protocol herfstkinderen

advertisement
Augustus 2015
Protocol overgang kleuters naar groep 2 en groep 3 op de Josephschool
De wet op het Primair Onderwijs regelt onder meer dat leerlingen in acht aaneengesloten jaren het
basisonderwijs moeten kunnen voltooien.
Sommige leerlingen zullen maar anderhalf jaar in de kleutergroep verblijven, terwijl anderen
tweeënhalf jaar kunnen doen over de groepen 1 en 2.
Leerlingen die voor januari gestart zijn op school, zouden in principe aan het einde van het
schooljaar door moeten stromen naar groep 2 en een jaar later naar groep 3.
De leerlingen, geboren tussen augustus en januari stromen door, tenzij het voor hun ontwikkeling
beter is om voor leertijdverlenging in aanmerking komen. Hun cognitieve, motorische en sociaal
emotionele ontwikkeling is hiervoor bepalend en niet de geboortedatum en leeftijd.
We zijn van mening dat de school primair de ontwikkeling van de leerlingen als uitgangspunt moet
nemen bij de beslissingen over doorstroming en verlenging.
We hebben een kwaliteitskaart opgesteld die gericht is op het beoordelen van de ontwikkeling van
het kind. Op basis van de criteria van deze kaart kan de school kan besluiten een leerling wel of niet
te laten doorstromen naar de volgende groep.
OVERGANG GROEP 1-2
Zit een leerling in juni langer dan 6 onderwijsmaanden in groep 1, dan zal het kind na de
zomervakantie doorschuiven naar groep 2 ( ook aanwezig op de vrijdagochtend) als het voldoet aan
de criteria die genoemd staan op de kwaliteitskaart bij overgang groep 1 – 2.
Een leerling is een bespreekgeval als het kind onvoldoende scoort volgens deze criteria. Vlak voor de
herfstvakantie of kerstvakantie in het nieuwe schooljaar zal een mogelijke overgang naar groep 2
nogmaals bekeken worden en kan de kleuter eventueel mee gaan draaien met groep 2 op de
vrijdagochtend.
OVERGANG GROEP 2-3
Uit het doorschuiven naar groep 2 mag niet de conclusie worden getrokken dat de leerling over een
jaar vervolgens ook automatisch doorschuift naar groep 3. De ontwikkeling moet opnieuw gewogen
worden. Gedurende het tweede schooljaar zal het kind zich blijvend positief moeten ontwikkelen
m.b.t. de eerder genoemde ontwikkelingsgebieden.
In oktober na het invullen van het ontwikkelingsvolgmodel KIJK, wordt in overleg met de intern
begeleidster gekeken voor welke leerlingen eventueel een handelingsplan moet worden opgesteld.
Zo nodig kan de intern begeleidster observaties in de klas uitvoeren.
Bij de 10-minuten gesprekken in november worden de ouders op de hoogte gebracht van de
vorderingen van hun kind en over een voorlopig besluit over een mogelijke overgang naar groep 3
aan het eind van het schooljaar.
In januari en februari van dat jaar vinden de toetsen Taal voor Kleuters M2 en Ordenen M2 plaats.
Voor leerlingen die Cito C-D-E scoren op deze toetsen wordt een handelingsplan opgesteld en die
leerlingen worden besproken in de leerling-bespreking met de intern begeleidster.
In de maand mei/juni wordt definitief besloten of een leerling doorgaat naar groep 3.
De leerling moeten dan voldoen aan de criteria die staan beschreven op de kwaliteitskaart bij
overgang 2 - 3
Een leerling is een bespreekgeval als het onvoldoende scoort op één of meer van de beschreven
criteria van de kwaliteitskaart.
Er worden dan vervolgstappen ondernomen die staan beschreven op deze kwaliteitskaart.
Ook het effect van de tot dan toe gegeven extra hulp speelt een belangrijke rol in de afweging.
Vervolgens zal alsnog bekeken worden of het haalbaar is of het kind in de volgende groep ( 2 of 3 )
zou kunnen functioneren. Is dit niet het geval, dan wordt overgegaan tot leertijdverlenging.
pag. 1
We gaan er van uit dat een leerling zoveel mogelijk items van de ontwikkelingsgebieden zou moeten
beheersen om naar groep 2 of 3 te kunnen. Daarbij wegen het hebben van een achterstand bij de
leesvoorbereidende onderdelen, het werkhoudinggebied en het sociaal/emotionele gebied
zwaarder dan bij de andere gebieden.
We streven ernaar als verlenging nodig is, dit in een zo vroeg mogelijk stadium te laten plaatsvinden
(onderbouw). Een goede basis (op het gebied van schoolse vaardigheden) is belangrijk voor een
optimale verdere ontwikkeling van het kind.
Kinderen met leertijdverlenging worden in hun verlengingsjaar in elk geval in de eerste leerling
bespreking besproken. Bekeken zal dan worden of met het oog op een doorgaande ontwikkeling een
handelingsplan noodzakelijk is om de voorsprong op de nieuwe groep 2 te behouden.
De procedure van leertijdverlenging naar de ouders toe:






In groep 1 vindt een gesprek met de ouders plaats als de leerkracht zich zorgen maakt over de
ontwikkeling van het kind, omdat het onvoldoende scoort op één of meerdere criteria van de
kwaliteitskaart.
Als er vroegtijdig gedacht wordt aan leertijdverlenging dan wordt dit in het eerste 10 minuten
gesprek van november met de ouders besproken
Bij het tweede 10 minuten gesprek(of eerder) in mei wordt de definitieve leertijdverlenging
besproken.
Voor kinderen, die leertijdverlenging krijgen, wordt indien nodig een handelingsplan(=H.P.)
gemaakt (in het schooljaar daarop).
Ouders kunnen bezwaar maken, maar de school bepaalt uiteindelijk of het kind wel of niet
doorgaat naar de volgende groep.
De directeur is eindverantwoordelijk.
pag. 2
Download