ZONDAG 16-03 De Bijbel Open 11 Het teken van Jona Matteüs 12:39 In het Bijbelrooster van het blad Visie wordt het boek Jona behandeld. Daarom wil ik deze keer aandacht besteden aan het feit dat de Here Jezus meerdere keren gesproken heeft over het teken van Jona. Jezus reageerde hiermee op de felle kritiek die de farizeeën en schriftgeleerden op Hem hadden. Dit waren Zijn woorden: ‘Maar Hij zei tegen hen: Een verdorven en overspelig geslacht verlangt een teken, maar het zal geen teken gegeven worden dan het teken van Jona, de profeet’ (Mattheüs 12:39). Waarom was Jezus zo scherp in Zijn oordeel? Ik zal u de achtergrond daarvan proberen uit te leggen. Vooral in het begin van Zijn optreden preekte Jezus niet alleen, maar deed Hij ook veel wonderen. Daar kwamen ontzettend veel mensen op af (Lucas 11:29). Wonderen brengen altijd mensen op de been. Dat was toen zo en dat is nog steeds het geval. Maar dat komt niet altijd voort uit een diep verlangen om mee te mogen maken dat God levens heelt en verandert. Soms is het pure sensatiezucht of een reden om kritiek te uiten. Dat was toen ook het geval. Duivelskunst noemden de farizeeën het. Jezus vond dat buitengewoon schokkend. En helemaal omdat de geestelijke leiders van Zijn volk weigerden Zijn werk te beschouwen als het werk van God. Jezus stond volgens hen in dienst van Beëlzebul. Alleen een echt teken uit de hemel zou hun mening veranderen. Alsof de wonderen die Jezus deed geen tekenen van de hemel waren. Dat is de verklaring van Jezus’ scherpe reactie. ‘Jullie zijn een goddeloze generatie. Het enige teken dat jullie ooit zullen krijgen is het teken van Jona.’ Wat bedoelde Jezus met het teken van Jona? Dat is een moeilijke vraag. Je kunt er in boeken en commentaren van alles over lezen. Ik beperk me tot twee antwoorden: 1. Jezus zou bij het teken van Jona gedacht hebben aan de indrukwekkende preek van Jona in Nineve. Een preek waarin hij het oordeel van God aankondigde, als de stad zich niet zou bekeren. Met die betekenis van de woorden van Jezus zou Jezus ook het oordeel hebben aangekondigd aan de leiders van Zijn volk. Zij weigerden Hem immers te erkennen. Daarom noemt Hij hen een verdorven en trouweloze generatie. Johannes de Doper had ook al over dat oordeel gesproken. Hij had gezegd dat de Messias zou komen met een wan in Zijn hand om het koren van het kaf te scheiden. Hij zou de bijl gebruiken om het oordeel van God te voltrekken. 2. Een andere uitleg is dat Jezus met bedekte termen verwezen zou hebben naar de wonderbaarlijke redding van de verdrinkingsdood van Jona. Daar sprak Hij namelijk ook over. ‘Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van de grote vis was, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde zijn’ (Matteüs 12:40). Een opstanding uit de dood. Dat zullen de leiders van Israël straks ook gaan meemaken. Maar dan niet als symbool, als beeld, maar in het echt. Jezus zal uit de dood herrijzen. Jona werd het teken voor Nineve. Jezus zal het teken zijn voor Israël. Jezus zegt: ‘Ik ben meer dan Jona’ (Matteüs 12:41). Ik vind de ene uitleg in het verlengde liggen van de andere. De tweede veronderstelt dat de inwoners van Nineve gehoord zullen hebben van de wonderlijke redding van Jona. Sommige uitleggers geloven dat van Jona niet. Hij wilde het oordeel aanzeggen. Maar volgens mij verwijst Lucas er wel naar! Die schrijft: ‘Want zoals Jona voor de inwoners van Nineve een teken is geweest, zo zal de Mensenzoon een teken zijn voor dit geslacht’ (Lucas 11:30). Om die reden gaat mijn voorkeur uit naar de laatste uitleg. Het teken van Jona voor Jeruzalem zal daarom zijn: de opstanding van Jezus na drie dagen uit de dood. Jezus heeft daar namelijk bij een andere gelegenheid in andere woorden ook al naar verwezen. Toen had Hij gezegd: ‘Breek deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem laten herrijzen’ (Johannes 2:19). Ik denk dat Jezus bedoeld heeft dat Zijn opstanding voor Jeruzalem het beslissende teken zou zijn. Jezus zou immers nog andere tekenen en wonderen doen. Als de farizeeën en schriftgeleerden de wonderen niet zouden meemaken, zouden ze er op zijn minst over te horen krijgen. Maar ook deze wonderen zouden ze blijven verwerpen als tekenen van God. Ze zouden het onvoldoende bewijs vinden om Jezus te erkennen als de beloofde Messias. Voor de farizeeën en schriftgeleerden zal de dood en opstanding het beslissende teken zijn, het teken van Jona. En zo zou ook in vervulling gaan wat de oude Simeon had gezegd: ‘Simeon zei tegen Maria, Zijn moeder: Zie, dit Kind is bestemd tot val en opstanding van velen in Israël en tot een teken dat tegengesproken zal worden’ (Lucas 2:35). Ik denk dat het teken van Jona de boodschap van dood en opstanding, van overwinning op de dood, als teken van het werk van Jezus Christus niet alleen voor de Joden het beslissende teken zal blijven. Het zal gelden voor heel de wereld. Een wereld die Jezus steeds meer erkent als belangrijk persoon, maar niet gelooft in Zijn opstanding. Toen Paulus op de Areopagus voor de wijsgeren van Griekenland een toespraak hield over de betekenis van Jezus, luisterden de mensen in eerste instantie aandachtig. Dat veranderde echter, toen hij begon over de opstanding van Jezus uit de dood. ‘Toen ze hoorden van een opstanding van de doden dreven sommigen daar de spot mee, terwijl anderen zeiden: ‘Daarover moet u ons een andere keer nog maar eens vertellen’ (Handelingen 17:32). Het lijkt wel of de mensen tegenwoordig heel gevoelig zijn voor wonderen. Je krijgt de indruk dat als God maar meer echte wonderen zou laten gebeuren, de mensen opnieuw willen gaan geloven. De mensen willen iets van God zien. Ze geloven niet in datgene wat ze vroeger hebben gehoord van ouders en grootouders. Als God bestaat, laat ons dan eens zien wie Hij is en waar Hij aan het werk is. Aan preken hebben we niets, laat maar eens wat zien! Meer wonderen, meer geloof. Dat is nog maar de vraag. Het teken van Jona, de opstanding van Jezus uit de dood, blijft voor Jood en heiden het beslissende teken. Aanvaarden we dit of niet? Tot slot nog even dit. Wist u dat Jezus heeft gezegd dat de inwoners van Nineve betrokken zullen zijn bij het laatste oordeel? ‘De mannen van Nineve zullen opstaan in het oordeel samen met dit geslacht en zullen het veroordelen, want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona; en zie, meer dan Jona is hier!’ (Matteüs 12:41).