SPEECH DIRECTEUR-GENERAAL BAS VAN DEN DUNGEN, 13 november 2015 Beste mensen, Van alle mensen in Nederland die ziek zijn, heeft bijna een kwart psychische klachten. Van alle mensen met psychische aandoeningen heeft 80 procent geen betaald werk. De kranten berichten over verwarde mensen op straat. En ongeveer een miljoen Nederlanders gebruiken antidepressiva. We hebben de GGZ in Nederland ongelooflijk hard nodig! Maar patiënten in de GGZ zijn niet ‘anders’ dan patiënten in de somatische zorg, ook al hebben ze andere klachten. Dat is ook het uitgangspunt van een volwaardige plek voor de GGZ in de Zorgverzekeringswet. Ook in de GGZ willen mensen weten hoeveel kans op verbetering ze hebben als ze aan een behandeling beginnen. Die informatie moet er zijn. Ook in de GGZ willen mensen weten welke therapeut en welke therapie het meest geschikt is in hun situatie. Welke behandelopties er zijn. Running therapy kan bij je passen als je sportief bent. Maar een moeder met jonge kinderen wil misschien liever medicijnen om zo snel mogelijk op de been te zijn. Iemand met een sterk netwerk in een fijne buurt kan misschien thuis behandeld worden voor een psychose, terwijl iemand die helemaal alleen is, liever wordt opgenomen. Iedereen is anders. Ik ben ontzettend blij dat u werk maakt van die helderheid. Die nodig is om keuzes te maken, om samen te beslissen. Het komende jaar zal daarin cruciaal zijn. Heel belangrijk voor patiënten. Maar ook voor de zorgverzekeraar. We willen allemaal dat de verzekeraar zorg inkoopt op kwaliteit. Laat die kwaliteit dus zien. Ik geloof dat de GGZ daar alleen maar beter van zal worden. Kwaliteit meten betekent: kwaliteit verbeteren. Bij darmkankerchirurgie is de operatiesterfte met een kwart gedaald sinds chirurgen hun resultaten met elkaar delen. Ja, maar dat is chirurgie, zegt u nu misschien. Maar ik denk dat openheid van zaken ook in de GGZ zal leiden tot kwaliteitsverbetering. Je leert van elkaar, je blijft scherp, je houdt je methode nog eens tegen het licht. Doe ik het wel goed? Of kan het beter? Ook tijdens de behandeling: boeken we nog vooruitgang? Kan deze patiënt nu zelf weer verder? Kan de POH GGZ het overnemen? Het Engelse model is een goed voorbeeld. Daarmee kun je de bekostiging zo inrichten dat zorg op basis van zorgstandaarden wordt vergoed. Een mooie stap op de goede weg. In dat model kan heel goed worden gekeken naar de kenmerken van de patiënt. Om te bepalen welke soort behandeling en hoe lang. Dat inzicht is ook belangrijk voor de verzekeraar. En het kan nu geregeld worden zonder de privacy van patiënten aan te tasten. U heeft daar een belangrijke rol in gespeeld. Beste mensen, ik zie heel veel beweging in de GGZ. En u werkt hard aan uw Agenda voor de toekomst. Een toekomst waarin we meer ouderen zullen hebben, meer chronisch zieken. En tegelijkertijd: mondige patiënten voor wie het de normaalste zaak van de wereld is om thuis en op het werk gebruik te maken van internet, apps, wearables en games. Mensen die willen meedoen, die het liefst aan het werk willen blijven. Ook als ze ziek zijn, of dat nou lichamelijk van aard is of psychisch. En deze ontwikkeling, die natuurlijk al lang bezig is, zal enorme impact hebben op de gezondheidszorg. Ik verwacht een Toekomstagenda waarin dit zichtbaar is. Hoe gaat u die mondige patiënt van informatie voorzien. Hoe gaat u vorm geven aan samen beslissen? Want dat vraagt bij elke patiënt een andere benadering. De een heeft genoeg aan een gesprek. De ander wil thuis nog eens alles nakijken in een filmpje. Hoe gaat u mensen, die gewend zijn om online boodschappen te doen en zelf hun vakantie te boeken, dezelfde service bieden in de GGZ? Wat gaat u doen met gaming? Een geweldige kans om mensen te laten werken aan hun eigen gezondheid. Hoe komt u tegemoet aan de wens van mensen om zo lang mogelijk zelfredzaam te zijn, in hun eigen omgeving? Dat vraagt een heel andere aanpak. Zorg in netwerken. Opschalen als het nodig is, maar ook terug naar zelfredzaamheid zodra dat kan. Met de huisarts, de POH-GGZ en anderen in de Eerstelijn, met buren, familie, vrienden. En als het gaat om mensen die mogelijk een bedreiging zijn voor hun eigen veiligheid en die van anderen, komt daar voor u ook de samenwerking met politie en justitie bij. Steeds kijken wat voor die ene man of vrouw nodig is. Soms kan dat een gedwongen behandeling zijn. Dat is moeilijk en ingrijpend maar soms onvermijdelijk. Ik hoop dan ook dat we niet lang meer hoeven te wachten op de Wet Verplichte GGZ, die echt een verbetering is ten opzichte van de BOPZ. Tot slot, beste mensen. Er is veel te doen en te regelen. Laten we daarbij waken voor de grote valkuil in de zorg en dat is dat u ’s avonds thuis bij een lichtje nog over de papieren gebogen zit. Daarvoor zit u niet in het vak. U bent er voor de patiënt. En regels, formulieren en registraties zijn belangrijk. Voor kwaliteit, voor informatie aan de patiënt en de verzekeraar. Voor goede besteding van de euro’s. Maar als u door de bomen het bos niet meer ziet, dan moet er wat gebeuren. Ik zou graag zien dat sneller zicht op de uitgaven in de GGZ gecombineerd kan worden met een productstructuur die waardevolle informatie geeft aan de verzekeraar. En dat we tegelijkertijd van de gelegenheid gebruik maken om de administratieve lasten te verminderen. Ik hoop dat u daarbij een voorbeeld neemt aan de huisartsen. Daar is jarenlang gepraat over regeldruk. Iedereen wist precies welke regeldruk door anderen moest worden afgeschaft. Maar regeldruk komt van alle partijen, van VWS, van de sector, verzekeraars, wetenschappelijke verenigingen, beroepsorganisaties. Afgelopen zomer gingen de huisartsen om tafel met verzekeraars, met de Nederlandse Zorg Autoriteit, met de Autoriteit Consument en Markt, met patiënten, met VWS. Niet vanuit de schuttersputjes, maar voor een goed gesprek. Waar lopen we tegenaan? Waarom is dat zo? Is die regel nog nodig? Heeft dit formulier nog zin? Is deze indicator relevant voor de patiënt? Zo’n traject is niet eenvoudig en heel tijdrovend. Het is ook niet klaar, je moet blijven opruimen en opschonen. Maar het heeft een aanzienlijke, merkbare verbetering gebracht voor de huisartsen. U kunt dat ook doen, en als het nodig is dan schuiven wij aan. 2 En dat is eigenlijk een heel praktische aanpak, waarbij je niet in systemen blijft hangen en niet blijft vingerwijzen, maar simpelweg kijkt: Wat kan ik doen om het beter te maken voor de patiënt? Die informatie wil over kwaliteit, die gefundeerd wil kunnen kiezen voor een behandeling, samen met u. Die beter wil worden, of in elk geval zo zelfstandig en gelukkig mogelijk wil kunnen leven. Ik wens u een mooie bijeenkomst en heel veel inspiratie bij het vaststellen van uw Agenda voor de toekomst! 3