Woordenschat Thema 3 Les 1 Het concertgebouw Een gebouw

advertisement
Woordenschat
Thema 3
Les 1
Het concertgebouw
Een gebouw waarin concerten worden gegeven.
Enigszins
Een klein beetje.
De fagot
Een groot houten blaasinstrument met een
mondstuk aan de zijkant.
Geenszins
Helemaal niet.
Het klavecimbel
Een muziekinstrument dat op een piano lijkt.
De klarinet
Een houten blaasinstrument met een mondstuk
aan de bovenkant.
Musiceren
Muziek maken.
De saxofoon
Een koperen blaasinstrument.
Het theater
Een gebouw waarin vooral toneelvoorstellingen
worden gegeven.
Woordenschat
Thema 3
Les 2
De astronaut
Een ruimtevaarder
Experimenteren
Uitproberen
Lanceren
Het afschieten van een raket.
De maanlanding
Het neerkomen vanuit de lucht op de maan.
De ontdekking
Is iets wat je hebt gevonden, maar wat al wel
bestond.
De professor
Een leraar op een universiteit.
De raketbasis
Een vaste plaats waarvandaan raketten
afgeschoten worden.
De satelliet
Een toestel dat de ruimte in wordt geschoten om
rond de maan, aarde of een andere planeet te
draaien.
De uitvinder
Iemand die iets als eerste heeft bedacht.
Woordenschat
Thema 3
Les 3
Iemand die aan atletiek doet.
De atleet
Hoogspringen
Een sport waarbij je zo hoog mogelijk over een
lat moet springen.
De hordeloop
Hardlopen en ondertussen springen over hekjes
(horden)
Het kampioenschap
Een toernooi waarbij verschillende wedstrijden
worden gehouden.
Het record
Het hoogste wat je ooit hebt bereikt.
Een record vestigen
Het record op jou naam brengen.
Voorwaarts
Naar voren
Zijwaarts
Naar opzij
Woordenschat
Thema 3
Les 4
Draaibaar
Kan gedraaid worden.
De draaideur
Een deur die draait.
Handmatig
Met de hand openmaken.
De hor
Een scherm van gaas, bedoeld om insecten
buiten te houden.
De kanteldeur
Een deur die kantelt.
Reclame maken
Zeggen of schrijven dat iets heel goedkoop is.
De reclamecampagne
Een actie om iets of iemand aan te prijzen.
De schuifdeur
Een deur die je schuift.
Woordenschat
Thema 3
Les 5
Bestralen
Stralen waardoor de kanker minder kan worden
Het gezwel
Een bult die je krijgt door een ziekte.
Goedaardige ziekte
Goed van aard en niet gevaarlijk voor je
lichaam.
Kankerverwekkend
Je kunt er kanker door krijgen.
Kwaadaardig ziekte
Slecht van aard en wel gevaarlijk voor je
lichaam.
De opname
Je gaat naar een ziekenhuis en daar moet je
even blijven om door de dokter te worden
onderzocht.
De scan
Een soort foto.
Scannen
Een foto (scan) maken van de binnenkant van je
lichaam.
Woordenschat
Thema 3
Les 6
Achteraf
Na afloop.
Achtereenvolgens
Na elkaar.
De afstandsbediening
Een apparaat om de tv op afstand te bedienen.
De hoofdschakelaar
De belangrijkste schakelaar in de meterkast.
Hiermee kun je de stroom in een keer aan- of
afsluiten.
De schakelaar
Een soort knop waarmee je de stroom in of uit
schakelt.
Terwijl
Tegelijkertijd
Voorafgaand
Van te voren.
De zekering
Die zorgt ervoor dat de elektrische stroom in
huis niet te sterk wordt.
Download