Studievragen Hoofdstuk 6.2 1. Wat is het verschil tussen een ‘receptieve’ woordenschat en een ‘productieve’ woordenschat, welke woordenschat moet uitgebreider zijn, en waarom? Receptieve woordenschat : de betekenis van een woord weten als je het ziet/ hoort productieve woordenschat : het woord zelf kunnen gebruiken De receptieve woordenschat moet groter zijn zodat je een tekst makkelijker kunt lezen en andere mensen kan verstaan. Het is niet nodig dat je hetzelfde aantal woorden kent om jezelf verstaanbaar te maken. 2. Wat is een ‘woordveld’? Geef twee voorbeelden van woordvelden. Een catagorie waarin woorden geplaats kunnen worden . Bijvoorbeld : gevoelens of eten en drinken. 3. Wat zijn ‘compenserende productiestrategieën’ als het gaat om woordenschat? Een strategie die je kunt gebruiken als je woordenschat in een situatie niet toereikend is. Je gebruikt dan overkoepelende termen, omschrijvingen, fysieke eigenschappen, contrastparen, uitdrukkingen, combinaties met frasen en gebaren. 4. Als men het heeft over een cyclische herhaling van elementaire woorden en uitdrukkingen, wat bedoelt men dan? Dat woorden en uitdrukking binnen een bepaald thema steeds terugkeren omdat het thema – steeds met een hoger niveau- steeds terugkeert. 5. Wat is het gevolg van het gebruik van authentieke teksten in de basisvorming voor wat betreft vocabulaire? Impliciet niet-intentioneel leren : Dat leerlingen woorden leren waar ze anders nooit tegenaan zouden zijn gelopen. 6. In de theorieën over vocabulaireverwerving genoemd in 6.2.3 komen drie begrippen voor: ‘onderdompeling’, ‘automatisering’ en ‘handelen aan de taal’. Leg uit wat er met die begrippen bedoeld wordt. Onderdompeling: Wanneer de vreemde taal de voertaal is bij alle vakken. Bijvoorbeeld : bij tweetalig onderwijs. Automatisering: Dat je zo gewend raakt aan bepaald gebruik van taal dat je het automatisch zo gebruikt. Handelen aan de taal: Het toepassen van de taal / laten zien hoe de taal toegepast word 7. Waarom wordt het leren omgaan met woordenlijsten en woordenboeken belangrijk gevonden? - Het geeft de leerling een instrument in handen om een taalprobleem op te lossen, of dit zich nu voordoet binnen of buiten school. - Het is een hulpmiddel bij het bekijven van woorden en uitdrukkingen. - Het is onontbeerlijk bij het verifieren van de raadpoging die leerlingen altijd eerst doen als ze bij het lezen onbekende woorden tegenkomen. 8. Een inzicht in de systematiek van de taal levert voordeel op bij het verwerven van vocabulaire. Waarom? Omdat je dan uit zinsverband de betekenis van woorden op kunt maken.