Kleurecht maatwerk - Expertisecentrum Mantelzorg

advertisement
Kleurecht maatwerk
Verder met interculturele mantelzorgondersteuning
Colofon
Kleurecht maatwerk
Verder met interculturele mantelzorgondersteuning
ISBN: 978-90-8869-021-1
Samenstelling: Saskia Daru, Roos Scherpenzeel en Ina Wilbrink
Tekst: Ina Wilbrink
Vormgeving: Ontwerpburo Suggestie & illusie
Foto omslag: Heinz Gutersohn
Druk: USP
© 2008 Vilans en MOVISIE/Expertisecentrum Mantelzorg
Het Expertisecentrum Mantelzorg is het landelijk kenniscentrum op het gebied
van mantelzorg en mantelzorgondersteuning. Met een breed scala aan diensten en
producten voor alle sectoren waar mantelzorg(ondersteuning) een aandachtspunt
is of zou moeten zijn. Van visie tot praktische oplossingen en van inspiratie tot
kennis en advies.
Expertisecentrum Mantelzorg is een samenwerkingsverband van MOVISIE en Vilans
Inhoudsopgave
1Inleiding
3
2 Nieuwe klanten
2.1 Het totaalbeeld
2.2 Omgang met (mantel)zorg
2.3 Ken je eigen klanten
5
5
6
13
3 Kleur en maatwerk in het aanbod
3.1 De marketingmatrix: de 5 P’s
3.1.1 Promotie
3.1.2Product
3.1.3Prijs
3.1.4Plaats
3.1.5
People (personen)
3.2 De houdbaarheidsdatum
15
15
16
17
23
24
25
25
4 Van kleurrijk naar kleurecht
4.1 Duurzaam verbouwen
4.2 Succesfactoren
27
27
29
5 Geraadpleegde literatuur
35
2
kleurecht maatwerk
Foto: Claudia Peters
Inleiding
1
Zorgen voor een ander hoort bij het leven. Overal ter
wereld begint die zorg dichtbij huis bij de onderlinge zorg
binnen eigen gezin, familie of sociaal netwerk. Wie zorgt
voor een ander voelt zich nuttig en voldaan; ‘je doet er
toe’. Maar mantelzorg kan ook belastend zijn, zeker als
de zorg een intensieve én langdurige inzet vraagt. Steeds
meer mantelzorgers weten in dat geval rechtstreeks of
via verwijzers de weg naar mantelzorgondersteuning
te vinden. Lang is gedacht dat allochtone families daar
geen behoefte aan hebben; zij lossen dat liever onderling
op. Inmiddels weten we beter. Ook in allochtone families
kan mantelzorg belastend zijn. Maar zij vinden niet
vanzelf de weg naar de ‘winkel’ van de Nederlandse
mantelzorgondersteuning.
Deze brochure richt zich op mantelzorgondersteuners
(steunpunten mantelzorg, zorg- en welzijnsorganisaties), die hun
aanbod ook willen afstemmen op nieuwe klantgroepen, met
name van allochtone afkomst, in hun werkgebied. Op
verschillende plaatsen is daar al een aanzet mee gemaakt,
bijvoorbeeld aan de hand van de brochure Zorg inkleuren.
Ondersteuning van zorg in allochtone families (2004, NIZW/EIZ).
De drempels die daarin benoemd werden, bestaan nog steeds:
onbekendheid met voorzieningen, cultuurgebonden
zorgopvattingen en taalbarrières. De afgelopen jaren zijn veel
nieuwe ervaringen opgedaan met het overwinnen van die
drempels. Daarbij klinkt ook steeds nadrukkelijker de eigen stem
van de allochtone mantelzorger.
kleurecht maatwerk
3
Onder allochtonen verstaan we personen die ten minste
één in het buitenland geboren ouder hebben, hieronder
vallen dus zowel migranten en vluchtelingen van de eerste
generatie als leden van de hier geboren en getogen tweede
generatie. In deze brochure richten we ons met name op de
doelgroep niet-westerse allochtonen.
Onder mantelzorg verstaan we zorg die mensen vrijwillig en
onbetaald verlenen aan mensen met fysieke, verstandelijke
of psychische beperkingen in hun familie, huishouden of
sociale netwerk; het gaat om zorg die meer is dan in een
persoonlijke relatie gebruikelijk is. (Mezzo)
4
kleurecht maatwerk
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zette nieuwe
ontwikkelingen in de mantelzorgondersteuning in gang.
Allochtonen zijn weliswaar in de Wmo niet als specifieke
doelgroep benoemd, maar onder de burgers die maatschappelijke
ondersteuning nodig hebben zijn wel relatief veel mensen van
niet-Nederlandse herkomst. Van de totale groep kwetsbare
burgers - volgens het SCP 14% van de bevolking - wordt ongeveer
een kwart gevormd door allochtonen (Forum, 2006). Van de
allochtone vrouwen, in de meeste gevallen degenen die de
mantelzorg feitelijk verlenen, verkeert driekwart in een kansarme
tot kwetsbare positie (SCP, 2004). Ook jongeren hebben in
allochtone gezinnen vaak zware zorgtaken; ze krijgen door de
mantelzorg verantwoordelijkheden die niet passen bij hun
leeftijd en lopen extra risico op vroegtijdige schooluitval. Voor
gemeenten is dat aanleiding om aandacht te besteden aan de
toegankelijkheid van voorzieningen voor allochtone groepen en
de samenhang tussen voorzieningen onderling. Voor
steunpunten mantelzorg geeft dat nieuwe kansen om
samenwerking en afstemming te zoeken met partners op het
gebied van wonen, onderwijs, zorg en welzijn, inburgering en
integratie.
In deze brochure trekken we een parallel met een winkelier die
nieuwe allochtone klantgroepen uit de multiculturele wijk
structureel beter wil bedienen. De vragen die hij stelt kunnen we
ook voor het product mantelzorgondersteuning stellen:
Foto: Rita Juliana
• Wat weten we van de nieuwe klanten?
Enkele feiten en cijfers over de doelgroep, in het perspectief
van mantelzorg.
• Hoe krijgen we het aanbod op maat en kleur, passend bij de
behoefte?
De ‘marketingmix’ vormt de leidraad.
• Hoe pakken we de verbouwing aan?
Niet een tijdelijke actie, maar blijvend veelkleurig maatwerk:
van kleurrijk naar kleurecht!
kleurecht maatwerk
5
6
kleurecht maatwerk
Foto: Henk Jan Kwant
2
Nieuwe klanten
Wat weten we over potentiële klanten van allochtone
2.1 Het totaalbeeld
afkomst in ons werkgebied? We schetsen kort het
Het aandeel van de niet-westerse allochtonen op de totale
Nederlandse bevolking ligt rond de tien procent en zal rond 2050
zijn gestegen tot ruim boven de vijftien procent. Onder de
‘klassieke’ allochtone groepen vormen de Turken de grootste groep,
gevolgd door de Surinamers en Antillianen en de Marokkanen. De
belangrijkste ‘nieuwe’ allochtone groepen zijn afkomstig uit
voormalig Joegoslavië, Iran, Irak, Afghanistan en Somalië. Zij
vormen in sommige gemeenten een omvangrijke gemeenschap,
maar zijn landelijk gezien van veel beperktere omvang.
landelijke totaalbeeld, spitsen dit toe op enkele aspecten
die te maken hebben met de omgang met mantelzorg
en we geven aanknopingspunten om de nieuwe klanten
beter te leren kennen.
Niet-westerse allochtonen vormen gemiddeld een vrij jonge
bevolkingsgroep, dit is verklaarbaar uit hun migratiegeschiedenis
en uit het feit dat zij gemiddeld op jongere leeftijd aan gezinsvorming beginnen dan autochtone Nederlanders en gemiddeld
meer kinderen krijgen. Maar de komende decennia zal ook deze
kleurecht maatwerk
7
Mantelzorg met vluchtgeschiedenis
Mantelzorgers van oudere vluchtelingen hebben te maken
met specifieke problemen, zo blijkt uit onderzoek. Oudere
vluchtelingen kampen vaker met psychische problemen door
in het verleden opgelopen trauma’s, terwijl de onderlinge
band door de vluchtgeschiedenis en de veelal langdurige
asielprocedure juist extra hecht is. Bovendien is het sociale
netwerk rond veel van deze families beperkt, waardoor er
geen back-up beschikbaar is. De mantelzorger kan zich
daardoor nog meer belast voelen. Ten slotte bleek tijdens
het onderzoek dat een aantal respondenten geen hulp in
wilde roepen van instanties om hen te ondersteunen bij hun
zorgtaken. Dit, omdat zij geen gebruik wilden maken van het
land dat hun al zoveel gegeven had. Dankbaarheid lijkt hier
een factor die, naast onwetendheid, meespeelt als het gaat
om het niet-gebruikmaken van ondersteuning.
Bron: Maar gelukkig is zij tevreden, Mieke N. Lahm, Pharos/Vrije Universiteit (2006)
8
kleurecht maatwerk
groep relatief sterk vergrijzen. Vergeleken met 2003, toen ons land
117.000 niet-westerse 55-plussers telde, zal deze groep in 2020 meer
dan verdubbeld zijn. Landelijk gezien zal dan zes procent van de
ouderen een niet-westerse herkomst hebben. Vanuit de migratiegeschiedenis is ook verklaarbaar dat het opleidings- en inkomensniveau in allochtone gezinnen gemiddeld relatief laag ligt.
2.2 Omgang met (mantel)zorg
Ieder mens is uniek en ieder gezin en iedere familie vormt een eigen
‘subcultuur’. Dat geldt ook voor de manier waarop mensen met
onderlinge zorg omgaan. De beperkte selectie van gegevens over de
omgang met mantelzorg die we in deze paragraaf geven, zegt dus
niets over ‘de’ omgang met mantelzorg van ‘de’ allochtone familie
en is alleen bedoeld om een beeld te geven van verschillende
aspecten die belangrijk kunnen zijn voor allochtone klanten.
Zorgverwachtingen
De norm om de zorg voor elkaar binnen eigen gezin en familie op
te lossen, leeft onder de belangrijkste allochtone groepen sterker
dan onder autochtone Nederlanders. Dat geldt zeker nog voor
oudere migranten van de eerste generatie en het sterkst voor
mensen die uit een moslimcultuur afkomstig zijn (SCP, 2007).
Veel Marokkanen en Turken van de eerste generatie verwachten
dan ook vanzelfsprekend hulp van hun kinderen te zullen krijgen.
Leden van de tweede generatie lijken in opvattingen meer op de
autochtone Nederlanders. Zorg hebben voor gezins- en familieleden spreekt ook voor hen nog steeds vanzelf, maar het is geen
automatisme meer dat zij daadwerkelijk zelf alle zorg verlenen.
Dit verschil van opvattingen binnen families kan tot spanning
leiden. Een groep die speciale aandacht verdient vanwege de
vaak complexe problematiek zijn de mantelzorgers van oudere
vluchtelingen (zie kader pagina 8).
Communicatie en taakverdeling
De vanzelfsprekendheid van de onderlinge zorg komt tot uiting in
de beperkte onderlinge communicatie over de zorg binnen de
familie, zo blijkt uit een studie onder allochtone mantelzorgers
(PRIMO-nh, 2007). Het sterkst speelt dit bij Marokkaanse en Turkse
families. Mantelzorgers doen stilzwijgend wat er van hen wordt
verwacht en leiden voornamelijk uit non-verbale signalen af of de
verzorgde hiermee tevreden is. Erover praten zou immers opgevat
kunnen worden als een teken dat de mantelzorger de zorg liever niet
wil geven. Als er wel verbale communicatie over de zorg mogelijk
is, dan kent de taal geen woorden als het Nederlandse ‘mantelzorg’
om verschil te maken tussen gewone zorg en zwaardere vormen
van inzet. Aan de andere kant zijn er juist weer méér woorden dan in
Nederland: Turken kennen het onderscheid tussen Bakim en Yardim.
De oudste zoon verleent Bakim, hij is verantwoordelijk voor de zorg
van zijn ouders. Zijn vrouw, andere familieleden en soms ook de
buren verlenen Yardim, praktische hulp (Yerden, 2000).
De meeste praktische zorg wordt in allochtone families door
vrouwen verleend, net als in de autochtone Nederlandse families
overigens. In allochtone families is de taakverdeling tussen de seksen echter veel stringenter: mannen hebben de eindverantwoordelijkheid voor de zorg en coördineren, vrouwen verlenen de feitelijke
zorg. Voor de persoonlijke verzorging gelden vaak gedetailleerde
seksespecifieke voorschriften (zie kader pagina 10). Ook de omgang
met voedsel is doorgaans een vrouwentaak, hier kan vooral het
voldoen aan religieuze voorschriften (halal) van belang zijn.
Zware mantelzorg
De combinatie van stringentere zorgnormen met de omstandigheden waaronder de zorg hier verleend moeten worden, kan de
zorglast voor de centrale mantelzorger behoorlijk zwaar maken. De
voorzieningen die beschikbaar zijn om mantelzorgers een ‘vluchtstrook’ te bieden, bereiken hen niet, blijkt uit onderzoek onder
allochtone mantelzorgers uit het Amsterdamse stadsdeel Bos en
kleurecht maatwerk
9
Persoonlijke verzorging bij
Marokkanen en Turken
Schaamtegevoelens spelen een belangrijke rol bij de
persoonlijke verzorging, zo blijkt uit de focusgesprekken
met groepen allochtone mantelzorgers. Schaamte speelt
vooral bij het verzorgen van iemand van de andere sekse. In
de lichamelijke zorg wordt een onderscheid gemaakt tussen
wassen, scheren en de verzorging van schaamstreek en
borsten. Partners helpen elkaar hierin onderling, als de vrouw
de man niet kan helpen assisteert een zoon.
Bron: Voor je familie zorgen? Dat is gewoon zo (PRIMO-nh, 2007)
Lommer (APCP, 2007). Allochtonen zijn niet vertrouwd met welzijnsvoorzieningen, ze zijn onbekend met het bestaan ervan of het
contact wordt voortijdig gestopt vanwege taal- en cultuurbarrières. Dat roept dan weer nieuwe barrières op voor het gebruik
van het ondersteuningsaanbod, want slechte ervaringen doen snel
de ronde in allochtone gemeenschappen en zijn heel hardnekkig.
10
kleurecht maatwerk
Uit verschillende onderzoeken komen twee groepen naar voren
die vanuit het oogpunt van mantelzorgondersteuning speciale
aandacht verdienen, de ‘sandwich-vrouwen’ en de ‘tolkende
jongeren’.
‘Sandwich-vrouwen’
Dochters en schoondochters zijn in veel allochtone families nog
steeds de vanzelfsprekende mantelzorgers, maar de meeste
vrouwen hebben ook een eigen gezin en tegelijkertijd hebben ze
ook buitenshuis steeds meer verplichtingen. Veel allochtone
vrouwen volgen opleidingen of cursussen en hebben betaald
werk. De ‘sandwich’ van verplichtingen doet zich soms al op
betrekkelijk jonge leeftijd voor, doordat allochtone vrouwen
enerzijds relatief jong kinderen krijgen en anderzijds ernstige
gezondheidsproblemen zich bij allochtone ouderen vaak eerder
voordoen. Ook zijn er relatief veel alleenstaande moeders, vooral
onder de Surinaams-Antilliaanse bevolkingsgroep. In een
Moedercentrum bleek bijvoorbeeld dat verschillende Antilliaanse
tienermoeders niet alleen de zorg voor hun eigen kindje hadden,
maar ook de verantwoordelijkheid voor een jongere broer of zus
of de zorg voor een zieke ouder.
Allochtone mantelzorgers over de eigen situatie
Allochtone vrouwen, lid van de voorhoedegroep van het project ‘Mantel der Liefde’, vatten de eigen situatie
samen met de volgende trefwoorden:
• Allochtone mantelzorgers beschikken over veel kracht, hoop en liefde. Maar het is de vraag of het genoeg is om
de zorgtaak vol te houden. Waar ligt de grens tussen iets doen uit liefde en jezelf opofferen uit liefde?
•Door overbelasting en zelfopoffering lopen veel vrouwen vast in emoties die ze nauwelijks kunnen delen. Velen
raken in een sociaal isolement, de meesten krijgen ook te maken met fysieke klachten. Als de mantelzorger zelf
ook weer mantelzorg nodig heeft, ontstaat er een ketting van mantelzorg.
• De invulling van de rol van moeder, dochter, nicht en echtgenote wordt sterk beïnvloed door verwachtingen van
buitenaf. Je wilt niet als een ‘slechte’ moeder of dochter bestempeld worden!
• Er is weinig steun van de directe omgeving. Steun wordt weinig geboden, maar ook niet gauw gevraagd.
Mantelzorgers vervallen haast automatisch in de positie dat zij alle zorgtaken op zich nemen.
• Door beperkte kennis van de voorzieningen, gebrekkige communicatie van de eerste lijn en de angst dat de hulp
niet aansluit bij de eigen situatie, hebben migrantenvrouwen een slechte toegang tot de reguliere zorg- en
hulpverlening.
Bron: Mantel der Liefde, rapportage juni 2006 – juni 2007 www.stichtingbmp.nl
kleurecht maatwerk
11
‘Stap in de wereld van de doelgroep’
Hoe meer je van de doelgroep weet, hoe beter en gerichter je kunt communiceren. Koop eens een tijdschrift dat speciaal op
hen gericht is. Bekijk internetsites en programma’s op de tv of de radio die zich speciaal op de doelgroep richten.
Ga de handel en wandel van je doelgroep op wijk en buurtniveau zo gedetailleerd mogelijk na. Zijn er speciale winkels waar
ze boodschappen doen? Zijn er clubs of centra waar de doelgroep vaak te vinden is? Welke moskeeën, tempels of kerken
bezoeken ze? Welke feesten en festivals zijn er?
Kijk voor wat betreft de vrouwen niet alleen naar de taalcursussen, maar bijvoorbeeld ook naar naailessen, fietscursussen
of zwemlessen. (Consulenten van Steunpunt Mantelzorg Gooi &Vechtstreek legden goede contacten door zelf een paar keer
mee te zwemmen.)
Activiteiten die met de kinderen te maken hebben vormen ook een goede ingang. Denk aan netwerken rond moedercentra,
kinderopvang, basisscholen, tussen- en buitenschoolse opvang, huiswerkbegeleiding of speel-o-theken.
Door deze verkenningstocht niet alleen te maken maar de taken te verdelen onder meerdere mensen verbreed je het
draagvlak in de organisatie.
Bron: Vrijwilligerswerk vertaald, intercultureel communiceren bij de werving van vrijwilligers. Stap Twee, 2004
12
kleurecht maatwerk
Dit alles wil overigens niet zeggen dat allochtone mantelzorgers
zichzelf primair als ‘slachtoffer’ zien. In het kader op pagina 11
geven de vrouwen van de Voorhoedegroep van het project
‘Mantel der Liefde’ een typering van hun eigen situatie.
verantwoordelijkheden die niet passen bij deze leeftijdsfase en
lopen extra risico op vroegtijdige schooluitval.
Tolkende jongeren
Dit algemene beeld over de nieuwe klantgroepen en hun omgang
met mantelzorg vormt de basis om meer kennis te vergaren over
de allochtone klantgroepen in het eigen werkgebied. Concrete
lokale of regionale gegevens over aantallen, samenstelling en
leefsituatie van allochtone bevolkingsgroepen zijn te verkrijgen
via de formele weg: gemeente, GG&GD, officiële migrantenorganisaties. Maar ook de informele weg kan veel aanknopingspunten geven: leg contacten met sleutelfiguren en
spoor informele netwerken op. Enkele tips zijn in het kader
hiernaast te vinden. In het volgende hoofdstuk onder ‘promotie’
gaan we hier verder op in.
Een tweede groep die speciale aandacht verdient zijn de jonge
mantelzorgers. Uit onderzoek (Motivaction, 2007) onder jonge
Marokkanen (14-30 jaar) bleek dat meer dan de helft (57%)
mantelzorg geeft. Ter vergelijking: onder autochtone jongeren is
dat 10%. De mantelzorg komt vooral voort uit hun betere
beheersing van de Nederlandse taal: jongeren gaan mee als tolk
naar afspraken met zorgverleners (82%) en geven ondersteuning
bij medicijngebruik (71%). Iets meer dan de helft (54%)
ondervindt problemen bij begeleiding artsenbezoek:
communicatieproblemen, vertalen van vaktermen en zorgverleners die te weinig tijd hebben of de jonge mantelzorger
louter als ‘doorgeefluik’ benaderen. Ook uit een onderzoek onder
Vmbo-scholieren (Wmo-pilot Zuid-Limburg) blijkt de omvang van
de mantelzorgtaken onder deze jongeren. Steeds meer eerste- en
tweedejaars Vmbo-leerlingen zijn mantelzorger; het betreft hier
vooral allochtone jongeren. Jongeren krijgen door de mantelzorg
2.3 Ken je eigen klanten
kleurecht maatwerk
13
Foto: Eric Weijers
14
kleurecht maatwerk
Kleur en maatwerk in het aanbod
3
‘Mantelzorgondersteuning’ verkoopt niet als een
gewoon product, maar we kunnen toch wel aspecten
uit de marketing gebruiken. Als de zorg lang duurt en
intensief is, zijn veel mantelzorgers nog niet geneigd
ondersteuning te zoeken of ze weten zelfs niet van het
3.1 De marketingmix: de 5 p’s
bestaan. Ook voor autochtone Nederlanders is het vaak
Het aloude instrument van de Marketingmix is bruikbaar om alle
aspecten in beeld te krijgen die een overweging vragen bij een
nieuw aanbod. Oorspronkelijk afkomstig uit de commerciële
sector, bewijst het model ook in de non-profitsector goede
diensten. Ideële organisaties die hun achterban willen verjongen
of meer jonge vrijwilligers bij hun activiteiten willen betrekken
maken er bijvoorbeeld gebruik van. Het model onderscheidt vijf
met elkaar samenhangende aspecten: promotie, product, prijs,
plaats en personen. We behandelen elk aspect afzonderlijk,
geïllustreerd met voorbeelden toegesneden op de praktijk van
mantelzorgondersteuning.
een hele stap om hulp van buiten in te roepen. Voor
mensen met een andere culturele achtergrond zijn die
drempels nog veel hoger. Aan de hand van de 5 P’s van de
Marketingmix bekijken we wat mantelzorgondersteuners
kunnen ondernemen om hun aanbod aantrekkelijker te
maken voor de nieuwe allochtone klantgroepen.
kleurecht maatwerk
15
3.1.1 Promotie
De Marketingmix: de 5 P’s
Product
Promotie
Prijs
organisatie
People
Plaats
Bron: Verovering van de jongerenmarkt. Studieboek jongerenmarketing voor
vrijwilligersorganisaties. P.54, CIVIQ, 2006.
16
kleurecht maatwerk
Met klassieke promotiemiddelen als advertenties, flyers en
posters kom je niet ver als het gaat om een doelgroep waarmee
je nog weinig contact hebt. Promotie onder allochtone groepen
is daarom in eerste instantie vooral een kwestie van terrein
verkennen, contacten leggen met sleutelfiguren en aanknopingspunten zoeken. Blijf niet steken bij de formele
organisaties en de bekende ‘troetelallochtonen’ die toch al
overvraagd worden doordat ze door iedereen worden benaderd.
Benut vooral de informele netwerken waar je de vrouwen treft
die de mantelzorg daadwerkelijk verlenen. Bouwen aan je
contactennetwerk, behoeften verkennen en samen een nieuw
aanbod ontwikkelen gaan daarbij vaak hand in hand.
Een goed voorbeeld daarvan is de gang van zaken rond de
huiskamergesprekken in Utrecht-Overvecht (zie kader pagina 17).
Waar de bewustwording zelf mantelzorger te zijn bij velen nog
op gang moet komen, is het vaak ook heel moeilijk ondersteuningsvragen op tafel te krijgen. Om te achterhalen welke vragen
er zijn, is het aan te bevelen niet rechtstreeks naar behoeften te
vragen, maar naar eigen ervaringen en naar de beleving ervan.
Deze werkwijze werd bijvoorbeeld gebruikt bij het voeren van
gesprekken over het ‘Droomhuis’, een woon-zorgvoorziening voor
kinderen met een verstandelijke beperking en een islamitische
achtergrond (zie kader pagina 18).
3.1.2 Product
De eerste voorwaarde om nieuwe klanten te bedienen is dat het
product hen moet aanspreken. Het eerste aandachtspunt is
onbekendheid met de branche van mantelzorgondersteuning.
Als het begrip mantelzorg de beoogde klanten niets zegt, zullen
zij de winkel met mantelzorgondersteuning immers gewoon
voorbijlopen. Sommige projecten gebruiken dan ook liever het
voor allochtonen meer herkenbare begrip ‘familiezorg’. Verleggen
van de focus op de centrale mantelzorger naar het hele
familiesysteem wordt trouwens ook vanuit andere motieven
bepleit (zie kader pagina 19).
Dat aandacht voor de familiecontext in de praktijk van de mantelzorgondersteuning goed inpasbaar is, bewijst ook het Steunpunt
Mantelzorg Feijenoord (Rotterdam), dat er een vaste gewoonte
van heeft gemaakt ook kinderen in het gezin een gesprek aan
te bieden. Dit heeft veel zicht gegeven op verhoudingen in het
gezin en de mogelijke belasting van jonge mantelzorgers. Kleine
aanpassing in werkwijze, groot resultaat!
Netwerk van betrokkenheid
Op zoek naar een veilige situatie om de eerste stap te
zetten naar het delen van de eigen mantelzorg met andere
vrouwen, ontstond in het project ‘De Turkse Mantelzorger
beter ondersteund’ in Utrecht-Overvecht de formule van
het informele huiskamergesprek. Vrouwen van DIVAN, de
multiculturele mantelzorgorganisatie in de wijk, leggen
contact met vrouwen in hun omgeving die én mantelzorger
zijn én als gastvrouw op willen treden voor een aantal andere
mantelzorgers. Die vrouwen benaderen vervolgens weer andere
vrouwen uit hun eigen netwerk. Zo raakt een steeds grotere
groep vertrouwd met het praten over mantelzorg, ze ontdekken
dat ze niet de enige zijn met zware zorgtaken en ze leren
daarin samen hun eigen weg te vinden. Tegelijkertijd groeit
bij ondersteuners het zicht op hun behoeften én in de wijk
ontstaat een steeds fijnmaziger netwerk van betrokkenheid.
Zie ook: Draaiboek huiskamergesprekken
kleurecht maatwerk
17
Ons Droomhuis
‘Door de leden van de verkennersgroep te vragen naar hun
eigen ervaringen en beleving, is voorkomen dat de groep
meteen in termen van oplossingen en bestaande vormen is
gaan denken, nog voordat de diepte en de omvang van het
vraagstuk in kaart was gebracht…
In de gesprekken van de verkennersgroep zijn onderwerpen
als familie, liefde, verantwoordelijkheid en ontwikkeling
uiteindelijk van meer betekenis geweest dan de concrete
uitkomsten in de zin van aantallen bewoners, indeling van
de ruimte en dergelijke.’
Bron: Ons Droomhuis (Stichting BMP/’s Heeren Loo, 2007)
Hoe ziet het bestaande assortiment eruit in het perspectief van
de klanten die je wilt bedienen? Zijn er aanpassingen nodig in
bestaande producten of producten die je nieuw wilt ontwikkelen?
18
kleurecht maatwerk
Gerangschikt naar de spaken van het ‘vliegwiel van de mantelzorgondersteuning’ van het Expertisecentrum Mantelzorg
behandelen we een aantal mogelijkheden.
Informatie en advies
Voorlichting
Net als bij ‘promotie’ geldt ook bij voorlichting dat de
persoonlijke benadering het meeste oplevert. Veel groepen
hebben van huis uit geen leescultuur en een deel van de
doelgroep, vooral de ouderen, is zelfs analfabeet. Allochtone
vrijwilligers en professionals en intermediairs, zoals voorlichters
eigen Taal en Cultuur of cultuurtolken zijn bij die persoonlijke
benadering vaak goede bruggenbouwers. Ook programma’s op
de lokale migrantenradio en tv vormen een geschikt medium
voor voorlichting, net als presentaties voor zelforganisaties. Zorg
er wel voor dat je redacties van programma’s en besturen van
organisaties niet overvraagt en bedenk wat je hun in ruil voor de
medewerking kunt bieden.
Hoe belangrijk het gesproken woord ook is, het is ook handig om
schriftelijke informatie te hebben. Als die tenminste herkenbaar
is voor de doelgroep. In het kader op pagina 20 staan enkele tips.
Emotionele steun
Contactgroepen
Voor veel mantelzorgers is dit de plek waar ze leren praten
over de mantelzorg, waar ze steun vinden bij elkaar en leren
om grenzen te stellen en taken anders verdelen. In het begin
is het voor veel mensen belangrijk om dit in de eigen taal te
kunnen doen, later spelen ook andere aspecten een rol. De
gemeenschappelijke zorgsituatie bijvoorbeeld, dat wil zeggen
of de zorg een van de ouders, de eigen partner of een kind
betreft; een ander aspect is het ziektebeeld of de buurt of
wijk waar je woont. Een contactgroep van mantelzorgers in
dezelfde buurt - in Weesp is er zelfs een groep vrouwen die
in hetzelfde flatgebouw woont - heeft het voordeel dat de
mantelzorgers elkaar tussendoor ook tegenkomen en kunnen
ondersteunen.
Methode familiezorg
‘Het huidige mantelzorgbeleid is te veel gericht op de
individuele mantelzorger. Niet alleen de mantelzorger zelf
moet worden ondersteund, maar ook de familie.’ Dat zegt
Deirdre Beneken genaamd Kolmer. Zij ontwikkelde de
Methode Familiezorg waarin zorgvragers en mantelzorgers
één gezamenlijke ondersteuner hebben. Dat werkt
kostenbesparend en effectief. Nu heeft elk van de
gezinsleden vaak een eigen ondersteuner, ieder afkomstig uit
een andere organisatie en werkend volgens een andere
methodiek.
Bron: Esther van Andel in Zorg en Welzijn, november 2007
Empowermentgroepen
Het delen van ervaringen en zorgen is een eerste stap.
Daarna kunnen ook samen stappen gezet worden om verder
te komen. Verbeteren van de situatie van mantelzorgers en
eigen persoonlijke ontwikkeling van de deelneemsters gaan
daarbij hand in hand. Werken aan empowerment gaat juist
goed in ‘gemengde’ multiculturele groepen. Daardoor komen
de deelneemsters makkelijker los van de eigen vaste patronen.
Ervaringen hiermee zijn onder andere opgedaan in ‘De Turkse
mantelzorger beter ondersteund’ en in ‘De mantel der liefde’.
kleurecht maatwerk
19
Educatieve steun
Tips voor multicultureel
voorlichtingsmateriaal
• Illustraties zijn belangrijk. Kies verschillende mensen op
de foto’s en gebruik geen abstracte pictogrammen of
illustraties die gevoelig kunnen liggen.
• Gebruik heldere, aansprekende kleuren, zoals geel, groen en
rood. Houd er ook rekening mee dat sommige kleuren een
andere betekenis kunnen hebben.
• Gebruik, afhankelijk van de doelgroep, eventueel twee talen
en zorg voor aansprekende voorbeelden.
• Leg het materiaal altijd vooraf voor aan mensen uit de
doelgroep. Er is al teveel materiaal de wereld ingestuurd
dat onbruikbaar blijkt vanwege te letterlijke vertaling of
verkeerde illustraties.
Cursusaanbod familiezorg
Kennisoverdracht via cursussen biedt kansen om cursisten beter te
leren kennen en aan te sluiten bij specifieke vragen. Cursussen voor
allochtone mantelzorgers zijn in de eerste plaats toegesneden qua
taal en cultuur, bijvoorbeeld door te zorgen voor een voorlichter
eigen Taal en Cultuur. In de cursussen Transculturele Familiezorg
Thuis die in de Randstad op verschillende plaatsen wordt gegeven,
is ook speciale aandacht voor aspecten zoals de praktische kant
van de verzorging, aandoeningen die bij allochtone groepen veel
voorkomen, informatie over de inrichting van de Nederlandse
gezondheidszorg en de werking van het menselijk lichaam (zie
bijvoorbeeld www.tzr.nl en www.amsterdamthuiszorg.nl).
Praktische hulp
Regeltaken
Bron: Vrijwilligerswerk vertaald, intercultureel communiceren bij de werving van
vrijwilligers. Stap Twee, 2004
20
kleurecht maatwerk
De vraag naar praktische hulp betreft in eerste instantie vaak
vooral hulp bij het regelen van allerlei zaken, telefoneren met
instanties, het voeren van de administratie of het helpen
aanvragen van bijzondere bijstand, het PGB en andere vormen
van tegemoetkoming extra kosten van mantelzorg. Het PGB biedt
allochtonen de mogelijkheid zelf zorg op maat uit eigen kring in
te kopen, maar is aan complexe regels gebonden. Steunpunten
mantelzorg besteden dan ook veel aandacht aan de voorlichting
hierover. Speciaal op de allochtone doelgroep afgestemd
materiaal is onder meer ontwikkeld door de Brabantse RP/CP’s
in de vorm van een DVD ‘Persoons Gebonden Budget’ in diverse
talen en een bijbehorende voorlichtingsmethodiek
(www.zorgbelang-brabant.nl). Een knelpunt hierbij is dat het
aanvragen en beheren van een PGB zo complex is, dat veel
mantelzorgers hier hulp bij nodig hebben, die moet worden
toegesneden op de betreffende klantgroep (bijvoorbeeld van
mantelzorgmakelaar, -consulent, casemanager of
ouderenadviseur).
Respijtzorg
Dagvoorzieningen
Vanuit de sterke gerichtheid op de verzorgde is de animo voor
bijvoorbeeld logeervoorzieningen minder dan bij autochtonen.
Als voorzieningen zich richten op een specifieke allochtone groep
of op multiculturele groepen dan blijkt er vaak wel grote belangstelling te bestaan. Met name onder de dagvoorzieningen zijn
hier voorbeelden van (multiculturele dagopvang in Spijkenisse,
Kraka-e-Sewa, dagopvang voor dementerende SurinaamsNederlandse ouderen in Amsterdam Zuidoost).
Erkenning
Praktische hulp
EVC voor mantelzorgers
Praktische hulp is vanwege taalproblemen en specifieke
cultuur- en religiegebonden gebruiken moeilijk over te dragen
aan iemand met een andere achtergrond. Steeds meer gespecialiseerde commerciële bureaus springen hierop in met een aanbod
van ‘multiculturele thuiszorg’ of ‘zorg op islamitische grondslag’.
Lokaal gestarte bureaus hebben inmiddels al vestigingen op
meerdere locaties in de Randstad.
Een bijzonder ‘product’ biedt Enova emancipatiebureau Drenthe,
dat allochtone vrouwen in het project Ondernemerschap in de
Zorg opleidt tot zorgprofessional. Het opleidingstraject begint
met een zogenoemde EVC-procedure, gericht op het erkennen van
competenties die de vrouwen als mantelzorger hebben ontwikkeld. Dit biedt nieuwe perspectieven op de arbeidsmarkt en
geeft erkenning aan het in allochtone kring nog weinig bekende
fenomeen van de mantelzorg (zie www.enova-ebd.nl).
kleurecht maatwerk
21
Vertrouwde locatie
Een mantelzorgsalon of een cursus allochtone familiezorg
organiseren in het Internationaal Vrouwencentrum, het
Moedercentrum, de lokalen van de buitenschoolse opvang,
het buurthuis of het gebouw waar de taalcursussen
plaatsvinden. Steunpunt Tandem (Midden en Zuid
Kennemerland) organiseert bijvoorbeeld inloopspreekuren
in Turkse moskeeën in Haarlem en IJmuiden. Steunpunt
Mantelzorg Gooi & Vechtstreek biedt mantelzorgers de keuze
tussen een bezoek aan het spreekuur of een consult aan
huis. De mantelzorger - meestal een vrouw - kan dan zelf
kiezen in welke situatie ze zich het prettigst voelt.
Vraagvolgorde
De ervaring leert dat vragen van allochtone mantelzorgers vaak in
bepaalde volgorde op tafel komen. Het gebruik van een dienst als
oppas of dagopvang, waarvan sommige autochtone mantelzorgers meteen gebruik maken, komt daardoor pas later in het
proces aan de orde. De startvragen van allochtone mantelzorgers
22
kleurecht maatwerk
gaan doorgaans over praktische ondersteuning in regeltaken en
omgang met instanties. Als deze ondersteuning goed wordt
geleverd, groeit het vertrouwen en komen de vragen naar
scholing in praktische vaardigheden om de zorgtaken beter te
kunnen uitvoeren. Ook groeit dan de interesse in het aanbod op
het gebied van emotionele ondersteuning, empowerment,
ontspanning en de behoefte aan voorlichting over financiële
regelingen, woningaanpassingen, kangoeroewoningen en
flexibele werktijden of kinderopvang. Respijtzorg komt voor veel
allochtone mantelzorgers helemaal niet in beeld, daarvoor
moeten teveel innerlijke en sociale barrières overwonnen worden.
3.1.3 Prijs
‘Prijs’ is alles wat je moet overhebben om het product te verkrijgen. De materiële prijs lijkt in principe weinig problemen op te
leveren, de meeste dienstverlening van steunpunten mantelzorg
is immers gratis. Daarnaast zijn er echter nog de verborgen
kosten, zoals reiskosten of de kosten voor het regelen van een
oppas. Aandacht daarvoor is belangrijk, want veel allochtone
gezinnen hebben een beperkt inkomen en vrouwen kunnen soms
niet zelfstandig over geld beschikken. Door activiteiten dicht bij
de doelgroep te brengen en te zorgen voor oppas tijdens de
activiteit kun je de materiele prijs zo laag mogelijk houden.
Nog veel belangrijker is het om aandacht te hebben voor de
immateriële prijs van het ingaan tegen de sociale druk van de
omgeving over wie moet zorgen, hoe dat hoort te gebeuren en
het overtreden van de ongeschreven wet dat je daarover niet met
buitenstaanders spreekt. Voordat een zwaar belaste mantelzorger
zich realiseert dat ze mantelzorger is, voor zichzelf durft toegeven
dat het haar te zwaar wordt en in staat is hulp te gaan regelen is
er al heel wat water door de rivier gegaan. Vandaar ook het belang
van de contactlegging, opbouwen van vertrouwen en werken aan
empowerment.
Website en chatcontact
Voor de doelgroep jongere mantelzorgers is het internet
een plaats waar zij zich veel ophouden en dus ook de plek
waar zij informatie over hun mantelzorgtaken zoeken.
Zie bijvoorbeeld www.zorgvoorjeouders.marokko.nl.
3.1.4 Plaats
Onder ‘plaats’ verstaan we zowel de plaats waar de doelgroep te
vinden is als de plaats waar je de producten aanbiedt. De doelgroep
allochtone vrouwen kan je bijvoorbeeld vinden bij de school of het
moedercentrum. Voor voorlichtingsactiviteiten kunnen dat heel
geschikte plaatsen zijn, maar voor het bezoeken van een mantelzorgspreekuur kan het voor sommigen juist weer te ‘dichtbij’ zijn.
Iedereen ziet dan immers dat je daar gebruik van maakt en wellicht
de norm overtreedt dat je de zorg binnen de familie hoort te houden.
Het Wmo-loket is een plaats waar alle burgers informatie kunnen
krijgen over mantelzorgondersteuning. Zorg als organisatie dat
Mantelzorg-rap
‘Peer to peer’-voorlichting maakt op jongeren meer indruk
dan voorlichting die van een volwassene komt. Steunpunt
Mantelzorg Gooi & Vechtstreek betrok daarom jonge
mantelzorgers bij de voorlichting aan leeftijdgenoten.
Jongeren die zelf zorg geven maakten hierover een rap waarin
ze laten zien dat je met z’n allen meer kunt dan alleen. Een
dvd-opname wordt onder meer gebruikt bij voorlichting op
scholen en in buurthuizen.
kleurecht maatwerk
23
Allochtone zorgconsulenten
Steunpunt Mantelzorg Gooi & Vechtstreek startte het
eigen traject in 2001 met het aantrekken van allochtone
professionals, die waar nodig werden bijgeschoold op
het vlak van de mantelzorgondersteuning. Zij volgden
onder andere een training van de Alzheimerstichting voor
het begeleiden van lotgenotencontact. De allochtone
zorgconsulenten werden op hun beurt ingeschakeld bij
de coaching van autochtone collega’s in interculturele
vaardigheden.
allochtone mantelzorgers zich hier welkom voelen en adequaat
verder geholpen worden.
De doelgroep allochtone jongeren vind je op heel andere plaatsen.
Op school, bij jongerenactiviteiten van zelforganisaties of buurthuizen en natuurlijk op het internet. Dit zijn ook goede plaatsen
om bijvoorbeeld voorlichting te geven. Scholen, vooral Vmbo-
24
kleurecht maatwerk
scholen, zijn de aangewezen plekken om jongeren te bereiken; ook
de aan de scholen verbonden counselors en mentoren vormen een
goede ingang. Probleem is wel dat scholen overspoeld worden met
uiteenlopende speciale thema’s en acties. Steunpunten mantelzorg
spelen daar onder meer op in door de school compleet verzorgde
gastlessen, dvd’s, leskoffers aan te bieden of bijvoorbeeld
materiaal voor spreekbeurten en werkstukken. Zie ook dossier
‘Jonge mantelzorgers’ op www.expertisecentrummantelzorg.nl.
Steunpunt Mantelzorg Gooi & Vechtstreek ondersteunt de
voorlichting met een eigen dvd (zie kader pagina 23).
3.1.5 People (personen)
Mensen die letterlijk en figuurlijk ‘dezelfde taal’ spreken en
dezelfde culturele achtergrond delen slaan gemakkelijker een brug
naar de allochtone klanten dan autochtone medewerkers. Veel
steunpunten mantelzorg maken daarbij gebruik van allochtone
mantelzorgconsulenten (professionals) of allochtone (vrijwillige)
intermediairs. Maar ook zij komen maar uit één cultuur, en zullen
dus ook moeten leren werken met andere etnische groepen.
Datzelfde geldt zeker voor de ‘zittende’, vaak overwegend
autochtone medewerkers. Om samen alle klanten van het steunpunt mantelzorg goed te bedienen, zullen alle medewerkers
moeten groeien in interculturele vaardigheden.
Bij elkaar hebben alle experimenten van de afgelopen jaren een
rijke oogst opgeleverd aan nieuwe of aangepaste instrumenten,
aan kleurrijke contacten en aan nieuwe inzichten. Soms rolt het
balletje van de interculturalisering na een projectmatige start
haast vanzelf verder. Maar van veel projecten is de houdbaarheidsdatum achteraf bezien toch beperkt. Vaak stonden de
projecten betrekkelijk los van de rest van de organisatie. De
nieuwe allochtone klanten zijn dan wel binnengekomen, maar
ze zijn voornamelijk door nieuw aangetrokken allochtone
projectmedewerkers bediend in een apart ‘allochtonenhoekje’.
Na afloop van het project kan zo’n eigen hoekje heel kwetsbaar
zijn; de tijdelijke medewerkers vertrekken naar een volgend
project en met hen verdwijnt ook de expertise en het contactennetwerk in de allochtone gemeenschappen. De nieuwe
‘producten’ staan nog in het rek, maar worden niet meer
aangevuld en zeker niet verder ontwikkeld. In het volgende
hoofdstuk bekijken we hoe je intercultureel werken een langere
houdbaarheidsdatum kunt geven.
Foto: Polina Pakhomova
3.2 De houdbaarheidsdatum
Allochtone intermediairs
De brug naar de Turkse gemeenschap werd in het Utrechtse
project ‘De Turkse mantelzorger beter ondersteund’ vooral
geslagen door de leden van DIVAN, een zelforganisatie voor
allochtone mantelzorgers. De vrouwen speelden in het hele
project een sleutelrol en fungeerden als gespreksleidster
bij de huiskamergesprekken en de bijeenkomsten voor
lotgenotencontact.
kleurecht maatwerk
25
Foto: Eva Schuster
26
kleurecht maatwerk
Van kleurrijk naar kleurecht
4
Wat kun je doen om te zorgen dat het kleurrijke
4.1 Duurzaam verbouwen
maatwerk dat je ontwikkelt zijn kleur houdt? Daarvoor
Bij het Steunpunt Mantelzorg Gooi & Vechtstreek begon de
verbouwing al in 2001 met het project ‘Mantelzorgondersteuning door
en voor allochtonen’. Het uitgangspunt was tweeledig: verbetering
van de dienstverlening én een meer ‘outreachende’ wijze van
aanbieden van de diensten. Hiervoor is bij de start eerst een kleinschalig onderzoek gedaan onder allochtonen die voor een familielid
zorgen. Bij het contactleggen met de allochtone gemeenschappen
vormden het Buitenlandse Vrouwencentrum, de buurtcentra, de
kinderopvang en het sociaal-cultureel werk goede ingangen.
zijn aanpassingen nodig in de hele mantelzorgwinkel.
We beginnen met een voorbeeld van duurzaam verbouwen
en formuleren ten slotte een aantal succesfactoren voor
kleurecht maatwerk.
Uit het onderzoek kwamen diverse ondersteuningsbehoeften
naar voren, zoals een inloopspreekuur, informatie (zo nodig in de
eigen taal), oppashulp door iemand uit de eigen cultuur en hulp
bij aanvragen van voorzieningen zoals het Persoonsgebonden
Budget. Het steunpunt nam een Turkse en een Marokkaanse
kleurecht maatwerk
27
Individueel maatwerk
‘Er wordt, in plaats van alleen naar afkomst, meer gekeken
naar de gehele situatie van de individuele mantelzorger,
zodat er beter maatwerk geleverd kan worden. Als voorbeeld:
een Turkse vrouw met een schizofrene dochter ondervindt
wellicht meer ondersteuning in de contactgroep GGZ
dan in een algemene contactgroep voor Turkse vrouwen.
Haar problematiek wordt herkend en kennis kan worden
overgedragen.’
Bron: Steunpunt Mantelzorg Gooi & Vechtstreek, Werkplan 2007
consulente in dienst, ontwikkelde op de meest gevraagde
onderdelen een aangepast ondersteuningsaanbod en verlegde
soms ook de locatie van de activiteiten naar voor allochtonen
vertrouwde plaatsen. Met deze werkwijze is het bereik onder de
Turkse en Marokkaanse doelgroep in de eerste projectperiode
aanzienlijk vergroot en neemt sindsdien nog gestaag toe; in
totaal bereikt het steunpunt nu circa 365 Turkse en Marokkaanse
28
kleurecht maatwerk
mantelzorgers. Ook hun vragen naar ondersteuning zijn aanzienlijk toegenomen. Opvallend is dat allochtone mantelzorgers als
ze eenmaal ‘over de drempel zijn‘ makkelijk even binnenlopen
om hun verhaal te doen en ook intensievere ondersteuning
vragen. Waar de consulenten eerst vooral ‘outreachend’ werkten,
moeten ze nu soms eerder grenzen stellen. Naast de lotgenotengroepen is ook een empowermentgroep gestart.
Vanuit deze basis werkt Gooi & Vechtstreek verder aan uitbouw en
verbreding. Intern wordt de ondersteuning aan allochtonen zoveel
mogelijk geïntegreerd in het algemene aanbod. Het steunpunt
blijft specifieke contactgroepen voor Turkse en/of Marokkaanse
mantelzorgers aanbieden, maar organiseert geen aparte Turkse of
Marokkaanse ontspanningsdagen meer. In het hele aanbod wordt
meer gewerkt aan individueel maatwerk (zie kader).
Ook werkt het steunpunt in de richting van ‘zelfgestuurde’
contactgroepen, die bij een van de deelneemsters thuis bij
elkaar komen. De vrouwen voelen zich daardoor meer zelf
verantwoordelijk voor de bijeenkomsten. Einddoel is de groep
met minimale ondersteuning of zelfs op eigen kracht te laten
draaien, daardoor kunnen meer uren worden ingezet om nieuwe
mantelzorgers te bereiken. Extern zoekt het steunpunt zoveel
mogelijk samenwerking met andere projecten in de regio die zich
met zorgverlening aan allochtonen bezighouden.
zorgsituatie en de zorgrelaties kunnen hebben en beschouw de
Nederlandse zorgcultuur niet als een vanzelfsprekende norm.
4.2 Succesfactoren
Enig zicht op de doelgroep is van belang, maar uitgebreid onderzoek
vooraf is niet strikt noodzakelijk. Vul de beschikbare algemene
kennis stap voor stap in met de ervaringskennis van allochtone
partners.
Het fundament
Basis van het verbouwingsplan is de visie dat het de taak is
van een Mantelzorgsteunpunt om alle bevolkingsgroepen in
het verzorgingsgebied te bedienen. Ook de groepen die niet uit
zichzelf aankloppen met hun vragen. De zorg voor een
intercultureel ondersteuningsaanbod hoort daarom uiteindelijk
tot de reguliere taken van een steunpunt mantelzorg en dient dus
ook uit het reguliere budget te worden gefinancierd. Vanaf de
start moet duidelijk zijn dat het niet gaat om een tijdelijke actie
of een exotische versiering, maar om een verbouwing die gericht
is op het beter vervullen van de kerntaken. Wel kan het zinvol zijn
om voor die verbouwing extra projectgelden in te zetten.
Samenwerken met de klant
De beleving en de vragen van de klant, de allochtone mantelzorger
dus, vormen het vertrekpunt van de verbouwing. Zie hen niet als de
‘doelgroep’ maar als de partner die een onmisbare ervaringskennis
in huis heeft. Stel je open voor de problemen van allochtone
mantelzorgers, maar ook voor de positieve betekenis die de
Schat aan ervaringskennis
‘Allochtone mantelzorgers hebben een schat aan ervaringskennis op het gebied van zorg. Ook hebben zij vaak eigen
denkbeelden over de manier waarop het zorgaanbod zou
moeten functioneren. Het valt ons echter op dat van deze
kwaliteiten nauwelijks gebruik wordt gemaakt. Wij roepen
zorgaanbieders op om migranten in een vroeg stadium te
betrekken bij zorgvernieuwing en samen passende nieuwe
vormen van zorg te ontwikkelen die aansluiten bij de
behoeften van migranten en hun familieleden.’
Bron: Mantelzorgmanifest Voorhoedegroep Mantel der Liefde
kleurecht maatwerk
29
Geen blauwdruk
Verbouwen samen met de klanten betekent dat je bij de start wel
een visie hebt op het belang van intercultureel werken, maar dat
je nog geen blauwdruk voor het hele traject maakt. Wat je wel
kunt doen is zorgen voor een goede voorbereiding op het proces
dat je samen ingaat. Schep duidelijkheid naar de doelgroep over
wat ze kunnen verwachten en hoe lang het gaat duren. Reserveer
tijd en geld, houd rekening met een langere doorlooptijd, en deel
de stappen die je gaat zetten op in fases. Monitor de effecten
van je acties en bouw per stap ontwikkelruimte in om samen
het plan verder aan te scherpen. Steunpunt Mantelzorg Gooi &
Vechtstreek nodigt daarvoor bijvoorbeeld regelmatig groepen
allochtone klanten uit om over hun ervaringen te praten en
nieuwe wensen op tafel te leggen.
Foto: Anissa Thompson
Klein beginnen en inspelen op kansen
30
kleurecht maatwerk
Probeer niet meteen alle allochtone klanten in het hele verzorgingsgebied te bereiken, begin in een bepaalde wijk of met een bepaald
thema of met een afgebakende doelgroep, bijvoorbeeld ouders van
kinderen met een beperking. De beste kansen daarvoor doen zich
vaak onverwachts voor door contacten met sleutelfiguren of mogelijkheden om aan te haken bij initiatieven van andere organisaties.
Sluit aan bij de positieve energie die aanwezig is bij organisaties of
personen, benut kansen maar blijf niet steken in ad-hoc beleid.
Verlies andersom niet meteen de moed als de animo voor een
nieuw product tegenvalt; vertrouwen moet groeien en de belangstelling komt aanvankelijk vaak pas aarzelend op gang.
Gebruik maken van allochtone bruggenbouwers
Allochtone professionals, intermediairs en sleutelfiguren zijn haast
onmisbare bruggenbouwers naar de allochtone gezinnen die je wilt
bereiken. Maak er gebruik van, maar doe het met beleid.
• Allochtone professionals worden vaak speciaal aangetrokken voor een interculturaliseringsproject. Zorg zo nodig
voor bijscholing op het gebied van mantelzorgondersteuning,
laat hen niet exclusief voor de eigen groep werken en bied in
het personeelsbeleid mogelijkheden om door te stromen naar
andere functies.
• Allochtone paraprofessionals, zoals voorlichter Eigen Taal en
Cultuur (VETC), worden vaak ingeschakeld om voorlichting te
geven. Zorg ook dat zij goed geschoold zijn en investeer in
mogelijkheden tot doorgroei, in de eigen organisatie of elders.
• Allochtone vrijwilligers zijn mensen die zich vanuit hun
ervaringsdeskundigheid vrijwillig inzetten. Overvraag ze niet en
ontwikkel voor deze groep een vrijwilligersbeleid dat rekening
houdt met hun specifieke situatie, zoals de meervoudige
belasting door de combinatie van gezin, mantelzorg, baan of
opleiding en vrijwilligerswerk en met hun kwetsbare positie
ten opzichte van de eigen achterban (zie kader pagina 32). Zorg
voor goede onkostenregelingen, liever in de vorm van een vaste
vergoeding dan via declaraties achteraf, en andere faciliteiten.
Bied vrijwilligers de mogelijkheid om cursussen en trainingen
te volgen en creëer mogelijkheden om vanuit het vrijwilligerswerk door de stromen naar betaalde functies.
• Allochtone sleutelfiguren zijn mensen die je incidenteel
inschakelt omdat ze in de allochtone gemeenschap een
bepaalde sleutelpositie vervullen en/of groot netwerk hebben.
Kies zorgvuldig en wees je bewust dat je met de keuze voor een
bepaalde sleutelfiguur vaak andere doelgroepen uitsluit.
Handig om eens andere contactpersonen te zoeken dan de
geijkte, vaak al veel gevraagde bekende gezichten. Denk ook
hier aan hun positie ten opzichte van de eigen achterban en zie
hen niet als ‘doorgeefluik’, maar als gelijkwaardige partner en
bedenk wat je hun als tegenprestatie te bieden hebt.
Investeren in samenwerkingspartners
De winkel van de mantelzorgondersteuning staat niet op een
eiland. Sluit daarom vooraf en tijdens de verbouwing zoveel
mogelijk aan op het beleid van de gemeente en op activiteiten van
kleurecht maatwerk
31
Zuinig op vrijwilligers
De vrouwen van DIVAN, een zelforganisatie van allochtone mantelzorgers in Utrecht Overvecht, vervulden een sleutelrol
in het project ‘De Turkse mantelzorger beter ondersteund’. Het vervullen van die rol vroeg van de vrouwen een niet te
onderschatten inzet, zo blijkt uit het evaluatierapport. Hun inzet voor het project komt bovenop hun eigen taak als
mantelzorger, terwijl de meesten ook een gezin en een baan hebben, soms zelfs nog een opleiding volgen.
De zwaarte van de belasting gaat hier niet alleen over de bestede uren of om wat erbij komt kijken als je een groep
vrouwen thuis ontvangt voor een huiskamergesprek, zoals telefoonkosten voor het werven van deelneemsters, een extra
poetsbeurt voor het huis, drinken kopen en iets lekkers maken, soms ook nog de kinderen uitbesteden.
De zwaarte gaat ook over de heftigheid van de emoties die op tafel komen en de zwaarte van de verantwoordelijkheid
die de vrouwen zelf voelen. Optreden als intermediair maakt hen bovendien heel zichtbaar voor de gemeenschap; als het
project zijn beloften niet waarmaakt, worden ze er door hun omgeving op aangekeken. In die inzet voelden de vrouwen
zich niet altijd voldoende erkend, een concreet knelpunt was bijvoorbeeld het ‘moeilijk doen’ van de gemeente over
gemaakte onkosten.
Bron: Evaluatie projectfase 2 “De Turkse mantelzorger beter ondersteund!” GG&GD Utrecht, 2007.
32
kleurecht maatwerk
andere ‘winkeliers’, zowel allochtone organisaties als de professionele instellingen op het gebied van wonen, onderwijs, zorg en
welzijn, integratie en inburgering. Denk ook aan samenwerking
met vrouwenorganisaties, de meeste praktische mantelzorg wordt
immers door vrouwen verleend. Investeer in contacten, kijk waar
raakvlakken zitten en waar mogelijkheden zijn voor een samenwerking waarin je elkaar kunt versterken. Probeer partners te vinden die
ook op lange termijn willen investeren in interculturaliseren.
Verankeren in de organisatie
Laat de oogst aan nieuwe kleurrijke producten en de aantrekkelijke ‘counter’ waar allochtone klanten zich thuis zijn gaan voelen
niet verloren gaan, maar veranker de resultaten in het beleid
van de hele organisatie. Op het gebied van het personeelsbeleid
betekent dat bijvoorbeeld zowel werken aan de inkleuring van
het personeels- en vrijwilligersbestand als aan de bijscholing van
autochtone medewerkers in de vaardigheden die nodig zijn voor
de omgang met een divers klantenbestand. En die vaardigheden
bovendien opnemen in competentieprofielen en beoordelingssystemen.
Een ander belangrijk beleidsterrein is de communicatie. Hier
betekent verankeren zowel communicatiemiddelen ontwikkelen
Samenwerken in Rotterdam
In Rotterdam werken Steunpunten Mantelzorg Rotterdam
en MEE samen in een project ten behoeve van allochtone
mantelzorgers. Twee partijen die hetzelfde werkgebied
hebben, maar werken voor verschillende doelgroepen hebben
zo hun krachten gebundeld. Markant in Amsterdam verzorgt
voor MEE de vrijwillige ondersteuning van gehandicapte
kinderen en hun mantelzorgers. De zorgvrijwilligers komen
spelen met het kind en geven zo de moeder even respijt.
die specifiek op allochtone klanten zijn gericht, als aandacht
besteden aan de uitstraling van de algemene communicatiemiddelen van de organisatie.
Door interculturaliseren niet te behandelen als een los project,
maar onderdeel te maken van het organisatiebeleid, raakt uiteindelijk de hele organisatie meer ingesteld op het leveren van
persoonlijk maatwerk. Daar profiteren uiteindelijk alle klantgroepen van!
kleurecht maatwerk
33
Foto: René de Cock
34
kleurecht maatwerk
Geraadpleegde literatuur
APCP (2007). Er is geen vluchtstrook. Allochtone mantelzorgers in
Bos en Lommer. APCP, Amsterdam.
Bergen, M.van en Oelkers, B. (2007). Mantelzorgondersteuning
multicultureel? CIVIQ, Utrecht.
CBS (2007). Bevolkingstrends, Statistisch kwartaalblad over de
demografie van Nederland, Jaargang 55 – 4e kwartaal 2007.
CBS, Voorburg/Heerlen.
Dogan, Basri (2007). Hulp bij mantelzorg in de moskee. In
tijdschrift Zaman Nederland. Stichting Time Media Group,
Rotterdam.
5
FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling (2006).
Integratiebeleid en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning
(WMO). Forum, Utrecht.
Gomes, C. en Ait Moha, A. (2007). Medicijngebruik onder
Marokkanen, Motivaction / DGV Nederlands instituut voor
verantwoord medicijngebruik. Motivaction, Amsterdam.
Gijsberts, M. en Merens, A. (2004). Emancipatie in estafette. De
positie van vrouwen uit etnische minderheden. SCP, Den Haag.
Jong, Y. de, van Lier, W. en Morée, M. (2004). Zorg inkleuren.
Ondersteuning van zorg in allochtone families. NIZW/EIZ, Utrecht.
kleurecht maatwerk
35
Keuzenkamp, S. en Merens, A. (red.) (2006). Sociale Atlas van
vrouwen uit etnische minderheden. SCP, Den Haag.
Stap Twee (2004). Vrijwilligerswerk vertaald, intercultureel
communiceren bij de werving van vrijwilligers. Stap Twee, Utrecht.
Lahm, Mieke N. (2006). Maar gelukkig is zij tevreden. Mantelzorg
bij oudere vluchtelingen: een kwalitatief onderzoek. Scriptie
Master Algemene Gezondheidswetenschappen. Pharos,
kenniscentrum voor vluchtelingen en gezondheid, Utrecht.
Steunpunt mantelzorg Gooi en Vechtstreek (2002). Samenleven,
samen zorgen. Mantelzorgondersteuning voor en door
allochtonen. Steunpunt mantelzorg Gooi en Vechtstreek,
Hilversum.
Loog, A. (2006) Draaiboek, evaluatierapporten en
methodiekbeschrijvingen over ‘De Turkse mantelzorger
beter ondersteund!’ over een wijkgericht voorlichtings- en
discussieproject voor Turkse ouderen en Turkse mantelzorgers.
NIZW / GG&GD Utrecht. Al het beschikbare materiaal is te
downloaden van www.expertisecentrummantelzorg.nl
Stichting BMP (2007). Rapportage project ‘Mantel der Liefde’,
migrantenvrouwen spreken zich uit over zorg en mantelzorg.
Stichting BMP, Amsterdam.
Moerbeek, S. (2007). Ons Droomhuis. Rapportage van gesprekken
over een woonzorgvoorziening in Almere voor kinderen met
een verstandelijke beperking en een islamitische achtergrond.
Stichting BMP i.s.m. ’s Heeren Loo, Amsterdam.
Portegijs, W., Hermans, B. en Lalta V. (2006). Emancipatiemonitor
2006. Veranderingen in de leefsituatie en levensloop. SCP,
Den Haag.
36
kleurecht maatwerk
Yerden, I. (2000) Zorgen over zorg. Traditie, verwantschapsrelaties
migratie en verzorging van Turkse ouderen in Nederland. Het
Spinhuis, Amsterdam.
Yerden, I. en Koutrik, H. (2007). ‘Voor je familie zorgen? Dat
is gewoon zo’. Mantelzorg bij allochtonen. Mantelzorg bij
Antillianen, Surinamers, Marokkanen en Turken in Nederland.
PRIMO Noord-Holland, Purmerend.
• 3511 GC Utrecht
• 3503 RE Utrecht
t 030 789 23 00 • f 030 789 25 99
Catharijnesingel 47
Postbus 8228
[email protected]
www.expertisecentrummantelzorg.nl
Download