‘Laat je levenshuis niet leeg staan!’ een preek over Matteüs 12:43-45 © Jeroen Sytsma, 2016 Schriftlezing: Matteüs 12:22-30 en 38-45 Suggestie voor de liturgie: * Als openingslied: een keuze van verzen uit GK gz 119 of LB 968 (De kerk van alle tijden) * Na de preek: LB 289 of Opw. 334 (Heer, het licht van uw liefde schittert) * GK gz 158 (Opw. 281) past ook mooi bij de verkondiging (U alleen kunt mijn hart vervullen) 1. Dat nooit meer? Dat nooit meer! Dit overkomt me niet nog een keer! Heb je dat wel eens gezegd of gedacht? Er is genoeg rottigheid en kwaad waarvan je in ieder geval zou willen dat het nooit meer gebeurt, dat jij het nooit meer doet, of dat het je nooit meer overkomt. Dat nooit meer! Je zei het tegen jezelf toen je veel te boos was geworden ergens om. Of toen je je dronken had misdragen op een feestje. Je voelde je schuldig en je schaamde je. Dat nooit meer! In de geschiedenis is het vaak gezegd. Bijvoorbeeld na oorlogen en genocides, zoals de moord op zes miljoen Joden. En vandaag kun je het horen als het gaat om de economische crisis: we gaan de economie hervormen, de banken strengere regelgeving opleggen, want zo’n crisis willen we nooit weer. En …. lukt het? Gebeurt het dan ook ‘nooit meer’ …… Je weet het antwoord van jezelf. Hoe je na grote woorden toch terugviel in zonde. Je weet het antwoord over deze wereld. Sinds de Holocaust zijn er nog veel meer dan zes miljoen mensen in nieuwe genocides vermoord. En er komt echt een volgende economische crisis. Want aan de hebzucht van de mens verandert niks. Het kwaad komt steeds weer terug. En vaak nog heftiger dan eerst. Jezus vertelt er een verhaal over: 1 Wanneer een onreine geest iemand verlaat, trekt hij door dorre oorden op zoek naar een rustplaats. Maar als hij die niet vindt, zegt hij: “Ik zal terugkeren naar mijn huis, dat ik verlaten heb.” En wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het leegstaat, schoongemaakt is en op orde gebracht. Dan gaat hij weg en haalt er zeven andere demonen bij, die slechter zijn dan hijzelf, en zij allen nemen daar blijvend hun intrek. En zo is de mens bij wie de demon intrekt er ten slotte veel slechter aan toe dan voorheen. Zo zal het ook gaan met deze verdorven generatie.’ * 2. Een gelijkenis na een heel groot wonder Het verhaal van Jezus roept in onze tijd veel vragen op. In ons wereldbeeld passen geen onreine geesten die rondzwerven, rondkijken, nadenken, elkaar opzoeken en aanspreken. We kennen heel veel kwaad, en we kennen allemaal wel mensen waar we graag bij uit de buurt blijven, maar we zeggen dan niet dat zo iemand wel door een demon of onreine geest bezet zal zijn. Hoe echt bedoelt Jezus zijn verhaal? Of is het meer een gelijkenis, waarbij het meer om de toepassing gaat dan om de feiten? Ik beschouw dit verhaal van Jezus als een gelijkenis, en dus niet als een verhaal waarin Jezus beschrijft hoe het er in de geestenwereld echt aan toe gaat. Vergelijk het met de gelijkenis over de rijke man en de arme Lazarus. Jezus vertelt over de arme Lazarus in de hemel in Abrahams schoot, en over de rijke man die in de hel is, maar van daaruit wel met Abraham kan praten. Er zal wel niemand zijn die denkt dat het er echt zo toe gaat, tussen hemel en hel. Jezus vertelt een verhaal, want hij wil iets duidelijk maken. Het gaat hem niet om de werkelijkheid van het verhaal, maar om de mensen om hem heen die hij iets wil leren. Onreine geesten bestaan. Dat is overduidelijk in de Bijbel en in het optreden van Jezus. Jezus spreekt demonen aan, beveelt ze weg te gaan, bevrijdt mensen van hun bezetenheid. Onreine geesten bestaan. Maar in deze gelijkenis laat Jezus ze een rol spelen. Je hoeft niet te piekeren over hoe dat nou kan, een demon die door dorre oorden zwerft. Daar gaat het helemaal niet om.1 Jezus vertelt een verhaal voor mensen. Mensen met een leven. Een levenshuis. En wie mag er in dat huis wonen? Daar gaat dit verhaal over. Het is een dringende oproep: Laat je levenshuis niet leeg staan. Wat is de aanleiding voor Jezus om dit verhaal te vertellen? 1 Dat het een gelijkenis is blijkt ook uit de slotwoorden: “Zo zal het ook gaan met deze verdorven generatie.” 2 Hij heeft een heel groot wonder gedaan! Hij heeft iemand genezen die totaal onbereikbaar was voor gewone mensen: deze man kon niet zien, niet spreken, was zeer waarschijnlijk ook doof, en hij was in de macht van een onreine geest. Alle mensen om deze geteisterde man heen stonden volkomen machteloos. Jezus genas hem. Zo simpel staat het er. Drie woordjes maar. Geen machtsvertoon, geen harde strijd, geen ingewikkelde rituelen of gebeden. Jezus genas hem. Jezus wilde dat die man beter zou worden. Dus gebeurde dat. De mensen weten niet wat ze zien! Wat een genezing. En dus: Wat een macht heeft deze Jezus! En dus vragen ze zich af: Hoe komt Jezus aan die macht? Is hij misschien de lang beloofde zoon van David? De godsdienstige leiders uit die tijd, de Farizeeën, trekken een hele andere conclusie: Jezus is zo machtig omdat hij een vriend is van de duivel zelf! Jezus is demonen de baas, omdat hij hun baas is … Zie je wat er gebeurt?! Een heel groot goddelijk wonder wordt beantwoord met …… heel grote godslastering. Want Jezus de duivel noemen, dat is de grootste godslastering die er bestaat. En dan vertelt Jezus een verhaal. Een verhaal over een huis dat schoongemaakt wordt. Maar daarna leeg blijft staan. En op het eind is het een nog veel grotere puinhoop dan eerst. Jezus heeft het over wat hij met het volk Israël ziet gebeuren. Ze profiteren van Jezus. Ze zijn blij met zijn wonderen. Ze vinden het prachtig dat zoveel mensen zich bekeren van hun zonden en beter gaan leven. Dankzij Jezus wordt Israël veel schoner. En de onreine geesten worden eruit geveegd. Israël is als een schoon en opgeruimd huis. En zo’n leeg huis moet natuurlijk bewoond worden. Die lege schoongeveegde vertrekken smeken om een bewoner! Laat mij het zijn, zegt Jezus! Ik ben de beloofde Messias. Door mij komt het koninkrijk van God eraan. Erken mij als van God gezonden om in Israëls huis de belangrijkste bewoner te zijn. Maar het tegenovergestelde gebeurt. Van God gezonden? Van de duivel zul je bedoelen! Wat is dus de situatie? Israël profiteert van Jezus, maar tegelijk wijzen ze Jezus af. Israël laat het huis opruimen door Jezus, maar houdt tegelijk de deur voor hem gesloten. En dus staat het huis van Israël leeg. En een leeg huis …. dat is een gevaarlijke situatie, want je weet maar nooit wie er intrekt. Laat je levenshuis niet leeg staan! * 3 3. Profiteren van Jezus, met de deur op slot Je leven is als een huis. Er kan van alles in wonen. In je hart, je hoofd, je gedachten: er kan van alles wonen. Dit voor onze oren wat aparte verhaal van Jezus, is vanuit die gedachte toch ook heel herkenbaar. Zeker als je bedenkt dat het verhaal niet gaat om hoe de wereld van onreine geesten eruit ziet, maar om hoe het met jouw levenshuis is, met je hart, met jouw IK, in hoofdletters. Jezus vertelt een verhaal over zichzelf als de Grote Schoonmaker. Een mens of een volk dat met hem in contact komt wordt daar beter, opgeruimder van. Daar kon je in Israël in Jezus’ tijd al van profiteren, zonder met Jezus zelf in zee te gaan. En dat is vandaag nog zo. Hier in de kerk zelfs. Gewoon bij de kerk horen heeft een positief effect op je leven. Je vindt hier vrienden. Een netwerk. Alleen al de sociale controle zorgt ervoor dat je meestal redelijk braaf leeft. Er is een collecte, dus je geeft als vanzelf een deel van je geld weg. En alle omzien naar elkaar hier, alle gepraat over liefde, of je het nou wilt of niet, je steekt er wat van op en wordt er door beïnvloed. Een beetje meedoen in de kerk doet je leven goed. Godsdienst ruimt op. Maar misschien houdt je tegelijk de deur voor Jezus wel gesloten. Is Jezus alleen goed voor wat prettige gevoelens en vrienden, maar houd je hem ver van je hart vandaan. Je profiteert van Jezus, maar je levenshuis staat leeg. Ook in Nederland gebeurt dat. Met het hele Nederlandse volk in al z’n kleuren en culturen. Iedereen die in Nederland woont profiteert elke dag van Jezus.2 Want de Nederlandse cultuur is diepgaand door hem beïnvloed. De eigenwaarde van elk mens, omzien naar de zwakkere, de rechten van de mens, gratis onderwijs voor iedereen, vrijheid van meningsuiting, rechtspraak zonder aanzien des persoons, een overheid als dienaar van het volk, en ga zo maar door; als ik het even zonder alle nuances en dus kort door de bocht mag zeggen: dat hebben we allemaal aan Jezus Christus te danken, aan zijn onderwijs over liefde, zijn zorg voor de zwakke; onderwijs dat de wereld op z’n kop zette, en dat elke cultuur in deze wereld op z’n kop zet. Iedereen die in Nederland woont profiteert elke dag van Jezus. Maar helaas houden steeds meer Nederlanders de deur van hun hart voor hem dicht. Hun huis staat leeg. Maar een levenshuis staat nooit lang leeg. Dat maakt Jezus duidelijk met zijn verhaal. Als je je levenshuis niet vult met het goede, als je Jezus daar niet de baas laat zijn, 2 zie bv. Keller, Centrum Kerk, blz 192 4 dan komt het kwaad weer terug. In het verhaal van Jezus zelfs in 8-voud. Zonde keert weer terug, en er komen nieuwe voor in de plaats. Het vraagt heel veel kracht om dat tegen te houden. Want het kwaad is sterk. Die kracht vindt je niet bij jezelf. Deze kracht van binnen krijg je alleen als Jezus bij jou van binnen mag zijn. Als hij de belangrijkste bewoner van je levenshuis mag zijn. Zonde keert terug. Heel herkenbaar is dat bij verslaving. Verslaving is zelf gevolg van zonde, maar ook een soort plaatje van hoe alle zonde werkt. Iedereen die wel eens verslaafd is geweest kent het: Het kost heel veel kracht om ervan los te komen, en als je zonder je verslaving leeft kan dat als één grote leegte voelen. Als je dan die leegte toch maar weer opvult met de verslaving, dan komt die met grotere kracht terug, dan drink of rook of eet je meer dan de vorige keer, of je zoekt heftiger seksprikkels dan de vorige keer. En zo is het aan het eind erger dan in het begin. Jezus zei het over Israël: Die mens is er veel slechter aan toe dan voorheen. Zo zal het gaan met deze verdorven generatie. Israël profiteerde van Jezus, maar weigerde Jezus te erkennen als de Messias. En dat liep er op uit dat ze ‘kruisig hem, kruisig hem’ riepen over de zoon van God. Dieper konden ze niet zinken. Jezus sprak heel ernstige woorden, speciaal voor kerkmensen: Op de dag van het oordeel hebben Sodom en Gomorra het makkelijker dan Kapernaüm. Want in Sodom en Gomorra had Jezus niet staan preken en genezen. In Kapernaüm wel. Wat een kansen om God te dienen lieten de mensen van Kapernaüm liggen. Als jij opgroeit in een christelijk gezin, en zo van jongs af aan en als vanzelf met Jezus in aanraking komt, wat een genade is dat, wat een cadeau van God! Je bent een bevoorrecht mens, bevoorrecht op zoveel andere mensen die eerst volgestopt worden met ongeloof of ander geloof. Grijp al die kansen om Jezus persoonlijk te leren kennen en volgen! Open je levenshuis voor hem. Zorg ervoor dat over jou bij het oordeel niet gezegd hoeft te worden: ‘Tenslotte was die mens er aan het eind veel slechter aan toe dan voorheen.’ * 4. Een leeg land vraagt volle christenen ‘Zo zal het gaan met deze verdorven generatie.’ Een lege cultuur is levensgevaarlijk. 5 Als een volk niet leeft vanuit een sterke positieve overtuiging, dan is ze rijp voor de demonen. Ik bid vaak voor Noord Korea. Ook voor de regering daar, en dat er een eind komt aan de dictatuur. Tegelijk ben ik er bang voor. Als de dictatuur daar wegvalt blijft er een volk over dat geen idee heeft hoe het zelfstandig moet leven. Als de puinhoop van de terreur is opgeruimd blijft er een leeg huis over waar nieuw kwaad kan toeslaan. In korte tijd kan het land dan door hebzucht, wreedheid en burgeroorlog er slechter aan toe zijn dan eerst. Precies wat je nu in Irak, Libië en Syrië ziet gebeuren. Diezelfde angst heb ik ook ….. voor ons eigen land. Nederland profiteert nog massaal van Jezus. Van zijn normen en waarden. Maar als land is dit een leeg huis. Er is geen krachtige innerlijke en gedeelde overtuiging meer. En dus keert het heidendom weer terug. Zijn er de hele dag waarzeggers op televisie. Stemt bijna 1/5e van de Nederlanders op een partij die als dictatuur georganiseerd is en ‘eigen volk eerst’ preekt. Wordt tienduizenden kinderen elk jaar in de moederschoot het leven ontnomen. Eindigt ongeveer de helft van alle huwelijken in een echtscheiding. Neemt antisemitisme weer sterk toe. En leven we de schepping kapot omdat we de Schepper niet erkennen. En de kerken worden steeds leger. Steeds minder mensen volgen Jezus. Het huis wordt steeds leger. Jij leeft in Nederland. En dus heb je een enorm belangrijke taak. Je leeft met God in een cultuur zonder God. En dus kun je vaak een tegencultuur vormen. Maar dat lukt alleen als je veel kracht van binnen hebt, veel tegenweer, als je leeft vanuit de kracht en overtuiging van God, met passie voor Jezus. Jezus zei ongelofelijke dingen: Heb je vijand lief. Hij vertelde prachtige maar shockerende verhalen: bv. over de barmhartige Samaritaan. Hij deed iets totaal ongedachts: Hij stierf voor jou, gaf zijn leven voor een smerige zondaar. En zo leert hij je anders leven. Niet ‘eigen schuld dikke bult’, niet ‘eigen volk eerst’, niet lekker meedoen met de massa, niet ‘als het maar goed voelt en ik er gelukkig van wordt.’ En zulke mensen heeft Nederland nodig. Als een collega op je werk weggepest wordt. Als fraude iets wordt waarover je opschept op feestjes, of waarin je de baas niet tegen durft te spreken. Als er ergens woonruimte gezocht wordt voor een pedofiel wiens straf erop zit. Als er ergens een asielzoekerscentrum geopend wordt. Als Nederland vergrijst en vereenzaamt, en er dus heel veel vrijwilligers nodig zijn 6 om kwetsbare mensen te helpen. Hoe minder christenen in Nederland, hoe belangrijker jij als christen wordt! Even voor de duidelijkheid: Gelukkig zijn er in Nederland ook heel veel niet christenen die goed leven. Velen zijn ons zelfs ten voorbeeld. Ze blinken uit in liefde en recht. Maar … ze kunnen niet uitleggen waarom ze dat zo belangrijk vinden, waarom we ons druk moeten maken om liefde en recht. Jij als christen kunt dat wel: Ze komen recht uit Gods hart. En dus: Hoe minder christenen in Nederland, hoe belangrijker jij als christen wordt! Hoe meer je er dus voor moet waken dat jouw eigen levenshuis geen leeg huis is. Want het komt steeds meer aan op de keuzes die jij zelf maakt vanuit een sterk innerlijk geloof, vanuit liefde voor God. Het komt er steeds meer op aan dat daar van binnen bij jou je Heer en Redder de baas mag zijn. Jezus Christus, de belangrijkste bewoner van je hart. Daar valt een hoop bij te doen: Vul je met Gods Woord, en met film, muziek, boek en gesprek waar je door opgebouwd wordt. En vul je juist niet met al die leegheid die internet en televisie over je uitstorten. Bid om de heilige Geest. God zelf die actief wordt voor jou, in jou, door jou. Kies positief hoe jij er met liefde, tijd en aandacht als christen voor mensen wilt zijn. Je kunt veel doen. Maar het belangrijkste en waar het allemaal mee begint is: Wie je wilt zijn. Of beter nog: Van wie je wilt zijn. Kies ervoor, zeg het steeds weer tegen jezelf, en koester het, vier het: Ik ben van Jezus Christus, ik mag van Jezus Christus zijn. Ik wil van Jezus Christus zijn. Hij is mijn Heer. En niemand maakt mijn levenshuis mooier dan hij! Amen 7