4._aK_nachtbegeleider_woonvorm

advertisement
Document khb 4°. a)K
FUNCTIEPROFIEL
NACHTBEGELEIDER WOONVORM DE MISTEL, DE OPEN POORT EN DE WIEK
DIENSTENCENTRUM DE KLIMROOS
1
FUNCTIEDOEL
De nachtbegeleider staat in voor de begeleiding en verzorging van de bewoners, tijdens de avond
en nacht. In de woonvorm ‘De Open Poort’ staan zij eveneens in voor de ondersteuning in
noodsituaties voor de bewoners van de bejaardenflats.
2
POSITIE OF PLAATS IN DE ORGANISATIE
De nachtbegeleider legt verantwoording af aan de verantwoordelijke van het team. Hij of zij draait
mee in het nachtteam, occasioneel ook in het dagteam.
KWALIFICATIEVEREISTEN OF ‘GELIJKWAARDIG NIVEAU’
3
Diploma opvoeder/verpleegkundige A1 of A2 (of gelijkwaardig niveau).
4
RESULTAAT EN TAAKOMSCHRIJVING
4.1
Resultaat 1
De bewoner heeft de nodige assistentie tijdens de avond en de nacht.
Taken
-
-
Biedt de nodige assistentie aan de bewoners bij het slapen gaan.
Ondersteunt daar waar nodig nog de activiteiten van het dagelijkse leven van de bewoner:
toilet, eten en medicatie geven, wassituatie, verplaatsing, …zoals omschreven in de ABChandelingen van vzw Stijn.
Beantwoordt oproepen van de bewoners.
Zorgt voor een goede hygiëne en verzorging tijdens de nacht.
Staat in voor het comfort van de bewoners tijdens de nacht.
Stelt de nodige controles bij ziekte van bewoners
Stelt verzorgende handelingen die gebruikelijk zijn in een private gezinssituatie
Voert de evacuatieprocedure uit in geval van brand.
4.2
Resultaat 2
De nachtrust verloopt voor de bewoner zo optimaal mogelijk.
Taken
-
Waakt ’s nachts over rust en stilte in en om de gebouwen. Maakt zelf geen onnodig lawaai
tijdens de werkuren en voorkomt ander lawaai.
Waakt over andere omgevingsfactoren die het slaapcomfort van de bewoners beïnvloeden en
past deze aan indien nodig (temperatuur, kleding, verlichting, verluchting, slaaphouding, …)
Respecteert de slaapgewoontes van elke bewoner, maar beschermt hen ook tegen het niet
kunnen hanteren van hun vrijheid op dit gebied.
4.3
Resultaat 3
De dagelijkse werking verloopt vlot en goed georganiseerd.
D:\317480644.doc- Laatst afgedrukt op 20/07/2017 5:18:00 - boss7
1
Document khb 4°. a)K
Taken
-
Houdt gemeenschappelijke ruimtes proper en netjes, in overleg met het dagteam en de
huishoudelijke hulp.
Houdt het materiaal in orde, signaleert defecten, oa. bij elektrische rolstoelen, tilliften …
Doet de was en de strijk van bewoners die het wensen en van het gemeenschappelijk
wasgoed.
Telt de individuele niet gesubsidieerde onkosten uit (kosten van was, strijk, voeding, drank, …)
Doet het volledige medicatiebeheer en de medische administratie
Realiseert en noteert gemaakte afspraken: logboek, dagboek, programmapunten, kasboek, …
Heeft aandacht voor een aangename sfeer waarin de bewoner zich thuis kan voelen.
Regelt de organisatie van de gemeenschappelijke ruimtes en keuken (bestellingen, controle
voeding, …)
-
5
BESCHRIJVING KERNCOMPETENTIES V.Z.W. STIJN
5.1
Competentie 1: Respectvol en hartelijk omgaan met personen met (of zonder)
handicap
Op een gelijkwaardige manier omgaan met personen (met een handicap): zorggebruikers,
collega’s,.... Openstaan voor contact met personen met een handicap en hun sociaal netwerk. De
rechten en de waardigheid van de personen met een handicap respecteren. Positief ingesteld zijn
ten opzichte van anderen.
Indicatoren:





5.2
Neemt een zeer open houding aan in contacten met personen met een handicap en hun
sociaal netwerk, wat anderen stimuleert een gelijkaardige houding aan te nemen.
Maakt totaal geen onderscheid tussen personen met of zonder handicap, voelt zich
evenwaardig aan de persoon met een handicap.
Bekijkt in elke situatie hoe hij maximaal kan rekening houden met de eigenheid van
personen met een handicap, met diens verwachtingen en wensen, en handelt hiernaar.
Staat open voor vertrouwelijke en persoonlijke informatie, behandelt deze met respect en is
hierin een voorbeeld voor anderen.
Is erg hartelijk en heeft een aanstekelijk enthousiasme, zelfs in moeilijke situaties.
Competentie 2: Geëngageerd
Zijn job met hart en ziel uitvoeren. Gedreven zijn, voorstellen doen, initiatieven nemen. Taken
opnemen in plaats van ze te laten liggen voor anderen en ze volledig en met volle inzet uitvoeren.
Indicatoren:




Is sociaal vaardig en erg vriendelijkheid, wat aanstekelijk en uitnodigend werkt ten aanzien
van anderen. Contacten met anderen verlopen vlot en spontaan.
Verschijnt zelfs zonder sociale druk of werkdruk erg enthousiast op het werk.
Vindt de juiste balans tussen zelfzorg en overname.
Heeft een juiste voeling voor de signalen van de zorggebruiker, gaat hier gepast mee om.
D:\317480644.doc- Laatst afgedrukt op 20/07/2017 5:18:00 - boss7
2
Document khb 4°. a)K

5.3
Voert taken correct en met volle inzet uit en neemt spontaan initiatieven op elke niveau.
Competentie 3: Open communicatie
Gepast met elkaar communiceren over goede en lastige zaken, ook over gevoelens, ongeacht het
thema of de gesprekspartner.
Indicatoren:






5.4
Luistert actief, ook naar moeilijke boodschappen. Toont interesse, stelt vragen.
Spreekt niet over anderen en brengt het op een constructieve manier ter sprake wanneer
anderen dit doen.
Bemiddelt en brengt moeilijke boodschappen over op een rustige, natuurlijke manier. Ziet
feedback als een opbouwende stimulans in de werking: gaat ermee aan de slag.
Creëert een sfeer waarin collega’s elkaar openlijk informatie vragen en geven.
Uit zijn mening of gevoel correct; kan op een bondige manier de essentie perfect weergeven.
Is hierin een voorbeeld voor anderen.
Observeert de andere grondig en stelt vragen om te weten welke boodschap de ander wil
overbrengen. Checkt de eigen interpretatie en die van de anderen.
Competentie 4: Betrouwbaar en integer
Doen wat je zegt en zeggen wat je doet. In eer en geweten handelen.
De werkelijkheid, inclusief de risico’s en minder mooie kanten, correct weergeven. Zich houden
aan de algemene en professionele gedragsnormen en aan de missie en visie van vzw Stijn.
Verantwoordelijkheid nemen voor het eigen handelen. Het vertrouwen van zorggebruikers, van
collega’s en van vzw Stijn waard zijn.
Indicatoren:




Geeft informatie die precies en gepersonaliseerd is.
Houdt zich stipt aan gemaakte afspraken en komt na wat hij beloofd heeft.
Houdt vertrouwelijke informatie zorgvuldig voor zich en hanteert deze informatie correct en
enkel wanneer nodig.
Gaat positief en constructief om met de gevolgen van eigen fouten
D:\317480644.doc- Laatst afgedrukt op 20/07/2017 5:18:00 - boss7
3
Document khb 4°. a)K
6
BESCHRIJVING FUNCTIESPECIFIEKE COMPETENTIES
6.1
Competentie 1: Zelfstandig
Zelf denken en iets ondernemen, met minimale ondersteuning van anderen, waarbij men een goed
resultaat haalt. Kunnen beoordelen in welke situaties al dan niet zelf kan beslist worden. Zichzelf
ontwikkelen om kwaliteit te leveren.
Indicatoren:




6.2
Kan moeilijke situaties vlot en autonoom aan. Handelt ze correct af.
Werpt zich ten volle op taken en problemen; ziet hierin telkens een uitdaging.
Kan zonder hulp taken uitvoeren en beslissen. Gaat soepel om met de grenzen van de eigen
bevoegdheid; kan bv. bij afwezigheid van leidinggevende de dienst verzekeren.
Formuleert uitdagende doelen voor zichzelf en haalt ze ook.
Competentie 2: Besluitvaardig
Juiste keuzes maken of knopen doorhakken binnen een redelijke termijn.
Indicatoren:




6.3
Beslist snel, na pro’s en contra’s te hebben overwogen. Heeft hiervoor geen deadline nodig.
Hakt knopen door en neemt beslissingen waarop niet moet worden teruggekomen.
Durft beslissen, ook als bepaalde factoren niet helder zijn en waarschijnlijk zullen blijven:
neemt hierin eindverantwoordelijkheid.
Verantwoordt de genomen beslissingen aan de hand van alle pro’s en contra’s.
Competentie 3: Evenwichtig
Efficiënt gedrag vertonen en kalm blijven in situaties met hoge complexiteit, tijds- of werkdruk of bij
tegenslag, teleurstelling of kritiek.
Een grote draagkracht hebben, stressbestendig zijn.
Indicatoren:



6.4
Kent een hoge tolerantie voor werkdruk, tijdsdruk of sociale druk. Blijft efficiënt en kalm
functioneren in alle omstandigheden en relativeert.
Plaatst onverwachte of moeilijke situaties in hun juiste context en blijft verantwoord
beslissen. Heeft alles onder controle en straalt rust uit door zijn houding.
Blijft zich in crisismomenten openstellen voor feedback van anderen en reageert met
respect. Blijft na tegenslagen de juiste prioriteiten stellen.
Competentie 4: Risicobewust
Zich verantwoordelijk voelen voor de eigen veiligheid en die van anderen.
Zich op de hoogte stellen van veiligheidsvoorschriften en hier bewust naar handelen.
D:\317480644.doc- Laatst afgedrukt op 20/07/2017 5:18:00 - boss7
4
Document khb 4°. a)K
Indicatoren:




6.5
Kent de veiligheidsvoorschriften door en door en doet op gebied van veiligheid voorstellen
om systematisch verbetering aan te brengen.
Neemt steeds de nodige verantwoordelijkheid en wijst anderen op mogelijke gevaren. Is
hierin een voorbeeld voor anderen.
Houdt zich nauwgezet aan de veiligheidsmaatregelen en kan deze vertalen en toepassen
naar nieuwe situaties.
Neemt voorzorgsmaatregelen om risico’s te beperken, signaleert risicovolle situaties aan zijn
leidinggevende en doet voorstellen tot het voorkomen van risico’s.
Competentie 5: Empatisch – inlevend
Rekening houden met de omstandigheden waarin mensen zich soms bevinden en zich voorstellen
hoe ze zich daarbij voelen; daar begrip voor hebben en tonen.
Zich vlot inleven of verplaatsen in andere personen of hun leefwereld, hun wensen of behoeften.
Indicatoren:




6.6
Luister actief, toont begrip en aandacht voor de gevoelens en verwachtingen van de andere,
ook als deze niet uitgesproken worden.
Kan zonder moeite en onbevooroordeeld zich volledig inleven in de leefwereld van de
andere en stemt eigen gedrag hierop af.
Is er zich constant van bewust dat mensen vanuit verschillende achtergronden denken en
handelen en maakt ook anderen hiervan bewust.
Houdt rekening met standpunten van anderen en kan eigen inzichten herzien indien nodig.
Competentie 6: Zorggebruikersgericht – cliëntgericht
Wensen en behoeften van de zorggebruikers/cliënten onderzoeken en hiernaar handelen. Actief
ingaan op de uitgesproken en onuitgesproken behoeften van de zorggebruiker/cliënt.
Indicatoren:





6.7
Vraagt proactief naar de behoeften en wensen van de zorggebruiker/cliënt en peilt daarbij
naar de impliciete behoeften verscholen achter de geuite wens.
Past het eigen gedrag en de manier van contactname en zorg soepel aan, aan de eigenheid
van elke individuele zorggebruiker/cliënt.
Begrijpt het nut van afspraken,maar laat de achterliggende doelstelling en het belang van de
zorggebruiker/cliënt voorgaan op de afspraak zelf. Stelt afspraken in vraag indien nodig,
maar houdt zich er ook strikt aan wanneer nodig.
Lost klachten van zorggebruikers/cliënten efficiënt en grondig op. Probeert te vermijden dat
de problemen zich in de toekomst herhalen.
Handelt altijd vanuit het belang van de zorggebruiker/cliënt: zijn behoeften, wensen en noden
staan voorop. Eigen wensen, gewoonten, enz. worden aan de kant gezet zodra ze botsen
met het belang van de zorggebruiker/cliënt.
Competentie 7: Schriftelijke & mondelinge communicatie
Feiten, ideeën en meningen in begrijpelijke, bondige en correcte taal verduidelijken aan anderen,
zowel schriftelijk als mondeling.
D:\317480644.doc- Laatst afgedrukt op 20/07/2017 5:18:00 - boss7
5
Document khb 4°. a)K
Indicatoren:





Brengt zelfs complexe boodschappen vlot en duidelijk over, zowel schriftelijk als mondeling.
De communicatiestijl blijft ‘to the point’ in moeilijke omstandigheden.
Beheerst de Nederlandse taal perfect; maakt haast nooit taal- of spelfouten.
Heeft een aantrekkelijke en motiverende stijl van communiceren in structuur en opbouw van
teksten, zowel naar vorm als inhoud.
Geeft op een bondige manier de essentie perfect weer. Vermijdt onnodige uitwijdingen.
Past het taalgebruik perfect aan naar gesprekspartner, doelgroep of situatie; spreekt of
schrijft de taal van de luisteraar/lezer en licht vakjargon toe.
D:\317480644.doc- Laatst afgedrukt op 20/07/2017 5:18:00 - boss7
6
Download