De brief aan de gemeente te Laodicea. Openb.3:14-22 Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: Dit zegt Amen, de trouwe en betrouwbare getuige, het begin van Gods schepping: Ik weet wat u doet, hoe u niet koud bent en niet warm. Was u maar koud of warm! Maar nu u lauw bent in plaats van warm of koud, zal Ik u uitspuwen. U zegt dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets meer nodig hebt. U beseft niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt. Daarom raad Ik u aan: koop van Mij goud dat in het vuur gelouterd is, en u zult rijk zijn; witte kleren om u te kleden en uw naaktheid te bedekken, zodat u zich niet meer hoeft te schamen; zalf voor uw ogen, zodat u weer kunt zien. Iedereen die Ik liefheb wijs Ik terecht en bestraf Ik. Zet u dus volledig in en breek met het leven dat u nu leidt. Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenkomen, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij. Wie overwint zal samen met Mij op Mijn troon zitten, net zoals Ik Zelf overwonnen heb en samen met Mijn Vader op Zijn troon zit. Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. A: Introductie. Openb.3:14a Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea. Laodicea was een rijke stad die een centrum was voor bankieren, productie van zachte wol en medicijnen; de stad lag op een driesprong van drie belangrijke hoofdwegen, waardoor de plaatselijke economie grote welvaart kende. De stad was ook het juridische centrum van de omgeving, en er was ook een beroemde school waar medicijnen voor het behandelen van oogziekten ontwikkeld werden. De zwakke plek van de stad was het gebrek aan voorziening in drinkwater; een aquaduct bracht water uit de nabijgelegen steden Hierapolis (bekend om de warmwaterbronnen) en Kolosse (bekend om de koudwaterbronnen). B: De essentiële boodschap. Jezus gaf de prestigieuze en rijke gemeente van Laodicea de geweldige beloften van een intieme relatie met Hem en een positie in Zijn eeuwige koninkrijk gekoppeld aan goud, kleding en geestelijke openbaring. Maar om de vervulling van al deze beloften te kunnen ontvangen eiste Jezus dat zij zich vol ijver zouden bekeren van de lauwheid in hun relatie met Hem. Hun probleem was geestelijke verblinding en trots die leidde tot halfslachtigheid in hun liefde voor de Heer. Een van hun basisproblemen was dat zij de door God gegeven financiële zegen verkeerd interpreteerden, want de Heer zet financiële zegeningen vrij als onderdeel van het verbond dat Hij met Zijn volk gesloten heeft. In de Bijbel bestaat wel degelijk grote nadruk op de Goddelijke beloften van financiële zegeningen (Deut.28:1-14), maar wanneer de financiële rijkdom sneller groeit dan ons hart, ontstaat er een negatieve dynamiek in ons omgaan met financiële rijkdom. Deut.8:18 Nee, u moet beseffen dat het de HEER, uw God, is die u in staat stelt om die welvaart te verwerven, omdat Hij Zich wil houden aan wat Hij uw voorouders onder ede heeft beloofd, zoals Hij dat tot nu toe heeft gedaan. We moeten ervoor waken dat onze financiële welvaart geen hindernis wordt voor geestelijke rijkdommen in ons hart of voor onze hemelse schatten in de eeuwigheid. De gemeente in Smyrna was arm in financieel opzicht vanwege de vele vervolgingen, maar was enorm rijk in geestelijk opzicht (Openb.2:9); bij de gemeente in Laodicea was het tegenovergestelde het geval. 3 Joh.vs.2 Ik hoop dat het u in alle opzichten goed gaat en dat u gezond bent. Dat het uw ziel goed gaat weet ik. Voor een financieel welvarend persoon in een gerespecteerde positie is het moeilijker om binnen te gaan in het koninkrijk van God, d.w.z. binnen te gaan in het ervaren van het koninkrijk van God. Het vraagt namelijk veel tijd en energie om groei in door God gegeven geld en positie op een gezonde manier te handhaven, want het in beslag genomen worden door rijkdom en respect zorgt er gemakkelijk voor dat wij ons geestelijke leven verwaarlozen. De gelovigen in Laodicea spraken over hun financiële rijkdom zonder te spreken over hun 1 behoefte aan geestelijke diepgang; hun financiële welvaart leidde tot het verlies van hun honger naar Jezus. Dat hoeft niet noodzakelijk te gebeuren, maar meestal gebeurt dat wel tenzij iemand zorgvuldig is en ijverig de Heer blijft zoeken. In de westerse wereld is grote behoefte aan de boodschap van Jezus aan Laodicea, want er zijn vele rijke gelovigen en rijke gemeenten die geen geestelijke diepgang hebben, maar dat niet beseffen. Het is een zeldzaam verschijnsel om een gelovige te zien die veel geld heeft, maar toch zijn vurige liefde voor Jezus handhaaft. Matt.19:21-24 Jezus antwoordde hem: Als je volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zul je een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg Mij. Na dit antwoord ging de jongeman terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen. Jezus wendde Zich tot Zijn leerlingen: Ik verzeker jullie: slechts met grote moeite zal een rijke het koninkrijk van de hemel binnengaan. Ik zeg het jullie nog eens: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan. C: De openbaring van Jezus over Zichzelf. Openb.3:14 Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: Dit zegt Amen, de trouwe en betrouwbare getuige, het begin van Gods schepping. Deze beschrijving openbaart specifieke aspecten van de persoonlijkheid van Jezus en Zijn bediening; het benadrukt Zijn tedere zorg voor ons leven en Zijn interventie om ons te helpen dicht bij Hem te blijven en de vervulling van Zijn beloften te ontvangen. Het is opmerkelijk dat de hier genoemde aspecten in het geheel niet genoemd worden in de beschrijving van Jezus in Openb.1:12-18. De gemeente in Laodicea had blijkbaar nog toegevoegde openbaring over Jezus nodig om wakkergeschud te kunnen worden uit hun geestelijke passiviteit. C1) Jezus is de Amen. Het woord amen is een Hebreeuws woord dat 30 keer in het Oude Testament voorkomt en afstamt van het Hebreeuwse werkwoord ‘aman’ dat de betekenis heeft van bevestigen, geloven, vertrouwen, trouw zijn, ondersteunen. In het Grieks van het Nieuwe Testament is het woord amen letterlijk overgenomen uit het Hebreeuws, waardoor het een universele betekenis heeft gekregen. Het komt 152 keer voor in het Nieuwe Testament, maar wordt ook vaak vertaald met ‘voorwaar’ in de oude vertaling, wat in de nieuwe vertaling vertaald is met ‘ik verzeker jullie’. De waarachtige God in Jes.65:16 is in het Hebreeuws letterlijk de God van het amen. Het woord amen werd dan ook uitgesproken als bevestiging van de woorden van iemand anders; het werd uitgesproken wanneer iemand instemde met allerlei beloften en de gevolgen van een eed (Num.5:22, Deut.27:15-26, Neh.5:13). In Jer.11:5 wordt het woord amen vertaald met de woorden ‘Het is zoals U zegt, Heer.’ Omdat Jezus de Amen is, leeft Hij in volmaakte overeenstemming met Zijn Vader, en als hoofd van de gemeente vraagt Hij van ons dat wij met Hem overeenstemmen om zeker te zijn van de vervulling van Zijn beloften en het vrijzetten van Zijn zegeningen. We moeten onze relatie met Jezus bouwen op Zijn voorwaarden; we moeten de dingen op Zijn manier doen. Jezus is degene die instemt met God de Vader, en Hij vraagt van ons dat wij met Hem instemmen voor het realiseren van Zijn doelstellingen. Alle beloften van God zijn ja en amen; ze zijn ja omdat ze waar zijn, en ze zijn amen omdat wij ermee moeten instemmen. Gods beloften voor toename in zegen zijn een uitnodiging tot partnerschap met Hem, en niet onvoorwaardelijke garanties. 2Kor.1:19-20 De Zoon van God, Jezus Christus, …… was immers ook niet iemand die ja zei en nee bedoelde. Hij belichaamt het ja. In Hem worden alle beloften van God ingelost; en daarom is het ook door Hem dat wij amen zeggen, tot Gods eer. C2: Jezus is de trouwe en betrouwbare getuige. Deze eigenschap van Jezus werd door Johannes al in Openb.1:5 genoemd, en door Jezus Zelf tegen de gemeente van Filadelfia uitgesproken (Openb.3:7); en in de laatste strijd wordt Jezus als de Ruiter op een wit paard omschreven als trouw en betrouwbaar (Openb.19:11). Tenslotte zegt God de Vader vanaf Zijn troon, dat Hij alles nieuw zal maken, waarop direct 2 gezegd wordt dat deze woorden betrouwbaar en waar zijn (Openb.21:5). Wat Jezus zegt, is waar en het is betrouwbaar; wat Hij tegen de gemeente van Laodicea zei, was de waarheid in zowel positieve als negatieve zin. Hij openbaarde grote beloften in vers 18-21, maar Hij openbaarde ook negatieve waarheid over hun geestelijke problemen in vers 17-18. Jezus overdrijft nooit en ook vlijt Hij nooit, terwijl wij vaak de neiging hebben om het accent te leggen op óf de positieve óf de negatieve kant van de waarheid; Jezus weet altijd de perfecte balans te vinden tussen deze twee. C3: Jezus is het begin van Gods schepping. Jezus is het begin van de schepping, wat wil zeggen dat Hij de oorsprong en de bron van alles is (Joh.1:1-3); alle macht en autoriteit in de schepping begint bij Hem en is aan Hem ontleend (Kol.1:16-17, Openb.1:8, 21:6, 22:13). Hij is net als de Vader en de Heilige Geest de ongeschapen God, en er is nooit een tijd geweest dat Hij niet bestond. Dit was bedoeld om de gelovigen in Laodicea aan te sporen tot ijverige bekering in plaats van geïmponeerd te zijn door hun financiële rijkdom. Het is de Schepper van de aarde die tot hen spreekt, en Hij is degene aan wie al het zilver en goud op deze aarde toebehoort (Hag.2:8); dat betekent dat Hij in staat is om hen financieel te zegenen, maar ook dat Hij bij machte is hun financiële rijkdom weg te nemen. Vanwege hun geestelijke conditie kregen zij geen enkele bevestiging van betrouwbaarheid in het geloof, net als de gemeente in Sardes. D: Correctie vanwege compromissen. Openb.3:15-17 Ik weet wat u doet, hoe u niet koud bent en niet warm. Was u maar koud of warm! Maar nu u lauw bent in plaats van warm of koud, zal Ik u uitspuwen. U zegt dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets meer nodig hebt. U beseft niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt. Wanneer mensen geestelijk warm zijn, betekent het dat zij in vuur en vlam staan voor Jezus; wanneer zij geestelijk koud zijn, betekent het dat zij zich bewust zijn van hun geestelijke leegte. In het eerste geval leven zij in een goede relatie met Jezus, en in het laatste geval helemaal niet; maar wanneer zij koud zijn, weten ze tenminste dat ze in moeilijkheden zijn. Daardoor kunnen ze gemakkelijker tot bekering komen en hun relatie met Jezus vernieuwen; wanneer een persoon de leegte van zijn koude hart voelt, gaat hij gemakkelijker op zoek naar antwoorden. Jezus refereert in Zijn afkeuring van de gemeente in Laodicea aan de warmwaterbronnen die in de buurt van de stad uit de bodem warm water omhoog stuwden; maar tegelijkertijd met dit warme water kwamen er mineralen mee omhoog, waardoor dit water niet te drinken was, je werd er vreselijk misselijk van. Het feit dat Jezus spreekt over het uitspugen van deze gelovigen betekent niet dat Hij Zijn interesse in hen verloren had, maar dat Zijn hart pijn leed van bezorgdheid over hun geestelijke conditie. Jezus begreep wat zij moesten missen vanwege hun gebrekkige relatie met Hem, waardoor zij ook eeuwige mogelijkheden niet zouden kunnen benutten en daardoor ook beloningen in de eeuwigheid zouden missen. Bovendien citeerde Jezus de waarschuwing over oordelen zoals die in Lev.18 werden gegeven. Lev.18:24-28 Verontreinig jezelf niet door dergelijke dingen te doen. De volken die Ik voor jullie verdrijf hebben zich met al deze dingen verontreinigd, waardoor het land onrein werd. Vanwege de wandaden die er gepleegd zijn, heb Ik het land geteisterd, zodat het zijn inwoners is gaan uitbraken. Jullie echter moeten Mijn bepalingen en regels in ere houden, jullie mogen geen van deze gruwelen begaan. Dat geldt zowel voor geboren Israëlieten als voor de vreemdelingen die bij jullie wonen - de mensen die vóór jullie in het land woonden hebben al deze gruwelen bedreven, waardoor het land onrein werd - anders zal het land jullie uitbraken omdat jullie het verontreinigen, zoals het volk dat er voor jullie tijd woonde werd uitgebraakt. De gelovigen in Laodicea beschouwden zichzelf als rijk, maar ze begrepen niet dat hun hartsgesteldheid ten opzichte van hun financiële rijkdom hun relatie met Jezus ernstig beschadigde. Ze dachten dat ze alles hadden en dat ze niets meer nodig hadden in plaats van wanhopig te verlangen naar meer van God; dit spreekt van zelfgenoegzaamheid in het geestelijke leven, waarin afhankelijkheid van God niet meer nodig lijkt te zijn. Ze verlangden 3 misschien wel naar meer vuur voor Jezus, maar ze besloten om tot later te wachten met het zoeken naar verandering. Ze waren te trots om hun werkelijke conditie te zien, want ze waren vergiftigd door hun financiële zegeningen. Zelfgenoegzaamheid wordt vaak opgewekt door materiële overvloed met alle bijbehorende macht en welvaart en onafhankelijkheid. Maar waarin wij vandaag geestelijk groeien op hartsniveau en invloed van onze bediening, zijn we morgen vaak alweer kwijtgeraakt; door de jaren heen kan iemand krachtig groeien in invloed, maar de realiteit van zijn hart is vaak minder dan tien jaar geleden. Beslissingen op het gebied van onze levensstijl laten zien hoe wij voelen en denken over onze geestelijke conditie. Velen zeggen dat zij meer van Jezus nodig hebben, maar de manier waarop zij hun tijd en geld spenderen bewijst vaak het tegendeel; de investering van onze tijd en ons geld zegt veel over onze honger naar God. Openb.3:17b U beseft niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt. Jezus gebruikte vijf verschillende woorden om de geestelijke conditie van deze gelovigen in Laodicea te omschrijven. 1) ongelukkig - Paulus gebruikte hetzelfde Griekse woord in Rom.7:24 om zijn geestelijke conditie in een leven zonder de invloed van de Heilige Geest te beschrijven.; ze hadden wel de vreugde van de wereld maar niet de vreugde van de Heer. 2) armzalig - Paulus gebruikte hetzelfde Griekse woord in 1Kor.15:19, waar het vertaald wordt met het woord beklagenswaardig; geestelijke armoede leidt tot het verlies van honger naar het woord van God en een leven van vasten en gebed. Geestelijke honger is een teken van herstel van verlangen naar God. 3) berooid - geestelijke armoede is het tegenovergestelde van de arme van geest (Matt.5:3 in de NBG); veel gelovigen hebben weinig of geen saldo op hun eeuwige bankrekening, omdat zij niet arm van geest zijn, d.w.z. een leven van geestelijke afhankelijkheid. 4) blind - geestelijke blindheid is het tegenovergestelde van reinheid van hart waardoor wij God zullen zien (Matt.5:8); geestelijke blindheid spreekt van een gebrek aan geestelijke openbaring en inzicht in het karakter van God en Zijn bedoelingen met ons leven. 5) naakt - geestelijke naaktheid spreekt van het ontbreken van een geestelijke bedekking, waardoor wij allerlei beloningen in de vorm van geestelijke kleding in de eeuwigheid zullen moeten missen. Deze kleding spreekt van beloning voor onze liefde voor Jezus in dit leven. E: Aansporing tot een reactie. Openb.3:18-19 Daarom raad Ik u aan: koop van Mij goud dat in het vuur gelouterd is, en u zult rijk zijn; witte kleren om u te kleden en uw naaktheid te bedekken, zodat u zich niet meer hoeft te schamen; zalf voor uw ogen, zodat u weer kunt zien. Iedereen die Ik liefheb wijs Ik terecht en bestraf Ik. Zet u dus volledig in en breek met het leven dat u nu leidt. Jezus gaf de gelovigen in Laodicea drie aansporingen met beloften die elk een tijdelijke en een eeuwige toepassing hebben; Hij sprak niet over eeuwige redding maar over een nieuwe kwaliteit van relatie met God. E1: Goud dat in het vuur gelouterd is. Dit goud spreekt van een door God gevormd karakter dat ons rijk maakt in dit leven doordat ons hart zacht gemaakt wordt, zodat wij meer kunnen voelen van Gods liefde voor ons en ons verlangen naar Hem en waardoor Zijn gerechtigheid vergroot wordt. 1Petr.1:4-7 Er wacht u, die door Gods kracht wordt beschermd omdat u gelooft, in de hemel een onvergankelijke, ongerepte erfenis die nooit verwelkt. U ziet de redding tegemoet, die aan het einde van de tijd zeker geopenbaard zal worden. Verheug u hierover, ook al moet u nu tot uw verdriet nog een korte tijd allerlei beproevingen verduren. Zo kan de echtheid blijken van uw geloof - zoveel kostbaarder dan vergankelijk goud, dat toch ook in het vuur wordt getoetst - en zo verwerft u lof, eer en roem wanneer Jezus Christus zich zal openbaren. Gelouterd goud wordt niet gemakkelijk geproduceerd; er is vuur voor nodig om het goud te louteren van onzuivere bestanddelen. Goud moet eerst gedolven worden uit de aardbodem, en daarna in het vuur gesmolten worden; goud dat door het vuur gelouterd is heeft te maken met een kostbaar en pijnlijk proces om onzuivere bestanddelen te verwijderen. 4 Mal.3:1-3 Opeens zal Hij naar Zijn tempel komen, de Heer naar wie jullie uitzien, de Engel van het verbond naar wie jullie verlangen. Komen zal Hij, zegt de HEER van de hemelse machten. Wie zal die dag kunnen doorstaan? Wie zal overeind blijven wanneer Hij verschijnt? Hij is als het vuur van een smid, als het loog van een wolwasser. Hij zal zitting houden als iemand die zilver smelt en het zuivert; de zonen van Levi zal Hij zuiveren en zeven als goud en zilver, en dan zullen ze op de juiste wijze offeren aan de HEER. Het verwerven van geestelijk goud met al zijn rijkdom verwijst naar meer dan wat in ons hart kan leven in deze tijd. Het spreekt ook van eeuwig goud of een eeuwige schat die wij zullen ontvangen in de hemelse woningen, en het spreekt van kronen, kostbare kleding en nog veel meer. Goud is slechts één facet van onze eeuwige beloning, maar het is wel een echt facet; dit eeuwige goud wordt ons gegeven naar de mate van onze liefde en gehoorzaamheid. E2: Witte kleding om onze naaktheid te bedekken. Een rechtvaardige levensstijl resulteert in de beloning van eeuwige kleding. Onze rijkdom aan hemelse kleding begint met de gave van gerechtigheid die ons gegeven wordt op grond van ons geloof (2Kor.5:21, Gal.3:27). Maar Jezus spreekt hier niet over gerechtigheid die ons als een geschenk gegeven wordt, maar over gerechtigheid die ervaren wordt als gevolg van een levensstijl van rechtvaardigheid. Openb.19:7-8 Laten we blij zijn en jubelen, laten we Hem de eer geven! Want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn bruid staat klaar. Zij mag zich kleden in zuiver, stralend linnen. Want dit linnen staat voor al het goede dat gedaan is door de heiligen. Naaktheid en schaamte in de eeuwigheid spreken niet van zondige naaktheid en schaamte zoals dat op aarde het geval is, maar van het niet ontvangen van de beloning van hemelse kleding. Alle gelovigen zullen in de eeuwigheid het kleed der gerechtigheid hebben vanwege de overwinning van Jezus op het kruis (Jes.61:10), maar toch waarschuwt Jezus ons voor de schaamte van naaktheid, d.w.z. het ontbreken van toegevoegde kleding die een beloning is voor onze toewijding aan Jezus in deze tijd. Het ontvangen van kleding als een proclamatie van eer zien we bij Jozef die koninklijke kleding van de farao ontving voor zijn verklaring van twee dromen (Gen.41:42), en ook bij Mordechai die een koninklijk gewaad kreeg als een beloning voor het verijdelen van een moordaanslag op de koning (Est.6:6-11). Openb.16:15 Ik kom onverwacht als een dief! Gelukkig is wie wakker blijft en zijn kleren aanhoudt: hij hoeft niet naakt rond te lopen en zich voor iedereen te schamen. Openb.3:4-5 Maar enkelen in Sardes hebben hun kleren schoon gehouden. Zij zullen bij Me zijn, in het wit gekleed, want ze verdienen het. Wie overwint zal zich ook in het wit kleden. Ik zal zijn naam niet uit het boek van het leven schrappen, maar juist voor hem getuigen ten overstaan van Mijn Vader en Zijn engelen. 1Joh.2:28 Blijf dus in Hem, kinderen. Dan kunnen we vol vertrouwen zijn wanneer Hij verschijnt en hoeven we ons niet te schamen bij Zijn komst. E3: Oogzalf om weer te kunnen zien. Mensen gebruiken medicijnen voor hun ogen wanneer ze genezing nodig hebben van een oogziekte. De beroemde medische school van Laodicea exporteerde een poeder dat werd gebruikt als een oogzalf; dit poeder werd toegepast op de ogen als een soort pasta. Jezus zei dat de gelovigen in Laodicea actie moesten ondernemen voor de genezing van hun geestelijke oogziekte. Alleen de Heilige Geest kan ons openbaring geven over de persoon van Jezus en de werkelijke betekenis van Zijn woord, maar wij kunnen op het natuurlijke vlak stappen zetten in de goede richting door onszelf te voeden met het woord van God en onze ogen af te keren van waardeloze dingen die onze geest vervuilen. Zowel het gelouterde goud als de witte kleding en de oogzalf moeten volgens de woorden van Jezus van Hem gekocht worden; dat spreekt van onze betrokkenheid in een proces dat door God ontworpen is, en het vraagt van ons een intieme relatie met Hem. In het kopen van goud of kleding verdienen wij deze beloningen niet, maar we investeren onszelf op een zeer kostbare manier door onszelf in een positie te plaatsen waarin wij goud en kleding kunnen ontvangen. Want niemand kan letterlijk iets van God kopen. Jes.55:1-3 Hierheen! Hier is water, voor ieder die dorst heeft. Kom, ook al heb je geen 5 geld. Koop hier je voedsel en eet. Kom, koop voedsel zonder geld, koop wijn en melk zonder betaling. Waarom geld betalen voor iets dat geen brood is, je loon besteden aan wat niet verzadigen kan? Luister aandachtig naar Mij, en je zult ruimschoots te eten hebben en genieten van een overvloedig maal. Leen Mij je oor en kom bij Mij, luister, en je zult leven. Ik sluit met jullie een eeuwigdurend verbond, als bevestiging van Mijn liefde voor David. Wij geven blijk van onze waardering voor Gods liefde voor ons wanneer wij op een kostbare manier tijd, geld en energie investeren in een relatie met Hem zoals David deed. 2Sam.24:24 Nee, antwoordde de koning, ik wil ervoor betalen. Ik ga niet de HEER, mijn God, een brandoffer brengen dat me niets heeft gekost. Daarop kocht David de dorsvloer en de runderen voor vijftig sjekel zilver. E4: Discipline in liefde. Jezus verklaart Zijn discipline van gelovigen als een daad van vurige liefde, zodat wij allen in staat zullen zijn om hemels goud en kleding te ontvangen, waardoor we voor eeuwig rijk zullen zijn. Jezus belooft ons te disciplineren om ons te bevrijden van zelfgenoegzaamheid en passiviteit. Het is opmerkelijk dat Jezus het Griekse werkwoord “phileo’ gebruikt om Zijn liefde voor Zijn volgelingen tot expressie te brengen, want dit werkwoord wordt nooit door God gebruikt om Zijn liefde voor ongelovigen duidelijk te maken. De grenzeloze liefde van God voor ongelovigen wordt tot expressie gebracht door het Griekse werkwoord “agapao’ wat te maken heeft met een gevende liefde zonder direct iets terug te verwachten. Maar het werkwoord ‘phileo’ heeft te maken met een vriendschapsliefde die vanwege de vriendschap een wederkerige liefde verwacht. Daarom spoorde Jezus de gelovigen in Laodicea tenslotte aan om zich volledig in te zetten en te breken met het leven dat ze op dat moment leidden. F: Belofte voor overwinnaars. Openb.3:20-22 Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenkomen, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij. Wie overwint zal samen met Mij op Mijn troon zitten, net zoals Ik Zelf overwonnen heb en samen met Mijn Vader op Zijn troon zit. Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Vers 20 is een veelgebruikte tekst op het gebied van evangelisatie, maar de Heer spreekt hier niet tot ongelovigen maar juist tot gelovigen; Hij nodigt alle gelovigen uit om naar Hem te luisteren. Maar veel christenen nemen genoegen met het dragen van Zijn naam en het doen van Zijn werk zonder Zijn manifeste tegenwoordigheid in hun leven. In Jezus geloven is nog niet hetzelfde als daadwerkelijk naar Hem luisteren in een persoonlijke relatie d.m.v. Gods woord en gebed. Jezus staat voortdurend aan de deur van ons persoonlijke hart en aan de deur van de gemeente, en Hij vraagt om binnengelaten worden. Jezus nodigt ons steeds weer uit om dicht bij Zijn hart te komen, terwijl Hij geduldig op ons wacht; want Hij kan alle deuren openen die Hij wil (Openb.3:7-8), behalve de deur van ons hart. Hoewel wij één van geest met Hem zijn door onze wedergeboorte (1Kor.6:17), zullen wij toch niet één van hart met Hem zijn in onze dagelijkse ervaring, wanneer wij Hem niet daadwerkelijk binnenlaten in ons hart. Jezus belooft om samen met ons feest te vieren aan de tafel van Zijn tegenwoordigheid; dit spreekt van intimiteit, een diepe relatie met Hem, wanneer de Heilige Geest onze harten zacht maakt, zodat wij de liefde van Jezus in toenemende mate kunnen ervaren door een groeiende mate van openbaring over Jezus. De eeuwige toepassing van deze belofte vinden we in het bruiloftsmaal van het Lam (Openb.19:9, Matt.26:29, Marc.14:25, Luc.22:16, 29-30). De twee aspecten van samen eten met Jezus de Bruidegom en samen regeren met Jezus de Koning worden regelmatig bij elkaar gebracht, en dit spreekt van koninklijke heerschappij op basis van geestelijke intimiteit. Het ontvangen van een positie bij Jezus op Zijn troon wordt beloofd aan alle gelovigen voor de tijd van het duizendjarige vrederijk - het millennium - (Openb.1:6, 5:10, 11:15, 20:4+6) en voor de eeuwigheid (Openb.22:5). Jezus beloofde Zijn apostelen dat zij samen met Hem zouden eten en drinken, en op twaalf tronen zouden zitten om de twaalf stammen van Israël te oordelen (Matt.19:28, Luc.22:29-30). De kracht van het evangelie zorgt er niet alleen voor 6 dat wij vergeving van zonden ontvangen, maar ook dat wij voor eeuwig met Christus mogen regeren in Zijn koninkrijk (Rom.5:17). Het opmerkelijke is dat Jezus in vers 21 onderscheid maakt tussen Zijn eigen troon en die van Zijn Vader; de troon van de Vader is in de hemel (Openb.4:1-3), maar de troon van Jezus als de Zoon van David zal op de aarde zijn (Ps.122:5, Ezech.43:7, Luc.1:32). Jezus zal Zijn aardse heerschappij aan het einde van het millennium aan Zijn Vader overdragen en Zichzelf aan de Vader onderwerpen (1Kor.15:24-28). Wij zullen dan als overwinnaars deel hebben aan de aardse troon van Jezus wanneer Hij naar de aarde terugkeert (Dan.7:13-14, Matt.25:31, Hebr.2:5-8), en deze troon behoort Hem toe omdat Hij op het kruis van Golgotha gewonnen heeft (Openb.5:5+9, Joh.16:33). Jezus heeft aan de rechterhand van Zijn Vader gezeten sinds Zijn opstanding en hemelvaart (Ps.110:1, Matt.26:64, Hand.2:34, 7:55-56, Efez.1:20, Hebr.1:3, 8:1, 10:12, 12:2). G: Profetisch beeld van de kerkgeschiedenis. De gemeente van Laodicea wordt meestal gezien als een profetisch beeld van de moderne westerse kerk die geestelijk uitgeblust is door materialisme en consumptief gedrag; deze periode begon ongeveer in 1850 na Chr. en duurt voort tot op de dag van vandaag in vele westerse landen. Maar daarbij moet wel opgemerkt worden dat dit zeker niet representatief is voor de geestelijke situatie van de gemeente in allerlei andere werelddelen, waar veel gelovigen te maken hebben met vervolging en lijden, maar ook genieten van opwekking in verschillende gebieden in de derde wereld. V.v.d.B. 7