Cholesterol Ik heb verhoogd cholesterol. Wat is dat precies? Cholesterol is een vetachtige stof die van nature bij iedereen in het bloed voorkomt. Het is nodig voor allerlei processen in het lichaam: voor het vormen van lichaamscellen, voor het maken van hormonen en van gal. Cholesterol komt in het bloed via voeding, en via de de lever waar cholesterol wordt gemaakt. Het lichaam heeft cholesterol nodig maar teveel cholesterol is niet goed. En het gaat om de juiste vorm. Er zijn twee vormen. Wat is het verschil? Het ene heet LDL en het andere HDL. HDL-cholesterol is goed. Je kunt het onthouden met het ezelsbruggetje Hoop Doet Leven, maar het staat voor Hoge Dichtheid Lipoproteïne. De boosdoener is het LDL-cholesterol (Lage Dichtheid Lipoproteïne). Dat stapelt zich op in de wand van bloedvaten. Daar kunnen dan hele plakkaten van vet ontstaan, in medisch jargon plaques genoemd. Die vernauwen de bloedvaten. Daardoor kan er minder bloed doorheen en als zo’n bloedvat dicht gaat zitten, zijn er echt problemen: een hartinfarct, een beroerte of etalagebenen zijn het gevolg. Wanneer heb je een te hoog cholesterolgehalte? Je kunt het cholesterol laten meten in je bloed. Dat kan met een eenvoudige vingerprik en dan worden allerlei vetten in het bloed bepaald. Het beste is wanneer je totale cholesterol onder de vijf zit. Als het boven de 8 is, is er echt wat aan de hand. Je merkt daar overigens niks van: van een hoog cholesterol krijg je op zichzelf geen klachten. Die komen pas als er bloedvaten dicht gaan zitten en dat is rijkelijk laat. Hoe kom ik daaraan? Er spelen twee factoren een rol. De eerste en belangrijkste is erfelijkheid. Daar kun je dus niets aan doen. De andere factor is voeding. Verzadigde vetten zorgen voor een hoog LDLcholesterol in het bloed, omdat de lever te druk is met het vet om netjes HDL-cholesterol af te leveren. Verzadigde vetten zitten in rundvlees, zuivelproducten, koekjes en worst. Drie kwart van het cholesterol maak je zelf aan. De ene mens maakt veel meer aan dan de andere. Bij diabetes, sommige leverziekten en nieraandoeningen kan het cholesterol ook te hoog zijn. Of als de schildklier te traag werkt. Ik las in een folder dat 40.000 Nederlanders erfelijk belast zijn met een verhoogd cholesterolgehalte. Dat klopt. Dat heet Familiaire Hypercholesterolemie (FH) en een op de 400 mensen heeft deze aandoening. Die mensen hebben een afwijking in het DNA, in de genen, waardoor hun cholesterol veel hoger is dan bij andere mensen. Door deze afwijking in het DNA kan het lichaam de hoeveelheid cholesterol in het bloed niet goed regelen. Normaal gesproken verwijdert de lever het teveel aan cholesterol uit het bloed. Bij mensen met FH is dit opnameproces in de lever verstoord waardoor er teveel cholesterol in de bloedbaan blijft, dit wordt vervolgens in de wand van het bloedvat opgeslagen. In de volksmond noemen we dat aderverkalking. Als je totale cholesterol 8 of hoger is, zou dat best eens zo’n erfelijke vorm kunnen zijn. En als je LDL-cholesterol boven de vijf is ook. Maar je kunt het ook aan andere dingen merken: als in je familie sommigen jong overlijden, onder de 60 jaar bijvoorbeeld, aan een hartkwaal. Soms is dat hoge cholesterol ook te zien: het cholesterol kan ophopen op bepaalde plekken en dan kan dat opvallen. Bijvoorbeeld in het oog krijg je dan een soort ring om het hoornvlies. En soms hoopt de cholesterol zich op in de pezen. Hoe komen jullie er normaal gesproken achter als er geen klachten zijn in het begin? Zoals er ook de bevolkingsonderzoeken zijn naar borstkanker en baarmoederhalskanker is er ook een bevolkingsonderzoek voor erfelijk verhoogd cholesterol. Dit wordt uitgevoerd door de StOEH (Stichting Opsporing Erfelijke Hypercholesterolemie). Als je denkt dat je tot zo’n familie behoort, kun je via de huisarts je cholesterol laten meten. Als je cholesterol dan inderdaad zo hoog is, dan kan je bloed of eigenlijk je DNA verder onderzocht worden. Zo’n DNA-onderzoek bij een eerste familielid is ingewikkeld, want er zijn honderden afwijkingen passend bij erfelijk verhoogd cholesterol bekend in het DNA. Maar zodra het duidelijk is welke afwijking het betreft, dan hoef je bij familieleden nog maar naar die ene afwijking te zoeken en dat gaat veel makkelijker en sneller. Als je het hebt is de kans dat je kinderen het ook hebben 50 procent. Bij de StOEH zijn zogenaamde Genetic Fieldworkers werkzaam, verpleegkundigen die hierin gespecialiseerd en opgeleid zijn. Zij sporen familieleden op, dit gaat door middel van een huisbezoek. Tijdens dit bezoek wordt uitleg gegeven en bloed afgenomen voor erfelijkheidsonderzoek en cholesterol bepaling. Deelname aan het onderzoek is vrijwillig. Er zijn inmiddels zo’n 20.000 mensen opgespoord dus het duurt nog enkele jaren voordat iedereen gevonden is. Wat is er tegen te doen? Als je erfelijk verhoogd cholesterol hebt, dan kun je dat niet veranderen. Maar je kunt wel maatregelen te nemen om het cholesterol te verlagen. Gezonde voeding bijvoorbeeld: weinig dierlijke vetten, groente en fruit, onverzadigde vetten zoals in vette vis, dieet margarine. Nog belangrijker is om ook andere risicofactoren aan te pakken, want cholesterol is maar een van de boosdoeners: niet roken, bloeddruk laten controleren, vijf keer in de week een half uur intensief bewegen, niet teveel alcohol, en zorgen dat je niet te zwaar wordt. Welke medicijnen kun je er voor nemen? Mensen met zo’n erfelijk hoog cholesterol kunnen het cholesterol niet omlaag krijgen met gezonde voeding alleen. Dat helpt maar tien procent, bijvoorbeeld van 8 naar iets meer dan 7. Dus daarbij moet je echt medicijnen nemen. Dat zijn meestal statines en die werken goed. Soms heb je wel een hoge dosering of meerdere middelen nodig. Maar het is de moeite waard, want je kunt je risico op een hart-vaatziekte met 80 procent verminderen.