Protocol herfstkinderen Wettelijk Kader “De Wet Primair Onderwijs geeft aan dat een langer of korter verblijf in de kleutergroep gebaseerd moet zijn op de voortgang in de ontwikkeling van individuele kinderen. Het uitgangspunt is de continue ontwikkeling van kinderen. Concreet betekent dit dat het schoolloopbaanvervolg van de oktober/ november/ december kinderen (ook wel “herfstkinderen” genoemd) beargumenteerd moet worden verantwoord.” Het is aan de school om criteria vast te stellen die gericht zijn op het vaststellen van hun ontwikkeling. Hiermee vervalt de datum van 1 oktober als richtlijn bij de overgang. Wie zijn de herfstkinderen? Dat zijn kinderen die geboren zijn in de maanden oktober, november of december. Bij de herfstkinderen is het eerste schooljaar dus een onvolledig schooljaar! Het is de vraag of deze kinderen in dat onvolledige schooljaar voldoende vooruitgang boeken om naar de volgende leerstofjaargroep over te gaan. Dit betekent dat iedere leerkracht regelmatig voor de vraag komt te staan of een herfstkind nog in groep 1 moet blijven of dat het naar groep 2 kan gaan. De schoolloopbaan van een kind wordt niet bepaald door de ouders, niet door de inspectie maar door de school. De inspectie geeft aan dat elke school moet bevorderen dat de verblijfsduur van een leerling in het basisonderwijs 8 aaneengesloten jaren bedraagt. Het valt onder het beleid van de school welke leerlingen overgaan naar een volgende groep. De overgang van een leerling heeft niet zozeer te maken met leeftijd, maar met de ontwikkeling die de leerling heeft doorgemaakt. Voor ouders wordt inzichtelijk gemaakt hoe de school tot het inzicht over de schoolloopbaan van een kind is gekomen. Het advies van de school is bindend. Niet de leeftijd, maar het ontwikkelingsniveau en het ontwikkelingsverloop bepalen de schoolloopbaan van een kind. De school maakt gebruik van KIPPI vragenlijsten, het PRAVOO leerlingvolgsysteem, de LOOK lijsten en de CITO toetsen taal en rekenen voor kleuters. Aan de hand van deze gegevens zien wij het verloop van de ontwikkeling van het kind en bepalen aan de hand hiervan de verdere schoolloopbaan. Dit kan enerzijds betekenen dat er kleuters zijn die in december zijn geboren en genoeg hebben aan anderhalf jaar groep 1 en 2. Anderzijds kunnen er kleuters zijn die nog een jaar langer in de kleuterbouw blijven. Niet het doubleren is zinvol maar de functionele leertijdverlenging. Van kinderen die een functionele leertijdverlenging krijgen wordt de beginsituatie van de verschillende ontwikkelingsgebieden beschreven. Want leertijdverlenging heeft alleen zin als het functioneel is en als het vertrekpunt de beginsituatie van het kind is. Dus de beginsituatie is leidend voor het aanbod wat volgt in het nieuwe leerjaar. Afspraken worden op papier vastgelegd. De procedure m.b.t. de herfstkinderen staat hierna vermeld. Procedure m.b.t. herfstkinderen Een kind dat in oktober, november of december 4 jaar wordt, start in groep 1. Binnen 2 maanden: Om als school goed te kunnen inspelen op de ontwikkeling en leefwereld van nieuwe leerlingen, vragen wij de ouders bij de start van de leerling, een intakeformulier in te vullen: de KIPPI vragenlijst. De onderwerpen op dit formulier komen aan de orde tijdens een intake gesprek evenals de observatiepunten aanvangsverslag nieuwe kleuters dat ouders ingevuld hebben. Deze documenten worden toegevoegd aan het dossier van het kind. Januari: afnemen toetsen van het LVS, te weten CITO Taal en Rekenen voor kleuters M1. Omdat kinderen in groep 1 nog maar net op school zijn en voor het eerst worden getoetst, zal de leerkracht dit in een een op een situatie uit moeten kunnen voeren. Voor een doorstroom naar groep 2 achten wij minimaal een B score nodig. (In de analyse mag op onderdelen geen risicoscore zijn.) Februari: Invullen Pravoo observatielijst en afnemen LOOKlijsten. Maart: de groepsleerkracht beschrijft eigen observaties en de toetsresultaten die worden besproken in de leerling-besprekingen in maart. Daarna worden ouders van de betreffende kinderen voor een gesprek op school uitgenodigd en hierover geïnformeerd. Juni: De CITO toetsen van het LVS worden afgenomen, te weten Taal en Rekenen voor kleuters E1. Hat gaat hierbij om kinderen die eerder een C, D of E score hadden. We hanteren hierbij de zelfde criteria als in januari. In de leerling bespreking in juni wordt definitief de beslissing genomen of het kind doorgaat of een functionele leertijdverlenging krijgt. Het standpunt van de school wordt onderbouwd met toets- en observatiegegevens, alle gegevens worden met de ouders besproken. Het advies van de school is bindend. De leerkracht stelt vast welke onderwijsbehoeften het kind heeft, zodat het aanbod daar op afgestemd kan worden en het kind kan doorgaan met waar hij of zij gebleven is. Een “herfstkind” dat doorgaat naar groep 2 gaat niet vanzelfsprekend na een jaar over naar groep 3. Bij twijfel wordt er in groep 2 het 3-groep-rijpheidsprotocol afgenomen