leerplandoelen GO wiskunde leerlijn vijfde klas volledig_bew

advertisement
Leerplan GO wiskunde voor de derde graad vergeleken met leerplan GO wiskunde 1B en BVL
de
Deel:
Getallenleer
Overzicht
van de lessen
Leerplandoelen 3
basisonderwijs
Natuurlijke
getallen
Les 1:
Natuurlijke getallen kleiner
dan 10 000
Les 2:
Natuurlijke getallen kleiner
dan 100 000
Les 3:
Natuurlijke getallen kleiner
dan 1 000 000
Les 4:
Natuurlijke getallen: kleiner
dan
1 000 000 (2)
Les 5:
Natuurlijke getallen:
kennismaking met het
miljoen.
Les 6:
Natuurlijke getallen: herhaling
tot 1 000 000
Les 1:
Delers en grootste
gemeenschappelijke deler.
Les 2:
Veelvouden en kleinste
gemeenschappelijk veelvoud.
Een getal kunnen splitsen met
behulp van de machten van het
grondtal.
Begrippen miljoen kunnen
gebruiken. Beperking bij CD:
geen miljard.
Natuurlijke getallen met
maximum 12 cijfers kunnen
lezen en noteren. Beperking bij
CD: maximaal 6 cijfers.
Natuurlijke getallen op een as
kunnen afbeelden en omgekeerd
de waarde van een getal kunnen
afleiden uit zijn plaats op een as.
Delers en
veelvouden
Kenmerken
van
deelbaarheid.
Les 1:
Deelbaarheid door 2,5 en 10.
Les 2:
Deelbaarheid door 25,100 en
1000.
Les 3:
Herhalingsles delers,
Plantyn, Mechelen
graad
Leerplandoelen 1B en BVL
Leerinhouden
ALGEMEEN :
Getalinzicht: De leerlingen hebben
inzicht in de relatie tussen breuk,
decimaal getal en percent.
Begrippen cijfer, getal, natuurlijk
getal,getallenas.
Getallen tot 1000 000.
Getallen tot 1000 000.
Gebruik van de symbolen: M HD TD
DHTE
Gebruik van de positietabel tot M
De positiewaarde van een cijfer in
een getal tot 1 M
Omzetting van rang. Bv 4 T = 40 E
Afronding tot op een T, tot op een H
Rekentaal: helft,dubbel,verminder,
halveer
Juist schrijven van getallen tot 1 000
000
De grootste gemene deler van
natuurlijke getallen bepalen in
zinvolle situaties: door bepaling
van gemeenschappelijke delers.
Beperking bij CD: we ontbinden
niet in priemfactoren.
Het kleinste gemeen veelvoud
van natuurlijke getallen bepalen
in zinvolle situaties door bepaling
van de gemeenschappelijke
veelvouden. Beperking bij CD:
we ontbinden niet in
priemfactoren.
Kenmerken van deelbaarheid
door 4,25 en 100 kunnen
toepassen. Beperking bij CD:
niet door 4, we herhalen wel
door 5, 2 en 10 uit de tweede
graad. Ook deelbaarheid door 3
en 9 komt bij CD niet aan bod.
Curriculumdifferentiatie wiskunde – leerjaar 5
Begrip: deler,gemeenschappelijke
deler,GGD
Delers van natuurlijke getallen tot 50
Gemeenschappelijke delers van
nat.get. tot 50
Begrip: veelvoud,
gemeenschappelijk veelvoud, KGV
Veelvouden van natuurlijke getallen
tot 10
Gemeenschappelijke veelvouden
van natuurlijke getallen tot 10.
Kenmerken van deelbaarheid door
2,5,10,100, 25 en 1000.
veelvouden en deelbaarheid
Kommagetallen Les 1: Kommagetallen tot
op 0,1.
Les 2: Kommagetallen tot
op 0,01.
Les 3: De structuur van
kommagetallen.
Les 4: Herhalingsles
kommagetallen.
Breuken
Les 1: Breuken herkennen en
voorstellen.
Les 2: Breuk van een
hoeveelheid.
Les 3: Gelijknamige breuken.
Les 4: Breuken
vereenvoudigen.
Procenten
Romeinse
cijfers
Les 1: Procenten begrijpen
en voorstellen.
Les 2: Van procent naar
breuk en kommagetal.
Les 3: Werken met
bijzondere procenten.
Les 4: Herhalingsles
breuken, kommagetallen en
procenten.
Les 1: Romeinse cijfers lezen
en schrijven.
Plantyn, Mechelen
Volgende terminologie kunnen
gebruiken: gelijknamige breuken,
gelijkwaardige breuken.
Beperking bij CD: stambreuk,
decimale breuk.
De breuk als verhouding kunnen
gebruiken.
Bij een gegeven breuk een
verzameling van gelijke breuken
kunnen bouwen.
Breuken gelijknamig kunnen
maken in functie van het
optellen, het aftrekken en het
ordenen.
Breuken kunnen
vereenvoudigen, in functie van
verdere bewerkingen of in functie
van het meedelen van een
resultaat.
Breuken als kommagetallen
kunnen noteren.
Breuken in procenten kunnen
omzetten.
Procenten in breuken kunnen
omzetten.
Begrip kommagetal, tiende,
honderdste.
Kommagetallen noteren in de
positietabel.
Symbolen E t h hanteren.
Gebruik van symbolen =, <,>
Afronden van kommagetallen tot op
een eenheid.
Begrip teller, noemer, breukstreep,
gelijknamig, gelijkwaardig.
Breuk nemen van een hoeveelheid.
Tiendelige breuk noteren als
kommagetal.
Basisbreuken al ½, 1/4, ¾ noteren
als kommagetal.
Gelijknamig maken van breuken
Breuken op een getallenas noteren.
Breuken vereenvoudigen.
Breuken op een schematische
voorstelling herkennen en
benoemen.
Breuken onderling vergelijken.
Leerlingen kunnen met verhoudingen
en percenten in praktische situaties
werken.
Een natuurlijk getal dat is
voorgesteld met Romeinse
cijfers kunnen lezen.
Eenvoudige getallen omzetten in
het Romeins notatiesysteem.
Curriculumdifferentiatie wiskunde – leerjaar 5
Procenten voorstellen op het 100veld.
Procenten als 10-delige breuk
noteren.
Procenten als kommagetal noteren.
Eenvoudige procenten vergelijken
met breuken en kommagetallen.
Romeinse cijfers tot 25 omzetten
naar Arabische cijfers en andersom.
Het verschil kunnen aangeven
tussen het Romeins
notatiesysteem en ons tientallig
positiestelsel.
Met voorbeelden kunnen
aangeven dat in onze
samenleving nog sporen zijn van
andere talstelsels dan het
tientallig stelsel.
Negatieve
getallen
Negatieve getallen koppelen aan
koude temperaturen, negatieve
liftwaarden,...
Les 1: Kennismaking met de
negatieve getallen.
Plantyn, Mechelen
Curriculumdifferentiatie wiskunde – leerjaar 5
Leerplan GO wiskunde voor de derde graad vergeleken met leerplan GO wiskunde 1B en BVL
de
Deel:
Bewerkingen
Overzicht
van de lessen
Leerplandoelen 3
Natuurlijke
getallen
Optellen en aftrekken.
Les 1: Uitsplitsen van de
tweede term, samennemen van
termen.
Les 2: Optellen en aftrekken
met afrondingen.
Les 3: Optellen en aftrekken
van grote getallen met
eindnullen, samennemen van
termen.
Les 4: Herhalingsles.
Vermenigvuldigen en delen.
Les 1: Vermenigvuldigen met
en delen door 10,100 of 1000.
Les 2: Vermenigvuldigen met
11 of 9.
Les 3: Vermenigvuldigen met
en delen door 5 en 50.
Les 4: Vermenigvuldigen met
en delen door uitsplitsen.
Les 5: Herhalingsles.
Optellen en aftrekken.
Les1:Optellen en aftrekken van
kommagetallen.
Vermenigvuldigen en delen.
Les1: Vermenigvuldigen en
delen met kommagetallen (1)
Les2: Vermenigvuldigen en
delen met kommagetallen (2)
Les3: Hoofdbewerkingen op de
kommagetallen: herhaling.
Optellen en aftrekken.
Les 1: Optellen en aftrekken
van breuken: gelijknamige
breuken / breuk van een
hoeveelheid.
Les 2: Optellen en aftrekken
van breuken: ongelijknamige
breuken.
HOOFDBEWERKINGEN:
ALGEMEEN:
Het resultaat kunnen bepalen door optimaal De leerlingen kunnen
te profiteren van kennis en inzichten in
hoofdbewerkingen met
natuurlijke getallen maken,
verband met getalstructuren,getalsrelaties,
met inbegrip van de
de samenhang en de eigenschappen van
bewerkingen die op dat ogenblik reeds
nulmoeilijkheid.
verworven zijn.
De leerlingen kunnen de
hoofdbewerkingen in
En dit binnen de getallenrij tot 10 000 000.
verschillende situaties
.
toepassen.
Optellen en aftrekken tot 1000
(10 000).
Optellen en aftrekken van grote
getallen met eindnullen
(tot 100 000).
Beperking bij CD: tot 1 000 000 bij
eindnullen, tot 10 000 bij andere opgaven
Tafels van vermenigvuldiging
Vermenigvuldigen met en delen
door 2, 4, 5, 10, 50, 100,1000.
Vermenigvuldigen met 11 of 9.
Kommagetallen
Breuken
Plantyn, Mechelen
graad basisonderwijs
Leerplandoelen 1B en BVL
Leerinhouden
ALGEMEEN:
Het resultaat kunnen bepalen door optimaal
te profiteren van kennis en inzichten in
verband met getalstructuren,getalsrelaties,
de samenhang en de eigenschappen van
bewerkingen die op dat ogenblik reeds
verworven zijn.
Beperking bij CD: tot op 0,01
De leerlingen kunnen
hoofdbewerkingen met een
decimaal getal en een
natuurlijk getal maken.
Optellen en aftrekken van
kommagetallen ( tot op 0,01).
Kommagetallen
vermenigvuldigen met
10,100,1000.
Kommagetallen delen door
10,100,1000.
Ongelijknamige breuken kunnen
optellen en aftrekken.
De leerlingen kunnen
breuken optellen en
aftrekken waarbij het
resultaat een breuk is met
noemer kleiner dan of gelijk
aan 16.
Optellen en aftrekken van
gelijknamige breuken met
noemer kleiner dan 20.
Optellen en aftrekken van
ongelijknamige breuken met
noemer kleiner dan 20.
Optellen en aftrekken van een
geheel met een breuk met
Curriculumdifferentiatie wiskunde – leerjaar 5
Les 3: Optellen en aftrekken
van breuken: gehelen en
breuken + herhaling
ongelijknamige breuken.
Vermenigvuldigen en delen.
Les 1: Breuken
vermenigvuldigen en delen.
Les 2: Herhalingsles:
bewerkingen met breuken.
Procenten
Les 1: Procent nemen van een
getal: de lange weg.
Les 2: Procent nemen van een
getal: de lange weg ( deel 2).
Les 3: Procent nemen van een
getal: bijzondere procenten.
Les 4: Procent nemen van een
getal: herhaling 1.
Les 5: Procent nemen van een
getal: herhaling 2.
Schattend
Les 1: Schattend rekenen en
rekenen en
gebruik van de
gebruik van de
zakrekenmachine bij natuurlijke
zakrekenmachine getallen.
Les 2: Schattend rekenen en
gebruik van de
zakrekenmachine bij
kommagetallen.
Plantyn, Mechelen
noemer kleiner dan 20.
Een natuurlijk getal met een breuk
vermenigvuldigen en omgekeerd.
Een breuk delen door een natuurlijk
getal
Een procent van een getal kunnen
berekenen.
De zakrekenmachine kunnen gebruiken
bij de relatie breuk- kommagetal en
procent.
De leerlingen kunnen met de
zakrekenmachine een
procent nemen van een
getal.
Een controlerende houding aannemen
ten opzichte van deel -en eindresultaten
door middel van schatten, het maken
van een proef,zakrekenmachine…
De zakrekenmachine kunnen gebruiken
als vlugge rekenaars om ingewikkelde
cijferopgaven in realistische
probleemsituaties uit te rekenen.
In toepassingssituaties betekenis
kunnen geven aan de uitkomst o.a. door
geoorloofd afronden.
De leerlingen kunnen
grootheden en resultaten van
bewerkingen schatten en
zinvol afronden.
De leerlingen kunnen een
rekenopgave oplossen en
controleren.
Curriculumdifferentiatie wiskunde – leerjaar 5
Breuken met noemer kleiner dan
20 met een natuurlijk getal
vermenigvuldigen.
Breuken met noemer kleiner dan
20 en deelbare teller delen door
een natuurlijk getal.
Procenten nemen van een
natuurlijk getal door het procent
om te zetten naar een 100-delige
breuk
25%,50%,75% van een getal
nemen.
Gebruiken van de
zakrekenmachine bij
procentberekening.
Gebruik maken van de
zakrekenmachine bij optellen,
aftrekken, vermenigvuldigen,
delen en procentberekening.
Schatting en controle van
resultaten uitvoeren (door
afrondingen).
Leerplan GO wiskunde voor de derde graad vergeleken met leerplan GO wiskunde 1B en BVL
Deel:
Cijferen
Overzicht
van de lessen
Optellen
Les 1: Optellen van natuurlijke getallen
met opgegeven schikking.
Les 2: Optellen van kommagetallen met
opgegeven schikking
Les 3: Optellen van natuurlijke getallen en
kommagetallen: zelf schikken.
Aftrekken
Les 1: Aftrekken van natuurlijke getallen
met opgegeven schikking.
Les 2: Aftrekken van kommagetallen met
opgegeven schikking
Les 3: Aftrekken van natuurlijke getallen en
kommagetallen: zelf schikken
Optellen en
Les 1: Som en verschil schatten,
aftrekken
zoeken en controleren met de
zakrekenmachine.(natuurlijke getallen)
Les 2: Som en verschil schatten,
zoeken en controleren met de
zakrekenmachine.(kommagetallen)
Les 3: Werken met honderdduizendtallen.
Vermenigvuldigen. Les 1 : Natuurlijke getallen
vermenigvuldigen met een E.
Les 2: Kommagetallen vermenigvuldigen
met een E
Les 3: Natuurlijke getallen
vermenigvuldigen met TE
Les 4: Kommagetallen vermenigvuldigen
met TE
Les 5: Herhalingsles: optellen, aftrekken
en vermenigvuldigen.
Les 6: Kommagetal maal kommagetal
Les 7: Vermenigvuldigingen controleren:
werken met schattingen,
de zakrekenmachine en de negenproef.
Plantyn, Mechelen
de
Leerplandoelen 3
basisonderwijs
graad
Binnen de getallenrij tot 10
000 000 ( Beperking bij CD
tot 1 000 000 alle optellingen
en aftrekkingen met
natuurlijke getallen en
kommagetallen (beperking bij
CD: max. 2 cijfers na de
komma) kunnen uitvoeren.
Leerplandoelen 1B en BVL
Leerinhouden
De leerlingen kunnen met een
zakrekenmachine optellen,
aftrekken, vermenigvuldigen.
De leerlingen kunnen de te
bekomen uitkomsten vooraf
schatten en achteraf
controleren.
Begrippen: optelling, som,
termen.
Schikking van termen.
Cijfertechniek: optellen.
Plaats van de komma.
Natuurlijke en kommagetallen
( beperking bij CD : max.2
cijfers na de komma) met een
natuurlijk getal kleiner dan
1000 (beperking bij CD:
kleiner dan 100) of met een
kommagetal kleiner dan 1000
(beperking bij CD: kleiner dan
100 en max. 2 cijfers na de
komma) kunnen
vermenigvuldigen.
Curriculumdifferentiatie wiskunde – leerjaar 5
Begrippen: aftrekking, verschil,
termen.
Schikking van termen.
Cijfertechniek: aftrekken.
Plaats van de komma.
Gebruik maken van de
zakrekenmachine bij optellen,
aftrekken
Schatting en controle van
resultaten uitvoeren.
(door afrondingen toe te
passen)
Begrippen:vermenigvuldiging,
product
De vermenigvuldiging met
natuurlijke getallen waarbij de
vermenigvuldiger bestaat uit E
of TE
Vermenigvuldiging van een
kommagetal met een natuurlijk
getal , maximum drie cijfers na
de komma in het product.
Vermenigvuldiging van een
kommagetal met een natuurlijk
getal , maximum drie cijfers na
de komma in het product.
Plaats van de komma.
Gebruik van de
zakrekenmachine.
De negenproef als
controlemiddel.
Delen.
Les 1: Natuurlijke getallen door een E
Les 2: Kommagetallen delen door een E.
Les 3: Delen tot op 0,01 nauwkeurig
Les 4: Natuurlijke getallen en
kommagetallen delen door een T
Les 5: Natuurlijke getallen delen door TE
Les 6: Vermenigvuldigen en delen:
herhalingsles.
Les 7: Algemene herhaling: optellen,
aftrekken, vermenigvuldigen, delen.
Plantyn, Mechelen
Natuurlijke en kommagetallen
( beperking bij CD : max.2
cijfers na de komma) door
een natuurlijk getal kleiner
dan 1000 (beperking bij CD:
kleiner dan 100) of met een
kommagetal kleiner dan 1000
(beperking bij CD: kleiner dan
100 en NOOIT door een
kommagetal) kunnen delen.
Curriculumdifferentiatie wiskunde – leerjaar 5
Begrippen: deling, deler,
deeltal, quotiënt, rest.
Delingen met natuurlijke
getallen.
Delingen van een kommagetal
door een natuurlijk getal.
Bepalen van restwaarde.
Leerplan GO wiskunde voor de derde graad vergeleken met leerplan GO wiskunde 1B en BVL
Deel:
Meten en metend
rekenen.
Lengtematen,
inhoudsmaten(volume)
en gewichten.
Plantyn, Mechelen
de
Overzicht
van de lessen
Leerplandoelen 3
graad basisonderwijs
Les 1 :Lengtematen.
Les 2: Inhoudsmaten en gewichten.
Les 3: Lengtematen:uitbreiding naar
kilometer.
Les 4: Inhoudsmaten en gewichten:
uitbreiding.
Les 5: Lengtematen, inhoudsmaten en
gewichten: herhaling (1)
Les 6: Lengtematen, inhoudsmaten en
gewichten: herhaling (2)
Vanzelfsprekend worden de
standaardmaateenheden verder
ingeoefend na de tweede graad!
Ook begrip ton, hg,dag,dg,cg en mg wordt
bij CD nog niet ingevoerd bij vijfde leerjaar.
De voorvoegsels kilo, hecto, deca, deci,
centi, mili kunnen gebruiken.
Een gegeven maatgetal splitsen in een
som van maatgetallen met
verschillende maateenheid en
omgekeerd.
De volgorde tussen opeenvolgende
maten kunnen gebruiken ( niet –
opeenvolgende maten tot zinvolle
verhoudingen beperken)
Vertrekkend vanuit de context, gegeven
of bekomen meetresultaten uitdrukken
in een passende meeteenheid:
ton,kg,hg,dag, g,dg,cg,mg.
Curriculumdifferentiatie wiskunde – leerjaar 5
Leerplandoelen 1B en BVL
Leerinhouden
De leerlingen kunnen twee of
meer gelijksoortige objecten
vergelijken en ordenen zonder
gebruik te maken van een
maateenheid.
De leerlingen kennen de
begrippen lengte,
inhoud,massa.
De leerlingen kennen de
belangrijkste eenheden en
kunnen de symbolen daarvan
juist gebruiken.
De leerlingen zien het verband
tussen de verandering in de
eenheid en de verandering bij
het maatgetal bij herleidingen.
Symbolen km,
(hm,dam), m, dm, cm,
mm
Symbolen l,dl,cl;ml
Symbolen kg en g
Vast waarden linken
aan dagelijkse
objecten
Meten van lengtes,
bepalen van
omtrekken
Herleidingen uitvoeren
aan de hand van een
tabel.
Gebruik van meetlat,
rolmeter, plooimeter,
maatbeker,weegschaal
Oppervlakte.
Tijd, temperatuur,
treintabellen en
geldwaarden.
Schaal.
Plantyn, Mechelen
Les 1: Oppervlaktematen versus
lengtematen.
Les 2: Omtrek en oppervlakte vierkant en
rechthoek.
Les 3: Oppervlaktematen gebruiken en
herleiden.
Les 4: Oppervlakte vierkant, rechthoek.
Oppervlaktematen herleiden.
Les 5: Lengtematen en oppervlakte:
herhalingsles.
Les 1: Tijdsbegrippen juist gebruiken.
Kloklezen.
Les 2: Kloklezen. Rekenen met de tijd.
Les 3: Treintabellen, bustabellen en
tijdsduur.
Les 4: Temperatuur en geldwaarden.
Les 5 : Tijd, temperatuur en geldwaarden:
herhalingsles.
Les 1: Schaal juist begrijpen.
Les 2 : Schaal inoefenen
De meetresultaten kunnen noteren (
gebruik makend van de symbolen):
cm²,dm²,m², mm², dam²,hm², km²
Beperking bij CD: geen ha, a, ca
De verhouding tussen aangrenzende
oppervlaktematen bij zinvolle
herleidingen kunnen gebruiken.
De omgekeerde evenredigheid tussen
maat en maatgetal kunnen gebruiken
zonder te meten.
De oppervlakte van vlakke figuren
kunnen berekenen door
omstructurering van deze figuren in
andere vlakke figuren waarvan we de
oppervlakte reeds kunnen berekenen
(bij CD: verdelen in cm²)
Opvullen van de begrippen die
noodzakelijk zijn om de
oppervlakteformules te kunnen
afleiden:Beperking bij CD: bij een
vierkant/rechthoek: basis en
overeenkomstige hoogte
De oppervlakteformules van de
volgende vlakke figuren kennen en
kunnen gebruiken: Beperking bij CD:
vierkant en rechthoek.
Een tijdsduur in een gepaste
tijdseenheid kunnen uitdrukken: uur,
kwartier, minuut, seconde,dag, week,
maand, jaar,trimester,(niet bij CD)
semester ( niet bij CD), eeuw.
De tijdsduur tussen twee tijdstippen
kunnen berekenen.
De leerlingen kennen de
begrippen omtrek, oppervlakte.
De leerlingen kunnen
grootheden meten en
berekenen.
De leerlingen kunnen de
omtrek en oppervlakte van een
rechthoek en een vierkant
de
berekenen (Bij CD 5 leerjaar:
nog geen driehoek)
Begrip omtrekoppervlakte.
Begrippen en
symbolen m²,dm²,cm².
Correct gebruiken van
oppervlaktematen.
Oppervlaktematen
herleiden.
Oppervlakte
berekenen door
verdeling in cm² en/of
door gebruik te maken
van de formule basis X
hoogte bij vierkant en
rechthoek.
De leerlingen kennen de
begrippen tijd, temperatuur.
De leerlingen kunnen een
onderscheid maken tussen een
tijdsduur en een tijdstip.
De leerlingen kunnen in reële
situaties rekenen met geld.
Gepast betalen,
teruggeven
Kloklezen tot op 1
minuut nauwkeurig
Tijdsduur berekenen
Symbolen u, h of sec ,
s gebruiken
Tijdstippen op
treintabellen aflezen.
Schaal juist begrijpen
Schaalberekening
kunnen toepassen adh
van een lijnschaal
/breukschaal.
De leerlingen kennen het begrip schaal De leerlingen kunnen met
en kunnen de functie ervan
plattegronden en plannen
verwoorden.
werken.
De schaal op verschillende manieren
De leerlingen hebben inzicht in
kunnen voorstellen.
schaalbegrip.
Bij een tekening met een gegeven
De leerlingen kunnen met
schaal de ware grootte kunnen bepalen.
tekeningen en modellen op
schaal werken.
Curriculumdifferentiatie wiskunde – leerjaar 5
Meetkunde
Les 3: Vlakke figuren en veelhoeken.
Les 4: Vierhoeken.
Plantyn, Mechelen
Lijnen en rechten:
De leerlingen kennen
verschillende soorten lijnen en
kunnen ze tekenen.
De leerlingen kunnen een
lijnstuk tekenen.
De leerlingen kunnen een
lengte nauwkeurig meten.
De leerlingen herkennen de
onderlinge stand van rechten
en kunnen rechten tekenen
waarvan de onderlinge stand
beschreven is.
De leerlingen kunnen bij een
meetopdracht op een
verantwoorde manier een
keuze maken tussen
instrumenten.
Les 1: Soorten lijnen.
Les 2: Soorten rechten.
Veelhoeken:
In de verzameling van de veelhoeken
de deelverzameling van de veelhoeken
waarvan alle zijden gelijk zijn of
waarvan alle hoeken gelijk zijn kunnen
bepalen.
Veelhoeken:
De leerlingen kunnen figuren
indelen in veelhoeken en
figuren die geen veelhoeken
zijn.
De leerlingen kunnen
veelhoeken classificeren
volgens het aantal hoeken en
zijden.
De leerlingen kunnen figuren
herkennen, aanvullen,
samenstellen en ordenen.
Vierhoeken:
Vierhoeken:
De vastgestelde relaties in de
De leerlingen kunnen
verzameling van de vierhoeken,
vierhoeken classificeren met
steunend op combinaties van
als criteria een aantal even
eigenschappen van zijden en hoeken
lange zijden, het aantal pare
kunnen gebruiken.
evenwijdige zijden, het aantal
Het begrip diagonaal kunnen gebruiken
even grote hoeken,
als een lijnstuk dat twee niet
eigenschappen van
opeenvolgende hoekpunten met elkaar
diagonalen.
verbindt. In een veelhoek de diagonalen De leerlingen kunnen
kunnen bepalen.
tekeningen correct van het
Vierhoeken kunnen indelen.
bord overnemen.
Curriculumdifferentiatie wiskunde – leerjaar 5
Begrippen rechte,
lijnstuk, gebogen lijn,
gebroken lijn.
Begrip snijdend,
evenwijdig, loodrecht
snijdend
Construeren van
loodlijnen,
evenwijdigen
Lijnstukken met
opgegeven lengte
construeren.
Herkennen en
benoemen van vlakke
figuren, veelhoeken,
niet-veelhoeken.
Herkenen en
benoemen van
vierhoek, trapezium,
parallellogram,
rechthoek, ruit,
vierkant.
Les 5: De cirkel.
Les 6: Soorten hoeken.
Les 7: Hoeken meten.
Plantyn, Mechelen
Cirkel:
De belangrijkste delen van een schijf (
beperkt tot: cirkel, middelpunt,
middellijn,straal,diameter)kunnen
aanduiden en correct benoemen.
Met behulp van een passer een cirkel
kunnen tekenen met gegeven straal.
Hoeken:
Een graadboog kunnen gebruiken om
hoeken te meten.
Les 8: Driehoeken.
Driehoeken:
Inzien dat er in een driehoek relaties
zijn tussen de lengte van de zijden en
de grootte van de hoeken.
De driehoeken kunnen indelen naar de
gelijkheid van de zijden en de soorten
van hoeken.
Beperking bij CD: construeren van
driehoeken niet in vijfde leerjaar.
Les 9: Ruimtefiguren
Ruimtefiguren:
Het begrip veelvlak ( bij CD:
ruimtefiguur)kunnen herkennen en
Curriculumdifferentiatie wiskunde – leerjaar 5
De leerlingen kunnen een
vierhoek tekenen waarvan een
aantal voorwaarden ivm
gelijkheid van lengte van de
zijden of grootte van de
hoeken gegeven zijn.
Cirkel:
De leerlingen kunnen een
cirkel tekenen.
Bij CD: geen berekening van
opp en omtrek van de cirkel!
Hoeken:
De leerlingen kennen het
begrip hoekgrootte.
De leerlingen kunnen de
elementen van een hoek
aanduiden en benoemen.
De leerlingen kunnen hoeken
aanduiden en rubriceren:
nulhoek, scherpe hoek, rechte
hoek, stompe hoek, gestrekte
hoek, volle hoek.
De leerlingen kunnen hoeken
de
meten ( bij CD 5 leerjaar: nog
niet tekenen)
Driehoeken:
De leerlingen kunnen
driehoeken classificeren met
als criteria een aantal even
lange zijden of even grote
hoeken.
De leerlingen kunnen een
driehoek tekenen waarvan een
aantal voorwaarden ivm
gelijkheid van lengte van de
zijden of grootte van de
hoeken gegeven zijn.
Ruimtefiguren:
Beperking bij CD: we werken
nog niet met het maken van
Construeren van
cirkels met gegeven
straal/diameter
Gebruik van de passer.
De elementen van een
hoek: hoekpunt,
benen.
Nulhoek, scherpe
hoek, stompe hoek,
rechte hoek, gestrekte
hoek, volle hoek.
Hoeken meten.
Herkennen en
benoemen van
scherphoekige,
rechthoekige,
stomphoekige,
gelijkbenige,
gelijkzijdige of
ongelijke driehoeken.
Herkennen en
benoemen op foto
maar ook in realiteit
benoemen als een lichaam dat volledig
begrensd wordt.
De begrippen balk, kubus kennen en
kunnen gebruiken.
Concrete objecten uit de leefwereld van
het kind kunnen benoemen als
piramide,cilinder,kegel en bol.
Les 10: Spiegelingen en symmetrieassen, Spiegelen, symmetrieassen en
gelijkvormigheid.
gelijkvormigheid.
De begrippen spiegelen,
spiegeling,spiegelas, spiegelbeeld
kunnen gebruiken.
Het spiegelbeeld van een gegeven
figuur kunnen realiseren door vouwen,
doortekenen,doorprikken…
Door vouwen kunnen vaststellen of 2
figuren al dan niet elkaars spiegelbeeld
zijn.
Bij een gegeven spiegelas het
spiegelbeeld kunnen construeren met
behulp van geruit papier.(bij CD niet op
blanco papier)
Door gebruik van de eigenschappen
kunnen vaststellen of 2 figuren al dan
niet elkaars spiegelbeeld zijn.
Bij vlakke figuren spiegelingen kunnen
aanduiden die de figuur in zichzelf
transformeren. De spiegelas hierbij
kunnen benoemen als de as van de
symmetrie.
De begrippen symmetrie,
gelijkvormigheid kunnen gebruiken in
concrete situaties.
Plantyn, Mechelen
Curriculumdifferentiatie wiskunde – leerjaar 5
een uitslag van een
driedimensioneel lichaam (
leerplan W 05)
De leerlingen herkennen een
kubus, een balk, een
piramide,cilinder, kegel en bol.
Beperking bij CD: geen
berekening van inhoud
kubus/balk
De leerlingen kunnen een
tweedimensionele tekening,
verkleind of vergroot tekenen
met behulp van een raster.
De leerlingen kunnen een
tweedimensionele tekening
spiegelen om een verticale en
een horizontale as met behulp
van een raster.
van kubus, piramide,
balk,cilinder, kegel en
bol
Spiegelen van een
figuur om de spiegelas
S
Leerplan GO wiskunde voor de derde graad vergeleken met leerplan GO wiskunde 1B en BVL
de
Deel:
Toegepast rekenen.
Overzicht
van de lessen
Leerplandoelen 3
basisonderwijs
Bewerkingen met
breuken.
Les 1: Rekenraadsels met breuken.
Gemiddelde.
Les 1: Gemiddelde
Les 2: Gemiddelde en mediaan
ALGEMEEN:
ALGEMEEN:
Problemen kunnen oplossen met
De leerlingen weten op een
één of meerdere opeenvolgende
doelmatige wijze een
handelingen, die verwijzen naar de
zakrekenmachine te gebruiken.
hoofdbewerkingen.
Naargelang de probleemstelling
een passende keuze maken
tussen
hoofdrekenen,bewerkingsschema’
s,de zakrekenmachine of een
combinatie hiervan.
De gemiddelde temperatuur voor
De leerlingen kunnen een
een bepaalde periode kunnen
rekenkundig gemiddelde
berekenen.
berekenen.
Een aantal telresultaten vervangen
door het gemiddelde.
Kopen en verkopen.
Les 1: Eenheidsprijs/prijs per stuk.
Werken met verhoudingstabellen.
Les 2: Eenheidsprijs en totale prijs.
Werken met kastickets.
Les 3: Inkoopprijs, verkoopprijs, winst en
verlies.
Bruto, tarra en netto.
Les 1: Bruto, tarra en netto.
Procenten.
Les 1: Procenten begrijpen, procent en
breuk nemen van een hoeveelheid.
Les 2: Procenten en korting.
Les 3: Procenten en rente/intrest.
Les 4: Procenten in een diagram.
Les 1: Oppervlakte.
Oppervlakte.
Plantyn, Mechelen
graad
De volgende begrippen en hun
onderlinge relaties kunnen
gebruiken: brutogewicht,
nettogewicht, tarra.
De volgende begrippen en hun
onderlinge relaties kunnen
gebruiken: kapitaal,tijd,intrest.
Leerplandoelen 1B en BVL
Leerinhouden
Een rekenopgave
oplossen en
controleren mbt
breuken.
Eenvoudige,concrete
en realistische
vraagstukken
oplossen mbt
breuken
Het gemiddelde en
de mediaan van een
oneven aantal
gegevens bepalen.
Begrippen
inkoopprijs,
verkoopprijs,
winst, verlies
Werken met
eenheidsprijzen,
kastickets.
Begrippen
bruto,tarra, netto.
De leerlingen kunnen met
verhoudingen en procenten in
praktische situaties werken.
Begrippen korting,
intrest, kapitaal,
Procent nemen van
een hoeveelheid.
De prijs per m²
bepalen.
Curriculumdifferentiatie wiskunde – leerjaar 5
Afstand snelheid en
tijd.
Les 1: Begrippen. Kennismaken met het
schema.
Les 2: Werken met het schema
Tabellen en grafieken. Les 1: Tabellen en grafieken.
De volgende begrippen en hun
onderlinge relaties kunnen
gebruiken: tijd,snelheid,afgelegde
weg.
De leerlingen kunnen informatie
halen uit
grafieken,tabellen,diagrammen,ka
arten en schaalmodellen.
Inzicht verwerven in
omgekeerde
evenredigheid.
De prijs van een
mengsel berekenen.
Omgekeerd evenredig. Les 1: Omgekeerd evenredig.
Mengsels.
Herhalingslessen.
Plantyn, Mechelen
Gemiddelde
snelheid/afstand/tijd
bepalen in een
contextsituatie.
Tabellen en grafieken
aflezen, zelf
opbouwen
Les 1:Mengsels.
Les 1: Mengsels en korting.
Les 2:
Verhoudingstabellen, breuken, ongelijke
verdeling en procenten.
Curriculumdifferentiatie wiskunde – leerjaar 5
Download