Inhoud - Bouman GGZ

advertisement
Inhoud
Voorwoord
2
Inleiding
5
Naar een nieuw behandelmodel
Preventie
7
11
15
19
21
23
Jeugd en Gezin
Ik kom naar huis
Veiligheid
Overzicht kengetallen
Colofon
Tekst en productie Afdeling Marketing & Communicatie Beeld Harry Kuiper Drukwerk en
vormgeving Mediajoenit, Barbara van der Keur
Betere zorg tegen lagere kosten?
Zorginstellingen als Bouman GGZ zien zich in deze tijd voor een haast onmogelijke opdracht
gesteld. In de huidige maatschappelijke verhoudingen is de vraag om transparantie,
kostenbeheersing en verantwoord ondernemerschap gerechtvaardigd. Instellingen
moeten de eigen broek kunnen ophouden. Maar we moeten niet uit het oog verliezen dat
zorginstellingen maatschappelijke ondernemingen zijn. Zorginstellingen zijn in het leven
geroepen om mensen die dat nodig hebben de beste hulp en zorg te verlenen. In de GGZ en
verslavingszorg gaat het daarbij vaak om kwetsbare mensen die zelf niet in staat zijn om
gezonde en overwogen keuzes te maken.
Iedere euro uit de kas van de Zorgverzekeringswet en de AWBZ zou ten goede moeten komen aan
deze maatschappelijke opdracht. Maar onder het huidige stelsel is dat onmogelijk: instellingen
zijn gedwongen geld te reserveren in risicovoorzieningen. Een financiële buffer opbouwen is
noodzakelijk om de risico’s die de marktwerking met zich meebrengt af te dekken. Hoe kunnen
instellingen anders de infrastructuur en continuïteit van zorg veilig stellen?
Kapitaalverstrekkers stellen eisen aan de minimale omvang van het eigen vermogen. Deze zijn
gebaseerd op wat in de vrije markt als norm geldt voor de afdekking van bedrijfsrisico’s. Maar
aan de andere kant worden financieel gezonde organisaties ‘gestraft’. Gemeentelijke financiers
stellen op hun beurt in de subsidievoorwaarden grenzen aan de omvang van het eigen vermogen.
Dat doen ze niet op grond van normen die in de financiële sector geldend zijn, maar op wat
zij als acceptabel zien. Een financieel gezonde organisatie wordt zo gemakkelijk als ‘te rijk’
bestempeld. Hier botst de ervaring van de vrije markt met wat in het publieke domein als
haalbaar wordt gezien. Maar laten we met elkaar vaststellen dat die rijkdom feitelijk dood geld
is: het kan niet besteed worden aan de zorg voor de patiënt.
homogeen veld wordt benaderd. Dat komt de kwaliteitsontwikkeling, en uiteindelijk ook de
kostenbeheersing, niet ten goede. De psychiatrie en verslavingszorg zijn andere vakgebieden
en in een andere fase van ontwikkeling dan bijvoorbeeld de algemene gezondheidszorg. Dat
gegeven vraagt om een gedifferentieerde benadering als we streven naar ontwikkeling van
de kwaliteit. Per sector moeten we de balans opmaken: wat zijn de nieuwste inzichten, wat
beschouwen we als ‘state of the art’, wat weten we wel en wat niet.
Een voorbeeld uit de praktijk van Bouman GGZ is het programma voor Intensief Beschermd
Wonen. Gedreven door de zorgvraag van een kwetsbare doelgroep is vanuit bestaande kennis
een innovatief zorgaanbod ontwikkeld. Innovatief én effectief: het functioneren en perspectief
van de patiënten is verbeterd. En deze aanpak is ook kosteneffectief gebleken: een verlaging
van kosten met meer dan 40%. Investeren in preventie levert eenzelfde effect op. Op basis van
de nieuwste wetenschappelijke inzichten en de empirie uit de behandelpraktijk kunnen betere
adviezen worden gegeven voor vroegtijdige interventies en begeleiding van kwetsbare jongeren.
Daarmee wordt latere gezondheids- en maatschappelijke schade beperkt.
Het kost geld om kennis bloot te leggen. Maar daar ligt wel het alternatief voor het huidige
zorgstelsel: investeren in kennis en innovaties. Dat stimuleert kwaliteit. En dat levert per saldo
ook een kostenbesparing op.
E.C.J.E. Czyzewski, voorzitter Raad van Bestuur
B.J.M. van de Wetering, Raad van Bestuur, psychiater
De stelselherziening is enige jaren geleden ingezet met een tweeledig doel: kostenbeheersing
en kwaliteitsbevordering. Maar de huidige marktprikkels blijken eerder een belemmering dan een
stimulans voor het bereiken van deze doelen. Naast de noodzaak om geld in risicovoorzieningen
vast te zetten, is een groot struikelblok in het huidige zorgstelsel dat de gezondheidszorg als
2
Jaarbericht 2009 | Voorwoord |
3
Inleiding
‘Het onderscheid tussen
verslavingszorg en GGZzorg is kunstmatig: alle
vormen van GGZ-zorg gaan
over mensen die hulp en
zorg nodig hebben, wat de
aanleiding ook is. Mensen
die hulp nodig hebben om
van hun verslaving af te
komen moeten die hulp snel
kunnen krijgen. Dat is een
opdracht aan instellingen
om dat snel en adequaat
en zonder bureaucratie te
kunnen leveren. Wat mij
betreft moet die hulp in de
eerste plaats op genezing zijn
gericht, dus het afkomen van
je verslaving.’
Mark Harbers
Lid Tweede Kamer VVD
4
Bescherming
van de kwetsbaren
Bouman
GGZ
ziet
een
belangrijke rol voor zichzelf
weggelegd in het bevorderen
van de bescherming van
kwetsbaren. Om nieuw leven
alle kansen te bieden op een
goede start, behandelt het
Meldpunt Zwanger & Verslaafd
van Bouman GGZ zwangere
vrouwen die moeite hebben te
stoppen met alcohol of drugs.
Samen met het Erasmus MC
en Bureau Jeugdzorg heeft
het Meldpunt bereikt dat er in
2009 in ieder geval 76 kinderen
gezond ter wereld zijn gekomen
en een stabiele gezinssituatie
hebben gekregen.
Het risico op problemen met alcohol, drugs en gokken verschilt van mens tot mens. Dit risico
wordt bepaald door het samenspel tussen genetische aanleg enerzijds en ervaringen en
omgevingsfactoren anderzijds. Het resultaat daarvan bepaalt de mate van kwetsbaarheid voor
het ontwikkelen van wat tegenwoordig in de vakliteratuur als een ‘stoornis in het gebruik van
middelen’ (Substance Use Disorder) wordt genoemd. Overmatige stress, zowel vroeg in het leven
als gedurende langere perioden later, vormt een belangrijke belastende omgevingsfactor in het
ontstaan van deze stoornissen.
Stoornissen in het gebruik van middelen worden onderscheiden in misbruik van middelen
en verslaving. Misbruik is minder ernstig dan verslaving en de behandeling ervan is minder
ingrijpend. Goede voorlichting kan al genoeg zijn om het patroon van gebruik te veranderen.
Bij verslaving zijn er zwaardere en vaak ook langer durende behandelingen nodig. De autonomie
van het individu is bij verslaving ernstiger aangetast dan bij misbruik.
Kwetsbaarheid en aantasting van de autonomie zijn kernbegrippen in de visie en het
behandelbeleid van Bouman GGZ. In onze opvatting zouden deze twee begrippen leidend moeten
zijn in het politieke debat en het beleid met betrekking tot alcohol, drugs en verslaving. Sterker
nog, op deze inzichten zouden we gezondheidspolitiek moeten bedrijven.
Bouman GGZ sluit zich dan ook aan bij het advies van de Commissie van de Donk, die
verbeteringen heeft voorgedragen voor het Nederlandse drugsbeleid. De commissie pleit in haar
rapport voor het tegengaan van het gebruik van drugs en alcohol door minderjarigen en het
beschermen van de kwetsbaren.
Voor sommige mensen brengt zelfs beperkt gebruik van alcohol of drugs ernstige risico’s met zich
mee. De luxe van gebruik die de één zich kan permitteren, schaadt de ander. Hoe daarmee om te
gaan is het maatschappelijk vraagstuk voor de toekomst.
Jaarbericht 2009 | Inleiding |
5
Naar een nieuw behandelmodel
Kwaliteit van zorg bovenaan het lijstje
‘In de GGZ worden belangrijke
stappen gezet om de bekostiging
beter te laten aansluiten bij de
geleverde zorg. Zorgverzekeraars
betalen graag voor goede
prestaties, terwijl slechte zorg
altijd te duur is. Daarom is het
essentieel dat er snel inzicht komt
in de kwaliteit van de geleverde
zorg. Dan kunnen er ook afspraken
gemaakt worden over kwaliteit en
prijs in relatie tot zorgzwaarte, wat
voor de verslavingszorg van groot
belang is.’
Pieter Hasekamp
Algemeen directeur
Zorgverzekeraars Nederland (ZN)
In 2001 presenteerde Bouman GGZ haar nieuwe visie op verslaving. Dit betekende een
paradigmaverschuiving die navolging heeft gevonden bij verschillende andere instellingen.
Voor Bouman GGZ was dit het startschot voor een decennium van innovatie. De grenzen van
gangbare inzichten en mogelijkheden van de traditionele verslavingszorg zijn bereikt. Met
behoud van het goede uit dit werkterrein en met gebruikmaking van wetenschappelijke kennis
uit genetica, hersenonderzoek, neurowetenschappen en de algemene psychiatrie is het tijd
nieuwe kaders te definiëren voor onderzoek naar en behandeling van verslaving. Dit heeft
geleid tot een heroriëntatie op ons behandelmodel. Niet de enkelvoudige verslavingsstoornis
vormt het uitgangspunt, maar comorbiditeit op basis van de individuele- biologisch bepaaldekwetsbaarheid voor psychische stoornissen. Verslavingsziekte komt immers niet alleen;
vrijwel altijd gaat deze gepaard met een andere psychische stoornis. Uitgangspunt van het
vernieuwen van het behandelmodel is de patiënt goede en transparante zorg te bieden, op
het juiste moment en in de juiste samenhang. Daarmee heeft Bouman GGZ over de hele linie
een kwalitatief sterker en breder behandelaanbod ontwikkeld. Een aanbod dat patiënten en
financiers meer houvast en transparantie geeft.
In het nieuwe behandelmodel krijgt een patiënt in één dagdeel een behandelvoorstel. Daarmee
heeft deze behandelfase het karakter van sneldiagnostiek voor de verslavingspsychiatrie. Dit
biedt de patiënt vooraf duidelijkheid over de inhoud en duur van de behandeling. Er wordt
doelgericht gewerkt aan het herstel, omdat vooraf het behandelperspectief wordt vastgesteld.
De patiënt weet op deze manier naar welk eindresultaat wordt toegewerkt.
De behandeltracés vormen de kern van het nieuwe behandelmodel. Behandeltracés zijn
vaste combinaties van behandelinterventies bedoeld voor specifieke groepen patiënten.
Zij onderscheiden zich van elkaar doordat ieder behandeltracé een bepaald type zorg
vertegenwoordigt in termen van behandelintensiteit, behandelduur en setting waarin de
behandeling plaatsvindt. In de praktijk betekent dit, dat een patiënt op basis van een
vooraf gestelde globale diagnose doorstroomt naar één van de behandeltracés.››
6
Jaarbericht 2009 | Naar een nieuw behandelmodel |
7
Naar welk tracé iemand gaat is afhankelijk van de ernst van de
verslaving en de daarmee gepaard gaande psychische problematiek.
Daarnaast wordt gekeken naar de mogelijkheid van herstel van
autonomie van de patiënt.
De veranderingen in het zorgstelsel noodzaken tot transparantie in
de inhoud en kosten van het zorgaanbod. Het nieuwe behandelmodel
van Bouman GGZ biedt deze transparantie. Door per patiëntgroep
gedetailleerd te beschrijven op welke wijze de behandeling plaats vindt
en uit welke onderdelen de behandeling bestaat, ontstaat inzicht in de
zorg die wordt verleend.
Het nieuwe behandelmodel zal in 2010 stapsgewijs worden ingevoerd.
Bouman GGZ heeft de ambitie om de beste behandelingen – de juiste
prijs- en kwaliteitmix – te bieden, toegesneden op de individuele
patiënt. Passende zorg, doelmatige zorg en tevredenheid van patiënt en
hulpverlener staan hierbij centraal.
8
De zes principes
van het nieuwe
behandelmodel:
1snelle start
2integrale aanpak
3helder einddoel en
tussentijds evalueren
4individueel maatwerk
binnen standaarden
5hulp bieden en
empowerment
6bedrijfsmatige opzet
van de inhoud
Jaarbericht 2009 | Naar een nieuw behandelmodel |
9
Preventie
Van kennis naar norm
‘Wat ik oprecht waardeer in
Bouman GGZ, is dat ze een
partner is in het bestrijden
van problemen. Gemeente
en Bouman GGZ kunnen
elkaar zo versterken en meer
meters maken. Dat heeft
resultaat op individueel
niveau, maar ook in de
stad merken mensen dat.
Of dat nu gaat om de
opvang van verslaafde daken thuislozen, of om het
vroegtijdig signaleren van
alcohol- en softdrugsgebruik
onder jongeren in de
jeugdpolikliniek.’
Jantine Kriens
Wethouder Rotterdam
Volksgezondheid, welzijn
en maatschappelijke
opvang
10
Preventie heeft in de landelijke en gemeentelijke politiek volle aandacht. Preventie speelt
namelijk een cruciale rol bij gezondheidsbevordering. De middelenproblematiek in onze
samenleving is groot. De vraag naar preventieve interventies neemt dan ook toe. Op basis
van verworven kennis en de empirie uit de behandelpraktijk zijn wij in staat om betere en
gerichte preventie te bieden. Hiermee kunnen we gezondheidswinst boeken die we bereiken
door problemen te voorkomen en eerder in te grijpen, maar ook de maatschappij lasten op
langere termijn te besparen. Helaas constateert Bouman GGZ dat de financiering van preventie
onder druk staat. Hoewel de maatschappelijke waarde wordt erkend, wordt deze onvoldoende
gehonoreerd in de praktijk.
Bouman GGZ ziet een gebrek aan daadkracht, een aarzeling om te durven optreden. Waarom
staan ouders toe dat hun kinderen ieder weekend dronken thuiskomen na het uitgaan of soms
al met alcohol op de deur uitgaan? Waarom durven we zwangere vrouwen niet aan te spreken op
hun alcoholgebruik? Hoe kan het zo zijn dat we in Nederland steeds toleranter zijn geworden
als het gaat om het gebruik van alcohol en drugs? Met de kennis die wij hebben over de
gezondheidsschade die middelengebruik kan aanrichten, moeten wij nieuwe normen durven
te stellen in onze preventieboodschap. Maar met alleen het stellen van normen zijn we er
niet. Zolang in de sportkantines de biertap onbeperkt blijft stromen om zo de tekorten van de
sportverenigingen te dekken, blijft het bij een loze boodschap. Een cultuuromslag, dat is wat we
nodig hebben.
Sommige mensen zijn kwetsbaarder dan anderen en lopen een groter risico om een verslaving te
ontwikkelen. Mensen die een genetisch bepaalde aanleg hebben, traumatische levenservaringen
hebben of al kampen met een psychische stoornis of een licht verstandelijke handicap behoren
tot deze bijzondere risicogroepen. Daarnaast spelen de sociale omgeving en de omstandigheden
waarin iemand verkeert een belangrijke rol. Stress blijkt hierin een prominente rol te spelen.››
Jaarbericht 2009 | Preventie |
11
Iedere levensfase kent eigen risico’s en problemen. Comazuipen, binge drinken en indrinken
zijn verontrustende signalen over jongeren en hun alcoholgebruik. Daarmee is Nederland ook
koploper in Europa. Geen resultaat om trots op te zijn, want het gebruik van alcohol en drugs
op jonge leeftijd brengt veel gezondheidsrisico’s en maatschappelijke problemen met zich mee
op langere termijn. Tijdig signaleren en vroeg ingrijpen is essentieel. We wachten niet tot
jongeren komen, maar zoeken ze op in hun eigen omgeving. Dit doen wij bijvoorbeeld door onze
aanpak op verschillende ROC’s waar preventie zich uitstrekt van voorlichting tot kortdurende
interventies. Ook spelen we in op ontwikkelingen in de stad zoals de samenwerking met de
wijkscholen die in 2009 zijn opgericht.
Stress, prestatiedruk en een veeleisende samenleving kunnen ervoor zorgen dat volwassenen
eerder grijpen naar alcohol of drugs om goed te blijven presteren of problemen te vergeten. Om
deze volwassenen op een laagdrempelige manier (weer) grip te laten krijgen op hun gebruik en
gedrag, heeft Bouman GGZ in 2009 een online training ontwikkeld genaamd www.cannabisenik.nl
De training is bedoeld voor mensen die willen minderen of stoppen met hun cannabisgebruik en
volgt op de succesvolle website www.alcoholenik.nl die in 2008 is ontwikkeld door Bouman GGZ.
Ook bij ouderen zien we een toename van problemen met drankgebruik en slaap- en
kalmeringsmiddelen met name door eenzaamheid en sociaal isolement. Dit is echter een
doelgroep die net als allochtonen en licht verstandelijk gehandicapten op dit moment nog
onvoldoende wordt bereikt. Voor 2010 ligt de uitdaging voor Bouman GGZ in het ontwikkelen
van een betere aanpak voor deze doelgroepen.
12
Jaarbericht 2009 | Preventie |
13
Jeugd en Gezin
‘Drugs- en alcoholgebruik
door jongeren is een
toenemend probleem. Het
is goed dat Bouman GGZ
zich niet alleen richt op het
afbouwen van het gebruik,
maar ook de onderliggende
problematiek in kaart brengt
en deze samen met de
jongeren aanpakt.’
Ine Aasted Madsen
Lid Tweede Kamer CDA
Bouman GGZ maakt zich ernstig zorgen over het alcohol- en drugsgebruik onder kinderen en
jongeren. Zij starten op steeds jongere leeftijd met middelengebruik en gebruiken ook steeds
vaker en steeds meer. We weten dat dit gebruik van alcohol of drugs kan leiden tot schade aan
de hersenen. Aangezien de hersenen bij jongeren nog niet zijn volgroeid, zijn de schadelijke
effecten groter. En naarmate er meer wordt gebruikt nemen de risico’s toe. Sommige jongeren
hebben een verhoogde kwetsbaarheid om afhankelijk te raken van middelen. Voor hen is
middelengebruik als spelen met vuur.
De jeugdpolikliniek van Bouman GGZ bestond in 2009 één jaar. De eerste ervaringen hebben
ons geschokt. Waar wij dachten dat het bij jongeren hoofdzakelijk zou gaan om misbruik van
middelen, blijkt in de praktijk dat de overgrote meerderheid al verslaafd is aan één of zelfs
meerdere middelen. Naast de problematiek met middelen, blijkt meestal sprake te zijn van
andere psychische problemen. Bij 80% is sprake van (ernstige) problemen in het gezin.
Ook blijkt dat 20% van de jongeren al eens in aanraking is geweest met Justitie.
Uit dossieronderzoek onder onze jonge patiënten blijkt dat er sprake is van overdracht van
problematische situaties van generatie op generatie. Bij 55% komt ook misbruik van middelen
of verslaving bij de ouders voor. Kijken we naar de naaste familie dan ligt het percentage
zelfs op 75%. Dit noemen we transgenerationele overdracht. Daarom kiest Bouman GGZ voor
een systeemgerichte aanpak, waarbij niet alleen naar de jeugdige zelf wordt gekeken, maar
naar zijn gehele omgeving. Vaak wordt hierbij het intensieve behandelprogramma MDFT
(MultiDimensionele FamilieTherapie) ingezet.
Ook merken wij dat er grote behoefte is aan een zorgaanbod voor zwerfjongeren. Alleen al
Rotterdam telt zo’n 1000 zwerfjongeren. Als eerste stap is in 2009 het jeugdveldwerk van
Bouman GGZ van start gegaan. Ook hier komen wij ernstig beschadigde jongeren tegen. Het
gaat om jongeren met volwassen problemen; ondanks de leeftijd te vergelijken met volwassen
zorgmijders. Er is sprake van verweven problematiek. Verslaving, veelal in combinatie met
andere psychische problematiek, is niet hun enige probleem.››
14
Jaarbericht 2009 | Jeugd en Gezin |
15
Zij kampen vaak met schulden, hebben geen huisvesting en inkomen en hebben een gebrekkig
sociaal netwerk. Ook wordt deze doelgroep vaak geassocieerd met overlast en criminaliteit.
We hebben deze jongeren steeds beter in beeld, maar om hen toe te leiden naar zorg is grote
inspanning noodzakelijk. Daarom wordt in 2010 het jeugdveldwerk fors uitgebreid.
Ervaringen in de praktijk leren dat het bestaande aanbod voor jongeren met een
middelenprobleem onvoldoende is. Er is een gebrek aan voorzieningen die jongeren een veilige
omgeving bieden om te werken aan herstel of die een tussenstation vormen voordat zij de stap
naar zelfstandigheid kunnen maken. Dit vraagt om de wil en de durf te investeren. Ook in onze
behandelaanpak zetten wij in 2010 stappen vooruit. Bouman GGZ kijkt verder dan het individu:
het gaat om investeren in jeugd, gezinnen en buurten. Het doorbreken van de spiraal van de
transgenerationele problematiek is daarbij een noodzakelijke voorwaarde.
16
Jaarbericht 2009 | Jeugd en Gezin |
17
Ik kom naar huis
Gezondheidswinst en maatschappelijke winst hand in hand
‘Veel mensen hebben last van
verslaafden en daklozen omdat
zij overlast veroorzaken. Dat
moet stoppen, vinden zij. Daar
ben ik het helemaal mee eens.
Maar belangrijker vind ik dat er
hulp wordt geboden, perspectief
aan mensen die anders geen
toekomst meer hebben. Ik ben
blij dat Bouman GGZ vanuit
deze visie werkt!’
Aaike Kamsteeg
Wethouder zorg Dordrecht
In het maatschappelijk debat wordt verslavings- en psychische problematiek vaak gekoppeld aan
overlast(bestrijding). Dat de zorgcomponent onmisbaar is, blijkt uit het succes van het Rotterdamse
Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang I, waar Bouman GGZ een grote bijdrage aan heeft geleverd.
Het plan met het doel om 2900 dak- en thuislozen van de straat te krijgen, bleek niet alleen
ambitieus, maar ook haalbaar.
De kern van de inzet van Bouman GGZ is het concept voor Intensief
Beschermd Wonen, een geïntegreerde aanpak van vinden en binden,
behandelen, wonen en werken. Die combinatie bleek de sleutel tot
succes. De doelgroep ervaart nu een veel hogere kwaliteit van leven
en zorgt nog nauwelijks voor overlast. Zij nemen weer deel aan onze
samenleving, in plaats van dolend over straat zichzelf en de stad schade
te berokkenen. Om een serieus vervolg te geven aan het aspect ‘werken’
pleit Bouman GGZ voor emancipatie door normalisatie. In plaats van het
aanbieden van dagbestedingen, zijn deze mensen gebaat bij werk onder
begeleiding of in een beschermde omgeving met een dienstverband
waarin ze werken voor een salaris. Dat benadrukt veel meer het gevoel
een nuttige bijdrage te leveren en het geeft hen zelfrespect. Als we dat
hebben bereikt, dan praten we pas echt over volwaardige deelname aan
de maatschappij.
Het IBW-programma is een prachtig voorbeeld van buiten de kaders
denken, door de verschillende financieringsstromen heen. Daarbij niet
gehinderd door de verkokering van het zorgstelsel, maar gedreven door
de zorgvraag van de patiënt.
18
Evaluatie
IBW-programma
In 2009 is ons IBW-programma
geëvalueerd. De conclusie is
dat de kwaliteit van leven
van onze doelgroep enorm
is verbeterd. Die verbetering
gaat samen met een forse
maatschappelijke winst.
Tegenover de toegekomen
kosten ten laste van de AWBZ,
staan besparingen voor de
gemeente, politie en justitie en
de zorgverzekeraars. Per saldo
levert dit een forse daling van
de maatschappelijke kosten op
van tenminste 40%.
Jaarbericht 2009 | Ik kom naar huis |
19
Veiligheid
Belangrijke bijdrage van zorg aan veiligheid
‘Als in een buurt een voorziening
komt voor de zogenaamde
veelplegers, vrezen de omwonenden
al snel dat dit overlast zal
geven. Vaak wordt gedacht dat
een dergelijke voorziening zich kan
ontwikkelen tot een rovershol
waar - zo is het grote schrikbeeld
- op straat dealers hun verdovende
middelen verkopen aan de verslaafde
veelplegers. Deze vrees is volstrekt
onterecht. Ik heb vastgesteld dat
wanneer veelplegers die na een
lange historie van hulpverlening
en straf eenmaal een dak boven
hun hoofd hebben, dagstructuur
krijgen aangeboden en hun
verslavingsprobleem wordt aangepakt,
zij zich over het algemeen goed
ontwikkelen. En als stok achter de
deur: valt een veelpleger toch terug
in zijn criminele gedrag, dan wordt
dit beloond met een dubbel zo hoge
gevangenisstraf!’
Teun Visscher
Korpschef Zuid-Holland-Zuid
20
Mensen die kampen met een verslaving - meestal gecombineerd met een psychische aandoening
- verliezen in belangrijke mate hun autonomie. De normvervaging en het delictgedrag dat we bij
verslaafde justitiabelen zien, is inherent aan de verslavingsziekte. Die verslaving mag geen excuus
zijn voor het gedrag van justitiabelen, maar het benadrukt wel het belang van adequate behandeling.
Sinds 2008 koopt Justitie zelf forensische zorg in. Om de recidivecijfers terug te brengen, wordt meer
gebruik gemaakt van voorwaardelijke straffen en voorwaardelijke invrijheidsstellingen, gekoppeld
aan de inzet van forensische zorg. In het verlengde hiervan is een landelijk dekkend systeem van
Veiligheidshuizen opgezet. Regionaal gezien gaf dat een belangrijke impuls voor de samenwerking.
De Veiligheidshuizen werken aan een op de individu gerichte inzet van hulpverlening met justitiële
stokken achter de deur. Deze combinatie van repressie en zorg leidt tot goede resultaten.
Een groot deel van de chronische patiënten van Bouman GGZ heeft contact met justitie. Daarnaast
hebben wij op het gebied van verslavingsreclassering ruime ervaring. Het ontwikkelen van een
forensisch zorgaanbod is dan ook een logische stap. In 2009 is de forensische zorg stevig verankerd
in de organisatie. Zo is er klinisch en poliklinisch forensische capaciteit vrijgemaakt. Een forensisch
verslavings ACT-team behandelt zorgmijdende patiënten met extreme problematiek en een hoog
recidiverisico.
Continuïteit van zorg is essentieel om bij deze doelgroep effect te sorteren. Een langdurige en
indringende behandeling bij deze ernstige en vaak chronische problematiek lijkt succesvol te zijn.
De forensische plaatsen voor intensief beschermd wonen (IBW) zijn dan ook als waardevolle schakel
toegevoegd om langdurige zorg aan justitiabelen te kunnen bieden.
Door kwalitatief goede zorg te bieden, wil Bouman GGZ bereiken dat justitiabelen weer een sociaalmaatschappelijk geaccepteerde positie herwinnen, zonder delictgedrag. Hiermee doen wij niet
alleen recht aan de zorg die zij nodig hebben, maar leveren we ook een belangrijke bijdrage aan de
veiligheid van de maatschappij.
Jaarbericht 2009 | Veiligheid |
21
Kengetallen 2009
Zorg
Aantal uniek behandelde patiënten
Aantal verpleegdagen
Aantal poliklinische verrichtingen
Aantal verzorgingsdagen of begeleid wonen dagen
Aantal plaatsen in klinieken inclusief deeltijd
Aantal IBW plaatsen
10.211
102.102
229.123
54.236
311
151
Organisatie
Aantal medewerkers in dienst 1048 medewerkers (911,88 FTE)
Ziekteverzuim
5,69%
Opleidingen
144 stagiaires
55 leerling-verpleegkundige mbo en hbo, verzorgende en helpende in opleiding
40 agogen, SPW, SPH, MWD in opleiding
13 psychologen in opleiding tot GZ psycholoog
6 verpleegkundigen in opleiding tot verpleegkundig specialist
1 psychiater in opleiding
1 GZ psycholoog in opleiding tot klinisch psycholoog
Financiën
Totale omzet Bouman GGZ
Omzet gemeentelijk (totaal)
Omzet ZVW
Omzet AWBZ
Omzet Justitie
Omzet Reclassering
22
€73.638.256
€15.479.711
€38.390.387
€ 7.654.510
€ 5.355.851
€ 5.168.908
Jaarbericht 2009 | Kengetallen 2009 |
23
Max Euwelaan 1 | Rotterdam
Postbus 8549 | 3009 AM Rotterdam
Tel. 010-272 33 00
Fax 010-272 33 90
[email protected]
www.boumanggz.nl
Download