
Toegestaan
: BINAS en rekenmachine
Controleer zorgvuldig of alle pagina’s in de goede volgorde aanwezig zijn.
Neem in geval van een afwijking onmiddellijk contact op met een surveillant.
SUCCES!
Opgave 1.
Toestel van Hoffman
Het toestel van Hoffman is ontworpen door August von Hoffman en je kunt er de ontleding
van water in waterstof en zuurstof d.m.v. elektrolyse mee aantonen.
Een groep studenten die een hoeveelheid water wil elektrolyseren doet deze hiertoe in het
toestel van Hoffman. Voor de stroomgeleiding wordt een elektrolyt toegevoegd en het
toestel wordt aangesloten op een gelijkspanningsbron.
Als indicator voegt men methylrood toe.
a1.Geef de halfreactie die optreedt aan de positieve elektrode (+pool).
a2.Geef de halfreactie die optreedt aan de negatieve elektrode (-pool).
Na een poos wordt de vloeistof bij de negatieve pool geel.
b. Verklaar deze kleuromslag m.b.v. tabel 52A.
Het ontstane waterstofgas wordt opgevangen en blijkt een volume van 0,50 liter te hebben.
c. Bereken hoeveel mol waterstof hiermee overeen komt. (Vm = 25dm3)
d. Bereken hoeveel liter zuurstof er bij deze elektrolyse is ontstaan.
1
Opgave 2.
In spuitbussen zitten gassen die ozon (O3) kunnen omzetten in zuurstof en OH-.
Om de ozon concentratie te bepalen in lucht in de omgeving van een spuitbussenfabriek,
wordt de volgende bepaling gedaan:
100 dm3 van deze lucht wordt geleid door een overmaat kaliumjodide oplossing.
a. Geef de vergelijking van de reactie die optreedt d.m.v. halfreacties.
Om de bepaling te voltooien wordt de ontstane joodoplossing getitreerd met een
0,5240 M natriumthiosulfaatoplossing (Na2S2O3). Hiervan wordt 12,18 ml verbruikt.
b. Geef de vergelijking van de reactie die optreedt tijdens de titratie d.m.v. halfreacties.
c. Bereken hoeveel mmol natriumthiosulfaat heeft gereageerd met de ontstane jood.
d. Hoeveel mmol jood was er ontstaan.
e. Bereken de ozon concentratie in de onderzochte lucht in mmol O3 per 10 dm3 lucht.
Opgave 3.
Ureum of kunstmest CO(NH2)2(s) kan worden gehydrolyseerd (= reactie met water) tot
ammoniak en koolstofdioxide. Dit proces is een evenwichtsproces.
a. Geef de reactievergelijking voor dit evenwicht.
b. Bereken de reactie enthalpie m.b.v. vormingsenthalpieën (tabel 57) voor de reactie naar
rechts. Gegeven: vormingsenthalpie van ureum is -331,5 kJ/mol.
De vrijgekomen ammoniak kan in een afgesloten vat met zuurstof reageren tot
stikstofdioxide en waterdamp. Dit proces is ook een evenwichtsproces.
c. Geef de reactievergelijking voor dit evenwicht.
d. Geef de evenwichtsvoorwaarde.
In een vat van 20,0 dm3 worden 1,0 mol ammoniak en 2,0 mol zuurstof samengevoegd.
Na instelling van het evenwicht blijkt er o.a. 0,50 mol stikstofdioxide te zijn ontstaan.
e. Bereken de concentraties van de gassen in de evenwichtstoestand.
f. Bereken de evenwichtsconstante (Kev).
g. Beredeneer hoe de evenwichtsconstante (Kev) beïnvloed zal worden bij verhoging van de
temperatuur.
2
Opgave 4.
O
HO
OH Hydroxymethaancarbonzuur of glycolzuur.
Hydroxymethaancarbonzuur of glycolzuur staat bekend om haar effectieve cosmetische
werking voornamelijk “chemische peeling”. Dit is een methode om huidvernieuwing te
stimuleren.
a. Geef de systematische naam en de molecuulformule van hydroxymethaancarbonzuur.
Dit zuur is een plantaardig zuur, maar kan ook ontstaan door reactie van chloorethaanzuur
met natronloog.
b. Geef deze reactievergelijking in structuurformules weer.
Hydroxymethaancarbonzuur behoort tot de hoofdgroep van hydroxyalkaanzuren.
c. Geef de naam en de structuurformule van een ander hydroxyalkaanzuur in deze
homologe reeks.
Hydroxymethaancarbonzuur moleculen of glycolzuurmoleculen kunnen polymeriseren.
d. Teken een stukje van het polymeer bestaande uit minstens drie monomeereenheden.
Opgave 5.
Benzoëzuur of benzeencarbonzuur is een witte kristallijne stof die de groei van schimmels op
de huid remt. Het komt in veel soorten fruit voor, z.a. bessen.
Bij de oxidatie van benzeenaldehyde ontstaat benzoëzuur.
O
Benzeenaldehyde
a. Geef de halfreactie in structuurformules voor de omzetting van benzeenaldehyde in
benzoëzuur.
Benzoëzuur (C6H5COOH) is een zwak éénwaardig zuur met een zuursterkte vergelijkbaar met
dat van azijnzuur.
b. Geef de ionisatievergelijking van benzoëzuur in water (in molecuulformules).
c. Bereken hoeveel mg benzoëzuur we nodig hebben om 500 ml oplossing met pH van 3,0
te bereiden.
d. Geef de vergelijking van de reactie tussen benzoëzuur en barietwater Ba(OH)2 .
e. Bereken de pH indien aan 300 ml 2,0 M benzoëzuur 200 ml 1,0 M barietwater wordt
toegevoegd.
3
Download