Heeft de burger zin? - Kennisplatform Sociaal Domein Noord

advertisement
Heeft de burger zin?
Impressie Kennisuitdaging 25 januari 2017
Heeft de burger zin?
De veranderingen in de verzorgingsstaat zijn
ingrijpend, maar bieden ook kansen. Maar heeft
de burger wel zin in de belangrijke rol die hij
daarin toebedeeld krijgt? Dat was op 25 januari
de centrale vraag tijdens de Kennisuitdaging van
het Kennisplatform Sociaal Domein NoordHolland.
Zo’n 300 betrokkenen uit het sociaal domein
(afkomstig van gemeenten, maatschappelijke
organisaties, onderwijs en burger- en
cliëntvertegenwoordiging) keken kritisch naar
hun eigen rol. Hoe zorgen we dat álle burgers een
stem hebben in de nieuwe organisatie van onze
verzorgingsstaat?
In dit verslag een korte impressie van de dag in
woord en beeld met de belangrijkste lessen en
leervragen. Het uitgebreide verslag vind je via
onderstaande link op de website van het
Kennisplatform.
Heeft de burger zin?
Programma
• Welkom en opening
• Gesproken column mantelzorg
• Lezing Evelien Tonkens
• Intermezzo door Bart Kiers
• Deelsessies ronde 1
• Lunch
• Deelsessies ronde 2
• Gesproken column Marcel van Roosmalen
• Politiek debat
• Afsluiting door Bart Kiers
• Netwerkborrel
Dagvoorzitter Hans Harbers
Socioloog, filosoof en moderator
Ook ik heb hulp nodig
“Ook ik heb hulp nodig. En dat is moeilijk om te vragen. Zeker
als je er niets voor terug kunt geven.” Na een kort welkom gaf
dagvoorzitter Hans Harbers het woord aan Astrid van der
Kooij. Zij is moeder in een zorgintensief gezin en adviseur bij
Movisie. De aanwezigen luisterden vol aandacht naar haar
verhaal. Astrid: “Ik ben een voorstander van eigen kracht en ik
boor die dan ook maximaal aan. Tot uitputting aan toe. Maar
waar ik moeite mee heb, is dat als de versterking van de eigen
kracht als excuus gebruikt worden voor bezuinigingen.
Op papier lijkt de participatiesamenleving een mooi idee,
maar mijn ervaring is dat het vaak gaat over goedbedoelde
hulp die niet helpt. Begrijp me niet verkeerd, mensen doen
echt hun best om je te helpen. Maar je kunt simpelweg niet
alles van ze verwachten.
Daarom roep ik iedereen op om goed te luisteren naar wat
mensen echt nodig hebben. Zorg dat zij die hulp nodig hebben
het kunnen vertellen. Echt kunnen vertellen. Dan kan iedereen
ook echt meedoen. Dan hebben wij als burgers daadwerkelijk
zin in deze veranderingen en de rol die we daarin spelen.”
Werk aan de winkel voor de sociale sector
Evelien Tonkens, Hoogleraar Burgerschap en Humanisering van de Publieke Sector aan de Universiteit voor Humanistiek
Na het persoonlijk verhaal van Astrid opende hoogleraar Burgerschap en
Humanisering Evelien Tonkens de discussie: “Na de decentralisaties zijn nieuwe
gevoelens van schuld en schaamte ontstaan bij het vragen om hulp. We spreken
mensen aan op ‘de eigen kracht’ en ‘activeren van het eigen netwerk’. Maar mensen
kloppen pas bij de gemeente aan als dat niet meer lukt en het water ze aan de lippen
staat. Zij krijgen door het gesprek aan de keukentafel het gevoel aangepraat ‘wat
ben ik een mislukkeling omdat ik het niet alleen red en mijn sociale netwerk niet kan
activeren’.”
Stigmatisering bedreigt solidariteit
Tonkens benadrukt in haar lezing dat het appèl op de burger ten opzichte van tien
jaar geleden niet zo zeer veranderd is. We moeten nog steeds verantwoordelijk,
zorgzaam en fatsoenlijk zijn. Wel veranderd, is het gebrek aan solidariteit. De boze
burger is boos op de afbouw van de verzorgingsstaat en boos op datgene wat hij ziet
als ‘het voortrekken’ van nieuwe Nederlanders. De boze burger koppelt die twee
zaken onterecht aan elkaar. Een deel van de politiek neemt dit over en versterkt
daardoor dit gevoel.
Tonkens: “Stigmatisering betekent een aanval op de waardigheid van mensen en is
inmiddels een klemmender probleem dan discriminatie. Uit internationaal onderzoek
blijkt dat stigmatisering enorme gevolgen heeft voor de samenhang in de
samenleving. Die stigmatisering is een kweekvijver voor nieuwe groep boze burgers
die in opstand komt tegen de boze burger van nu. Dat brengt ons ver van de
overbruggende solidariteit die zo nodig is voor een toekomstbestendige
verzorgingsstaat. Er is nog veel werk aan de winkel binnen het sociaal domein.”
Deelsessie 1
Burgerzin: ligt er een stralende toekomst in het verschiet…?
Nico de Boer, zelfstandig onderzoeker en auteur op het gebied van welzijnswerk en wijkgericht werken
Evelien Tonkens, Hoogleraar Burgerschap en Humanisering van de Publieke Sector aan de Universiteit voor Humanistiek
In een reactie op de lezing van Eveliens Tonkens stelt Nico de Boer dat de
belangrijkste vraag is hoe we de verzorgingsstaat van de toekomst vorm
moeten geven. De Boer: “We moeten van individuele zorg naar collectief
welzijn. We moeten nadenken over nieuwe vormen van continuïteit en
evenwicht tussen overheid en private partijen.” Uit de discussie tussen
hem en Evelien Tonkens rolden de volgende aandachtspunten die nader
onderzoek vragen:
•
•
•
•
Welke kansen biedt community building om zorgvragen te
voorkomen?
Hoe zorgen we dat de geëmancipeerde actieve burger de
kwetsbare burger niet overvleugelt en ook die stem gehoord
wordt?
Voor welk probleem verwachten we dat de verzorgingsstaat een
oplossing biedt en is dat wel zuiver? Wat is een direct gevolg van de
versobering van de verzorgingsstaat en wat is het gevolg van de
technologische en maatschappelijke ontwikkelingen die spelen?
Welke rol heeft de overheid? Is de verzorgingsstaat een publieke
verantwoordelijkheid of is er ruimte voor publiek-private
samenwerking?
Deelsessie 2
De inzet van Ervaringsdeskundigheid hoe (ver) gaat dat?
Alie Weerman, associate lector Ervaringkennis & Participatie bij het lectoraat Verslaving van hogeschool Windesheim
Leo de Roos, ervaringsdeskundige
Een van de aanwezige deelnemers sprak: “Als iemand kwetsbaar is dan zijn er vaak
veel mensen om diegene heen die van alles van hem willen. Zo zijn er bijvoorbeeld
redders, aanjagers en gelijkwaardigen. Als je snapt hoe dat systeem werkt dan kun je
vanuit een andere benadering gaan kijken naar de situatie.” Deze uitspraak illustreert
de nodige ervaring bij aanwezigen. Het resultaat was deze deelsessie was een
levendige dialoog en een rijke leeruitkomst:
•
•
•
‘Het goede’ dat ervaringsdeskundigen (kunnen) doen bestaat uit het ‘teder
interveniëren’, waarmee de ervaringskennis van de cliënt als bron kan dienen
voor sluitende interventies op maat.
‘Het goede’ dat professionals (kunnen) doen bestaat uit de professionele kennis
en kunde die zij kunnen inzetten om oplossingen mogelijk te maken binnen
bestaande structuren.
De risico’s van inzet van ervaringsdeskundigheid zijn divers, maar goed terug te
dringen door het waarborgen van hun specifieke deskundigheid.
Deelsessie 3
Voor niets gaat de zon op
Frans Huissen, directeur Vrijwilligerscentrale Amstelland
Leroy Soethoudt, Louise Maks en Melvin Lok, Stichting Philadelphia
De meerwaarde van vrijwillige inzet is groot op het niveau van de cliënt, de
vrijwilliger, de professional en betrokken organisaties. Het vraagt wel om een
investering die de kwaliteit van zorg vergroot, zo bleek uit de deelsessie "Voor
niets gaat de zon op!", waarin gesproken werd over de balans tussen kosten en
baten. Lastig is soms het bewaken van de kwaliteit van zorg: kun je een
vrijwilliger bijvoorbeeld zomaar om een CV vragen?
De belangrijkste conclusies van deze deelsessie waren:
•
•
•
Investeren in vrijwilligers draagt bij aan de kwaliteit van zorg: het menselijk
contact draagt het bij aan het geluk van de cliënt.
Vrijwilligers komen in alle soorten en maten: iedereen kan een
waardevolle bijdrage leveren op zijn of haar eigen manier. Belangrijk is om
uitgaan van wat iemand kan.
Wees niet bang om als professional, of professionele organisatie, het
gesprek aan te gaan over opleiding of training, of om naar een CV te
vragen. Zolang dit gebeurt in een open gesprek plaatsvindt met de
vrijwilliger met het belang van de cliënt in het achterhoofd, is er meer
mogelijk dan je misschien denkt.
Deelsessie 4
Over nabijheid
Thomas Kampen, bijzonder lector Stimulering Gezonde Samenleving Hogeschool Inholland en docent Universiteit voor Humanistiek
Liesbeth Leegwater en Louise Karpes, sociaal werkers Wijkteam MET Heerhugowaard
Els Wessels, voorzitter Oogvereniging Noordwest
Nabijheid heeft de belofte in zich van meer efficiëntie, preventie en maatwerk.
Uit het onderzoek van Thomas Kampen blijkt dat de onoverzichtelijkheid niet
weggenomen is, maar zich verplaatst heeft naar de wijkteams. Door nabij te
zijn, kom je dichterbij mensen en zie je volle omvang van hun problematiek. Dit
bemoeilijkt oplossingen want waar begin je? En de diffuse verantwoordelijkheid,
hindert preventie. De ervaringen met nabijheid en keukentafelgesprekken zijn
wisselend en er is nog ruimte voor verbetering. Het staat of valt met de houding
en de expertise van professionals. En ook aan durven te geven als je iets niet
kunt, zowel voor burger als professional.
•
•
•
•
•
Aan de keukentafel zijn twee soorten gedrag vanuit professionals
zichtbaar: prijzen en ontwijken enerzijds en de bevestiging van de zorgen
anderzijds.
Maakt nabijheid de belofte waar? Het beoogde resultaat wordt lang niet
altijd gehaald en er zijn onvoorziene gevolgen van nabijheid zichtbaar.
Het lijkt zo simpel, maar de crux van een goed gesprek is toch luisteren en
mensen oordeelvrij serieus nemen.
Clientondersteuning, liefst vanuit ervaringsdeskundigheid, voegt waarde
toe.
De ervaringen met nabijheid en keukentafelgesprekken zijn wisselend en
er is nog ruimte voor verbetering. Het staat of valt met de houding en de
expertise van professionals. En ook aan durven te geven als je iets niet
kunt, zowel voor burger als professional.
Deelsessie 5
Ontspoorde ouderenzorg onder de keukentafel
Laura van der Voorn (Veilig Thuis)
Astrid Verkleij (Veilig Thuis)
Om verdere toename van ouderen mishandeling in de persoonlijke sfeer te
voorkomen moet er meer aandacht voor en onderzoek naar de overbelaste
mantelzorger en medewerker komen. Meer kennis en communicatie op dit
onderwerp is noodzakelijk. Want ouderen blijven langer thuis wonen waardoor
er nieuwe problematiek ontstaat.
Belangrijkste aandachtspunten van deze deelsessie:
•
Een aantal ontwikkelingen rondom ouderenzorg zullen tijd nodig hebben,
denk daarbij aan huisvesting en de ontwikkeling van hofjes die weer
worden gebouwd. Op dit moment hebben gemeenten de ouderenzorg
zeer divers georganiseerd, waarbij er onvoldoende inzicht is of dit goede
zorg zal opleveren.
•
Er moet nader onderzoek gedaan worden naar:
– De gevolgen van de bezuinigingen op huishoudelijke hulp.
– Hoe de huidige generaties ‘echte ouderen’ ondersteund kan worden
om om hulp te vragen.
– Hoe we de netwerken van ouderen kunnen vergroten.
– Hoe we het gesprek aangaan over mishandeling. De keukentafel
leent zich daar vaak niet voor omdat slachtoffer en dader beiden
aan tafel zitten.
Deelsessie 6
Kunnen/ mogen gemeenten en professionals alles van je weten?
Alies Struijs, Raad voor Volksgezondheid en Samenleving en het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (samenwerkingsverband van
de RVS en de Gezondheidsraad)
Het is voor te veel mensen in het sociaal domein niet duidelijk wat professionals
én vrijwilligers wel of niet mogen delen aan gegevens over cliënten. De grenzen
over wat wel en niet mag zijn veelal nog vaag en impliciet. Er zijn veel
voorbeelden te noemen, ook vanuit de ervaringen van deelnemers aan de
deelsessie, dat er grenzen worden overschreden. En de inwoners die het betreft
lijken het veelal te laten gebeuren. Hier ligt een serieuze opgave voor de
partners in het sociaal domein.
•
•
•
•
Omgaan met privacy begint bij een goede voorlichting aan de cliënt over
hoe er met zijn/haar gegevens wordt omgegaan. Vraag de cliënt zelf
toestemming voor het delen van gegevens én het waarom voor dit delen.
Kijk altijd naar het doel van de cliënt!
Wees met elkaar duidelijk wanneer een uitzondering nodig is en de
vertrouwelijkheid wel doorbroken moet worden, bijvoorbeeld als de
veiligheid van een inwoner in gevaar is.
Er is meer aandacht nodig voor privacy. Daarbij gaat het in eerste instantie
om bewustwording (ethische reflectie) en dialoog (moreel beraad).
Er zijn grote verschillen in het sociaal domein t.a.v. privacy beleid. De
veranderingen in het sociaal domein én het buurtgerichte werken (men
kent elkaar in de buurt) maken een herbezinning op privacy noodzakelijk.
Deelsessie 7
Best (on) gemakkelijk… samen leren met
(ervarings) deskundige jongeren en ouders
Marianne Volaart, Projectleider Participatie en Leerwerkgroepen binnen de AWTJ Veilig Opgroeien en senior adviseur Veilig
Opgroeien bij het Nederlands Jeugdinstituut met medewerking van enkele jongeren uit het Participatieberaad
Hoe geven we een geluid aan het perspectief van kwetsbare jongeren en ouders?
Tijdens deze deelsessie nam Marianne Volaart de deelnemers mee in de ervaringen van
een onderzoeksproject dat uitgevoerd wordt in de veiligheidsregio Kennemerland.
Insteek van het project is om het perspectief van kwetsbare jongeren en ouders in te
brengen in het professionele werkveld rondom Veilig Opgroeien. Door cases in
leerwerkgroepen van professionals en ervaringsdeskundigen te bespreken, wordt de
beleving van de cliënt en het werkveld van de professional bij elkaar gebracht. Tijdens
de deelsessie kwamen de volgende aandachtspunten aan de orde:
•
•
•
•
Een waardevol resultaat van het project is dat professionals samen leren, door
het gesprek met kwetsbare jongeren en ouders.
De betrokkenheid van ervaringsdeskundigen in het professionele werkveld blijkt
ook effect te hebben op hoe professionals met elkáár werken.
Om als professional waardevolle input te krijgen van een jongeren, is wederzijds
vertrouwen nodig.
Het betrekken van kwetsbare jongeren en ouders geeft gemeenten inzicht in de
keten rondom Veilig Opgroeien. Zo kunnen ze ontdekken waar eventuele lacunes
zitten.
Deelsessie 8
Op safari door het Sociaal Domein
Lisette Lajluffi, Sociaal Wijkteam Schalkwijk
Geja Muffels, Sociaal wijkteam Schalkwijk
Lisanne Rintjema, Socioloog en didacticus
Tijdens deze deelsessie gingen de deelnemers ‘op safari’ in de Haarlemse wijk
Schalkwijk. Ze konden een kijkje nemen in de praktijk van diverse
burgerinitiatieven op gebied van kwetsbare burgers, het bereiken van deze
groep en mogelijkheden om hen actief mee te laten draaien in de maatschappij.
Belangrijkste conclusie van dit bijzondere programmaonderdeel:
•
•
•
•
•
Het bezoeken van activiteiten en het ontmoeten van enthousiaste of juist
gefrustreerde bewoners zorgt voor nieuwe ideeën en inspiratie
De succesvolle activiteiten die we hebben gezien zijn voornamelijk
afhankelijk van de passie en vaardigheden van individuele bewoners.
De opdracht voor gemeenten lijkt hiermee hen zo goed mogelijk te
faciliteren met mandaat en geld.
Bij het ontwikkelen van burgerinitiatieven blijft het belangrijk (voor zowel
burgers als professionals) niet te vervallen in een clichématige benadering
van bijvoorbeeld eenzaamheid. Zo wordt eenzaamheid vaak als een
probleem van ouderen gezien en benaderd, waarmee een grote groep
buiten beeld blijft.
Daarnaast blijft het ook voor zowel burger als professional belangrijk
scherp te blijven op in hoeverre initiatieven bij een bredere behoefte
aansluiten.
Deelsessie 9
Vernieuwing in burgerparticipatie: een vak apart!
Karin Sok, Senior adviseur participatie en actief burgerschap bij Movisie
Esther Anker, Adviseur programma Aandacht voor iedereen
Gemeenten moeten op zoek naar de juiste participatiemix. Dat vraagt
creativiteit, van pizza-meeting met jongeren tot het opzetten van een
werkgroep. Karin Sok vertelt al in haar inleiding dat het haar opvalt dat
gemeenten geneigd zijn het woord burgerparticipatie te hanteren en burgers de
term cliëntparticipatie, terwijl het onderscheid juist zo belangrijk is en het
perspectief anders. “Ik kan mij als professional tot op zekere mate inleven, maar
daadwerkelijk zelf doorleven en die ervaring hebben is wat anders, en daar gaat
het om bij cliëntenparticipatie”.
De belangrijkste leerpunten uit deze deelsessie:
•
•
•
Clientparticipatie en burgerparticipatie zijn begrippen die staan voor een
beweging en nieuwe rollen in de verhouding tussen burger en overheid.
Gemeenten moeten op zoek naar de juiste participatiemix. Dat vraagt
creativiteit, van pizza-meeting met jongeren tot het opzetten van een
werkgroep.
Investeren in het verstevigen van netwerken van burgers en in netwerken
binnen buurten vraagt een lange adem maar leidt tot effectieve beleidsinterventies
Deelsessie 10
Zelfregie bij heel kwetsbare burgers: zin of onzin?
Cora Brink, Landelijk Platform GGz
Doortje Kal, Landelijke Steunpunt Kwartiermaken
Ingrid Swakman, Sociaal Wijkteam Centrum & Rozenprieel en Haarlem Effect
“Het samen zoeken met de cliënt naar krachten en interesses waar de ogen van
gaan glimmen, waar iemand blij van wordt.” Dat vindt Cora Brink het
allerbelangrijkste in het werken met mensen in een kwetsbare situatie. Doortje
Kal geeft aan dat er voor die contacten een includerende samenleving nodig is,
met ruimte om eigen weg vinden in de samenleving, met veiligheid, in de eigen
waarde gelaten worden. Dat maakt eigen regie mogelijk. Het besef van invloed
hebben en van er toe doen is ook leidraad in het dagelijkse werk van Ingrid
Swakman. Zij vindt het belangrijk om als professional in gesprek te gaan met de
cliënt en na te gaan wat de kracht van cliënt is.
•
•
•
•
Zelfregie moet altijd het uitgangspunt zijn. Het bevat vier elementen:
eigenaarschap, eigen kracht, motivatie en contacten. Verwar zelfregie niet
met zelfredzaamheid.
Zoek, als professional (vraag en dóórvragen), naar iets waar de cliënt echt
blij van wordt. Sluit dáárbij aan, dat geeft motivatie en eigenaarschap.
Zoek breed.
Voor mensen in zeer kwetsbare situatie is het doorgaans moeilijker om
betekenisvolle contacten te hebben met anderen. Kwartiermaken is een
methode voor een includerende samenleving. Waarbij ruimte is voor het
anders zijn en er kansen zijn om betekenisvol te zijn voor anderen.
Soms moet je directief ingrijpen en overnemen en dan is aansluiten alleen
niet voldoende.
Deelsessie 11
De gemeente kantelt…
Anne Marleen Dijkhuis, organisatieadviseur gemeente Hollands Kroon
De gemeente Hollands Kroon heeft zich tot doel gesteld om in 2018 de ‘Slimste
gemeente’ van Nederland te zijn. In het begin is aangegeven dat dit in eerste
instantie betekent dat de gemeente vooral naar de eigen organisatie heeft
gekeken. De fusie van vier gemeenten tot één gemeente Hollands Kroon heeft
de mogelijkheden geboden om de zaken op een fundamenteel andere manier in
te richten.
Het voornaamste onderdeel van de verandering is de resultaatgerichtheid van
de organisatie. Vervolgens wordt er op resultaten afgerekend. Wat hierbij
meespeelt, is dat er rekening wordt gehouden met de manier waarop zaken zijn
aangepakt en wat de medewerkers hebben gedaan. Het gaat daarbij sterker
over de inhoud van het werk dan het behaalde resultaat. Hieruit spreekt veel
vertrouwen van de gemeente richting de werknemers.
•
•
De gemeente Hollands Kroon heeft gekozen voor het vormgeven van de
kanteling en te beginnen bij de eigen organisatie. Zelfsturende teams,
horizontaal, resultaatafspraken, eigen verantwoordelijkheid. Maar werkt
het? Dat moet de praktijk uitwijzen.
Er is veel lof voor het lef van Hollands Kroon, maar toch kritische vragen.
Vertrouwen is het sleutelwoord. Vast blijven houden aan je visie en op
basis daarvan keuzes maken.
Deelsessie 12
Verleiding en manipulatie: de kracht van beleidsretoriek
Radboud Engbersen, programmamanager Platform 31
Volgens Radboud Engbersen worden we binnen het sociaal domein sterk
beïnvloed door taal. Veel meer dan waarvan we ons bewust zijn. De
vraag is hoe we taal in het sociaal domein anders kunnen interpreteren
en gebruiken. Engbersen: “Als je meer bewust bent van metaforen en van
de overtuigingsmiddelen die in taal zitten, dan kun je daar je voordeel
mee doen. Is het ‘nieuwe’ beleid dan eigenlijk wel zo nieuw of gebruiken
we slechts andere woorden?”
Veel van het beleid in het sociaal domein wordt gepresenteerd als
‘nieuw’. Engbersen: “We hebben het over proeftuinen, social labs,
experimenteren. Wees hier scherp op en vraag je af: is het wel zo
nieuw?” De deelnemers analyseren samen een aantal teksten en komen
tot de conclusie dat we door de jaren grote continuïteit zien. En toch zegt
iedereen steeds ‘nieuw’.
•
In 1955 noemden we het ‘zelf doen, bronnen in de
gemeenschappen aanboren’.
•
In 1989 spraken we over ‘zelfhulp, zelforganisatie, hulp in startfase,
minder professionals, meer burgerschap’.
•
En in 2011 over ‘burgerkracht, heel lichte ondersteuning,
oliespuitje, krachten stimuleren, geesten rijp’.
Engbersen heeft dan ook maar één oproep voor de deelnemers: “Wees
je bewust van de centrale metaforen en wees je bewust van de
overtuigingsmiddelen die in taal zitten. En doe daar je voordeel mee.”
Deelsessie 13
Diversiteitsproof werken in het sociaal domein
Mehmet Day, onderzoeker Verwey-Jonker Instituut/Kennisplatform Integratie & Samenleving (Kis)
Buket Ulutas, professional Sensa Zorg Haarlem
Uit onderzoek van KIS (een samenwerking tussen het VJ instituut en Movisie) blijkt
dat doelgroepen met een migrantenachtergrond veel problematiek hebben
(opvoedings-problemen, psychische klachten etc.) die nu niet of nauwelijks boven
tafel komt of in een te laat stadium. Vooral Marokkaanse en de Turkse groepen
zijn niet of nauwelijks in beeld. Aan de kant van de hulpverlening valt er nog veel
te winnen op het gebied van kennis en competenties van de professionals voor
een goede aansluiting met deze groepen. Het lijkt nodig de zeker aanwezige, maar
‘verborgen kennis’ weer naar boven te halen.
Uit de casuïstiek bespreking van Ulutas bleek dat de volgende aandachtspunten en
competenties van belang zijn om goed contact te krijgen met migrantengroepen:
•
Voldoende tijd om vertrouwen op te bouwen bij het werken met mensen
met een andere culturele achtergrond, bijvoorbeeld door een paar keer een
kopje thee samen drinken.
•
Echt interesse tonen. Vraag bijvoorbeeld hoe de verhuizing naar Nederland is
verlopen.
•
Regel eerst de praktische zaken voordat je over echte problemen begint.
•
Wees voorzichtig en niet (te) direct.
•
Informeel overkomen helpt bij deze doelgroep (meer als vrienden dan als
professionals).
Deelsessie 14
De burger kan het zelf
Heleen van Deur (Stadsdorpen)
Bente London (Beter Buren NH)
Frannie Herder (CCV)
Twee totaal verschillende buurtinitiatieven stelden zich aan het publiek voor. Stadsdorp
Nieuwmarkt: voorstaand op onafhankelijkheid en wars van overheidsbemoeienis; en
Stichting Beter Buren: zoveel mogelijk samenwerkend met gemeenten en actief met
uniforme methodieken en kwaliteitskeurmerk. Beiden inspirerend en hoewel
verschillend van elkaar tot een inhoudelijke 'clash' tussen de beide visies kwam het
niet. Misschien wel juist het bewijs dat beide vormen van participatie goed naast elkaar
kunnen bestaan. Waarom niet?
Verschillende vormen van buurtinitiatieven kunnen ieder op eigen wijze bijdragen aan
een leefbare buurt. Door warme contacten op te bouwen in de buurt en samen een
licht netwerk te vormen, wordt het gemakkelijker om een beroep te doen op je buren
als je een keer hulp nodig hebt. Maar je kunt ook juist vanuit een anonieme relatie iets
voor je buurt doen, door als bemiddelaar te fungeren bij een burenconflict.
•
•
•
Een buurtinitiatief kan prima bestaan zonder overheidsbemoeienis of
professionele inmenging. We moeten af van de reflex: "Waar halen we subsidie
vandaan?".
Als gemeenten burgerinitiatieven willen bevorderen, is het belangrijk dat de
bewoners eigenaar blijven.
De gemeente kan burgerinitiatieven faciliteren en stimuleren door te zorgen dat
er ruimte is voor buurtbewoners om elkaar te ontmoeten.
Presentatie
Deelsessie 15
Gemak dient de mens
Kamiel Zijderveld, Stichting Philadelphia
Esmee Fokkema, Sensoor
E-health is een goede aanvulling op reguliere zorg en draagt bij aan ontlasting
van de mantelzorger en langer zelfstandig wonen. Voordeel van organisaties als
Digi-contact van Stichting Philiadelphia en Sensoor is dat ze 24/7 bereikbaar zijn
via telefoon (al dan niet met beeld), chat en e-mail. Er is niet altijd een
luisterend oor beschikbaar in de directe omgeving op het moment dat mensen
dit nodig hebben. Contact met mensen met een hulpvraag vraagt om een goede
training: écht luisteren, zonder bevooroordeeld te zijn en te begrijpen wat er
aan de hand is een vak apart.
De belangrijkste leerpunten uit deze deelsessie:
•
•
•
•
•
Chatcontact, telefonisch contact of beeldbellen via Skype zijn goede
aanvullingen op het face to face contact in de zorg en in de 0e lijns zorg.
In de zorg heeft beeldbellen het belangrijke voordeel doordat de cliënt
efficiënt kan worden geholpen.
Digi-contact vormt een laagdrempelige toegang tot hulp en geeft mensen
de mogelijkheid om te oefenen met het formuleren en bespreken van hun
hulpvraag.
Goed luisteren naar iemand is een kunst: vaak interpreteren we al tijdens
het luisteren, waardoor je mist wat er echt speelt.
Ontwikkelingen rondom hulp op afstand betekenen echt een verandering
in het werk van de professional.
Politiek debat
Goede bedoelingen en de weerbarstige praktijk
Na een scherpe bijdrage van schrijver en columnist Marcel van Roosmalen gingen Tweede
Kamerleden Marith Volp (PvdA), Mona Keijzer (CDA), Nevin Özütok (GroenLinks), Vera Bergkamp
(D66) en Sjoerd Potters (VVD) onder leiding van dagvoorzitter Hans Harbers met elkaar in debat. Hans
daagde hen uit te reageren op drie vragen: Wat waren ook alweer de oorspronkelijk bedoelingen van
de transformatie? Wat doe je met het feit dat de decentralisaties en de afbouw van de
verzorgingsstaat bij sommige mensen veel harder aankomt dan voor anderen? En wat gaan jullie
daaraan doen? Jur Botter, wethouder te Haarlem, voorzag het debat vanuit het lokale perspectief van
commentaar.
Wat gaat goed en wat kan beter?
De politici waren eensgezind positief over het feit dat gemeenten nu zelf verantwoordelijk zijn voor
hun inwoners. “Daarin is geen weg meer terug.” zo werd gesteld. Het feit dat de wijkverpleegkundige
terug is en dat er intensief samengewerkt wordt tussen professionals, gemeente en burgers in sociale
wijkteams zien ze als pure winst. Maar de verpleeghuiszorg moet beter kunnen, vindt Potters. Marith
Volp benadrukte dat gemeenten wel wat meer lef mogen tonen. Zij was het als huisarts overigens
volstrekt eens met de opmerking van Özütok en Keijzer dat huisartsen nog veel beter kunnen
samenwerken met de sociale wijkteams.
“De wijkteams zijn zo belangrijk, daar moeten de ‘beste’ professionals zitten.”, aldus Bergkamp.
“Professionals die kunnen verbinden en goed kunnen uitleggen waar ze voor staan en wat ze voor alle
burgers kunnen betekenen, want het moet vooral veel minder ingewikkeld zijn voor onze burgers. De
Wmo is nu een juridisch moeras.” De politici waren het erover eens dat het idee achter de
decentralisaties om de zorg dichter bij de burger te brengen goed was, maar concludeerden ook dat
alle goede bedoelingen van de transformatie, zoals substitutie, maatwerk, dichter bij de burger et
cetera, in de praktijk nog niet voldoende worden waargemaakt. “Prachtige woorden, maar die maken
de badkamer niet schoon.” aldus Keijzer.
StandupMusician Bart Kiers luisterde, verwonderde
zich, schreef en vatte de dag in twee liedjes samen
Download