press nl - Council of the European Union

advertisement
EUROPESE RAAD
DE VOORZITTER
Brussel, 9 November 2010
PCE 256/10
"Het gordijn ging open"
voorzitter Herman Van Rompuy
spreekt de eerste Berlijnse Europa-rede uit
Konrad-Adenauer-Stiftung - Stiftung Zukunft Berlin - Robert-Bosch-Stiftung
Pergamon Museum
I.
- DE Dames en heren,
Het is voor mij een eer u hier en nu te mogen toespreken.
Eerst en vooral omdat ik de eerste politicus ben die u heeft gevraagd de jaarlijkse Europa-rede uit te
spreken.
En ook omdat ik het voorrecht heb dat in het Pergamon-museum te doen, op 9 november.
Deze plaats en deze datum zijn met zoveel geschiedenis verweven! Er hangt een gevoel van sterke,
oude krachten die ons twee richtingen op duwen.
De goden van de Olympus, voor ons en achter ons, 2300 jaar oud, voeren ons naar de Griekse
beschaving en Pergamon met zijn tempels, fonteinen, bibliotheken en theaters. Hier staan is voor
iemand met een klassieke opleiding voorwaar een groots moment!
P R E S S
VOOR NADERE GEGEVENS:
Dirk De Backer - Woordvoerder van de voorzitter +32 (0)497 59 99 19
Jesús Carmona - Plaatsvervangend woordvoerder van de voorzitter +32 (0)2 281 9548 / 6319 +32 (0)475653215
e- mail: [email protected]
internet:www.consilium.europa.eu/vanrompuy
NL
En het is vandaag 9 november, een dag die in de geschiedenis van het Duitsland van de 20e eeuw
zo'n uitzonderlijke betekenis heeft. Met zijn donkere tijden maar natuurlijk ook met de vreugde van
de val van de Muur van Berlijn, vlakbij de plaats waar we nu zijn.
De Muur van de Schande, de antithese zelf van de erfenis van Griekenland: democratie
Op school heb ik geleerd over de beroemde omschrijving van Pericles van democratie: "staatszaken
zijn niet het voorrecht van enkelen maar het recht van velen".
Ook daarom kan de datum van vandaag mij niet onberoerd laten.
Een bekend Duits filosoof, Peter Sloterdijk, zei dertien jaar geleden, en ik citeer:
Als naties in hun geheel een zenuwinzinking konden krijgen, dan zou dat in het geval van Duitsland
alleen maar op 9 november kunnen gebeuren. Met een regelmaat als van een zenuwtrek is dat sedert
1918 nu al bijna een eeuw lang de datum waarop de Duitsers zijn samengekomen om zich te
verantwoorden tegenover de geschiedenis, ten goede en ten kwade.
Wat een reeks gebeurtenissen.
1918: het einde van de Eerste Wereldoorlog.
1938: de Kristalnacht, het begin van een nachtmerrie.
1989: het eind van de Koude Oorlog, het begin van een herenigd Duitsland.
Voor mij is 9 november wellicht het belangrijkste keerpunt, niet alleen in de geschiedenis van
Duitsland, maar ook in de meest recente geschiedenis van Europa. Het heeft van Berlijn een
Europese stad gemaakt.
(Ik hoop dat u het mij niet kwalijk neemt dat ik mijn rede verder in het Engels uitspreek.)
EN -
De val van de Berlijnse Muur, 21 jaar geleden.
Sommigen van u waren erbij, aan deze of aan gene zijde.
Sommigen van u waren nog niet eens geboren.
Ik was toen voorzitter van mijn partij. Ik herinner me dat we een paar maanden na de val van de
Berlijnse Muur met de christendemocratische premiers van Italië en van de Benelux-landen in
Salzburg bijeen waren met kanselier Kohl, om te praten over de Duitse hereniging. Ik voelde dat de
geschiedenis daar aanwezig was, in dat zeer kleine gezelschap in de bergen.
Voor 1989 had ik deze kant van de Muur zelf nooit gezien.
Toen ik vijftien of zestien was, raadde een leraar me aan Karl Marx te lezen. Dat kon een vreemd
advies lijken op onze katholieke school, maar de leraar zei: "Jij wordt toch geen Marxist". En hij
had gelijk... Het communisme was voor mij een ontkenning van de Europese waarden. Dus toen ik
op de universiteit kwam (net voor mei 68) was ik al immuun voor alle marxistische en andere
"revolutionaire" bewegingen. Mijn anticommunistische overtuigingen zijn altijd sterk gebleven.
Daarom betekende 9 november voor mij, net als voor ons allemaal, het einde van een tijdperk van
destructieve ideologieën. Het verhaal is al vaak verteld, en moet steeds weer worden verteld.
De val van de Muur betekende echter niet alleen een einde (van het communisme) maar ook een
nieuw begin. En daarom zijn we hier vanavond bijeen.
2
NL
De val van de Muur heeft een beweging in en voor Europa op gang gebracht.
Onze verdeeld, bevroren werelddeel werd in beweging gebracht en miljoenen mensen werden
gegrepen door een drang naar vrijheid. Eerst iedereen aan de oostkant van het IJzeren Gordijn, het
Gordijn dat volgens Churchill van "Stettin tot Triëst zou lopen". Zij slaagden erin de tirannie af te
werpen en ontdekten de wind van de vrijheid. Maar ook aan de westkant werden mensen erdoor
geraakt. De wind van verandering woei dus niet alleen van Stettin tot Triëst maar ook van Cork tot
Capri en van Stockholm tot Sevilla.
Vóór 1989 stond de Europese Gemeenschap hoofdzakelijk voor economische integratie, -- de
interne markt was in wording, Schengen stond nog in de kinderschoenen -- maar nu werden er
nieuwe impulsen gegeven aan ons gemeenschappelijk avontuur.
Dank zij 9 november is de Europese Unie geworden wat zij nu is, en die gebeurtenis moet ons ook
doen inzien hoe we nu moeten handelen.
Vóór 1989 ging heel Europa figuurlijk schuil achter een gordijn!
In onze geesten bestonden er op de wereldkaart alleen oost en west.
In de wereld volgens het concept van de Koude Oorlog was er voor Europa zelf geen rol
weggelegd.
Pas toen het Gordijn in 1989 open ging, kwam het oude Europa uit de coulissen het wereldtoneel
op. Stap voor stap.
•
Het nam zijn eigen plaats is.
•
Het haalde zijn interne banden aan.
•
Het vond zijn eigen stem.
Dit zijn de drie Europese thema's die ik vanavond wil belichten: onze ruimte, onze kracht, onze
stem.
II.
De dag na de val van de Muur sprak Willy Brandt de beroemde woorden: 'Jetzt wächst zusammen,
was zusammengehört.'
Hij had het over Duitsland, maar het gold ook voor Europa.
Wij zijn ook 'samengegroeid'.
Het was geen plan, het was ook geen 'ongeval' van de geschiedenis.
De beweging kwam vanuit het volk, vanuit de basis, en begon met vrijheidsbewegingen in Polen, in
Hongarije, in Tsjechoslowakije.
Wat begon als een vlucht voor de tirannie, groeide uit tot de vrijheid van verkeer. Verkopers en
studenten, handelaars en toeristen, mannen en vrouwen uit oost en west, meteen na de val van de
Muur begonnen zij kansen over de grenzen heen aan te grijpen. Nu, sedert de toetreding van de
staten uit Midden- en Oost-Europa, worden deze vrije verkeersstromen niet meer bedreigd. Het is
meer dan alleen maar een onderdeel van een economische Unie. Een ruimte van vrijheid en
rechtsstatelijkheid, voor rusteloze reizigers én voor honkvaste burgers, dat is een teken van
beschaving.
Uitbreiding is niet slechts een bureaucratisch proces vanuit Brussel, maar is een manier om de
gebeurtenissen sedert 1989 te plaatsen. Door zich open te stellen voor nieuwe leden heeft de Unie
misschien niet gewerkt aan het "zusammenwachsen", maar wel aan iets dat net zo belangrijk is: het
feit bezegelen dat wij, Europeanen, "zusammen gehören".
3
NL
Dat wij één Unie zijn.
Dit hoofdstuk van de geschiedenis van de Unie is nog niet af.
In de eerste tien maanden van mijn mandaat heb ik zeven landen op de westelijke Balkan bezocht,
om hun Europese vooruitzicht te bevestigen.
Hun verlangen om lid te worden van onze club volgt op een periode van barbarij en geweld,
waarvan we allemaal dachten dat die in Europa na 1945 onmogelijk was.
Dat moet ons er nog meer toe aanzetten hen te verwelkomen.
Waarom?
Omdat bijna allen die nu deel uitmaken van Europa, levendige herinneringen hebben aan momenten
van grote ontreddering.
Dat geldt voor Duitsland, Frankrijk en de andere oprichters na de vernietigingen van de Tweede
Wereldoorlog.
Dat geldt voor Griekenland, Spanje en Portugal na de dictatuur.
Dat geldt voor de vroegere communistische landen die zich na de val van de Muur bij ons hebben
gevoegd.
Bij iedere uitbreiding heeft de Unie de schokken opgevangen.
Als een stabiele ankerplaats.
Als een toevluchtoord van welvaart en vrijheid.
Als een waarborg voor vrede.
De toetreding van de Westelijke Balkan tot de Unie zal het definitieve einde betekenen van de
laatste burgeroorlog in de lange geschiedenis van Europa -- niets meer niets minder.
Tot hen die beweren dat oorlog zo ver achter ons ligt dat vrede geen kernthema meer kan zijn in
Europa, dat zoiets de jongere generaties niet aanspreekt, zeg ik dus: ga maar daarheen en vraag het
de mensen daar! Ook aan de jongeren!
Om dit doel te verwezenlijken zal aan beide kanten politieke moed nodig zijn. Het idee van
toetreding is niet in alle huidige lidstaten populair. Uiteraard moeten kandidaat-lidstaten aan alle
voorwaarden voldoen en volledig breken met hun verleden van burgeroorlogen.
Pro-Europese regeringen en partijen mogen hun geestdrift niet kwijtraken.
Burgers die zich inzetten voor vrede en verzoening mogen de hoop niet verliezen.
De landen van de regio verdienen het dat wij hen helpen hun Europese bestemming te vervullen.
Waarom openen deze toetredingsbewegingen ook het Gordijn voor heel Europa?
Denkt u eens na over de twee betekenissen van het woord Europa: enerzijds ons mooie werelddeel,
onze rijke cultuur, anderzijds het politieke object dat EU heet.
Het geografische en culturele Europa tegenover het politieke E-U-ropa.
En bekijk nu wat er in de loop der tijd gebeurt.
Toen in 1950 slechts zes landen samenkwamen en zich Europa noemden, was dat misschien een
beetje pretentieus, of juist: een zinspeling op de toekomst! Maar deze oorspronkelijke belofte komt
nu uit!
4
NL
Dank zij de opeenvolgende uitbreidingen groeit de Europese Unie uit tot de politieke uitdrukking
van ons werelddeel.
Na 1989 beginnen we op onszelf te lijken, passen onze kleren eindelijk.
Wanneer we het hebben over Europa als het continent van waarden, geldt dat vandaag niet slechts
voor een klein deel van Europa, niet voor de helft van Europa, nee, vandaag geldt het voor het
gehele continent!
Dat geeft ons geloofwaardigheid.
Al onze landen hebben met een nieuwe verscheidenheid te maken. De tijd van de homogene natiestaat is voorbij. Ieder Europees land moet openstaan voor verschillende culturen. We hebben echter
maar één beschaving: die van de democratie, de rechten van het individu, de rechtsstaat.
Behalve verscheidenheid, en verscheidenheid is zeker een sterke kant van onze samenlevingen,
hebben we in elk van onze samenlevingen nog steeds een gevoel van eenheid, van saamhorigheid
nodig. Dat gevoel van eenheid kan liggen in gezamenlijke waarden, of in een taal, een gezamenlijke
geschiedenis, een wil om samen te leven (zoals Ernest Renan zei). En deze wens komt bovenal
voort uit de verhalen die we elkaar vertellen.
Denk aan de oude Grieken: de verhalen van Homeros hebben door de eeuwen heen banden
geschapen. Ze houden ons vanavond in de ban. Verhalen over oorlog en vrede, over Olympische
krachttoeren of opoffering zoals van een heilige, of over een Gevangenis die wordt bestormd of
over een Muur die naar beneden komt.
Zulke verhalen doen wat een verhandeling over "waarden" niet kan: zij geven op een bevattelijke
wijze gestalte aan "deugden", deugden die in reële situaties door mannen en vrouwen aan de dag
worden gelegd. Moed, respect, verantwoordelijkheid, verdraagzaamheid, een gevoel van het
gemeenschappelijk goed.
Eén van de grote opdrachten voor de toekomst zal erin bestaan deze Europese deugden levendig te
houden, en de eeuwenoude kwaliteiten ervan door te geven aan onze kinderen en kleinkinderen.
We moeten een Unie van waarden zijn maar ook een Unie van burgerdeugden, "eine
Wertegemeinschaft genauso wie eine Union der Zivilcourage".
III.
Ik wil nu het tweede thema aansnijden van ons Europees verhaal dat begon toen het Gordijn
openging.
Ik heb het over de euro: de grote eenheid- en stabiliteitbrenger.
Stelt u zich de grote recessie van 2008-2009 eens voor met de oude valuta. Dat had geleid tot een
valuta-chaos en het einde van de eengemaakte markt! Een valuta-oorlog loopt altijd uit op
protectionisme.
Afgelopen voorjaar, op het toppunt van de overheidsschuldcrisis heeft u, mevrouw de
Bondskanselier, gezegd: ‘Scheitert der Euro, dann scheitert Europa.’ Als de euro mislukt, dan
mislukt Europa.
Die woorden hebben indruk gemaakt op de mensen.
5
NL
Zodoende heeft u de wijsheid belicht die achter de instelling van één valuta schuilging. Dat inzicht
was: als we een valuta maken, bouwen we aan Europa.
Na de val van de Muur hebben de staatslieden van 1989, Helmut Kohl, François Mitterrand,
Jacques Delors en de anderen, op een moment dat een conflict kon ontstaan tussen het nieuwe
Duitsland en zijn partners, het anker Europa aangegrepen en de plannen voor één munt versneld.
Dat was de grote verwezenlijking van het Verdrag van Maastricht.
Vanaf dat moment is het lot van Europa nauw verweven met de euro.
De euro is het best zichtbare en tastbare teken van onze gemeenschappelijke bestemming. De euro
is ook ons krachtigste instrument.
Een gemeenschappelijke munt houdt in dat de beslissingen van één, gevolgen hebben voor allen.
En hoe! Dat hebben we gezien. Afgelopen voorjaar werd de crisis van een land met 10 miljoen
inwoners de crisis van 350 miljoen mensen. Begin mei werd het zelfs een wereldwijde dreiging.
Wat in het ene land gebeurt met pensioenen of schulden heeft gevolgen voor de banken en
belastingbetalers in het andere land. In goede en in slechte tijden. Wat Athene treft, berokkent
schade aan Amsterdam; als Barcelona het goed doet, vaart er Berlijn wel bij. Nationale en Europese
belangen kunnen niet meer worden gescheiden, ze vallen samen.
Tot een jaar geleden was dat alles niet meer dan theoretische kennis.
Tijdens de crisis in het voorjaar werd het een ervaring die niemand zal vergeten.
Vandaag moeten we op verantwoordelijke wijze omgaan met het feit.
Daarom heeft de Europese Raad twee weken geleden belangrijke besluiten genomen: we hebben
een solide pact gesloten om de euro te versterken.
Onze besluiten, en daarbij denk ik vooral aan de aanbevelingen van mijn Taskforce economische
governance, garanderen dat iedere lidstaat aanvoelt en begrijpt dat zijn besluiten gevolgen hebben
voor de andere en voor de gehele Unie. Je kan geen monetaire eenheid in stand houden zonder een
economische unie.
Ik ben zeer tevreden over het feit dat de Europese Raad van 29 oktober het eindresultaat van de
Taskforce heeft onderschreven. Dat is een enorme stap voorwaarts.
Ik wilde drie cruciale punten noemen.
Ten eerste: We zullen de economieën van onze landen beter in de gaten houden, hun
mededingingsvermogen, het risico van zeepbellen op de huizenmarkt en andere kwetsbare punten.
Indien nodig zullen we corrigerend optreden.
Dat is een echte innovatie!
Als we dit instrument tijdens het eerste decennium van de euro hadden gehad, was een crisis in de
eurozone wellicht voorkomen.
Ten tweede: We zullen het stabiliteits- en groeipact versterken met als doel de budgettaire
verantwoordelijkheid aanzienlijk te doen toenemen en gebrek aan onverantwoordelijk handelen te
straffen. Sancties zullen sneller worden opgelegd, op meer gronden en er zal gemakkelijker toe
worden besloten. Sommigen zijn er teleurgesteld over dat er niet meer "automatisme" in de
besluitvorming zit. Met de nieuwe zogenaamde omgekeerde meerderheid willen we juist tot meer
"automatisme" komen!
Het is een doorbraak.
6
NL
Ten derde: we roepen een "permanent crisismechanisme in het leven om de financiële stabiliteit in
het eurogebied als geheel te vrijwaren". Als voorzitter van de Europese Raad zal ik met de
staatshoofden en regeringsleiders en de voorzitter van de Commissie overleg voeren over de
beperkte verdragswijziging die daarvoor nodig is. We willen allemaal dat er in 2013 een robuust en
geloofwaardig systeem is.
Dat is onze plicht.
Al deze voorstellen vormen samen de grootste hervorming van de Economische en Monetaire Unie
sedert de invoering van de euro. Zij zullen onze economieën beter bestand maken tegen crises. Zo
maken we het in 1989 begonnen bouwwerk af. Dat doen we niet door te verhuizen naar een
denkbeeldig nieuw kasteel, maar door de funderingen te verstevigen.
Alle instellingen en lidstaten hebben, helemaal in de geest van het Verdrag van Lissabon,
samengewerkt om dit te bereiken. Het was een uitstekend voorbeeld van wat de kanselier vorige
week in Brugge de "Unionsmethode" heeft genoemd.
Samenwerking is het Leitmotiv. Het is altijd mijn politieke 'way of life' geweest. Zo heb ik al op de
eerste dag van mijn mandaat informele en structurele contacten gelegd met de Commissie, het
Europees Parlement en het roulerende voorzitterschap van de Raad. Zonder samenwerking tussen
de instellingen en tussen de lidstaten en de instellingen werkt het Verdrag van Lissabon niet.
De euro brengt ons dus stabiliteit. Maar we hebben ook vooruitgang nodig. Als we in een
veranderende wereld alleen maar stabiel blijven, gaan we achteruit. We moeten ook meer
structurele groei hebben.
In de meeste Europese landen, waar geen demografische groei is, integendeel, in het bijzonder in
Duitsland, is economische groei het resultaat van meer werken of van het verhogen van de
productiviteit en van de kwaliteit van het werk. Betere auto's maken, machines die beter
concurreren, slimmere diensten ontwikkelen.
Anders worden we een groot museum, maar niet een museum dat u en ik zo mooi zouden vinden als
dit museum.
Hervormingen die de sociale zekerheid of de pensioenstelsels raken, zijn eigenlijk een zaak van de
lidstaten. De Europese Unie kan lijnen uitzetten, zeker in de eurozone, maar de uitvoering is
'gedecentraliseerd' (dat is het subsidiariteitsbeginsel). In normale situaties kan de Unie de situatie op
de voet volgen, aanbevelingen aan de lidstaten doen over begrotingsevenwicht en schulden, maar
zij kan geen concrete maatregelen opleggen. Maar wanneer er door het beleid van één land risico's
ontstaan voor de gehele eurozone, kunnen er, zelfs in een vroeg stadium, sancties worden opgelegd.
Sedert de eerste vergadering waarvan ik voorzitter was, op 1 februari 2010, is economische groei
binnen de Europese Raad een Leitmotiv. Ik ben van plan de komende maanden het dubbele thema
van innovatie en energie in de Europese Raad aan de orde te stellen.
Deze bijeenkomsten zijn elementen van een economische strategie voor de lange termijn.
In maart maken we voor het eerst een evaluatie, als onderdeel van het zogenaamde Europese
semester, van de inspanningen die alle lidstaten doen om de EU-strategie voor 2020,die gericht is
op groei en banen, uit te voeren. Laten we dat benadrukken: groei en banen, dat is onze doelstelling.
De mensen klagen nu soms over een gebrek aan politieke moed (ervan uitgaand dat dit één of twee
generaties terug een kwaliteit was die overvloedig aanwezig was!).
7
NL
Ik was afgelopen jaar alvast echt onder de indruk van de politieke moed van onze regeringen. Ze
nemen allemaal zeer onpopulaire maatregelen om de economie en hun begrotingen te hervormen,
en dat in een tijd van opkomend populisme. Sommige regeringsleiders doen dat tegen oppositie in
het parlement in, tegen straatprotest in, tegen stakingen op de werkplek in (of dat alles tegelijk) en
in het volle besef dat ze een grote verkiezingsnederlaag riskeren, en toch zetten ze door.
Als dat geen politieke moed is!
We zullen de meningsverschillen die aan de oorsprong lagen van de eurocrisis, in de eurozone te
boven komen. De huidige verschillen in economische groeicijfers worden veroorzaakt door de
krachtige economische maatregelen die worden genomen door de landen die problemen hebben,
maar dat is allemaal tijdelijk. Over enkele jaren zullen we meer convergentie, niet alleen in het
beleid, maar ook in cijfers aan de dag leggen..
En ter geruststelling van de Duitsers onder u: het gaat om een inhaalbeweging, niet om een
vertraging!
De euro is nu sterker dan een paar maanden geleden, juist omdat we met politieke vastberadenheid
zijn opgetreden.
Ik wil hier in Berlijn hulde brengen aan de Duitse kanselier en haar regering voor de uitzonderlijke
rol die zij sedert het begin van de eurocrisis spelen.
De Frans-Duitse vriendschap is voor de eurozone een noodzakelijke voorwaarde voor succes, maar
geen afdoende voorwaarde. Er moet rekening worden gehouden met de belangen van iedereen. Ik
moet ervoor zorgen dat dat gebeurt. En het gebeurt.
Mijns inziens is de beperkte Verdragswijziging waarover de staatshoofden en regeringsleiders het
tien dagen geleden eens zijn geworden essentieel, maar het mag niet zo zijn dat daardoor het interne
debat over de aard, de doelstellingen en de architectuur van de Unie wordt heropend: we hebben
dringender zaken aan ons hoofd.
Om diezelfde reden beschouw ik het herzien van de manier waarop de EU aan haar inkomen komt,
niet als een topprioriteit. Het huidige systeem weerspiegelt als regel het vermogen van de lidstaten
om te betalen. Bijdragen zijn gebaseerd op het bruto nationaal inkomen en worden gezien als billijk.
Sommigen hebben geopperd dit te vervangen door een rechtstreekse EU-belasting op bijvoorbeeld
financiële transacties of koolstof. Betoogd wordt dat dergelijke reële "eigen middelen" de
instellingen in Brussel "verantwoordelijker" zouden maken. Ik sta persoonlijk open voor nieuwe
ideeën, maar aangezien de meeste alternatieve inkomstenbronnen het risico inhouden dat de
lidstaten op ongelijke wijze worden geraakt, zou dat de billijkheid van het huidige systeem, de
ingebouwde solidariteit, aantasten. Laten we dus voorzichtig zijn, maar er wel over praten.
Veel belangrijker is de vraag hoe we Europees geld uitgeven. We moeten ons richten op gebieden
waar Europese uitgaven, door het vermijden van overlappingen of door schaalvoordelen,
meerwaarde bieden voor de belastingbetalers.
8
NL
IV.
Dat brengt me bij het derde thema van ons verhaal, dat 21 jaar geleden in deze stad is begonnen.
Zoals ik al zei is het Gordijn sedert die vreugdevolle dag voor heel Europa opengegaan:
•
We hebben de rest van ons continent in onze club binnengeleid (dank zij de uitbreidingen),
•
We hebben onze interne kracht vergroot (vooral dank zij de euro),
•
En, ten derde, we hebben het bereik van onze stem op het wereldtoneel verbeterd.
Ook hier was 1989 een keerpunt. De veranderingen in de wereld hebben ons ertoe gedwongen meer
verantwoordelijkheid voor onze eigen veiligheid op ons te nemen. Na de Koude Oorlog zijn we uit
onze winterslaap ontwaakt.
En we zijn niet alleen voor gemeenschappelijke beginselen opgekomen, maar hebben ook onze
gemeenschappelijke belangen afgebakend en verdedigd.
Aan hen die zelfgenoegzaam of masochistisch spreken van een "neergang van Europa op het
wereldtoneel", vraag ik: Waar was Europa op dit wereldtoneel vóór 1989?
En niet alleen WIJ zijn sedertdien veranderd. Kijk naar de wereld van vandaag!
De wereld is niet meer verdeeld in oost en west, met de derde wereld in een hoekje en wij in de
coulissen.
Neen, al deze oude categorieën zijn verdwenen.
De indrukwekkende economische en politieke verschuivingen die we "mondialisering" noemen,
hebben niet alleen honderden miljoenen mensen uit de armoe getild, maar hebben ook de kaart
hertekend. Zo is de derde wereld bijna geslonken tot een groot deel van Afrika, terwijl het grootste
deel van Azië, met China en India, een nieuwe zelfvertrouwen uitstraalt, evenals Zuid-Amerika.
DAT is het wereldtoneel waarop Europa moet optreden.
In deze nieuwe wereld, die ons veel verrassingen kan brengen, moeten we onze plek veroveren en
bezetten. Voor de staatshoofden en regeringsleiders is een embryonale rol weggelegd: samen de
strategische belangen van de Unie omschrijven, prioriteiten aanwijzen en onze gemeenschappelijke
koers uitzetten.
Ik zal kort een aantal ontwikkelingen schetsen.
Eerste ontwikkeling: macht en invloed in de wereld worden steeds meer een zaak van economie, en
minder van wapens. Recente regionale conflicten zoals in Irak en Afghanistan hebben duidelijk de
beperkingen van militaire interventies aangetoond. Opkomende machten leren ook dat zij niet op
hun toenemende militaire macht kunnen vertrouwen zonder het risico te lopen dat zij zichzelf
isoleren. Nu de wereldeconomie groeit met zo'n 4 procent zal bovendien de druk op de prijzen van
energie, voedsel en grondstoffen toenemen. Toegang tot deze basisproducten zal de komende
decennia een sleutelrol spelen. Als Unie moeten we onze belangen in deze veranderende wereld
verdedigen.
Ten tweede hebben we voor deze mondialiserende wereld een sterkere mondiale governance nodig.
Daarom moet de G20 ook meer politieke leiding gaan geven. Twee grote hervormingen zitten vast:
de zogenaamde Doharonde voor meer vrijhandel in de wereld en het vervolg op de
klimaatconferentie van Kopenhagen. Gelukkig hebben de ministers van financiën vorige maand een
akkoord bereikt over de hervorming van het Internationaal Monetair Fonds. Het internationaal
monetair stelsel als zodanig werkt echter niet soepel meer.
9
NL
Alleen op de markt gebaseerde wisselkoersen kunnen de economische "basisparameters" correct
vertalen en zorgen voor eerlijke concurrentie tussen landen en valutazones. De economische
basisparameters, zoals lage inflatie en lage tekorten, moeten ook degelijk zijn. Anders komt het
spookbeeld van het protectionisme terug. De overgang naar flexibeler wisselkoersen en solide
basisparameters zal geleidelijk zijn, maar is noodzakelijk.
Daarom zal dit tijdens de G20 in Seoel, later deze week, een hoofdpunt zijn.
Ten derde wil de Europese Unie de politieke rol van de nieuwe, opkomende economieën erkennen.
De Europeanen hebben dat gedaan door de G20 op het hoogste niveau in te stellen en bij de
hervorming van het IMF twee Europese zetels op te geven. Wij denken echter ook dat de
opkomende landen zich op hun beurt verantwoordelijker moeten voelen voor de wereldeconomie en
actiever mee moeten werken in het "wereldbestuur". Ik hoop dat zij begrijpen dat het moeilijk is om
tegelijkertijd de rechten van een onderontwikkeld land en die van een geavanceerde economie te
hebben.
In deze veranderende wereld moet de Europese Unie zich verder aanpassen. We moeten ons volle
gewicht in de strijd werpen. Zoals we in de Europese Raad van 16 september hebben vastgesteld,
moeten we onze betrekkingen met strategische partners op wederkerigheid en wederzijdse
voordelen stoelen. Laten we beginnen waar we het sterkst zijn: ons economisch gewicht gebruiken.
In het IMF moeten de landen van de eurozone nauw samenwerken. We moeten op een dag een
machtige euro-zetel in het IMF krijgen, een zetel die net zo sterk is als onze gemeenschappelijke
munt.
Als we in de wereld mee willen tellen, moeten alle 27 lidstaten en EU-instellingen dezelfde
kernboodschappen uitdragen. Niet per se één stem, maar wel één boodschap, uitgedragen door alle
27 landen.
Het verdrag van Lissabon biedt ons de politieke en diplomatieke middelen om dat te doen.
De Europese Raad heeft de eerste helft van dit jaar in de crisisbeheersingsstand gestaan, en is nu
begonnen met strategische leiding te geven. Vanaf nu bespreken we in iedere bijeenkomst de
buitenlandse betrekkingen.
Samengevat: het Gordijn is open, het publiek wacht, en Europa staat klaar om op te treden.
V.
We moeten samen het gevaar van een nieuw Euro-scepticisme bezweren.
Dat is niet meer het alleenrecht van een paar landen.
In iedere lidstaat zijn er mensen die vinden dat hun land in deze globaliserende wereld op zijn
eentje kan overleven.
Dat is meer dan een waan, het is een leugen!
Franklin Roosevelt heeft gezegd: "Angst is het enige waar we bang voor moeten zijn.".
Vandaag is angst de grootste vijand van Europa.
Angst leidt tot egoïsme, egoïsme leidt tot nationalisme, en nationalisme leidt tot oorlog
((nationalisme is oorlog (François Mitterrand)). Het nationalisme van vandaag is vaak niet een
positief gevoel van trots zijn op de eigen identiteit, maar een negatief gevoel van angst voor de
anderen.
Angst voor "vijanden" binnen onze grenzen en aan gene zijde van onze grenzen. Dat gevoel bestaat
in heel Europa, is niet het gevoel van een meerderheid, maar leeft overal.
10
NL
Onze Unie is voortgekomen uit de wens om samen te werken, te verzoenen en solidair te handelen.
Angst is de bron van immobilisme, van gebrek aan ambitie, of erger, van protectionisme, in Europa
en in de wereld.
Zij die vrezen voor het verlies van banen en welvaart scheppen zodoende precies datgene wat ze
wilden voorkomen.
- DE Op angst is nooit iets opgebouwd.
De Europese grondleggers, Monnet, Adenauer, Spaak, waren zeer ambitieus, en niet beschroomd.
De burgers van Oost-Duitsland hebben hun angst opzij gezet en zo de terreur van het communisme
overwonnen.
Ons Europa staat voor een open, en niet voor een gesloten samenleving. Maar dan wel een open
samenleving met regels en waarden, met een project en met een positieve identiteit.
Uiteindelijk hebben mensen respect voor leiders die samenbrengen en een verenigend effect
hebben.
Maar zonder hoop en kracht kan niets groots worden bereikt.
Daarom moeten wij mannen en vrouwen van hoop zijn.
Hoop, gegrondvest op wat in het verleden is verwezenlijk,
hoop, die wordt gebruikt om het heden vorm te geven,
hoop, als stimulans voor een betere toekomst.
De Europese gedachte is het meest succesvolle en het grootmoedigste project in de wereld
sedert 1945. Het heeft het hele continent verenigd en heeft ons vrede en welvaart gebracht. En het
heeft de 500 miljoen mannen en vrouwen in onze Unie vandaag de grondslag gegeven waarop zij
een beter Europa voor morgen kunnen bouwen.
Laten we onze ervaring gebruiken, en bovenal onze hoop beleven!
11
NL
Download