WOORDPOSTERS IN DE KLAS Ljiljana Vulinovic & Moniek Vis Taal- en Schakeltraject - Hogeschool van Amsterdam 1 PROGRAMMA - Doelen proeverij Taal- en Schakeltraject - Hogeschool van Amsterdam Gebruikte theorie woordenschatontwikkeling Vorm en inhoud woordposters Ervaringen studenten en docenten Voorbeeldoefeningen Afronden 2 DOELEN PROEVERIJ - Je weet hoe je een goede woordposter kunt maken Je weet hoe je studenten een goede woordposter kunt laten maken Je weet hoe je woordposters in de les kunt gebruiken Je kent een aantal oefeningen om woorden van de woordposter te herhalen 3 TAAL- EN SCHAKELTRAJECT Het traject: - bereidt anderstaligen voor op hbo-studie - van A2 naar B2 in een jaar - niet alleen Nederlands, ook schakelvakken, hbo-vaardigheden enz. In de NT2-les: - veel aandacht voor spreken - gebruikte methode is CodePlus - wens meer expliciete aandacht voor (academische) woordenschat 4 HOE WERKEN AAN WOORDENSCHATONTWIKKELING Uitgangspunten uit Nederlands als tweede taal in de volwasseneneducatie. Handboek voor leerkrachten in de volwasseneneducatie Semantisering - Woorden aanbieden in context en samenhang met verwante woorden - Bij uitleg gebruikmaken van betekenisrelaties - Betekenis van woorden kan worden uitgelegd op een talige of niettalige manier - Het is effectiever om cursist het woord zelf te laten definiëren - Kwaliteit woordenschat verhogen door meer verbindingen aan te leggen 5 HOE WERKEN AAN WOORDENSCHATONTWIKKELING Consolidering - Opdrachten gericht op betekenis en formele aspecten - Geregeld en afwisselend toetsen of woord goed gebruikt wordt Maar ook - Handvatten bieden om studenten zelf aan hun woordenschatontwikkeling te laten werken - Voorbereiden op hbo-studie: academische woorden aanleren vergroot tekstbegrip aanzienlijk 6 VORM EN INHOUD WOORDPOSTERS Hoe kwamen we het op het idee? - inspiratiebron: workshop taalontwikkelend lesgeven klachten hbo-docenten beperkte woordenschat studenten pilot 7 VORM EN INHOUD WOORDPOSTERS ONTKENNEN Nee, dat klopt niet! BEVESTIGEN Ja, dat klopt! 8 HOE ZIJN WE TE WERK GEGAAN? Blok 1: docenten maken wekelijks een woordposter Blok 2: studenten maken wekelijks een woordposter Blok 3: academische woorden vooraf aan studenten gegeven, zoeken zelf de betekenis op + opdracht in de les Blok 4: academische woorden vooraf aan studenten gegeven, zoeken zelf de betekenis op + opdracht in de les 9 HOE MAAK JE EEN WOORDPOSTER? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Maak een selectie van de woorden Bepaal connectiewoorden (synoniemen, antoniemen) Geef een heldere omschrijving, definitie Zoek een mogelijke visualisering Bereid een voorbeeldzin voor Zet de woorden in een web of papier Slijp de woorden in d.m.v. taalgebruik en oefeningen 10 VORM EN INHOUD WOORDPOSTERS Eisen woordposters: - 1 pagina in liggend formaat (landscape) - Het woord (gearceerd of vetgedrukt) en de betekenis van het woord staan erop - Het hoofdstuknummer en de taak staan erop - De poster ziet er aantrekkelijk en overzichtelijk uit - Eén van de vier vormen is gebruikt 11 VORM EN INHOUD WOORDPOSTERS Vorm 1 - geef voorbeelden van de verschillende soorten betekenissen van het woord. Emotie verdrietig blij boos angstig 12 VORM EN INHOUD WOORDPOSTERS Vorm 2 - gebruik je als een woord betekenissen heeft van klein naar groot of als er een bepaald proces is (ten eerste, ten tweede enz.). exorbitant marginaal miniem nihil 13 VORM EN INHOUD Vorm 3 - gebruik je als je woorden met elkaar vergelijkt. De omtrek Hoe groot iets is als je eromheen gaat. De oppervlakte Hoe groot een vlak is. De inhoud Wat ergens in zit. 14 VORM EN INHOUD WOORDPOSTERS Vorm 4 is het woordweb. Plaatje vormen woordposter betekenis associaties synoniemen 15 ERVARINGEN STUDENTEN Woordenschat altijd en overal! Wat heb je geleerd? • Veel nieuwe woorden • Hoe je het woordenboek op een effectieve manier kunt gebruiken • Het - de - singularis - pluralis - synoniemen – antoniemen • Veel betekeniszinnen maken wat voor soort woord het was. Als het een verbum was heb ik ook de perfectum en imperfectum geleerd. • Hoe je woorden beter kunt omschrijven • Hoe je snel nieuwe woorden kunt onthouden • Ik heb zeker mijn woordenschat verrijkt door het leren van die woorden. 16 VOORBEELDEN WOORDPOSTERS Kijk naar de woordposters en bespreek ze. Wat valt je op? Wat vind je ervan? 17 VOORBEELDOEFENINGEN Blok 1 en 2 - woordposters hangen de hele week in de klas - woorden van de week worden regelmatig benoemd en gebruikt in de les - geen aparte inslijpoefeningen 18 VOORBEELDOEFENINGEN Blok 3 - elke week inslijpoefening met woorden van de week, denk aan: woorden flitsen, mindmap maken, werkwoorden en substantieven combineren, taboe, party en taal (veel uit Actief met taal) Algemeen - Veel oefeningen kunnen zo makkelijk of moeilijk gemaakt worden als je wilt. - Ook mogelijk: koppelen aan de grammatica van die les / dat hoofdstuk. 19 VOORBEELDOEFENINGEN 20 VOORBEELDOEFENINGEN Taboe - Je pakt een kaartje met een woord erop Je krijgt 30 seconden de tijd om het woord aan je groep te omschrijven Je mag het woord zelf niet noemen Als jouw groep het woord niet raadt, krijgt de andere groep een kans om het woord te raden 21 BEDANKT VOOR DE AANDACHT! Ljiljana Vulinovic, [email protected] Moniek Vis, [email protected] De PowerPoint en een hand-out komen op de BVNT2-website 22