1 Inhoudsopgave Onderwerp: Pagina: 1. Voorwoord 3 2. Inleiding 4 3. Democratie 5 4. Geschiedenis 8 5. Grondgedachte Europese Unie 13 6. Werking politieke systemen binnen de Europese Unie 16 7. Werking politieke systeem van de Europese Unie 17 8. Interviews 27 Vraag-Antwoord 8.1 Sophie in ‘t Veld 28 8.2 Marit Maij 31 8.3 Employé Europese Commissie 35 8.4 Jan Marijnissen 39 8.5 Tiny Kox 41 8.6 Medewerkers Ministerie Nordrhein-Westfalen 44 9. Analyse 46 10. Conclusie 51 11. Reflectie 55 12. Bijlagen 12.1 Landen 12.1a Duitsland 58 12.1b Frankrijk 64 12.1c Oostenrijk 67 12.1d Zweden 69 12.1e Luxemburg 72 12.1f Malta 75 12.2 Interviews: Letterlijk 12.2a Sophie in ‘t Veld 78 12.2b EU-Commissie employé 82 12.2c Jan Marijnissen 93 12.2d Tiny Kox 103 12.3 Kenmerken democratie 105 12.4 Bronvermelding 113 2 1. Voorwoord “Wat is de best werkende democratische bestuursvorm voor de Europese Unie?” Voor u ligt het onderzoek naar de best werkende democratische bestuursvorm voor de Europese Unie. Als Nederlandse atheneum-eindexamenleerlingen van de openbare regionale scholengemeenschap Lek en Linge te Culemborg hebben we veel plezier beleefd aan het uitzoeken, onderzoeken en verwerken van de opgedane kennis. Democratie is een term die vaak langskomt als het over de Europese Unie gaat. Ons interesseerde het hoe de bestuursvorm van de Europese Unie te verbeteren en verbeterpunten op een duidelijke manier over te brengen aan ons publiek, de wetgevende organen van de Europese Unie. Het is als gouvernement belangrijk om de steun van het volk te waarborgen. Aangezien we zelf EU-burgers zijn, is het interessant om te onderzoeken hoe onze vertegenwoordigers en belangenbehartigers in de Europese Unie te werk gaan en hoe het Europese bestuur het beste democratisch te werk kan gaan. Het onderzoek was nooit tot stand gekomen zonder de hulp van in de eerste plaats onze ouders. Verder hebben, de heer Becker, de heer V. Haase, mevrouw drs. M.E. Maij, de heer J.G.Ch.A. Marijnissen, de heer M.J.M. Kox, mevrouw Tyrann-Weyers, mevrouw drs. S.H. in ‘t Veld, mevrouw J. Walz, mevrouw U. Zarniko, de heer/mevrouw van de Europese Commissie, de heer C. P. van der Velden en een studente politicologie bijgedragen aan het onderzoek. Deze mensen willen wij van harte bedanken voor hun medewerking. Onze speciale dank gaat uit naar mevrouw drs. A.W. van Wijlen die ons tijdens het hele traject heeft begeleid . Culemborg, februari 2015 Michel Doré, Dagmar Haase en Juul Kramer 3 2. Inleiding De manier waarop de mens zijn macht onderling verdeelt en zichzelf organiseert, is niet alleen een van de meest besproken onderwerpen van vandaag; de gedachte van macht en de verdeling daarvan, is ingebed in onze natuur. Het is daarom ook dat er zo oneindig veel verschillende manieren van regeren zijn bedacht en er zo ontzettend veel meningen bestaan over hoe dat in zijn werk zou moeten gaan. In de geschiedenis zien we voorbeelden van schrikwekkende dictaturen, maar ook keizers die vrede en welvaart brachten voor het volk. We zien democratieën die vergiftigd werden door corruptie en die, die het volk lieten opbloeien en de deuren openden voor groei en welvaart. Het zijn juist deze tegenstellingen die ons zo intrigeren. Zoals Churchill ooit zei: ‘‘Democracy is the worst form of government except for all the others that have been tried.” Ondanks het feit dat we onszelf elke dag gelukkig prijzen in een democratisch en welvarend land te zijn geboren, hebben we ons vaak afgevraagd wat de voordelen van andere systemen (niet in dit onderzoek uitgewerkt) zijn en waarom op bepaalde momenten en onder bepaalde omstandigheden een politiek systeem wel of niet werkt. Deze gedachte heeft ons uiteindelijk geïnspireerd om na te denken over de manieren waarop we de democratie zoals wij die kennen zouden kunnen verbeteren en, specifieker: de parlementaire democratie van de EU. Tijdens dit onderzoek zullen we ons bezighouden met de vraag hoe we het Europees Parlement kunnen verbeteren. Om die vraag te beantwoorden zullen we eerst terugkijken naar het verleden. Waarom werkten bepaalde systemen wel of niet en hoe kwam dat? Ook zullen we de mening van verschillende (ervarings)deskundigen gebruiken om een lijst op te stellen van verschillende kenmerken die ons democratisch systeem zouden kunnen verbeteren. Daarnaast inventariseren we welke vormen van democratie er op dit moment aanwezig zijn in Europa. Aan het eind van het onderzoek zullen we veel geleerd hebben over de werking van de Europese Unie en zullen we begrijpen hoe democratie in elkaar steekt. We zullen de vraag: “ Wat is de best werkende democratische bestuursvorm voor de Europese Unie?”dan ook door middel van alle gegevens die we tijdens ons onderzoek verworven hebben, verwerkt met een bekende analysetechniek uit het bedrijfsleven, kunnen beantwoorden, Aan het eind van het onderzoek hebben we ontdekt dat er vooral op de gebieden: eenheid, effectiviteit van de beslissingen en representatie van de burgers, nog veel te winnen valt. 4 3. Democratie Democratie ontstond meer dan 2.400 jaar geleden in het oude Griekenland. Het woord democratie betekent: het volk regeert. Letterlijk: demos (volk) kratein (regeert). Momenteel is er geen land op aarde dat helemaal wordt geregeerd door middel van een directe democratie. Daarvoor zijn meerdere redenen te bedenken, zoals landen die qua oppervlakte te groot zijn om het hele volk bijeen te roepen voor het nemen van belangrijke politieke beslissingen. Verder hebben mensen niet altijd de behoefte aan democratie of het werkt niet in de desbetreffende cultuur. Hedendaagse democratische landen worden geregeerd door een representatieve of indirecte democratie. In Europa lijkt de democratie in deze tijd vrijwel vanzelfsprekend, maar niet lang geleden waren er nog dictaturen en ondemocratische regimes in sommige huidige lidstaten van de Europese Unie. Hoewel de definitie verklaart dat in een democratie de mensen zelf hun land regeren, worden belangrijke aspecten van hedendaagse democratieën in landen over de hele wereld weggelaten. De principiële doeleinden waarom mensen democratie beoefenen zijn om hun rechten, welvaart en welzijn te waarborgen en te promoten. Om een democratie waar te maken moet elk individu vrij kunnen deelnemen in de politieke gemeenschap van zelfbestuur. Politieke vrijheid is de kern van het concept democratie. BASISPRINCIPES De moderne vorm van democratie heeft drie basisprincipes: “democratie”, “constitutionalisme” en “liberalisme”. Kort beschreven is constitutionalisme van belang bij het gebruiken van wetten om de macht van de regering te beperken en de rechten van het volk vast te leggen. Liberalisme hoort bij het waarborgen van vrijheid, gelijkheid en waardigheid van het individu. En democratie is de politieke macht die in de handen van de burgers ligt. In de praktijk gaat de democratie vaak toch anders in werking, dan in theorie aanvankelijk wordt bedacht. Als er wordt gekeken naar de drie basisprincipes constitutionalisme, liberalisme en democratie, werken de eerste twee principes tot op een bepaalde hoogte goed in de Europese Unie. De wetten zorgen voor de vrijheid, gelijkheid en waardigheid van het individu en andersom eveneens. Vrije mensen hebben de mogelijkheid hun gelijk te krijgen met behulp van wetten, waardoor hun vrijheid wordt gewaarborgd. Natuurlijk is er ook een grijze zone , tussen de vrijheid, gelijkheid en waardigheid van het individu. Er is een, vaak onduidelijke grens, tussen vrijheid van meningsuiting en discriminatie. Om duidelijkheid te krijgen over alle, ook de onduidelijke aspecten, van een samenleving worden er wetten die gemaakt en zijn er mensen die ervoor zorgen dat de wetten gehandhaafd en juist geïnterpreteerd worden. Voor de stabiliteit van een democratie is het van belang dat macht verdeeld is en niét bij een persoon of een groep ligt. Aristoteles komt in de Oudheid met het begrip trias politica , de scheiding van machten. Tweeduizend jaar later werkt de Franse verlichtingsfilosoof Charles Montesquieu begrip uit. In de leer van de trias politica gaat men uit van drie machten: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht. Deze scheiding van machten moet ervoor zorgen dat er geen machtsmisbruik kan 5 ontstaan in de bovenlaag van de samenleving. De begrippen democratie en trias politica zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Democratie was niet alleen in het verleden een populair onderwerp, ook vandaag de dag houden veel filosofen zich bezig met het denken over de ideale democratie . De ideale democratie is een theoretisch begrip en bestaat in praktijk niet. Geen land op aarde voldoet voor 100% aan de voorwaarden van de democratie. Vaak komt dit door door de geschiedenis en cultuur van een land. Gebruiken en tradities kunnen niet zomaar worden stopgezet en veranderd. Sommige landen hebben een traditie waarin vrijheid vanzelfsprekend is en andere niet. Bij een democratie is het van belang dat de bevolking betrokken is bij politieke processen. Participatie van zoveel mogelijk mensen is de basis van een democratie, maar zolang niet 100% van de bevolking meedoet met de democratie, zal er geen ideale democratie ontstaan. REPRESENTATIEVE DEMOCRATIE Als er geen ideale democratie bestaat, wanneer kan je dan wel spreken van een democratie? De democratische landen bestaan uit representatieve democratieën; regeringen die de bevolking representeren. Er zijn natuurlijk verschillende opvattingen over wanneer een regering de bevolking representeert. Om een beetje duidelijkheid te krijgen over wat precies een representatieve democratie is worden de kenmerken ervan verder uitgewerkt. Het eerste, misschien wel belangrijkste, kenmerk is dat er een volksvertegenwoordiging is die direct door de bevolking wordt gekozen. In elk land heeft de volksvertegenwoordiging een andere naam. In Nederland is het de Tweede Kamer, in Duitsland de Bondsdag en in Frankrijk de Nationale Vergadering. Vaak is er daarnaast nog een indirect gekozen vertegenwoordiging, een senaat, dat bijvoorbeeld wetten controleert. Ten tweede moeten er vrije, eerlijke en geheime verkiezingen zijn. Elke burger met stemrecht moet zelf zijn keuze kunnen bepalen. Natuurlijk moet de burger ergens op kunnen stemmen en daarom zijn er onafhankelijke groepen en partijen nodig die met elkaar om de macht kunnen concurreren. Om de verkiezingen helemaal onbeïnvloed te houden, moeten ze geheim zijn. Verder is het van belang dat er regelmatig verkiezingen zijn, zodat de burger zijn invloed kan uitoefenen. Hiervoor is algemeen kiesrecht belangrijk, zodat een burger kan stemmen en ook zichzelf verkiesbaar kan stellen. Ten derde moet er een maatschappelijk middenveld zijn. De bevolking kiest de volksvertegenwoordiging, maar daarmee is de democratie niet compleet. Het maatschappelijk middenveld bestaat uit duizenden non-gouvernementele organisaties die los van de overheid werken. Deze NGO’s zijn een brede vertegenwoordiging van de bevolking en zorgen ervoor dat niet alle macht bij de regering ligt. Vakbonden en milieu- en natuurorganisaties zijn een voorbeeld van de NGO’s die voor de belangenbehartiging van de bevolking zorgen. Verder is het van belang dat er machtenscheiding is, wordt gestreefd naar politieke gelijkheid voor iedereen, een grondwet vastgelegd is, de vrijheid van burgers wordt beschermd en er vrije media zijn. 6 DEMOCRATISCHE STELSELS Landen verschillen erg in het uitvoeren van de representatieve democratieën. De manieren waarop de verschillende machten worden uitgevoerd zijn onder te verdelen in drie verschillende democratische stelsels: een parlementair stelsel, een presidentieel stelsel en een semipresidentieel stelsel. In een parlementair stelsel worden verkiezingen gehouden voor een parlement. Op grond van uitslag van de verkiezingen wordt een regering gevormd, waarvoor een meerderheid van de zetels in het parlement nodig is. Het verschilt of één partij een meerderheid moet hebben om te regeren of dat verschillende partijen samen moeten werken om een regering te vormen. Vaak is dit afhankelijk van het kiesstelsel. De regering moet het vertrouwen hebben van de meerderheid van het parlement. De meerderheid van het parlement heeft ook de mogelijkheid om de regering naar huis te sturen. In dat geval moeten er nieuwe verkiezingen worden gehouden. In een presidentieel stelsel wordt niet alleen het parlement, maar ook de president apart gekozen. Er is dan een scheiding tussen de wetgevende en uitvoerende macht door middel van aparte verkiezingen. De president heeft een eigen machtsbasis en is niet afhankelijk van de meerderheid van het parlement. De regering wordt samengesteld door de president en dat betekent dat de regering niet naar huis kan worden gestuurd door het parlement. De regering wordt rechtstreeks geleid door de president, maar moet samenwerken met het parlement, want voor belangrijke politieke besluiten heeft de regering wel een meerderheid nodig van het parlement. Het semipresidentieel stelsel is een mengsel van het parlementaire en het presidentieel stelsel. De uitvoerende macht bestaat dan niet alleen uit de door de bevolking gekozen president, maar ook uit een minister-president (premier) van wie de regering afhankelijk is van een meerheid van het parlement. Als de president en premier van dezelfde politieke partij zijn, kunnen ze hun macht beter uitoefenen door samen te werken. Het kan ook zo zijn dat ze van verschillende politieke partijen zijn en concurreren. In dat geval wordt de macht van de premier groter en die van de president kleiner. Democratie, het volk regeert, blijkt niet zo simpel als dat het op het eerste gezicht kan lijken. Het vergt samenwerking, veel tijd, geduld en compromissen. Verder in het onderzoek wordt er dieper in gegaan op de geschiedenis van de democratie, de grondgedachte achter de Europese Unie en de verschillende politieke systemen van de EU-lidstaten. 7 4. De geschiedenis van de democratie Om goed te begrijpen hoe de democratie is zoals hij nu is en om in te zien wat eigenschappen van een goed democratisch functionerend parlement zijn, is het erg belangrijk om ook terug in de tijd te kijken. Hoe was het vroeger? Hoe en waarom zijn eigenlijk de eerste democratische systemen ontstaan en hoe werd daarop gereageerd? Waarom is het niet altijd beter als het volk meer macht in eigen handen krijgt? Om onder andere deze vragen te beantwoorden, wordt u hier door middel van een hand vol voorbeelden meegenomen op een beknopte reis door de geschiedenis; te beginnen bij het begin. ATHENE TUSSEN 508 EN 322 v.C. Athene liep haar tijd mijlenver vooruit met het instellen van (wat door veel mensen wordt gezien als) de eerste democratie in de geschiedenis van de mensheid. In het jaar 508 v.C. voerde de vooraanstaande Griek Kleisthenes, geïnspireerd door verschillende filosofen, zijn bekende hervormingen door. Elk vrij man, die kon aantonen dat hij in Athene was geboren, mocht op gelijke voet meedoen aan de politiek. Zij stemden rechtstreeks over de wetten en hoe deze moesten worden uitgevoerd. Op een bepaalde manier was dit systeem dus bijna democratischer dan veel huidige overheden, aangezien het volk rechtstreeks over haar eigen wetten en regels kon beslissen. Aan de andere kant moet men niet vergeten dat er veel mensen werden uitgesloten van het stemproces: alle vrouwen, slaven en ‘niet-Atheners’ waren geen burgers in de ogen van de regering en hadden geen enkele vorm van invloed op de politieke beslissingen. Ondanks deze kleine hobbels op de weg stond dit nieuwe systeem bijna lijnrecht tegenover de in die tijd populaire vormen; aristocratie, oligarchie en dictatuur. Het volk was dan ook, grotendeels, tevreden. Voor het eerst konden burgers zelf directe invloed uitoefenen op hun omgeving. Ook filosofen en politieke leiders uit de rest van het Grieks-Romeinse rijk hadden grote interesse in deze nieuwe vorm van regeren en al snel verspreidde het zich verder door het rijk. Het stemmen zelf bleek echter niet altijd efficiënt, het was voor veel burgers een te langdradige en vermoeiende aangelegenheid. Alle stemmers werden verwacht op het forum, waar zij door middel van het opsteken van handen konden stemmen over nieuwe wetten. Ook konden burgers zelf ideeën aandragen in een soort eigentijdse denk-tank. Het is begrijpelijk dat het stemproces er lang duurde en het er niet altijd even rustig aan toe ging. Er zijn dan ook periodes geweest dat de opkomst laag was. Op een gegeven moment kwamen er zo weinig mensen dat er werd besloten om bij een te lage opkomst het plein rood te verven en zo te laten zien dat het volk zich niet als goede burgers had gedragen. Ook werd op een gegeven moment presentiegeld ingevoerd om de burgers te stimuleren de drukke volksvergaderingen bij te wonen. 8 Om het proces zo eerlijk mogelijk te laten verlopen werd er geregeld een ‘schervengericht’ gehouden. Op deze momenten werden alle mensen die veel het voortouw namen bij de stemmingen en die betrokken waren bij de onofficiële groepsvormingen naast elkaar gezet. Vervolgens moesten de burgers stemmen over wie er volgens hen ‘te populair’ werd. De gekozen burger werd dan voor minstens tien jaar uitgesloten uit het stemproces. Door deze uitingen van apistia (wantrouwen) probeerden ze de politiek zuiver te houden. Apistia was dan ook een belangrijk begrip uit de tijd van de Atheense democratie. Eigenlijk kan geconcludeerd worden dat voor een nieuw ingestelde democratie, het Atheense systeem verrassend goed werkte. Het is pas in 322 v.C. dat Athene wordt veroverd door Macedonië en de ouderwetse dictatuur weer wordt hersteld, maar het idee was geboren. NEDERLAND ROND DE 13e EEUW: WATERSCHAPPEN Na het relatief succesvolle democratisch bestuur van de Grieken, kwam er een lange periode waar vooral de absolute vorsten de touwtjes in handen hadden. Toch kon het idee van macht bij het volk , niet meer helemaal worden vergeten en stak het op kleine schaal toch af en toe de kop op. Een voorbeeld daarvan is het begin van de Nederlandse waterschappen die ontstonden rond 1200. Ten eerste is het belangrijk te realiseren dat van Nederland eigenlijk nog geen sprake was in de vroege middeleeuwen en dat Nederland hier dus eigenlijk slechts betekent: het gebied dat later Nederland zal worden. Het middeleeuwse ‘Nederland’ had te kampen met wateroverlast en overstromingen, maar doordat de macht telkens bij iemand anders lag en het land werd geregeerd door vele verschillende hertogen, graven en vorsten, kwam er vanuit het bewind weinig interesse en hulp voor dit probleem. Een aantal vooraanstaande boeren richtten daarom groepen op die zich moesten bekommeren op het bouwen van dijken en kanalen. Het bijzondere hieraan is dat niet de burgerij uit de vrije steden, maar juist de boeren van het platteland het initiatief namen. Hieruit blijkt dat als er noodzaak is, ook mensen uit een milieu waar ze niet gewend zijn macht of beslissingsrecht te hebben, zich zullen groeperen en samenwerken. Dit is een van de belangrijkste redenen dat democratie nooit helemaal is uitgebannen. Als het volk niet wordt gehoord of beschermd, zal het de macht in eigen handen nemen, soms op kleine schaal, soms door middel van revolutie of verzet. Elk (vrij) boerengezin dat zichzelf kon onderhouden van alleen de landbouw mocht meebeslissen over hoe het water in hun omgeving in bedwang kon worden gehouden. Deze gezinnen kregen de naam ‘volle buur’ en mochten aan de buurvergaderingen deelnemen. Als volle buur kreeg je niet alleen het recht om mee te denken, maar ook de plicht om te onderhouden en mee te helpen. Werd er bijvoorbeeld een dijk gebouwd, dan kreeg elke buur een stuk toegewezen om te onderhouden en bekostigen. Enkele tientallen decennia later , toen er steeds meer buren mee konden beslissen werden er partijen opgericht. Die partijen werden gekozen door de buren en overlegden over wat er gedaan moest worden om tot een gezamenlijke oplossing te komen. Zo 9 kon ieders belang worden gehoord en behartigd. Door verschillende mensen wordt de oprichting van deze waterschappen dan ook als het begin van het Nederlandse poldermodel gezien. FRANKRIJK, 1789: DEMOCRATISCHE REVOLUTIES In het achttiende-eeuwse Frankrijk speelde de Verlichting een grote rol in de samenleving. De ideeën van Montesquieu en Voltaire vonden alle uithoeken van het Franse koninkrijk. De verlichte ideeën: vrijheid, gelijkheid en het rationeel en empirisch denken grepen langzaam om zich heen en zetten de mens aan het denken. Daarnaast woedde er aan het eind van de achttiende eeuw een flinke economische crisis en was er honger en onvrede onder het volk. Er was nog altijd een standenmaatschappij en de belastingen voor het arme gedeelte van de samenleving bleven stijgen. Ondanks de Nationale Vergaderingen waarin elke stand (de adel, de burgers en de geestelijkheid) de belastinghervormingen moesten goedkeuren, had de burgerij, die de burgers uit de steden en de boeren vertegenwoordigde, weinig invloed en werden de ideeën van de koning en hogere standen toch doorgevoerd. De burgerij; geïnspireerd door de verlicht denkers en woedend dat ze genegeerd werden, eisten een grondwet waarin de macht van de koning vast kwam te liggen. Toen de koning dit weigerde ontstonden er opstanden door het hele land en werd de Bastille bestormd. Een democratische revolutie was begonnen. Het volk nam de touwtjes in handen en besloot dat het tijd was om niet meer alles van de kerk en adel aan te nemen en voor zichzelf te zorgen. Kloosters en kastelen werden geplunderd en de burgerij richtte een eigen Nationale Vergadering op. Er blijkt dus dat de weg naar meer vrijheid en inspraak zowel via de politieke als de gewelddadigere wegen ging. Tijdens het eerste deel van de Franse Revolutie was de burgerij voornamelijk bezig met het grijpen van de macht en het afzetten van de Franse koning Lodewijk XVI. Nadat hij in 1792 gevangen werd genomen en vervolgens in 1973 werd onthoofd, begon er echter een heel nieuw tijdperk. Opeens lag de macht écht in de handen van de burgers en moesten er belangrijke beslissingen gemaakt worden. Een groep radicale revolutionairen (de Girondijnen) onder leiding van De Robespierre greep de macht. Hoewel vanaf dat moment Frankrijk in theorie een constitutionele monarchie was met een grondwet om het volk te beschermen, ontketenden de Girondijnen een waar schrikbewind. De Girondijnen wilden radicale verandering en probeerden een democratisch systeem in te stellen. Alle orde viel weg, en honderden tegenstanders van de revolutie en gematigde voorstanders werden op brute wijze geëxecuteerd. Uiteindelijk worden de Girondijnen door het volk en leger afgezet en neemt een gematigdere groep, de Directoire de macht over. De aanhangers van de Directoire zijn een stuk gematigder en willen op een vreedzame manier langzaam veranderingen doorvoeren. Ze stellen een tweekamerstelsel in dat bestaat uit 500 afgevaardigden en 250 senatoren. De 500 10 afgevaardigden werden rechtstreeks gekozen door middel van censuskiesrecht en elk jaar werd een derde van de afgevaardigden vervangen. Dit systeem werkte redelijk, maar omdat er al zo lang onrust heerste, waren er nog steeds erg veel verschillende meningen en opvattingen over de uitvoering van de nieuwe verlichte ideeën. Er ontstonden dan ook telkens opnieuw kleine opstandjes. Toen de Directoire besloot om in een klap twee-derde van de staatsschuld af te betalen kwam het volk opnieuw in opstand en nam Napoleon door middel van een staatsgreep de macht over. Ondanks dat Frankrijk weer aan een absoluut vorst behoorde, was het niet helemaal terug bij af. Jaren van revolutie en verlicht denken hadden zich niet alleen ingesleten in de Franse bevolking, maar ook in Napoleon, die zich ontplooide tot verlicht vorst. TUNESIË EN OMSTREKEN, DE ARABISCHE LENTE Sinds de afgelopen eeuw is democratie een begrip dat niet meer weg te denken is. Veel landen hebben tot op zekere hoogte een democratisch bestuur en waar dat niet zo is wordt er vaak ingegrepen door Westerse (democratische) landen zoals Amerika.Toch wil dit absoluut niet zeggen dat elk mens in vrijheid en veiligheid leeft en al helemaal niet dat iedereen politieke vrijheid en invloed mag ervaren. Een goed voorbeeld van waar bevolkingsgroepen die zich recentelijk aan het vrij vechten zijn (geweest) van hun corrupte en onderdrukkende overheden is in een aantal Arabische landen bij Noord Afrika. De Arabische Lente is de naam die wordt gegeven aan een serie opstanden en revoluties in de Arabische en Noord-Afrikaanse landen (zie figuur 1) waarbij het volk vrijheid en bescherming afdwong. 11 Figuur 1: Noord-Afrikaanse en Arabische landen tot op zekere hoogte deel hebben uitgemaakt van de Arabische Lente. In sommige gevallen gaat het slechts over milde demonstraties, in andere gevallen is de regering daadwerkelijk gevallen. Ondanks het feit dat elk land zo zijn specifieke redenen had om in opstand te komen speelden veelal dezelfde dingen mee; het herhaaldelijk schenden van mensenrechten, werkeloosheid, corruptie en een gebrek aan politieke vrijheid. Op 17 december 2010 stak de jonge fruitverkoper Mohammed Bouazizi zich uit frustratie en hopeloosheid in brand. Deze daad bleek uiteindelijk de spark te vormen voor hevige opstanden in de rest van het land, die op hun beurt een serie van opstanden zouden inspireren in de overige landen van de Arabische wereld. Bouazizi werd het gezicht van de opstand in Tunesië en zou als houvast dienen voor de opstandelingen. Tien dagen na de zelfverbranding van Bouazizi bereikten de protesten, die in eerste instantie in het kleine thuisstadje van Bouazizi begonnen, de hoofdstad. Er volgden dagen van politiegeweld, beloftes en sussende uitspraken van de president, maar het vuur van de opstand was niet meer te blussen. Hoewel Tunesië op het moment van de revolutie officieel een democratie was, viel dat in werkelijkheid erg tegen. Tunesië werd geregeerd door één partij (op dat moment RCD) die vaak volgens de tellingen tot wel 80% van de stemmen behaalde, terwijl, volgens verschillende Westerse media, het percentage in de praktijk waarschijnlijk veel lager lag. De versplinterde 12 oppositiepartijen werden door toenmalig president Ben Ali alleen enkele zetels toegewezen om de democratische schijn op te houden. In de praktijk hadden zij weinig tot geen macht. Naast de oneerlijke verkiezingen kampte de bevolking met veel te hoge voedselprijzen, politiek geweld en censuur. De opstand leek in eerste instantie weinig verschil te gaan maken, maar nadat Bouazizi op 4 januari overleed laaide de revolutie in alle hevigheid op. Het werd een steeds bloederigere strijd tussen burgers en overheidstroepen en uiteindelijk besloot Ben Ali een noodtoestand uit te roepen en enkele weken later te vluchten. Enkele maanden later werd de overheidspartij RCD verboden en werden er nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Ondanks alles bestaat er inmiddels onder een groeiende groep Tunesiërs heimwee naar het Ben Ali-tijdperk; een gevolg van de huidige chaotische en onzekere situatie. De gematigde islamitische partij vormt samen met twee centrum-linkse partijen een regering, maar zij slagen er niet altijd in slagvaardige beslissingen te nemen en extremistische aanslagen te bestrijden. Het land moet zich duidelijk nog aanpassen aan de verse democratie en de overstap is groot. Voor wie jaren (terecht) bang was zijn politieke mening te uiten, of wie gewend is te leven met corruptie en censuur is het flink wennen. Ook verschillende overheidsinstanties moeten herorganiseren. Al deze dingen kosten tijd en energie; het gaat vaak met vallen en opstaan. Toch is de Jasmijnrevolutie (zoals deze genoemd wordt als het gaat om Tunesië) een succes vergeleken met de revoluties in een aantal andere landen. In Egypte en Libië zijn de revoluties er weliswaar in geslaagd de ‘regeringen’ te laten vallen, maar onderwerpen als de Sharia (Gods wil is wet en Hij bepaalt de straf) zijn daar nog aan de dagelijkse orde. Na het eindigen van het straffe bewind van hun leiders werd daar slechts de macht overgenomen door een ander ‘democratisch’ bewind. De Arabische Lente in het algemeen zou dus gezien kunnen worden als hét schoolvoorbeeld van minder geslaagde democratische revoluties. 5. De grondgedachte achter de Europese Unie De Europese Unie is niet zonder reden opgericht. In de onderstaande tekst wordt duidelijk gemaakt wat de redenen waren om de EU op te richten, waarom het geworden is zoals het nu is en wat de ambities zijn voor de toekomst. De oprichters van de Europese Economische Gemeenschap (de EEG was de voorloper van de EU, een economische samenwerking opgericht in 1957) waren het over een ding eens; er moest een vreedzaam, verenigd en welvarend Europa komen. HETZELFDE DOEL Winston Churchill (Verenigd Koninkrijk), Konrad Adenauer (Duitsland) en Sicco Mansholt (Nederland) waren de leiders1 van een deel van de oprichtingsstaten. Deze drie leiders waren erg belangrijk bij de stichting van de Europese Unie. Grondleggers van de EU - europa.eu/about-eu/eu-history/founding-fathers/index_nl.htm , geraadpleegd op 4 februari 2015 1 13 Konrad Adenauer Konrad Adenauer, leider van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog, geloofde dat Duitsland en Europa in vrede moest blijven op maar één manier, door een verenigd Europa. Konrad Adenauer zorgde ervoor dat Duitsland in 1951 lid werd van de Raad van Europa. Ook zorgde hij ervoor dat Duitsland in 1952 lid werd van de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) en Duitsland in 1955 bij de NAVO ging. Sicco Mansholt De Nederlander Sicco Mansholt was net zoals Konrad Adenauer erg belangrijk voor de start van een vreedzaam en samenwerkend Europa. Hij was ervan overtuigd dat Europa zelfvoorzienend moest worden en dat betaalbaar voedsel voor iedereen beschikbaar moest zijn. Winston Churchill Winston Churchill leidde Engeland door de Tweede Wereldoorlog als premier. Hij pleitte na de oorlog voor een “Verenigde Staten van Europa”. Dit deed hij in een toespraak in Zürich in 1946. Hij vond dat de eerste stap naar gerechtigheid, vrijheid en genade een eerste stap zou zijn naar de herschepping van de “Europese familie”. TOEKOMST Wat de Europese Unie zelf over de toekomst denkt is duidelijk: De Europese Unie streeft naar het behouden van vrede in Europa samen met economische welvaart. Daarnaast wil ze ook de strijd aan gaan tegen de klimaatverandering en het terrorisme. Volgens een kennismagazine2 van de Europese Unie voor jongeren kan geen enkel land deze klus alleen klaren en is de Europese daarvoor nodig. De Europese Unie wil aan de nieuwe generaties laten weten dat zij ondanks vrede niet overbodig zijn geworden. Verder zijn er meerdere doelen vastgesteld voor de toekomst. Zo is er het 2020 programma3, hierin staat vast wat de belangrijkste doelen zijn voor de Europese Unie in de komende 5 jaar. Volgens de website van de Europese Commissie zijn er 5 kerndoelstellingen vastgelegd die gelden voor de gehele Europese Unie. Die 5 kerndoelstellingen gaan over; werkgelegenheid, O&O (onderzoek en ontwikkeling), klimaatverandering en duurzame energievoorziening, onderwijs en armoede en sociale uitsluiting bestrijden. Voor de werkgelegenheid wil de Europese Unie ervoor zorgen dat 75% van de bevolking tussen de 20 en 64 jaar werk heeft. Er moet 3% van het EU-bbp worden geïnvesteerd in O&O, 20% minder uitstoot van broeikasgassen dan in 1990, 20% van alle energie uit duurzame Stratenschulte, Eckart D. "De Toekomst Van Europa." Europa: Het Kennismagazine Voor Jongeren. Luxemburg: Bureau Voor Publicaties Van De Europese Unie, 2013. N. pag. Print. 2 3 Europa 2020, ec.europa.eu/europe2020/europe-2020-in-a-nutshell/targets/index_nl.htm - geraadpleegd op 10 februari 2015 14 energiebronnen halen en 20% meer energie-efficiëntie. Onder de doelstelling ‘Onderwijs’ verstaat de Europese Unie dat er minder dan 10% voortijdige schoolverlaters zijn dan daarvoor en tenminste 40% van de 30 tot 34-jarigen heeft een einddiploma behaald in hoger onderwijs. De laatste doelstelling ‘armoede en sociale uitsluiting bestrijden’, hier is het doel om ten minste 20 miljoen minder slachtoffers (of mensen die dat dreigen te worden) van armoede of sociale uitsluiting te bereiken. Deze doelstellingen zijn per land nog verder verduidelijkt.³ De vraag is of de Europese Unie in de toekomst zal blijven wat die is, of dat er drastische veranderingen gaan plaatsvinden. De Europese Commissie weet zelf heel zeker wat het met zijn toekomst wilt gaan doen. De visie is duidelijk, nu de acties nog. 15 6. Werking politieke systemen binnen de Europese Unie De Europese Unie heeft 28 lidstaten die allemaal volgens één systeem samenwerken. Het is de bedoeling dat dit systeem democratisch is en alle landen, de regeringen en eigenlijk vooral de burgers, goed vertegenwoordigd worden. Aangezien elk land een eigen specifiek politiek systeem heeft, geeft alleen de Europese Unie de democratieën binnen de lidstaten niet goed weer. Om een duidelijker beeld te krijgen van democratische systemen binnen de EU zijn bij zes lidstaten het verkiezingssysteem, de politieke taken en regeringsvorming uitgewerkt. Vanwege de grote hoeveelheid tijd die het kost is de keuze gemaakt om de twee grootste, middelste en kleinste landen (naar inwoneraantallen) uit te werken. Ten eerste is er een tabel samengesteld waarin van elk land basisinformatie gegeven is, zoals de hoofdstad, de oppervlakte, het inwoneraantal, de munteenheid, sinds wanneer het land een democratie is en wat voor democratie het is. Ook staat er in welk jaar het is toegetreden tot de Europese Unie, en nog meer gegevens in dezelfde trant. Het is de bedoeling om met deze achtergrondinformatie een beter beeld te krijgen van de situatie en het politieke systeem van het land. Ten tweede is er een vragenlijst opgesteld waaruit kenmerken van het politieke systeem en de verkiezingen kunnen worden gehaald. Denk hierbij aan wie er wanneer en waarover mag stemmen, of er stemplicht is, wie het land regeert en dergelijke. Het doel is ten derde om alle gegevens van de onderzochte landen te verzamelen en de verschillende kenmerken eruit te halen. Met behulp van deze kenmerken en verdere informatie over democratie en de Europese Unie, wordt er gekeken naar de representatie van de lidstaten in de EU en hoe het systeem op andere gebieden kan worden verbeterd. De uitgewerkte landen zijn ingevoegd als bijlage. 16 7. Werking politieke systeem van de Europese Unie Wat gebeurt er in Brussel en Straatsburg? In de krant, tijdens het journaal, op de sociale media, overal wordt er gepraat over gebeurtenissen die direct en indirect te maken hebben met de EU. Als er een gedetailleerde vraag wordt gesteld over wat een bepaalde instelling doet dan is dat vaak zeer onduidelijk of onoverzichtelijk. Vandaar dat hieronder, relatief beknopt, is uitgelegd welke instituties er zijn en wat ze doen. De instellingen die direct te maken hebben met de Europese verkiezingen worden uitgebreider behandeld. Tot slot wordt er dieper ingegaan op de machtsverdeling tussen de lidstaten. Voor het onderzoek is het van belang om de werking van de Europese Unie te kennen, omdat daarmee duidelijk wordt hoe het systeem in elkaar zit en er op basis daarvan verbeteringen kunnen worden toegepast. 1. Welke instituties zijn er in de Europese Unie? · · · · · · · · · · · · · · · Europees Parlement Europese Raad Raad van de Europese Unie Europese Commissie Hof van Justitie Europese Centrale Bank de Europese Rekenkamer Europese Dienst voor extern Optreden (EEAS) Europees Economisch en Sociaal Comité Comité van de Regio’s Europese Investeringsbank Europees Investeringsfonds Europese Ombudsman Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming Interinstitutionele organen 2. Welke taken hebben de instituties? Europees Parlement Om de vijf jaar wordt het Europees Parlement rechtstreeks gekozen door de Europese kiezers. Samen met de Raad van de Europese Unie (ook wel “de Raad”) is het een van de belangrijkste wetgevende EU-instellingen. Het Parlement heeft drie hoofdtaken: · Samen met de Raad bespreekt het Europese wetten en moet deze goedkeuren. · Het waakt over de andere EU-instellingen, om te garanderen dat deze democratisch te werk gaan. · Samen met de Raad behandelt het de EU-begroting en moet deze goedkeuren. 17 Europese Raad De Europese Raad heeft twee taken: hij legt de algemene beleidsoriëntaties en -prioriteiten vast en behandelt gecompliceerde of gevoelige kwesties die niet op een lager niveau (subsidiariteitsbeginsel) van samenwerking tussen de EU-landen opgelost kunnen worden. De Europese Raad heeft geen wetgevende bevoegdheid, maar wel veel invloed op de politieke agenda van de EU. De Europese Raad bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten van de EU. Hij bepaalt welke grote thema’s de Europese wetgevende organen, de Raad van ministers en het Europees Parlement, zullen moeten behandelen.4 Raad van de Europese Unie De Raad: · stelt EU-wetgeving vast · coördineert het breder economisch beleid van de EU-landen · bekrachtigt overeenkomsten tussen de EU en andere landen · stelt de EU-begroting vast · voert het buitenlands en defensiebeleid van de EU · coördineert de samenwerking tussen de gerechtelijke instanties en de politiediensten van de EU-landen Europese Commissie Ook de Europese Commissie is een van de belangrijkste instellingen van de Europese Unie. Zij vertegenwoordigt en behartigt de belangen van de hele EU. De commissie doet voorstellen voor nieuwe Europese wetgeving, staat in voor de uitvoering van het EU-beleid en de besteding van het EU-budget. Zij doet dit door: · wetsvoorstellen in te dienen bij het Parlement en de Raad · de EU-begroting te beheren en de middelen te verdelen · het EU-recht te handhaven (samen met het Hof van Justitie) · op internationaal niveau de EU te vertegenwoordigen Hof van Justitie Het Hof van Justitie ziet erop toe dat in alle landen van de EU de EU-wetgeving op dezelfde wijze wordt geïnterpreteerd en toegepast. Verder regelt het juridische geschillen tussen nationale regeringen en EU-instellingen. Ook burgers, bedrijven en organisaties kunnen zaken bij het Hof indienen als zij van mening zijn dat hun rechten door een EU-instelling zijn geschonden. Europese Centrale Bank De Europese Centrale Bank (ECB) is verantwoordelijk voor de euro en het handhaven van de prijsstabiliteit in de EU. Ook is de ECB verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van het economisch en monetair beleid van de EU. 4 De Europese Raad, De Raad Twee instellingen in actie voor Europa . ©Europese Unie, 2013 18 De Europese Rekenkamer De Europese Rekenkamer controleert de financiën en draagt bij tot de verbetering van het financieel beheer van de EU. Verder brengt hij verslag uit over de besteding van openbare middelen. Europese Dienst voor Extern Optreden De Europese dienst voor extern optreden (EEAS) is de diplomatieke dienst van de Europese Unie. Bij de uitvoering van het buitenlands en veiligheidsbeleid steunt de dienst de EU-buitenlandcoördinator. Europees Economisch en Sociaal Comité Vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en andere belangengroepen kunnen in het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) hun mening over de EU naar voren brengen. Het EESC geeft adviezen aan de Raad van de Europese Unie, de Commissie en het Europees Parlement. Comité van de Regio’s Het Comité van de Regio's is een adviesorgaan dat bestaat uit vertegenwoordigers van de regionale en plaatselijke overheden in de EU. Het biedt de overheden gelegenheid hun mening over de EU-wetgeving voorop te leggen. Daarop brengt het adviezen uit over voorstellen van de Europese Commissie. Het Parlement, de Raad en de Commissie moeten het Comité van de Regio’s raadplegen voor beslissingen die regionale en lokale overheden aangaan, zoals milieu-, onderwijs-, volksgezondheids-, en werkgelegenheidsbeleid. Europese Investeringsbank De Europese Investeringsbank is eigendom van de 28 EU-landen. Zij leent geld op de kapitaalmarkten en leent dit tegen een lage rente uit voor energie, infrastructuur-, of milieuprojecten in EU-landen, buurlanden van de EU en ontwikkelingslanden. Europees Investeringsfonds Het Europees Investeringsfonds (EIF) is in 1994 opgericht om kleine bedrijven te helpen. De grootste aandeelhouder is de Europese Investeringsbank, waarmee het samen de EIB-groep vormt. Het EIF zorgt voor risicokapitaal voor kleine en middelgrote bedrijven, vooral starters en technologiebedrijven. Het geeft ook garanties op leningen van financiële instellingen (zoals banken) aan kleine en middelgrote bedrijven.5 Europese Ombudsman De Europese ombudsman behandelt klachten van burgers, bedrijven en organisaties over EU-instellingen, -organen, -instanties en -agentschappen. Daarbij treedt het op tegen EU-organen 5 Europese Unie 1995-2015. Over de EU, EU-instellingen en -organen, Europees Investeringsfonds. http://europa.eu/about-eu/ 19 die de wet of grondrechten van EU-burgers schenden, of zich niet houden aan principes van goed bestuur. Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming De Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming (ETGB) moet ervoor zorgen dat alle instellingen en organen van de EU bij de verwerking van persoonsgegevens het recht op privacy eerbiedigen. De ETGB ziet samen met de functionarissen voor gegevensbescherming binnen elke instelling of bedrijf binnen de EU toe op de naleving van de privacyvoorschriften.6 3. Hoe worden de instituties samengesteld? Wordt er gestemd? (Hier zijn alleen de instituties uitgelegd die direct te maken hebben met beslissingen nemen en wetten vormen) Europees Parlement Het Europees Parlement wordt om de vijf jaar rechtstreeks verkozen door de Europese kiezers. Het aantal Europarlementariërs per land staat globaal in verhouding tot het aantal inwoners. Geen enkel land kan minder dan 6 of meer dan 96 parlementsleden hebben en het totale aantal mag niet meer bedragen dan 751 (750 plus de voorzitter). De leden van het Parlement zijn ingedeeld in fracties op basis van politieke voorkeur, niet op basis van nationaliteit. De officiële verblijfsplaats van het Europees Parlement is in Straatsburg, maar in praktijk verricht de instelling haar werk op drie plaatsen, namelijk in Straatsburg (Frankrijk), Brussel (België) en Luxemburg. Twaalf keer per jaar vinden er plenaire vergaderingen plaats. Bijkomende plenaire bijeenkomsten worden in Brussel gehouden. Europese Raad De Europese Raad bestaat uit de president of de premier van elk EU-land, de voorzitter van de Commissie en de voorzitter van de Europese Raad, die de vergaderingen leidt. De bijeenkomsten worden ook bijgewoond door de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. Raad van de Europese Unie Er zijn eigenlijk geen vaste leden. Elk land stuurt steeds de minister die bevoegd is voor het behandelde onderwerp naar de Raad, bijvoorbeeld de minister van milieu naar de vergadering over milieuzaken. Die vergadering wordt dan de "Milieuraad" genoemd. Europese Commissie De 28 commissarissen, een uit ieder EU-land, worden benoemd voor 5 jaar. De voorzitter wordt benoemd door de Europese Raad. In overleg met de voorzitter benoemt de Raad daarna ook de overige commissarissen. Bron: Europese Unie. 1995-2015. How the European Union works, your guide to the EU institutions. Geraadpleegd via http://eeas.europa.eu/delegations/singapore/documents/ 6 20 Alle commissarissen, dus ook de voorzitter, zijn pas definitief benoemd als ook het Europees Parlement zijn goedkeuring heeft gegeven. Hun hele ambtstermijn moeten zij verantwoording afleggen aan het Europees Parlement, dat de Commissie desnoods kan ontslaan. 4. In hoeverre heeft een EU-lidstaat macht in de EU? In de verschillende EU-instellingen, bestaande uit vertegenwoordigers uit EU-lidstaten, werken de verschillende landen en instellingen samen. · · · · De Europese Raad, bestaande uit de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten · en de EU-leiders, stelt de algemene prioriteiten vast, De rechtstreeks gekozen Europarlementariërs vertegenwoordigen de Europese burgers · in het Europees Parlement, De Europese Commissie, waarvan de leden door de nationale regeringen zijn benoemd, · behartigt de belangen van de EU in haar geheel, De regeringen verdedigen de nationale belangen van hun land binnen de Raad van de · Europese Unie. 21 5. Hoe wordt de macht tussen verschillende EU-lidstaten verdeeld? De zetels in het Europees Parlement worden verdeeld onder de lidstaten op basis van hun vertegenwoordiging onder de Europese populatie. AANTAL EURO-PARLEMENTARIËRS PER LIDSTAAT IN 2014 7 België 21 Litouwen 11 Bulgarije 17 Luxemburg 6 Cyprus 6 Malta 6 Denemarken 13 Nederland 26 Duitsland 96 Oostenrijk 18 Estland 6 Polen 51 Finland 13 Portugal 21 Frankrijk 74 Roemenië 32 Griekenland 21 Slovenië 8 Hongarije 21 Slowakije 13 Ierland 11 Spanje 54 Italië 73 Tsjechië 21 Kroatië 11 Verenigd Koninkrijk 73 Letland 8 Zweden 20 TOTAAL 7 751 Europese Unie. 1995-2015 http://www.europarl.europa.eu/meps/nl/map.html 22 6. Wat zijn de eisen voor het toetreden bij de EU? En hoe verloopt de procedure van het toetreden? De Commissie brengt advies uit over elke toetredingsaanvraag waarna de Raad besluit neemt. Een land dat om toetreding heeft verzocht en de status van kandidaat-lidstaat krijgt, betekent niet automatisch dat er meteen toetredingsonderhandelingen beginnen. Daarvoor moet het land eerst aan een aantal voorwaarden voldoen. Elk land dat tot de EU wenst toe te treden, moet aan de toetredingscriteria of criteria van Kopenhagen voldoen. Op basis daarvan brengt de Commissie over elke toetredingsaanvraag advies uit. De voorwaarden zijn: · politieke criteria: stabiele instellingen die de democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en het respect voor en de bescherming van minderheden waarborgen; · economische criteria: een functionerende markteconomie hebben en de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd kunnen bieden; · het vermogen om de uit het recht en het beleid van de EU voortvloeiende verplichtingen van het lidmaatschap na te komen door onder meer de doelstellingen van de politieke, economische en monetaire unie te onderschrijven; · de voorwaarden hebben toegepast voor zijn integratie door aanpassing van zijn administratieve structuren. Verder is de opnamecapaciteit van de EU een andere belangrijk, fundamenteel element voor elke nieuwe uitbreiding. De Europese Unie moet bij elke toetreding van een nieuw land in staat zijn de integratie te verdiepen door middel van beleidsmaatregelen en instellingen die functioneren. Verder is het noodzakelijk bij uitbreiding van de EU, dat de lidstaten en kandidaat-lidstaten steun krijgen van de publieke opinie. Zodra de kandidaat-lidstaten aan deze criteria voldoen, kunnen de toetredingsonderhandelingen beginnen. Het doel van de toetredingsonderhandelingen en het toetredingsproces is de kandidaat-lidstaten te helpen voorbereiden, zodat zij vanaf het moment van toetreding verplichtingen als lidstaat kunnen nakomen. Het verloop van de toetredingsonderhandelingen is gebaseerd op een onderhandelingskader dat op voorstel van de Commissie door de Raad wordt vastgesteld. Daarin wordt een overzicht gegeven van de te voeren onderhandelingen en wordt rekeningen gehouden met de situatie en specifieke kenmerken van elke kandidaat-lidstaat. Zodra de onderhandelingen zijn afgesloten, loopt het toetredingsproces ten einde en kan de toetreding starten met de sluiting van een akkoord tussen de lidstaten en de kandidaat-lidstaat 23 (het toetredingsverdrag). Het is desalniettemin de Raad die op voorstel van de Commissie en na instemming van het Europees Parlement met aangeduide meerderheid van de stemmen besluit het proces te beëindigen. In het toetredingsverdrag wordt het volgende opgenomen: · het resultaat van de toetredingsonderhandelingen, de toetredingsvoorwaarden en de vrijwaringsmaatregelen of maatregelen tot uitstel voor gebieden die volgens de laatste evaluatie van de Commissie nog moeten worden verdiept; · de aanpassing van de instellingen en de Verdragen, alsook de verdeling van de stemmen bij stemmingen in de Raad en het Europees Parlement, het aantal Europese Parlementsleden, leden van het Comité van de Regio's enzovoort.; · de datum van toetreding. In de periode vanaf de sluiting van het toetredingsverdrag tot de datum van toetreding moet het verdrag door alle lidstaten en door de toekomstige lidstaat worden goedgekeurd. De kandidaat-lidstaat is nu een toetredend land en zet het proces naar de toetreding voort door onder oplettend toezicht van de Commissie de gebieden aan te passen die onvolledigheden vertonen en waarop nog vooruitgang moet worden geboekt. 7. Hoe worden de toetredingseisen voor een land bepaald? Deze criteria zijn door de Europese Raad van Kopenhagen in 1993 vastgesteld en door de Europese Raad van Madrid in 1995 aangevuld. 8. Wat gebeurt er als een lidstaat een regel/wet overtreedt? De commissie, of (in sommige zeldzame gevallen) een lidstaat, kan de procedure beginnen als die een reden heeft om te geloven dat een bepaalde lidstaat niet voldoet aan de verplichtingen van het EU-recht. Het Gerecht onderzoekt de beschuldigingen en geeft haar/zijn oordeel. Indien schuldig bevonden te zijn, moet de beschuldigde lidstaat dingen op orde stellen zonder vertraging om boetes die het g erechtshof kan geven te voorkomen . 9. Kan een lidstaat uit de EU worden gezet? Zo ja, hoe werkt die procedure? Een lidstaat kan niet uit de Europese Unie worden gezet. 24 10. Hoe verloopt de wetgevingsprocedure? 8 8 De Europese Unie in het kort: Hoe werkt de Europese Unie? © Europese Unie, 2014 25 11. Hoe stemt de Raad over wetten en besluiten? De Europese Raad heeft drie stemvormen. De vorm van stemmen is afhankelijk van het onderwerp waarover de Raad moet stemmen. De drie stemvormen zijn: · Gewone meerderheid (15 lidstaten moeten voor zijn) · Gekwalificeerde meerderheid (55% van alle lidstaten is voor) · Eenparigheid van stemmen (alle lidstaten zijn voor) Alleen als een meerderheid van de leden aanwezig is kan de Raad stemmen. Verder kan een lid van de Raad maar voor één ander lid stemmen. Binnen acht weken nadat het wetgevingsbesluit aan de nationale parlementen is toegezonden kan de Raad erover stemmen. De nationale parlementen moeten controleren en zich uitspreken over de vraag of het wetsvoorstel rekening houdt met het subsidiariteitsbeginsel. Alleen in erg bijzondere gevallen kan er eerder worden gestemd. Sinds 1 november 2014 geldt de nieuwe procedure voor de besluitvorming bij gekwalificeerd stemmen. Er moet aan twee voorwaarden worden voldaan. Ten eerste moet 55% van de lidstaten worden vertegenwoordigd, wat in de praktijk 16 van de 28 lidstaten is. Ten tweede moet de 55% van de lidstaten die het voorstel steunen, 65% van de gehele EU-bevolking representeren. Bij deze stemregel zijn uitzonderingen. Het kan zijn dat bij een voorstel niet alle lidstaten stemmen, omdat een lidstaat bijvoorbeeld niet deelneemt aan bepaalde beleidsterreinen. In dat geval geldt een besluit als aangenomen wanneer 55% van de deelnemende leden van de Raad vóór stemt en diezelfde groep 65% van de EU-bevolking van alle deelnemende lidstaten representeert. Eenparigheid van stemmen geldt voor een aantal aangelegenheden die door de lidstaten als gevoelig beschouwd worden. Elke lidstaat heeft bij deze regel vetorecht. Een stemonthouding vormt geen beletsel voor het aannemen van een besluit waarvoor eenparigheid van stemmen vereist is. Verder is eenparigheid van stemmen vereist wanneer hij van het Commissievoorstel af wil wijken, maar de Commissie niet kan instemmen met de wijzigingen. Deze stemregel geldt niet voor besluiten die op basis van een aanbeveling van de Commissie door de Raad worden vastgelegd.9 © Europese Unie, 2015. Europese Raad, Raad van de Europese Unie. Eenparigheid van stemmen. http://www.consilium.europa.eu/ 9 26 8. Interviews Voor het onderzoek is het van belang om buiten literatuuronderzoek informatie vanuit verschillende perspectieven te verkrijgen uit de praktijk. Dit is belangrijk vanwege het verschil in theoretische werking en de werking in praktijk van de Europese Unie. Als bronnen voor de interviews zijn drie (oud)leden van de Nederlandse Tweede Kamer, een Europarlementariër, een employé van de Europese Commissie en vijf medewerkers die werken voor het Ministerie van Klimaatbescherming, Milieu, Landbouw, Natuur- en Consumentenbescherming van de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen gekozen. Door deze veelvoud aan bronnen op verschillende niveau’s, regionaal, nationaal en internationaal, wordt een representatief beeld geschetst van hoe de Europese Unie in praktijk werkt, wat de meningen erover zijn en hoe er verbeteringen kunnen worden doorgevoerd. Hieronder staan de opgenomen interviews uitgeschreven in vraag-antwoordvorm, om een duidelijk overzicht te geven. Als bijlagen zijn de letterlijke interviews bijgevoegd. Niet alle interviews zijn opgenomen, omdat daar niet altijd de mogelijkheid en/of toestemming voor was. Aangezien de meningen over de Europese Unie erg verdeeld zijn, was het in eerste instantie de bedoeling om voor- en tegenstanders te interviewen, om een zo realistisch mogelijk beeld van de situatie te krijgen. De PVV (Partij Voor de Vrijheid) is een uitstekende partij om leden van de interviewen die tegen de EU zijn. Helaas is er meerdere malen via de mail gecorrespondeerd met een persvoorlichter van de partij en is het niet gelukt de heer Wilders of één van zijn partijleden te interviewen. 27 8.1 Interview Sophie in ’t Veld (lid Europees Parlement namens D66) 1. Wat voor relatie/band heeft u met de EU? Ik ben lid van het Europees Parlement, en vertegenwoordig daar D66. 2. Wanneer is een land democratisch in uw ogen? Er zijn heel veel verschillende indicatoren die aangeven of een land democratisch is. Ten eerste is het natuurlijk erg belangrijk dat er vrije en eerlijke verkiezingen worden gehouden. Daarnaast is er wat ze in het Engels noemen: ‘checks and balances’ die de regering kunnen controleren. Het is noodzakelijk in een democratie dat waar er macht is, er ook altijd een tegenmacht is. Een voorbeeld is dat de macht bij de regering ligt en de tegenmacht bij het Parlement. Ten slotte hoort bij democratie natuurlijk ook een hoge mate van vrijheid, onder andere de vrijheid van pers en de vrijheid van meningsuiting. 3. Wat is volgens u het belangrijkste doel van de Europese unie? Toen zestig jaar geleden de EU werd opgericht was het eerste en voornaamste doel het voorkomen dat de landen ooit nog met elkaar in oorlog zouden raken. In de loop der jaren, toen de dreiging tot oorlog afnam, zijn daar verschillende belangen bijgekomen. Een van die belangen is economische welvaart. Door middel van de EU wilden ook wij als Europa uitgroeien tot een sterke economische macht in de wereld. Daarnaast bleef natuurlijk veiligheid een grote rol spelen. Gezamenlijk kunnen we de burgers van Europa beter hun veiligheid garanderen dan alleen. Sinds het oprichten van de EU zijn er verschillende landen aangesloten die eerder een dictatuur waren, denk maar aan delen van Oost-Europa, Spanje en Portugal. Ik denk dat niet alleen de welvaart is toegenomen, maar ook de kwaliteit van ons bestaan. 4. Wat vindt u belangrijke voorwaarden voor het lidmaatschap van de EU? Er gelden drie hoofd criteria: er moet een functionerende democratie zijn, het moet een functionerende markteconomie hebben, en het land dat zich wil aansluiten is bereid alle bestaande wetgevingen van de Europese Unie over te nemen. Ik geloof dat je daarmee wel zo’n beetje alle voorwaarden hebt die ik zou kunnen bedenken. Natuurlijk zijn er veel sub-criteria, maar het probleem blijft altijd hoe we zorgen dat een land zich ook daadwerkelijk aan de voorwaarden houdt. Neem bijvoorbeeld Nederland: we zijn al geregeld op de vingers getikt vanwege een slechte behandeling van minderjarige asielzoekers, maar veel is er niet veranderd. De Europese Unie zou moeten zorgen dat er middelen zijn om landen te dwingen zich aan bepaalde afspraken en voorwaarden te houden. 28 5. Churchill zei ooit: ‘Democracy is the worst form of government except for all the others that have been tried.’ Ook democratie is geen perfecte regeringsvorm, wat zijn volgens u de grootste nadelen van de democratie? Democratie is natuurlijk altijd was langzamer, stroperiger. Ook kost het meer moeite, want het vereist veel samenwerking en de wil om compromissen te sluiten. Het is niet altijd makkelijk of snel, maar je bereikt wel betere resultaten. 6. Het doel van democratie is om de burgers meer macht en zeggenschap te geven. Vindt u dat de democratie (burgers mogen deels zelf hun leiders/vertegenwoordigers kiezen) zorgt voor een beter welzijn van de burgers? Waarom wel /niet? Uiteindelijk wel. Het is geen model dat iedereen direct rijk en gelukkig maakt, maar wel een model dat goede resultaten geeft op de langere termijn. Kijk maar om je heen in de wereld. Landen die echt democratisch zijn, en waar iedereen echt gelijke rechten heeft, zijn de landen die het meest welvarend zijn. De landen waar de beste kwaliteit van leven is, waar de meest gelukkige mensen leven. Wat dat betreft ben ik het met Churchill eens, de democratie is de slechtste vorm, op alle andere vormen na. 7. Bent u van mening dat de EU meer invloed zou moeten hebben op de individuele landen? Ik geloof dat je het best kunt kijken naar welke uitdagingen we op dit moment kunnen aanpakken. En ja, dan zijn er zeker terreinen waarop de EU meer macht zou kunnen gebruiken, of op zijn minst slagvaardiger zou kunnen zijn. Zo vind ik bijvoorbeeld dat het VETO-recht zou moeten worden afgeschaft binnen het Europees Parlement. We hebben 28 lidstaten, en dus 28 ministers van Buitenlandse Zaken. Zij hebben allemaal VETO-recht, wat betekent dat er altijd iemand zal dwarsliggen als er beslissingen moeten worden genomen over bijvoorbeeld de situatie in Oekraïne . Wat mij betreft zou het afschaffen van de VETO dus een goede eerste stap zijn. 8. Wat vindt u van de manier waarop de verkiezingen gehouden worden en de verdeling van macht tussen de landen? D66 vindt dat je als Nederlander in principe ook op politici van andere nationaliteiten zou mogen stemmen. Ondanks dat er geen nog geen meerderheid over is bereikt, pleiten wij daar al jaren voor, en heb ik goede hoop dat die meerderheid er ooit zal komen. 9. Wat vindt u van het idee om één Europees leger te hebben? Op termijn is dat iets waar we naartoe moeten werken, om twee redenen. Ten eerste heb je een militaire motor nodig als je een gezamenlijk buitenland beleid hebt. Ten tweede is het zo dat nu elk lidstaat zijn eigen kleine legertje heeft met alles er op en er aan, maar die legers zijn eigenlijk te klein en te ineffectief om tegen een grote dreiging op te kunnen. Nu is de situatie dus zo dat we onevenredig veel geld uitgeven aan een ineffectieve legermacht. Als we dat zouden centraliseren zouden we meer mogelijkheden hebben, en kosten kunnen besparen. 29 10. Wat vindt u van het idee van een Europese grondwet? Ik ben daar zeker een voorstander van. Wel moeten we ons afvragen: wat is precies een grondwet? Er zijn ontzettend veel documenten en verdragen, het beste kunnen we elementen van de al bekende regels en rechten gebruiken om een grondwet te creëren. Anders gebeurt er hetzelfde wat in 2005 gebeurde, en zullen mensen niet goed begrijpen waar het voor dient. 11. Welke drie dingen zou u willen veranderen binnen het Europees Parlement en/ of de Europese unie als dat mogelijk zou zijn? - Nu zit er in de Europese Commissie een vertegenwoordiger uit elk land. Dat zijn er 28, en dat is veel te veel. De samenstelling van de Commissie zou meer moeten lijken op dat van de nationale regering. Stel dat de Liberale Fractie het grootst is, dan wordt daaruit de voorzitter geleverd, en die stelt vervolgens de Commissie samen. - Openbaring van bestuur. De burgers moeten het recht krijgen in principe alles (op enkele documenten na) in te zien. - Het Europees Parlement zou kiesrecht krijgen. Op dit moment heeft alleen de Europese Commissie dit, en dat levert problemen op. Wij als Europees Parlement vertegenwoordigen het volk, en zouden dus ook het recht moeten hebben wetten voor te stellen. 12. Vindt u dat de regeringsvorm van Nederland passend is bij dat van de Europese Unie? Zeker. Het is echter wel jammer dat Nederland de afgelopen jaren bij de dwarsliggers hoort in het Europees Parlement. In mijn ideale wereld zou Nederland wat meer het voortouw nemen. 13. Wanneer is naar uw mening een regeringsvorm succesvol? Zolang een land aan de fundamentele regels van de democratie voldoet functioneert het altijd. 14. In het verleden is er veel veranderd met betrekking tot de democratieën in Europa, zo was er bijvoorbeeld in eerste instantie niet overal algemeen kiesrecht. Wat denkt u dat er nog zal veranderen in de nabije toekomst, en waar hoopt u op? De democratie is op dit moment redelijk compleet. Wel zal het internet-tijdperk veel veranderen, en voornamelijk op de gebieden van transparantie en burger-rechtspraak. Dit is een goede ontwikkeling, het betrekt de burger bij de manier waarop zijn of haar land wordt geleid. De samenleving wordt steeds vrijer. Ondanks deze positieve ontwikkelingen maak ik me ook zorgen. De angst voor bijvoorbeeld terrorisme en misdaad wordt steeds groter, en we worden steeds angstiger. Ik vrees dat er door die stemming van angst steeds meer democratische vrijheden zullen worden ingeperkt. Ook is het maar de vraag of de democratie bestand is tegen de sterke antidemocratische krachten binnen de samenleving. In bijna alle landen zien we partijen die in essentie niet de democratie ondersteunen. Dat vind ik een zorgelijke ontwikkeling. 30 8.2 Interview Marit Maij (Tweede Kamerlid PvdA) 1. Wat voor relatie/band heeft u met de EU? Voor hoelang al? Ik ben lid van de tweede kamer en daarmee lid van het nationale parlement. Het nationaal parlement heeft zeggenschap in het Europees parlement op twee manieren. Allereerst kunnen we onze ministers in het EU parlement instrueren en zo nodig een motie opleggen. Dat houdt eigenlijk in dat we ze een opdracht kunnen geven die ze wel moeten uitvoeren, ook als ze er zelf niet achter staan. Daarnaast kunnen wij samen met de regeringen uit andere landen natuurlijk een grote invloed uitoefenen op de EU. Als we allemaal weigeren iets te doen, of juist iets eisen, heeft het EU parlement natuurlijk niet veel andere opties dan te luisteren. 2. Is die rol in de loop der jaren veranderd? Zo ja, op wat voor manier dan? [Deze vraag hebben we niet specifiek gesteld, maar ze vertelde dat ze eerst in de diplomatie werkte, daarna is ze Tweede Kamerlid geworden. Ze heeft altijd al bij de PvdA gezeten en heeft ook nooit overwogen over te stappen.] 3. Wanneer is een land democratisch in uw ogen? Het belangrijkste is dat een democratie meer is dan een land waarin verkiezingen gehouden worden. Voor een goed werkende democratie moeten de burgers kunnen meepraten, en daarbij ook daadwerkelijk het gevoel hebben te worden gehoord. Het mag niet zo zijn dat er een partij wordt gekozen en deze vervolgens volgens het ‘the winner takes it all’ principe te werk gaat. De verkozen partij mag niet absolute zeggenschap hebben en in een democratie zullen altijd compromissen moeten worden gemaakt. Het is nu eenmaal onmogelijk elke burger tevreden te stellen, maar het doel moet wel zijn om maximale welvaart en tevredenheid voor het merendeel van de burgers na te streven. Daarbij is persvrijheid en vrijheid van meningsuiting van groot belang. (Stemplicht is niet per se goed. Verhoogt het aantal ‘random votes’.) 4. Wat is volgens u het belangrijkste doel van de Europese unie? Het creëren van een sociale en welvarende regio waarin het niet uitmaakt in welk land je geboren bent. Iedereen binnen de EU moet in principe dezelfde kansen hebben, omdat elk land dezelfde normen en waarden heeft. Daarnaast bevordert het samenwerking en handel, en daarmee de economie in de afzonderlijke lidstaten. 5. Wat zijn de belangrijkste voorwaarden waaraan een land moet voldoen voordat hij lid kan worden van de EU? Het land moet transparant kunnen meedraaien in de Europese economie. Dat houdt niet in dat ze alles hetzelfde moeten doen als de rest, dat is onmogelijk en zou ook niet goed zijn. Ze moeten hun 31 acties echter wel kunnen uitleggen en verantwoorden. Het moet kloppen, en natuurlijk ook wel een beetje ‘matchen’ met de rest van de EU. Daarnaast zijn mensenrechten belangrijk, en ook op gebied van tolerantie (en daarmee persoonlijke vrijheid) moet het land bij de EU passen. 6. Moet een land dan ook uit de EU gezet kunnen worden als het zich niet meer aan de regels houdt/niet meer voldoet aan de eisen? Op het moment kan dit al, maar alleen op basis van rechtstaat. Er is geen clausule waarmee we op een concrete en georganiseerde manier leden uit de EU kunnen wijzen op hun fouten en/of terechtstellen. Naar mijn mening zou die er wel moeten zijn. Er moet op een constructieve maar wel officiële manier kunnen worden gepraat over de tekortkomingen van bepaalde landen. (Ook over onderwerpen zoals bijvoorbeeld tolerantie.) 7. Churchill zei ooit: ‘Democracy is the worst form of government except for all the others that have been tried.’ Ook democratie is geen perfecte regeringsvorm, wat zijn volgens u de grootste nadelen van de democratie? Democratie heeft als nadeel dat er vaak een grote groep mensen moet worden vertegenwoordigd, wat resulteert in heel veel verschillende groepjes binnen een regering. Zo hebben wij bijvoorbeeld op het moment 15 fracties in de regering zitten. Dat leidt tot compromissen en is niet effectief en efficiënt. Ook denk ik dat er verbeteringen (in Nederland) zouden moeten worden doorgevoerd met betrekking tot de nieuwe media. Het systeem van nu komt nog uit de oude doos, is gebaseerd op het schrijven van brieven. Dat kan beter. 8. Het doel van democratie is om de burgers meer macht en zeggenschap te geven. Vindt u dat de democratie (burgers mogen deels zelf hun leiders/vertegenwoordigers kiezen) zorgt voor een beter welzijn van de burgers? Waarom wel /niet? Zeker weten, maar alleen als de democratie ook goed ingeburgerd is. Er moeten niet alleen verkiezingen en een democratische regering zijn, maar ook vakbonden en organisaties. Op die manier komt de democratie ook op kleine schaal bij de burger terecht, anders zal er in het welzijn niet per se direct wat veranderen. Denk maar aan de staten die pas recent een democratie zijn geworden, dat is niet altijd direct een verbetering. Het heeft tijd nodig om in te burgeren. 9. Bent u van mening dat de EU meer invloed zou moeten hebben op de individuele landen? Ik vind dit een lastige vraag. De EU dat zijn wij, het betreft hier een wisselwerking. Vakbonden uit Nederland geven hun meningen en adviezen aan het Europees parlement, waardoor er vervolgens reactie komt uit het EU parlement, wat weer wordt aangehaald door de nationale regeringen. De EU biedt vooral hulp met het doorvoeren van bepaalde wetten die anders lang op zich zouden laten wachten. 10. Welke drie dingen zou u willen veranderen binnen het Europees Parlement en/ of de Europese Unie als dat mogelijk zou zijn? · Meer ruimte initiatiefrecht van het Europees parlement en de raad. Er moeten daarnaast ook meer initiatief genomen worden. 32 · Er moet vaker vernieuwd worden. Daarmee bedoel ik dat er constant moet worden opgelet of de oude wetten en ideeën nog wel van toepassing zijn op de huidige maatschappij en/of situatie. · Meer aandacht voor de EU markt. 11. Wat vindt u van het idee om één centrale regering te hebben voor de gehele EU? Dat lijkt me geen goed idee. Het zou niet effectief zijn om elk detail vanaf een Europees niveau te bekijken. Daarnaast zijn de landen en culturen daarvoor te verschillend. 12. De EU heeft bij veel burgers die erdoor vertegenwoordigd worden een slechte reputatie. De beeldvorming over de EU is (terecht of onterecht) weinig positief. Heeft u suggesties of ideeën voor de EU en/of lidstaten dit te verbeteren? Dat is heel erg moeilijk, maar transparantie zal al een hoop helpen. Nu is het vaak zo dat als er iets misgaat er door de nationale regeringen direct met een beschuldigende vinger naar de EU wordt gewezen. Zodra er iets goed gaat geven ze zichzelf een schouderklopje. Hierdoor heeft de gemiddelde burger een verkeerd beeld van de dingen die door de EU worden besloten en door hun nationale regering. Daarnaast is er zoals ik al zei sprake van een wisselwerking, en zijn vaak beide parlementen verantwoordelijk. 13. Wat vindt u van het idee om één Europees leger te hebben? Goed idee. Nu heeft elk land een beetje van alles: een halve luchtmacht, en halve marine, enzovoort. Als we één leger zouden hebben kunnen we efficiënter organiseren en iedereen een taak geven waarin ze kunnen specialiseren. Wel vind ik dat zodra er mensen moeten worden uitgezonden op een missie waarbij er gevaar voor het leven van de troepen is, de nationale regering van het eigen land moeten beslissen. Het mag niet zo zijn dat een Nederlandse soldaat wordt uitgezonden op een gevaarlijke missie door bijvoorbeeld Duitsland of een ander land uit de EU. 14. Vindt u dat je ook mag stemmen op politici uit andere Europese landen voor de verkiezingen van het Europees Parlement? Als dat zou kunnen zou het natuurlijk top zijn. Als je als Nederlander het toevallig eens bent met een Italiaan, zou je daar op moeten kunnen stemmen. Verplicht stemmen op iemand uit eigen land gebeurt al in de nationale verkiezingen, het zijn niet voor niets verkiezingen voor het Europees Parlement. 15. Is het democratisch functioneren van de EU naar uw mening passend bij de parlementaire democratie zoals we die in Nederland kennen? Beide systemen zijn erg anders, maar ik vind wel dat ze goed bij elkaar passen. 16. Wanneer vindt u een regeringsvorm succesvol? Een regering is succesvol als hij voor elke burger de juiste keuze maakt, waardoor het volk in grote lijnen tevreden is. Dit kan dus geen andere vorm dan democratie zijn, omdat het volk daarbij uiteindelijk niet tevreden zal zijn, ze hebben immers geen inspraak. 33 17. In het verleden is er veel veranderd met betrekking tot de democratieën in Europa, zo was er bijvoorbeeld in eerste instantie niet overal algemeen kiesrecht. Wat denkt u dat er nog zal veranderen in de nabije toekomst, en waar hoopt u op? Wat een lastige en interessante vraag. Ik zou het eigenlijk niet zo goed weten, maar ik heb laatst wel een interessant idee gehoord van een Duitse politicus. Hij wilde dat mensen met meer kinderen meer stemmen kregen, om zo de steeds grotere groep ouderen te compenseren. Het is namelijk zo dat als er een hele grote groep ouderen is, die wel moeten stemmen en beslissen over de jongeren, en dat is voor hen (begrijpelijk) niet een eerste prioriteit. Ik weet niet hoe zoiets vorm zou moeten krijgen, maar het is zeker interessant om eens over na te denken 34 8.4 Interview Jan Marijnissen (oud fractielid tweede kamer, voorzitter SP) 1. Wat voor relatie/band heeft u met de EU? Wat is uw algemene mening? Ik ben voorzitter van de SP en oud fractieleider van de SP in de Tweede Kamer. Dat heb ik 16 jaar gedaan . Bij Europa ben ik al in een erg vroeg stadium betrokken geraakt, op het moment dat het idee van een verenigd Europa nog niet (helemaal) speelde. De motor achter de EU was op dat moment voornamelijk nog het internationale bedrijfsleven . Uiteindelijk hebben de Europese federalisten via de open grenzen, de euro en de politieke ‘eenheid’, Europa eigenlijk een beetje tot één land gemaakt. Het idee daarachter op zichzelf is niet direct een ramp, en ik heb in mijn vorige boeken al gewaarschuwd dat het EP steeds machtiger zou zijn, maar de bevolking zal je er niet mee winnen. 2. Waarom is het groeien van de macht van de Europese Unie naar uw mening niet wenselijk? Het is nu eenmaal zo dat mensen niet willen dat in Brussel uitgemaakt wordt hoe wij hier moeten leven. Dat maken wij hier zelf uit. Het is net zoiets als dat je met elkaar in een straat woont en jouw buurman je komt vertellen dat je je hagelslag niet meer mag eten, maar dat je pindakaas moet gaan eten. Dat vind jij ook niet fijn. Je kan wel samen een buurtfeest organiseren, dat is prima, maar dat is anders dan dat je buurman zich met jouw leven gaat bemoeien. Iedereen begrijpt dat het belangrijk is om samen te werken, maar dat is iets anders dan wanneer je land wordt opgeheven en het een soort provincie wordt van de staat Europa. Uiteraard is de EU van groot belang als het gaat over grensoverschrijdende onderwerpen als milieu en migratie, maar andere zaken kunnen beter landelijk opgelost worden. Daarbij is het noodzakelijk een praattafel te hebben. Waar, als voorbeeld, Frankrijk en Duitsland in het verleden op de vuist gingen, kunnen zij nu gemakkelijk aan tafel gaan en onderlinge problemen op een kalme (en verbale) manier oplossen. Dit is voor de veiligheid van alle burgers uit Europa van uiterst belang. 3. Wat zijn de belangrijkste voorwaarden waaraan een land moet voldoen voordat het lid kan worden van de EU? De Kopenhagen criteria. Globaal houdt dit in dat een land een democratie moet zijn, en het principe van de Trias Politica moet zijn toegepast. Ook moet er een marktwerking zijn, mensenrechten moeten gegarandeerd zijn en de financiën moeten redelijkerwijs op orde zijn. Zowel de staatsschuld als het begrotingstekort. Helaas werd er in het verleden veel gemarchandeerd met deze criteria. Een land kan zonder direct gevolgen te ondervinden terugvallen na zijn toelating tot de EU, maar ook tijdens het toelatingsproces voldeden niet altijd alle landen aan de criteria. 35 4. Churchill zei ooit: ‘Democracy is the worst form of government except for all the others that have been tried.’ Ook democratie is geen perfecte regeringsvorm, wat zijn volgens u de grootste nadelen van de democratie? Ik ken eigenlijk geen nadelen. Democratie zorgt voor draagvlak door iedereen een stem te geven. Het is een vorm van pacificatie, er zijn zoveel belangen, op deze manier kan iedereen gehoord worden. Als het zo is dat mensen niks te zeggen over hoe de regering gevormd wordt , dan krijg je last van wat ik noem het “fuck you principe”. Er ontstaat onvrede en onrust. Als iedereen een partij op mag richten en iedereen mag stemmen, dan kun je in ieder geval niet zeggen dat het onredelijk of oneerlijk is. Zo komt er een regering tot stand. En zo kun je een vrede bewaren waar je anders op oorlog uit komt. Dan is er daarnaast nog een belangrijke principiële waarde. Elk mens heeft gelijke rechten en het is onmogelijk om dat na te volgen zonder het “one man one vote” systeem. 5. Wat vindt u van de manier waarop de verkiezingen gehouden worden? De federalisten zijn bijvoorbeeld erg voor internationale stemlijsten, wij niet. Wij zijn daar fel op tegen, omdat we Europa niet als één land beschouwen maar als een samenwerkingsverbond. Als je het zo bekijkt is het belangrijk een Nederlander te kiezen om Nederlandse belangen te behartigen, en dat niet aan bijvoorbeeld een Italiaan over te laten. 6. Wat vindt u van het idee om één Europees leger te hebben? De ervaring leert dat als je iets hebt, je het ook gebruikt. Wij vinden dat er te veel wapens zijn, te veel leger. Zo zie je dat landen zich bedreigd voelen en dit leidt tot meer en meer wapens en geweld. Ook het vervangen van de nationale legers voor één Europees leger is niet haalbaar. De wereld wordt steeds kleiner, en het is onmogelijk het met zijn allen eens te worden over de buitenlandse belangen. 7. De EU heeft bij veel burgers die erdoor vertegenwoordigd worden een slechte reputatie. De beeldvorming over de EU is (terecht of onterecht) weinig positief. Heeft u suggesties of ideeën aan de EU en/of de lidstaten om dit te veranderen? Het probleem zit hem grotendeels in het neo-liberale karakter van de EU, geïnspireerd door Reagan en Thatcher in de jaren tachtig. Zij vonden dat de markt vrij moest worden gelaten en dat de inkomensverschillen best omhoog konden. Als de Europese regering zich wat meer bezig zou houden met mensen, en wat minder met het bedrijfsleven, zou dat al een hoop schelen. 8. Wanneer is naar uw mening een regeringsvorm succesvol? Het is maar net wat je als succesvol omschrijft. Wat is goed? Wat is niet goed? In mijn ogen is een regering succesvol als er goed onderwijs is, dat kinderen opleidt tot sterke wereldburgers. Ook moet er goede gezondheidszorg zijn, niet bespaard worden op zwakkeren. Dit heeft ook indirect te maken met de tevredenheid van de burger. Als een regering duidelijk bezig is om de sociale zekerheid te verbeteren zullen de mensen ook positiever tegenover hun overheid staan. 36 8.5 Interview Tiny Kox (Eerste Kamerlid SP) 1. Wat voor relatie/band heeft u met de EU? Voor hoelang al? Ik vertegenwoordig de SP in de eerste kamer sinds 2003, daarvoor was ik hoofdredacteur van De Tribune(het blad van de SP). Sinds 2007 ben ik Senaatslid in de Raad van Europese Unie. De raad van de Europese Unie heeft het meeste macht wat financiën betreft. Over de afgelopen jaren zie je dat de grootste veranderingen vooral gaan over de hoeveelheid macht die de EU uitoefent op de lidstaten. Op nationaal niveau wordt de mening van de EU steeds belangrijker. 2. Wanneer is een land democratisch in uw ogen? Een land is pas echt democratisch als de democratische idealen tot in de haarvaten van het land zijn doorgedrongen. Alleen het houden van verkiezingen of het zijn van een rechtstaat is absoluut niet voldoende. Idealiter heeft alleen het recht de uiteindelijke macht, en niet de macht (de regering en overheid) zelf. Om een democratisch land te zijn mogen er eigenlijk geen zwakke, niet democratische, schakels meer in het systeem zitten. 3. Churchill zei ooit: ‘Democracy is the worst form of government except for all the others that have been tried.’ Ook democratie is geen perfecte regeringsvorm, wat zijn volgens u de grootste nadelen van de democratie? Het is natuurlijk de beste vorm, maar er zijn inderdaad een paar problemen. Democratische processen zijn nog altijd langzaam en chaotisch. Daarnaast is het moeilijk dat democratie niet alleen de wil van de meerderheid moet representeren, maar ook die van de minderheid. Dat is wat het pas echt ingewikkeld maakt. Regeringsleider moeten doen wat het beste is voor het (grootste deel van) het volk, zonder de minderheid te vergeten. Er moet rekening worden gehouden met iedereen en dat kost tijd en moeite. 4. Wat is volgens u het belangrijkste doel van de Europese unie? Het belangrijkste doel is veiligheid. Het voorkomen dat twee landen met elkaar op de vuist gaan zoals vroeger geregeld gebeurde met Frankrijk en Duitsland. We proberen vijanden te verenigen, en zo ver te brengen dat er geen sprake meer is van vijandschap; maar van broederschap. Natuurlijk zijn er ook economische belangen en dat is prima, maar ze krijgen steeds meer prioriteit en dat is in mijn ogen geen goede zaak. De grote bedrijven hebben veel invloed op de beslissingen in de EU en kunnen zorgen dat de keuzes die gemaakt worden hen ten goede komt. Dit is één van de redenen dat er zoveel boosheid gevoeld wordt tegenover de EU. Door de steeds grotere invloed van bedrijven en de groeiende hoeveelheid wetten die op nationaal niveau worden doorgevoerd is er veel boosheid. Die boosheid leidt soms zelfs tot wraakacties, bijvoorbeeld toen er gestemd moest worden over een grondwet en het overgrote deel tegen stemde. In dat opzicht schiet de EU soms haar doel voorbij. 37 5. Wat vindt u belangrijke voorwaarden voor het lidmaatschap van de EU? Een land moet door middel van een democratisch bestuur worden geregeerd, het moet een rechtstaat zijn (vastgelegd in een grondwet) en de mensenrechten moeten worden gerespecteerd. Daarnaast is het natuurlijk belangrijk dat de economie in enige mate bij de EU past. Zo is bijvoorbeeld Mali te arm, en schendt Egypte de mensenrechten. Zij zouden dan ook absoluut geen lid kunnen zijn. Helaas is het wel zo dat een land dat lid wil worden jaren lang meedoet aan testen, die niet focussen op wat er is, maar op wat er moet zijn. Zo werd er in het verleden geregeld een beetje gesjoemeld met de toelatingseisen. Verder vind ik niet dat we maar zoveel mogelijk moeten uitbreiden. Groter is niet beter voor de burgers, alleen voor de multinationals. Daarnaast is het geen goed idee om iedereen er maar bij te halen omdat het moeilijk voor een land is om er weer uit te stappen. Zodra je lid bent wordt je afhankelijk van de EU, en is het moeilijk je daar weer van los te weken. 6. Wat vindt u van het idee om één Europees leger te hebben? Slecht idee. Erg slecht idee. De Europese Unie draait om (economische) samenwerking. De veiligheid en onafhankelijkheid van een land of groep mag niet afhankelijk zijn van de hoeveelheid wapens ze in bezit hebben. Elk wapen dat wordt gekocht wordt ook gebruikt, de EU zou zich moeten ontwapenen in plaats van meer legers creëren. Zelfs als alle nationale legers zouden worden opgeheven en er daarvoor in de plaats één Europees leger zou komen lijkt het me geen goed idee. In dat geval krijgt namelijk één leger veel te veel verschillende bazen. Het is onmogelijk om het in dat opzicht met elkaar eens te worden, en de kans op onenigheid is veel te groot. 7. Wat zou u willen veranderen binnen het Europees Parlement en/ of de Europese unie als dat mogelijk zou zijn? Ik hoop dat we met zijn allen terug gaan naar de wortels van de EU. Er mag geen machtsstrijd zijn tussen de EU en haar lidstaten, maar er moet verzoening en broederschap zijn. We moeten weer meer met elkaar gaan samenwerken zodat we allemaal van elkaar kunnen profiteren. Op die manier wordt alles sneller, makkelijker en goedkoper, zonder dat de EU zich overal mee bemoeit. Ook zien teveel mensen de EU zélf als negatief, het is belangrijk dat (de strijd over hoeveel macht de EU zou moeten hebben daargelaten) in te zien dat het van groot belang is een platform te hebben om ons te verenigen. 38 8. In het verleden is er veel veranderd met betrekking tot de democratieën in Europa, zo was er bijvoorbeeld in eerste instantie niet overal algemeen kiesrecht. Wat denkt u dat er nog zal veranderen in de nabije toekomst, en waar hoopt u op? Als we er niet in slagen om terug te gaan naar de wortels vrees ik dat de negativiteit rondom de EU alleen maar zal groeien, en als dat gebeurt zou het weleens zo kunnen zijn dat alles in elkaar stort en de Europese Unie over een poosje niet meer zal bestaan. Al die negativiteit komt doordat de EU zich bezighoudt met dingen waar het zich helemaal niet mee zou moeten bezighouden. Hoe we dit moeten veranderen zou ik niet direct weten, dat is erg ingewikkeld. Grote bedrijven en organisaties hebben veel belangen bij hoe het nu in elkaar zit, en aangezien zij ergens toch ook de drijvende kracht achter de beslissingen zijn is het bijna onmogelijk echte veranderingen teweeg te brengen. Het belang van de burger of het MKB is vaak tegengesteld aan de belangen van de grote, internationale bedrijven, en dat maakt veranderingen doorvoeren ingewikkeld. 39 8.6 Interviews Ministerie Nordrhein-Westfalen Hieronder staan de gehouden interviews met vijf medewerkers (Ralf Becker, Tanja Tyrann-Weyers, Juliane Walz, Ursula Zarniko en een studente politicologie) van het Ministerie in Nordrhein-Westfalen, die (in)direct te maken hebben met de Europese Unie, samengevat uitgewerkt met daarin de kern van hun antwoorden verwerkt. Deze interviews zijn niet opgenomen, waardoor letterlijke uitwerkingen niet beschikbaar zijn. Er waren veelal antwoorden die dezelfde visie bevatten. De uitgewerkte antwoorden zijn een combinatie van verschillende losse antwoorden. Verder is het erg belangrijk om te weten, dat niet alle antwoorden vanuit de werkplek, het Ministerie, maar persoonlijk zijn beantwoord. Daarom is het niet altijd een correcte weergave van de meningen en uitingen van het Ministerie van Klimaatbescherming, Milieu, Landbouw, Natuur- en Consumentenbescherming. 1. Wanneer is een regeringsvorm succesvol? Als het land een volksvertegenwoordiging heeft. Er burgerinitiatieven mogelijk zijn, duidelijke afspraken zijn, problemen serieus genomen worden, een eerlijk systeem is. Bij een succesvolle regeringsvorm zijn er structuren waar mensen vreedzaam met elkaar leven, ze van de cultuurveelvoud profiteren en er geen cohesieproblemen zijn. 2. Wanneer is een land democratisch naar uw mening? Voor een democratisch land moeten we vrije, niet gemanipuleerde, niet bedreigde verkiezingen zijn. Buiten de verkiezingen om moeten mensen invloed hebben op de regering. Petities en verzoekschriften moeten mogelijk zijn. Bovendien moet het een directe democratie zijn. De vijf basisprincipes van een democratisch land zijn vrije, algemene, geheime, gelijke en directe verkiezingen. Burgerparticipatie is belangrijk en er moet een goed rechtssysteem zijn. Gescheiden machten zijn de basis van een goed rechtssysteem: uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende macht. Een land is democratisch als politieke beslissingen (in)direct door wettiging van de burgers gemaakt worden. Achteraf moeten burgers op een legale, rechtmatige manier tegen (politieke) besluiten in kunnen gaan. Verder moet er een veelvoud aan keuze zijn bij de verkiezingen. Actief kiesrecht is van belang, zodat iedereen de mogelijkheid heeft om zich kandidaat te stellen. 3. Churchill zei ooit: ‘Democracy is the worst form of government except for all the others that have been tried.’ Ook democratie is geen perfecte regeringsvorm, wat zijn volgens u de grootste nadelen van de democratie? Verschillende concepten van verschillende partijen leiden tot compromissen waardoor het niet altijd tot de beste besluiten leidt en niet altijd effectief is. Door de democratie die gekoppeld is aan het kapitalisme wordt het verschil tussen arm en rijk steeds groter, wat een nadeel is. 40 4. Wat vindt u van de manier waarop de verkiezingen gehouden worden en de verdeling van macht tussen de landen? · Met betrekking tot milieu zou de EU meer invloed moeten krijgen, want het is een grensoverschrijdend probleem. · Het subsidiariteitsbeginsel is erg belangrijk. Alles moet op een zo klein mogelijke schaal worden bepaald en geregeld. 5. Wat zijn aspecten/kenmerken die u zou willen veranderen binnen het Europese Parlement en verder in de EU? · De stemleeftijd voor het Europees Parlement moet omlaag naar 16 jaar. · Bij de Europese Parlementsverkiezingen moet het mogelijk zijn om op kandidaten uit andere lidstaten te stemmen. 41 9. Analyse Door de Europese Unie te zien als een bedrijf met haar bestuur, kunnen we een erkende aanpak uit het bedrijfsleven, LEAN, toepassen voor het verwerken en rangschikken van verschillende ideeën voor verbetering binnen (het bestuur van) de EU. De methode geeft ons de mogelijkheid om op systematische wijze een visie tot uitvoerbare strategie te brengen. Met behulp van meerdere professionals, waaronder de heer ir. Kramer (van het bedrijf KLIM) hebben wij verschillende kenmerken geselecteerd en gerangschikt, en zijn zo tot een reproduceerbare conclusie gekomen.10 Ook heeft het ons geholpen een heldere keuze te maken in wat wij als goed en beter definiëren, en om prioriteiten te stellen in de aspecten waarop verbetering gevonden kan worden. LEAN LEAN is een erkende methode uit Japan voor het verbeteren van bedrijfs- en bestuursprocessen. Inmiddels is de methode steeds bekender in de westerse wereld en zijn er wereldwijd duizenden hoogopgeleide LEAN-specialisten. Bij LEAN staat veiligheid, productiviteit en betrokkenheid van de werknemers op de werkvloer centraal. Deze aspecten staan rechtstreeks in verband met het Europees Parlement en zijn met wat kleine aanpassingen en creatief denken goed toepasbaar op de EU. Het is daarom geen toeval dat we voor deze filosofie hebben gekozen om het bestuur van de Europese Unie te verbeteren. HET ORDENEN VAN DE ONDERZOEKSRESULTATEN Tijdens een cursusmiddag onder leiding van de heer ir. Kramer zijn wij aan de slag gegaan met het ordenen en prioriteren van alle ideeën en kenmerken die uit het onderzoek gekomen zijn. Hierbij zijn zowel ideeën die werkten in het verleden, ideeën die op dit moment in afzonderlijke lidstaten van de EU aanwezig zijn (zie Landen in bijlage) en de ideeën van de verschillende professionals die we gesproken hebben in acht genomen. Allereerst zijn we gevraagd ongeveer tien hoofdkenmerken van een goed bestuur (in dit geval het Europees Parlement) te definiëren. Hierbij zijn wij afgegaan op morele/ethische eisen van de democratie, maar ook op praktische (meer bedrijfsgerichte) zaken zoals kosten en efficiëntie. Daarnaast hebben we ook rekening gehouden met een aantal kwesties die specifiek van belang zijn voor het doel van de Europese Unie. Voor we verder gaan zullen de uiteindelijk gekozen kenmerken en aspecten hieronder worden uitgelegd en uitgewerkt. 10 Kramer Lean Initiatieven gespecialiseerd in MKB. Website: www. klim-nederland.nl 42 DE NEGEN BELANGRIJKSTE KENMERKEN EN GEBIEDEN VAN VERBETERING ASPECT WAT WAAROM VAN BELANG/GEKOZEN Effectiviteit Besluiten worden op een snelle manier genomen, en de besluiten die zijn genomen zijn van hoge kwaliteit. De nieuwe wetten zijn goed uit te voeren. Een groot probleem van democratie is dat het stroperig is en lang duurt. Er moeten vaak compromissen gemaakt worden. Dat duurt lang en gaat soms ten koste van de kwaliteit van de beslissingen. Een lage effectiviteit gaat ook ten koste van de tevredenheid van de burgers. Eerlijkheid Elk mens heeft gelijke rechten en mag stemmen. Iedereen heeft (evenredig) evenveel’ inspraak. Een eerlijke verdeling van macht, kennis, welvaart. Eerlijke verkiezingen en gelijke rechten horen bij de basisgedachte van democratie. Iedereen moet gelijkwaardig worden behandelt. Vrijheid De burgers worden niet onderdrukt en hebben vrijheid van meningsuiting. Er is geen censuur en een mens mag niet (zonder rechtspraak) van zijn vrijheid worden beroofd. Ook dit hoort bij de basisgedachte van de democratie. Een goede regering mag niet (teveel) afdoen aan de vrijheid van haar burgers. Democratisch gehalte Er is veel directe inspraak van het volk. Dit is niet altijd even goed voor de effectiviteit, maar zonder directe inspraak van de burgers is er geen democratie. Veiligheid Europa beschermt de burgers tegen oorlog en geweld. Ook de veiligheid van het individu wordt gewaarborgd. (bv wetten tegen te lang werken etc.) Veiligheid is een van de belangrijkste redenen dat de EU werd opgericht. Het is van belang dat ze dit nastreven. Welvaart (economisch en persoonlijk) Er wordt gestreefd naar goede handelscontacten en een stabiele economie. De EU helpt in het voorzien van en uitwisselen van kennis en educatie. Besluiten worden alleen gemaakt met het Het beste voor de burger. De beslissingen die worden genomen zorgen voor een betere standaard van leven voor alle burgers, niet alleen voor het bestuur of meerderheidsgroepen. Dit hoort 43 doel van een welvarende burger voor ogen. Er is tolerantie. bij de grondgedachte van democratie. Controle Er kunnen geen beslissingen zonder toestemming van verschillende partijen. Er is sprake van machtenscheiding. Het volk heeft de macht in sommige gevallen de beslissingen te ‘overrulen’. Ook dit is van belang voor democratie. Als er geen controle op de beslissingen is wordt de macht en het welzijn van de burger niet beschermd. Eenheid Er is goed contact tussen de lidstaten. Europese burgers voelen zich verbonden met elkaar. Landen voelen zich verbonden. Er is eenheid binnen het parlement. Er is sprake van een grote mate van samenwerking en verdraagzaamheid. Een groep landen kunnen niet gezamenlijke beslissingen nemen en samenwerken als er geen eenheid is. Als er geen sprake van verbondenheid is zal het Parlement niet goed kunnen werken. Stabiliteit Er worden geen impulsieve beslissingen genomen. De EU is stabiel en ook de nationale parlementen zijn stabiel en houdbaar voor langere tijd. Zonder stabiliteit is er geen vertrouwen en veiligheid. Als het eruit ziet alsof de EU op elk moment in elkaar kan storten kunnen de burgers zich niet veilig voelen, en zullen het niet eens zijn met de beslissingen van de EU. Tabel 1 Zoals hier (tabel1) duidelijk te zien is, zal soms de verbetering van één onderdeel afdoen aan een ander onderdeel. Het doel is dan ook om die ideeën te selecteren die merendeel verbetering geven op één (of meer) gebieden zonder dat er teveel wordt ingeboet op een ander. Zo zou het bijvoorbeeld veel effectiever zijn om een dictator te hebben die het beste voor heeft met het volk, maar is dit toch een slecht idee omdat het afdoet aan vrijwel alle andere aspecten. Eenmaal eens geworden over bovenstaande hoofdkenmerken konden wij aan de slag met de vier uur durende cursus. We hebben elk idee gesorteerd op gekleurde post-its, zonder hierbij nog een waardeoordeel aan de ideeën te geven. Vervolgens kregen we een tabel met aan de bovenkant de hoofdkenmerken/verbeterpunten van een goed bestuur en aan de linkerkant vier rijen: functie, vorm, tijd en geld. Elk idee moest worden ingedeeld in één van de vakken. Hieronder volgt een voorbeeld: een post- it met het idee een algemeen Europees referendum werd onder het kopje Democratisch gehalte , en in de rij vorm opgehangen, omdat het een vorm is die het democratisch gehalte (rechtstreekse invloed van de burgers) vergroot. Op het moment dat elk idee een plek heeft, is het goed te zien op welke gebieden de meeste verbetering is te behalen. Sommige vakken staan vol met concrete ideeën en andere niet. Vervolgens hebben we door middel van een puntensysteem (1-5) bepaald in welke ideeën we het 44 meeste potentie zagen. Hierbij werden alle ideeën die een ander aspect te sterk negatief zouden beïnvloeden geëlimineerd. Door elk idee op deze manier een plaats te geven bleven er uiteindelijk een aantal post-its over die door ons allen goed werden beoordeeld, en de andere ideeën en aspecten niet negatief zouden beïnvloeden. Uit deze ideeën hebben wij uiteindelijk de twaalf meest uitvoerbare plannen geselecteerd voor de conclusie, en met behulp van de aspecten hebben wij een visie opgesteld. (zie afbeelding 1) 45 Figuur 2:Toelichting visie In de fundamenten van het huis staan de randvoorwaarden voor de EU. Als deze dingen er niet zijn, is er in eerste instantie al geen goed functionerend parlement mogelijk. Vervolgens moet er via snelle besluitvorming en de hoge kwaliteiten van de besluiten gestreefd worden naar de ‘dakrand’, zodat uiteindelijk het eerste doel van de Europese Unie (eenheid en veiligheid) kan worden behaald. 46 10. Conclusie De effectiviteit, eenheid en representatie van de burger zijn drie gebieden die we hebben gekozen waarop we de Europese Unie in elk geval willen verbeteren en waar we ook de mogelijkheid in zien om tot een uitvoerbaar plan te komen. Door de effectiviteit te verbeteren zullen er op een snellere en duidelijkere manier beslissingen worden genomen en daarmee wordt het systeem van de EU ook duidelijker voor de burgers. Burgers zullen zich meer betrokken voelen en als gevolg daarvan meer gebruik maken van hun rechten, zoals stemmen en de burgerinitiatieven. Hierdoor wordt de representatie van de burgers verbeterd. Als deze twee gebieden, effectiviteit en representatie van de burger, zijn verbeterd zal er eenheid ontstaan, omdat de landen en burgers beter gaan samenwerken en zich (meer) verbonden voelen. Dit alles samen zorgt voor eenheid en daarmee zal de Europese Unie veranderen van een systeem gebaseerd op wantrouwen naar een systeem gebaseerd op vertrouwen. Op basis van de analyse hebben we zeven punten, toegespitst op de drie bovenstaande gebieden van verbetering, geselecteerd die voor een betere werking van de Europese Unie zullen zorgen. 1. Er moet een centrale vestigingsplek voor het Europees Parlement komen. 2. Er moeten twee stemlijsten voor de Europese verkiezingen komen. 3. Het burgerinitiatief moet verduidelijkt worden. 4. Er moet een verplicht informatie lesuur over Europese Unie komen. 5. Het subsidiariteitsbeginsel moet duidelijker worden. 6. Lange termijn belangen moeten prioriteiten krijgen. 7. Het moet mogelijk zijn om lidstaten uit de Europese Unie te zetten. VERBETERPUNTEN VOOR DE EFFECTIVITEIT 1. Er moet een centrale vestigingsplek voor het Europees Parlement komen (effectiviteit) Momenteel wisselt het Europees Parlement twaalf keer per jaar tussen Brussel en Straatsburg, dit is erg ineffectief vanwege de onkosten en onnodige tijd die het in beslag neemt. In Brussel zal de vestigingsplek van het Europees Parlement zijn, omdat veel andere instellingen en organen van de EU ook in Brussel verblijven en het dus effectiever is voor de samenwerking. Frankrijk moet zijn nationale belangen opzij zetten voor het grotere goed en voor de internationale belangen. VERBETERPUNTEN VOOR DE REPRESENTATIE VAN DE BURGER 2. Er moeten twee stemlijsten voor de Europese verkiezingen komen. (democratisch gehalte, controle, eenheid, eerlijkheid en vrijheid) Voor de verkiezingen van het Europese Parlement is het goed om twee stemlijsten te hebben. De kiezers kunnen twee stemmen uitbrengen door op een nationale en internationale lijst op kandidaten te stemmen. Ten eerste worden hierdoor de burgers op nationaal niveau gerepresenteerd. Hierdoor krijgen de burgers vertrouwen dat hun (nationale) belangen worden behartigd. Ten tweede zal het ook een gevoel van eenheid bevorderen. Er wordt namelijk naast 47 een nationale vertegenwoordiger ook een internationale vertegenwoordiger gekozen. De burger voelt zich op deze manier niet alleen Nederlands, Frans of Zweeds, maar ook Europeaan. De burgers worden beter gerepresenteerd in het Europese Parlement, waardoor er ook meer betrokkenheid en daarmee meer eenheid ontstaat. Op de nationale lijst staan alleen de kandidaten van het desbetreffende land en op de internationale lijst staan alle kandidaten uit de hele Europese Unie, behalve die uit het betreffende land van de stemmer. Kandidaten met een dubbele nationaliteit moeten het land kiezen dat ze willen vertegenwoordigen. Dit voorkomt dat er door één persoon twee keer op dezelfde kandidaat wordt gestemd. 3. Het burgerinitiatief moet verduidelijkt worden. (eerlijkheid, democratisch, controle, veiligheid) Voor de representatie en betrokkenheid van de burger is het van belang om ervoor te zorgen dat het duidelijk is wat voor macht en rechten de burger heeft. Door het al bestaande burgerinitiatief meer duidelijkheid en bekendheid te geven, kan dit bereikt worden. Dit kan via de sociale media en de gewone media zoals kranten, maar ook door middel van een verplicht informatie lesuur op school. (zie volgende punt) 4. Er moet een verplicht informatie lesuur over Europese Unie komen. (eerlijkheid, welvaart) EU-burgers zijn niet altijd goed ingelicht over de werking en de belangen van de Europese Unie. Verplichte cursussen en voorlichtingsbijeenkomsten zullen niet werken, omdat burgers zich dan te gedwongen en niet meer vrij voelen. Om toch ervoor te zorgen dat de burgers zich bewust zijn van wat er in de EU speelt, is het een idee om in de hele Europese Unie op middelbare scholen in het een na laatste jaar, leerlingen een vastgesteld aantal uur een verplicht vak te laten volgen waarin de verkiezingen, de werking van de verschillende EU-instellingen en organen en de rechten van de burgers worden uitgelegd en voorgelicht. Door de verplichte lesuren zullen uiteindelijk alle EU-burgers voldoende zijn ingelicht om de belangen van de Europese Unie en de relevantie van de betrokkenheid van de bevolking inzien. Hiermee is de kans groot dat de burgers uiteindelijk beter worden gerepresenteerd, doordat ze begrijpen wat ze kunnen doen om meer invloed uit te oefenen. De kosten die dit idee met zich meebrengt kunnen (gedeeltelijk) worden vergoed met het geld dat overblijft door het afschaffen van de maandelijkse verhuizing tussen Straatsburg en Brussel. 5. Het subsidiariteitsbeginsel moet duidelijker worden. (eerlijkheid, controle, vrijheid) Controle binnen een systeem is erg belangrijk en daarvoor zijn duidelijke regels nodig. Binnen de Europese Unie moeten de machthebbers rekening houden met het subsidiariteitsbeginsel. Voor een duidelijk overzicht, goede controle, effectiviteit en eerlijkheid is het van belang om alles op zo klein mogelijke schaal uit te voeren. Wat op gemeentelijk niveau kan, moet door de gemeente worden bepaald en geregeld. Regionale belangen worden op regionaal niveau geregeld. Door het subsidiariteitsbeginsel na te leven hebben de overheden op verschillende niveaus allemaal hun eigen macht. Dit betekent dat de Europese Unie op bepaalde gebieden slagvaardiger kan optreden, terwijl het op andere gebieden de lidstaten vrijer zal laten. Doordat de beslissingen die 48 gemaakt worden duidelijk en goed uitvoerbaar zijn en alleen gaan over onderwerpen die op alle Europese landen en burgers van toepassing zijn (bijvoorbeeld milieu en migratie), zullen de burgers een minder negatief beeld van de EU ontwikkelen. Dit leidt daardoor tot meer tevredenheid onder het volk, omdat de burgers dan niet het gevoel hebben dat buiten hun macht en wil om dingen worden geregeld, die ze net zo goed zelf kunnen bepalen en regelen. VERBETERPUNTEN VOOR DE STABILITEIT EN EENHEID 6. Lange termijn belangen moeten prioriteiten krijgen. (stabiliteit, eenheid en welvaart) Binnen een democratische regeringsvorm is het makkelijk om te kiezen voor de korte termijn. Dit zorgt namelijk voor snel zichtbaar succes, en dat is iets wat voor de burgers in eerste instantie erg belangrijk lijkt/is. Alhoewel er vaak voor de korte termijn gekozen wordt, blijkt uit de interviews met deskundigen, dat het belangrijker is om de lange termijn belangen prioriteit te geven. Een wetsvoorstel dat drastische veranderingen aanbrengt in de samenleving hoeven niet in één dag te worden aangenomen. Het is belangrijk dat er langere periode’s over deze beslissingen wordt nagedacht. Deze periode’s mogen ook lang duren zodat het volk dan de tijd heeft om zich aan de nieuwe wetgevingen aan te passen. Ook moeten er duidelijke regels komen die zorgen dat politici gedwongen worden zich meer te focussen op de dingen die op de lange termijn belangrijk zijn voor geheel Europa. Door onder andere het subsidiariteitsbeginsel kunnen er maatregelen worden genomen, waardoor de instellingen van de Europese Unie hogere prioriteiten moet stellen bij lange termijn beslissingen. 7. Het moet mogelijk zijn om lidstaten uit de Europese Unie te zetten. (stabiliteit, eerlijkheid, eenheid en controle) Op dit moment is het nog niet mogelijk om een land uit de Europese Unie te zetten, bijvoorbeeld als het land zich niet aan de afgesproken wetten en verdragen houdt. Zodra een land niet meer voldoet aan de Kopenhagen criteria zal het Hof van Justitie twee waarschuwingen geven. Als het desbetreffende land na de waarschuwingen zich niet genoeg heeft aangepast, kan de uitzetprocedure in gang worden gezet. Dan kan de Europese Commissie een voorstel doen aan het Europese Parlement om een stemming te houden voor de uitzetting van een bepaald land net. In dat geval moet ten eerste het Hof van Justitie voor de uitzetting zijn. Daarnaast moet er een gekwalificeerde meerderheid in de Raad van de Europese Unie worden behaald en moet ook het Parlement (met uitzondering van het land dat moet worden uitgezet) met een meerderheid van 75% voor stemmen. Als aan deze drie criteria is voldaan kan het land worden uitgezet, en moeten er nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven. 49 ALGEMEEN BEELD EN OPMERKINGEN Ten eerste moeten al deze veranderingen tegelijkertijd plaatsvinden en moeten alle Europese burgers goed geïnformeerd zijn voor er iets gebeurt. De burger moet vertrouwen hebben in het nieuwe systeem en dat kan alleen als er op een transparante manier wordt omgegaan met de veranderingen binnen het Europese bestuur. Als elk van deze ideeën worden toegepast zullen de besluiten van betere kwaliteit zijn en sneller worden gemaakt. Daarom is het ook verstandig de onderwerpen waarop de Europese Unie invloed op kan uit oefenen beter af te bakenen. Hiervoor kan het subsidiariteitsbeginsel worden toegepast. Als de Europese Unie zich vooral focust op overkoepelende problemen, maar daarbij wel de macht en autoriteit heeft om veranderingen door te zetten, zullen er effectieve beslissingen gemaakt worden en zal het vertrouwen bij de burger groeien. Voor het vertrouwen van de burger is het daarnaast van belang vrijwel geheel transparant te zijn. Iedereen moet op een heldere wijze op de hoogte gebracht worden van beslissingen en conflicten. Ook moeten de Europese burgers het idee hebben dat hun stem telt. Er moet een wet komen die zorgt dat het Europees Parlement zich voornamelijk bezighoudt met de lange termijn belangen in plaats van de korte termijn belangen die zich vooral op nationaal niveau afspelen. Vrijheid van pers, geloof en meningsuiting zijn en blijven een grondrecht. ANTWOORD OP ONDERZOEKSVRAAG “Wat is de best werkende democratische bestuursvorm voor de Europese Unie?” Een goed functionerend democratisch bestuur houdt rekening met elk van de negen uitgewerkte aspecten, met als doel het waarborgen van eenheid en veiligheid voor de gehele Europese Unie. Op die manier is het bestuur haar burgers optimaal van dienst. Zoals in ons onderzoek naar voren is gekomen bleek dat het bestuur van de Europese Unie grotendeels naar deze maatstaven functioneert, maar ook dat vooral drastische maatregelen en/of verbeteringen vaak geen goed idee zijn. Overheidsorganen en bedrijven hebben vaak belangen bij hoe het systeem nu werkt, en doordat zij de drijvende kracht achter de Europese Unie zijn is het vaak moeilijk om grote veranderingen ineens door te voeren. Toch zijn wij tot de conclusie gekomen dat er wel degelijk enkele zaken zijn die kunnen en moeten worden verbeterd. De adviezen die wij dit hoofdstuk hebben uitgewerkt, zijn relatief kleine stappen die veel verbetering met zich mee kunnen brengen. Wij raden u aan om deze serieus in overweging te nemen. 50 11. Reflectie Begin juli vorig jaar zijn we begonnen met de productie van een profielwerkstuk. We hadden een ambitieus plan en dat hebben we geweten. Hoewel we er allen enorm veel plezier aan hebben beleefd, was het op verschillende vlakken een grotere uitdaging dan we in eerste instantie dachten. Het bleek dat we zo’n groot onderwerp hadden gekozen dat (vooral) in de beginstadia het erg lastig was om overzicht te houden en te beslissen welke dingen echt belangrijk waren en welke minder. Dit heeft ervoor gezorgd dat we in het begin niet altijd even efficiënt te werk gingen, al besteedden we er toen al veel tijd aan. Gaandeweg raakten we echter steeds meer in de ‘flow’ van het stuk en werd het duidelijker hoe we het moesten aanpakken. Toen we eenmaal in het stadium waren beland dat we echt gingen schrijven, begon de inhoud een belangrijkere rol te spelen. Omdat we met drie mensen zijn, alle drie met verschillende meningen, hebben we vaak bij elkaar gezeten om tot een eenduidig idee te komen. Op die momenten leken we zelf af en toe wel het Europees Parlement: beslissingen konden niet effectief worden genomen, er vonden lange debatten plaats en communicatie verliep niet altijd even soepel. Ondanks dat dit ervoor zorgde dat de productie van dit profielwerkstuk niet altijd even makkelijk verliep, gaf het ons wel een goed beeld van de problemen die in een bestuur kunnen spelen, wat achteraf gezien eigenlijk heel nuttig is geweest. Ook konden we door op kritische wijze naar elkaars werk te kijken het niveau van de stukken flink verhogen. Samenwerken is niet altijd even makkelijk, maar het is een belangrijke vaardigheid om te ontwikkelen en uiteindelijk bereik je samen meer. We hebben dan ook vele gezellige middagen met elkaar gespendeerd en zijn allen trots op de resultaten. Inhoudelijk zijn we grotendeels tevreden over het werk dat we verrichtten. Af en toe hebben we praktische keuzes gemaakt omwille van de tijd. Zo konden we niet de bestuursvormen van elk van de Europese lidstaten uitwerken, maar moesten we kiezen. Dit betekent dat de resultaten misschien niet altijd representatief zijn. Ook is het bij een profielwerkstuk als dit lastig om tot een objectieve conclusie te komen. Grotendeels zijn we hierin wel geslaagd door het gebruik van veel verschillende meningen die we vervolgens verwerkten in een grotendeels objectief verwerkingsplan (de KLIM cursus). We hebben er voor gekozen toch zelf de ideeën te selecteren, omdat wij in zekere zin redelijk objectief zijn. Uiteindelijk zijn wij immers niet degene die belang hebben bij de uitkomst. Ook hebben we gaandeweg veel kennis vergaard via verschillende bronnen en zijn we een goed voorbeeld van de ‘gemiddelde’ burger. Ondanks dat we geprobeerd hebben een zo groot mogelijke en zo divers mogelijke groep te interviewen, hebben we niet veel internationale deskundigen of mensen met een ‘rechtse’ politieke mening kunnen interviewen. We hebben dit wel geprobeerd, maar het is lastig in contact te komen met politici uit het buitenland en veel van de mensen uit de rechtse kant van het politieke spectrum voelden er niet veel voor met ons te praten. 51 Hoewel we af en toe uitdagingen tegenkwamen hebben we veel plezier gehad en zijn we zeer tevreden met het eindproduct. Bijlagen 52 12.1 Landen In de tabel voorafgaand aan de beantwoorde vragen is te zien sinds wanneer het desbetreffende land lid is van de Europese Unie (EU). Indien het van toepassing is, staat het jaartal vanaf wanneer het land lid is van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) er ook bij. Bij de informatie over de munteenheid, staat het jaartal voor het jaar waarin de euro officieel als geld en munteenheid fysiek werd ingeschakeld. 12.1a DUITSLAND Naam: Deutschland (Duitsland) Hoofdstad: Berlin Lid sinds: 1958 EEG, 1993 EU (oprichtingslid) Inwoners: 80.327.900 (2012) Oppervlakte: 2 357.137,2 km Munteenheid: Euro (sinds 2002) Democratie sinds: 1949-1990 BRD en DDR. Vanaf 1990 huidige Bondsrepubliek Duitsland herenigd. Soort democratie: Parlementaire federale democratie Aantal provincies/deelstaten : 16 bondslanden Belangrijkste/grootst e partijen: CDU/CSU, SPD, Die Linke, Bündnis 90/Die Grüne, FDP Partijen in EU-parlement: ● 34 leden: Fractie van de Europese Volkspartij (christendemocraten) Duitsland: CDU, CSU ● 27 leden: Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement Duitsland: SPD ● 8 leden: Fractie Europese Conservatieven en Hervormers Duitsland: Familien-Partei Deutschlands, Alternative für Deutschland ● 4 leden : Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa 53 Duitsland: FDP, Freie Wähler ● 8 leden: Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noord Groen Links Duitsland: DIE LINKE, Independent ● 13 leden:Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie Duitsland: Bündnis 90/Die Grünen, Ökologisch-Demokratische Partei, Piratenpartei Deutschland ● 2 leden : Niet-fractiegebonden ledDuitsland: Die PARTEI, Nationaldemokratische Partei Deutschlands Schengen-lid: 11 Sinds 14 juni 1985 (bovenstaande tabel) 1. Hoe worden de verkiezingen gehouden? Hieronder staan de vijf basiskenmerken van verkiezingen in Duitsland. De verkiezingen zijn: • Algemeen: Alle staatsburgers vanaf een bepaalde leeftijd (in Duitsland 18) kunnen kiezen en mogen gekozen worden. • Direct: De kiezers stemmen direct een of meer leden van het parlement van een lijst. • Vrij: Op de kiezers mag geen een vorm van druk worden geuit, hun stemmen voor een kandidaat of voor een partij in te dienen; de burgers zijn ook vrij, niet te stemmen, er is geen stemplicht. • Gelijk: Elke stem telt even veel mee. • Geheim: Het blijft geheim wie de kiezer kiest; stemhokjes, stembiljetten in envelop, stembussen, of stemapparaten dienen daarvoor. 1.1 Wie mag stemmen? Het actieve stemrecht hebben in Duitsland voor staatsburgers vanaf 18 jaar. Dit recht is gebonden aan een specifiek stemgebied, waarin de kiezers aan de kiezerslijst worden toegevoegd. 1.2 Op wie mag er gestemd worden? Het recht gekozen te mogen worden, passief stemrecht, is in Duitsland ook vanaf 18 jaar. Daarbij moet de Kandidaat op een ingediende en toegestane benoeming/nominatie (een politieke partij) benoemt zijn. 11 ➢ ➢ Europese Unie, 1995-2015. Duitsland. Geraadpleegd januari 2015 via http://europa.eu/about-eu/countries/member-countries/germany/index_nl.htm Europees Parlement; Leden. Geraadpleegd januari 2015 via http://www.europarl.europa.eu/meps/nl/search.html 54 1.3 Hoe vaak en wanneer/waarover mag er gestemd worden? • Bundestag: De Bundestag wordt voor vier jaar gekozen (zittingsperiode). • Bondslanden: In de meeste bondslanden duurt de zittingsperiode vijf jaar. 1.4 Is er stemplicht? Zo ja, wat zijn de consequenties van niet stemmen? Er is geen stemplicht. 1.5 Hoe/ op wat voor manier wordt er gestemd? • Meerderheidsverkiezingen: De kandidaten van een verkiezingsgebied concurreren onder elkaar om de stemmen van de kiezers; gekozen wordt diegene die de meeste stemmen heft gekregen. Deze persoon is de rechtstreekse mandaat en vertegenwoordiger van dat verkiezingsgebied. • Verhoudingsverkiezingen: De partijen stellen een lijst van kandidaten op. De kiezers kunnen tussen de partijen kiezen en op een partij stemmen. De vertegenwoordigers worden op volgorde van de lijst (1-x) bepaald. • Bij gemengde verkiezingen hebben de kiezer (minstens) twee stemmen. 2. Hoe werkt de politiek? 2.1 Wat voor regeringsleider is er en hoe wordt die bepaald? Welke taken heeft hij/zij? Bondskanselier. De bondskanselier wordt op voorstel van de bondspresident door het Bondsdag gekozen. De aangewezen bondskanselier, tot nu toe leider van de sterkste fractie, werkt samen met aan de regering deelnemende partijen (coalitiepartners) het regeringsprogramma uit en legt de hoeveelheid en bereiken van de bondsministers vast. De bondskanselier overlaat de ministers bepaalde kabinet zetels en hun persoonlijke bezetting. Ook moet de kanselier erop letten dat er rekening wordt gehouden met belangrijke groepen en stromingen van de eigen partij, sterke bondslandverbanden en vrouwen bij de verdeling van ministerplaatsen. 2.2 Hoe worden ministers bepaald? Welke taken heeft een minister? De bondsministers worden op voorstel van de bondskanselier en bondspresident benoemd. 2.3 Welke andere belangrijke rollen/taken worden er ingevuld door andere mensen? Bondspresident. De bondspresident representeert de eenheid van de staat en is officieel het staatshoofd. Verkiezing: De bondspresident word door de federale raad voor vijf jaar gekozen. Een keer herkozen worden is toegestaan. Deze keuze is de enige opdracht van de federale raad. Ze wordt samengesteld uit leden van het Bondsdag en uit een gelijk aantal gedelegeerde, die door de bondslandparlementen afhankelijk van de fractiesterkte gezonden worden. De verkiezing wordt zonder uitspraak uitgevoerd. Kiesbaar is elke Duitser, die het 40ste levensjaar heeft afgerond. 55 Degene die de meeste stemmen van de federale raad heeft (absolute meerderheid) is bondspresident. Haalt geen kandidaat het om tijdens de eerste en tweede stemronde de absolute meerderheid, dan is voor de derde stemronde een meerderheid van stemmen genoeg (relatieve meerderheid). Taken: • Bondsrepubliek Duitsland representeren naar binnen en buiten: naar binnen toe door het openlijk optreden bij statelijke, maatschappelijke en culturele evenementen, door toespraken bij bijzondere gelegenheden, door bezoeken in de bondslanden en gemeentes; naar buiten toe door staatbezoeken en de ontvangst van buitenlandse staatsgasten. • Internationale juridische vertegenwoordiging van de Bondsrepubliek Duitsland: door ondertekening van verdragen met andere staten, door formele verklaringen van Duitse diplomatische vertegenwoordigers en het ontvangen van buitenlandse diplomaten. Bij de perceptie van verdere rechten kan de bondspresident niet zelfstandig, maar alleen in samenwerking met andere constitutionele organen handelen. • De bondspresident ondertekent wetten voordat ze in kracht treden. 2.4 Wie regeert het land? (winnende partij, coalitie, meeste stemmen, etc.) De bondskanselier wordt op voorstel van de bondspresident door het Bondsdag gekozen. De aangewezen bondskanselier, tot nu toe leider van de sterkste fractie, werkt samen met aan de regering deelnemende partijen (coalitiepartners) het regeringsprogramma uit en legt de hoeveelheid en bereiken van de bondsministers vast. De bondskanselier overlaat de ministers bepaalde kabinet zetels en hun persoonlijke bezetting. Ook moet de kanselier erop letten dat er rekening wordt gehouden met belangrijke groepen en stromingen van de eigen partij, sterke bondslandverbanden en vrouwen bij de verdeling van ministerplaatsen. 56 Bron: Bundeszentrale für politische Bildung, 2013, www.bbp.de De systematische weergave van de werking van de Bondsdag . De belangrijkste beslissingen worden sinds een lange tijd in informele comités genomen. Het regeringsakkoord, de uitgebreide presentatie van het programma van een regering bij het begin van een nieuwe zittingsperiode, wordt in een regeerakkoord onderhandeld. Daarna komen bij politieke beslissingen de coalitie samen. Daarbij hoort naast de kanselier, sommige ministers, de fractievoorzitter van de coalitiepartijen verder invloedrijke parlementsleden en sommige topambtenaren. Dit orgaan adviseert wetten die in afwachting zijn, belangrijke politieke beslissingen , en de daarbij toepassende strategie en bemiddelt conflicten tussen de coalitiepartners. 57 Bron: Bundeszentrale für politische Bildung, 2009, www.bpb.de De systematische weergave van de werking van de bondsraad. De Bondsraad is het controlerende orgaan met leden uit alle deelstaten die de belangen van de deelstaten op nationaal niveau in de gaten houdt en behartigt. De Bondsraad controleert de wetgeving van de Bondsdag en zorgt ervoor dat die niet de belangen, competenties en wetten van de deelstaten schaadt. 2.5 Hoe wordt een coalitie/meerderheid gevormd? Een burger kan stemmen (zie voorwaarden bij: wie mag stemmen?). Er zijn burgerinitiatieven. Bijvoorbeeld demonstraties en petities. 58 12.1b FRANKRIJK Naam: France (Frankrijk) Hoofdstad: Paris Lid sinds: 1958 EEG, 1993 EU (oprichtingslid) Inwoners: 64,3 miljoen Oppervlakte: 500 000 km2 Munteenheid: Euro (sinds 2002) Democratie sinds: 1958 (zoals die nu is) Soort democratie: Semi-presidentieel systeem Aantal provincies/deelstaten : 22 regio’s, 101 departementen (vergelijkbaar met provincie) Belangrijkste/grootste partijen: Sociaal democraten/liberalen Leden in EU-parlement: 74 Schengen-lid: s inds 1985 1. Hoe worden de verkiezingen gehouden? 1.1 Wie mag stemmen? Geregistreerde stemmers, die boven de 18 jaar zijn mogen stemmen in Frankrijk. Een stemmer hoeft niet per definitie Frans te zijn. Een inwoner van Frankrijk kan zich laten registreren als stemmer, hij of zij moet dan wel Europese burger zijn. 1.2 Op wie mag er gestemd worden? Op personen die zich kandidaat hebben gesteld om president te worden. 1.3 Hoe vaak en wanneer/waarover mag er gestemd worden? Elke vijf jaar wordt er gestemd voor een nieuwe president. 1.4 Is er stemplicht? Zo ja, wat zijn de consequenties van niet stemmen? Er is geen stemplicht. 59 1.5 Hoe/ op wat voor manier wordt er gestemd12? In Frankrijk wordt er gestemd in twee stemrondes13 bij de presidentiële verkiezingen. Het zogenaamde twee-rondes systeem. In dit systeem wordt in de eerste ronde gestemd op mensen die zich kandidaat hebben gesteld als president. Als hij of zij in deze ronde de absolute meerderheid van stemmen ontvangt (meer dan een kwart van de geregistreerde stemmen), wordt deze persoon al gekozen in de eerste ronde. Als er uit de eerste ronde nog geen winnaar komt wordt er een tweede ronde gehouden. Een kandidaat komt in aanmerking om gekozen te worden voor de tweede ronde als hij of zij 12.5 % van de stemmen heeft gekregen. Een kandidaat wint ook daadwerkelijk de tweede ronde als hij of zij een relatieve meerderheid van de stemmen krijgt. Bij een gelijke uitslag wint de oudste kandidaat. Frankrijk heeft een ander soort regering dan de meeste Europese lidstaten. De president wordt om de 5 jaar direct gekozen zoals we al hierboven hebben uitgelegd. De president benoemd de premier en diens kabinet. Het parlement bestaat uit het Assemblée Nationale, de Nationale Vergadering 14 (deze is rechtstreeks gekozen) en uit de senaat. De senaat wordt gekozen door regionale en gemeentelijke bestuurders. 2. Hoe werkt de politiek? 2.1 Wat voor regeringsleider is er en hoe wordt die bepaald? Welke taken heeft hij/zij? De regeringsleider heeft in Frankrijk relatief veel macht. De president heeft de macht om de regeringsleider te benoemen. Hij kiest uit zijn partij één minister die regeringsleider wordt. Alhoewel het lijkt dat de premier niet veel macht heeft, heeft hij wel de macht om binnenlandse zaken te beslissen. 2.2 Wie regeert het land? (winnende partij, coalitie, meeste stemmen, etc.) De gekozen president samen met de premier en het kabinet. 2.3 Hoe wordt een coalitie/meerderheid gevormd? Een kabinet wordt gevormd als deze een meerderheid heeft in het parlement. http://www.elections-legislatives.fr/en/system.asp http://www.electoral-reform.org.uk/two-round-system/ 14 http://www.conseil-constitutionnel.fr/conseil-constitutionnel/english/homepage.14.html 12 13 60 2.4 Welke taken/invloed heeft de oppositie? Elke twaalf maanden kan de president het kabinet ontbinden. Het parlement kan het kabinet ontbinden via een motie van wantrouwen. De motie van wantrouwen kan worden ingediend door de tweede kamer, en zal leiden tot een onderzoek naar de huidige regering15 . Op deze manier zou de oppositie meer invloed kunnen krijgen dan normaal. Als het kabinet wordt ontbonden kan het zo zijn dat de oppositie-partij in het kabinet komt omdat de oppositie dan een meerderheid vormt in het parlement, dit heet “cohabition” oftewel samenleving in het Nederlands. Dit gebeurde in de geschiedenis maar drie keer, van 1968 tot en met 1988, 1993 tot en met 1995 en van 1997 tot en met 2002. 2.5 Hoe worden mensen/leden voor de Europese Unie gekozen/bepaald? Frankrijk mag 74 leden afdragen aan het Europees Parlement16 . Zij worden verkozen door verkiezingen per deelstaat/provincie. Door stemmers mag er op lijsten worden gestemd, deze zijn gesloten (er kan dus alleen op een partij worden gestemd, er wordt dus niet direct op personen gestemd.) Als een lijst 5% of meer stemmen krijgt , verdienen zij een zetel. 2.6 Worden er referenda gehouden? Zoja, hoe vaak en op wat voor een manier? In Frankrijk wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde presidentieel referendum. Hierbij heeft de president het recht om een referendum te houden zolang het voorgaat aan een voorstel van het kabinet of het parlement. 15 16 http://www.france.fr/en/institutions-and-values/constitution-fifth-republic.html http://www.elections2014.eu/nl/in-the-member-states/FR/electoral-law 61 12.1c OOSTENRIJK Naam: Österreich (Oostenrijk) Hoofdstad: Wien Lid sinds: 1995 EU Inwoners: 8,3 miljoen Oppervlakte: 83 870 km2 Munteenheid: Euro (sinds 2002) Democratie sinds: 1955 Soort democratie: Parlementaire Bondsrepubliek Aantal provincies/deelstaten : 9 Bondslanden Belangrijkste/grootste partijen: Sociaaldemocraten, christendemocraten Leden EU-parlement: 18 Schengen-lid: Sinds 1995 1. Hoe worden de verkiezingen gehouden? 1.1 Wie mag stemmen? In Oostenrijk mogen kiezers stemmen vanaf 16 jaar17 en ouder. Het is daarmee het enige land in de Europese Unie waar kiezers vanaf hun 16e mogen stemmen. Alle autochtone Oostenrijkse burgers zijn verplicht om mee te doen aan verkiezingen. Alle nietOostenrijkse burgers en EU-burgers mogen meedoen aan verkiezingen als ze in Oostenrijk verblijven. Ze mogen dan alleen stemmen voor de lokale verkiezingen. 1.2 Op wie mag er gestemd worden? Bij de presidentsverkiezingen wordt er natuurlijk een president gekozen. Verder zijn er no 1.3 Hoe vaak en wanneer/waarover mag er gestemd worden? In Oostenrijk wordt om de zes jaar een verkiezing gehouden voor het presidents-schap. Om de vijf jaar wordt er een nieuwe Nationale Raad18 gekozen. http://www.auslaender.at/wahlrecht-in-osterreich http://www.europa-nu.nl/id/vii1imc4hytk/politieke_situatie_oostenrijk 17 18 62 1.4 Is er stemplicht? Zo ja, wat zijn de consequenties van niet stemmen? Er is stemplicht in Oostenrijk. Als iemand niet stemt dan moet hij of zij een boete van 300 tot 3000 ATS betalen. 1.5 Hoe/ op wat voor manier wordt er gestemd. Bij de verkiezingen om de Volksraad wordt er gekozen via kiesdistricten, deze zijn weer onderverdeeld in deelstaten die ook weer zijn opgedeeld in regionale kiesdistricten. Om vertekendheid te voorkomen is er een kiesdrempel van 4%. 2. Hoe werkt de politiek? 2.1 Wie regeert het land? (winnende partij, coalitie, meeste stemmen, etc.) In Oostenrijk zijn er twee kamers net zoals in Nederland. De Nationale Raad wordt direct gekozen door het volk. Zij controleren ook de wetten en kunnen het veto-recht van de Bondsraad in sommige gevallen ongedaan maken. Vertegenwoordigers van de de deelstaten vormen samen de Bondsraad van Oostenrijk. De president vormt een regering die een parlementaire meerderheid moet vormen, dat betekend dat het meestal een coalitie wordt van meerdere partijen. De Bondskanselier is de voorzitter van de regering, het werkt dus niet zoals in Nederland waar de minister-president de voorzitter is van de regering. De Bondskanselier heeft meer macht dan de President, hierdoor lijkt het Oostenrijkse systeem erg op die van Duitsland. De Bondskanselier samen met het kabinet heeft het recht om wetten in te dienen. Zij regeren het land. 2.2 Wat bepaalt de burger? Wat voor invloed heeft de burger? De invloed van de burger is het stemrecht19 . 2.3 Hoe worden mensen/leden voor de Europese Unie gekozen/bepaald? De leden voor het Europees Parlement20 worden in Oostenrijk via een rechtstreekse verkiezing verkozen. Oostenrijk heeft 18 zetels in het Europees parlement. De kiezer stemt op een persoon van de lijst van een bepaalde partij. www.auslaender.at/wahlgrundsatze-bei-osterreichischen-wahlen http://www.elections2014.eu/nl/in-the-member-states/Austria/electoral-law http://vorige.nrc.nl/next/article1795086.ece 19 20 63 12.1d ZWEDEN Naam: Sverige (Zweden) Hoofdstad: Stockholm Lid sinds: 1995 EU Inwoners: 9,5 miljoen Oppervlakte: 438 576 km2 Munteenheid: Zweedse kroon (SEK) Democratie sinds: Sinds 1718 ligt een deel van de macht bij de Riksdag (groeit later steeds verder uit tot parlement), en werd de koning rechtstreeks gekozen via beperkt kiesrecht. In 1809 kwam er een grondwet die de macht van de koning verder inperkte. Vanaf dat moment ontwikkelt zich langzaam een democratie. In 1921 is er naast een parlement ook algemeen kiesrecht. Soort democratie: Parlementaire constitutionele monarchie (één kamer) Aantal provincies/bondsland en : 21 provincies Belangrijkste/grootste partijen: SAP (sociaaldemocratische arbeiders partij) 20 zetels : ● 4 voor Fractie van de Europese Volkspartij (christendemocraten) ● 4 voor Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie ● 1 voor Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links ● 3 voor Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa ● 6 voor Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement ● 2 voor Fractie Europa van Vrijheid en Directe Democratie Partijen in EU-parlement: Schengen-lid: 21 Sinds 1996 (bovenstaande tabel) 21 ➢ ➢ Europees Parlement, Leden. Geraadpleegd januari 2015. http://www.europeesparlement.nl/nl/your_meps.htm l Zweden, provincies. Geraadpleegd januari 2015. www.zweden.com 64 1. Hoe worden de verkiezingen gehouden? 1.1 Wie mag stemmen? Iedereen met een persoonsnummer mag zijn of haar stem uitbrengen voor de provinciale staten of het gemeentebestuur. Om te stemmen bij de regeringsverkiezingen heb je een Zweeds paspoort nodig, en moet je dus een officiële Zweedse burger zijn. Voor elke type verkiezing geldt een minimum leeftijd van 18 jaar. 1.2 Hoe vaak en wanneer/waarover mag er gestemd worden? De Riksdag is de enige kamer in het Zweedse parlement en wordt eens in de vier jaar herkozen. De verkiezingen voor de provinciale staten of het gemeente bestuur vinden op dezelfde dag plaats als de regeringsverkiezingen. Doordat alle verkiezingen op dezelfde dag worden gehouden (de tweede zondag van september, elke vier jaar) is de opkomst in Zweden vaak relatief hoog. Omdat er maar één kamer is kan deze wel, ook voor de vier jaar voorbij is, worden ontbonden. Er worden dan tussentijdse verkiezingen uitgeschreven. 1.3 Is er stemplicht? Zo ja, wat zijn de consequenties van niet stemmen? Geen stemplicht. 1.4 Hoe/ op wat voor manier wordt er gestemd? In de Riksdag zitten 349 afgevaardigden die op basis van evenredige vertegenwoordiging worden gekozen. Zweden is opgedeeld in 29 kiesdistricten, die vóór de verkiezingen een aantal zetels toegewezen krijgt. Het aantal zetels dat elk district kan verdelen heeft te maken met de hoeveelheid stemgerechtigden die er wonen. Wie stemt mag kiezen om te stemmen op een partij of op een specifieke kandidaat van een partijlijst. De zetels voor elk district worden vervolgens op basis van evenredige vertegenwoordiging verdeeld en zullen een plaats krijgen in de Riksdag. Wel moet er om een zetel in de Riksdag te behalen een stemdrempel worden overschreden van minstens 4% voor partijen en 8% voor personen in de landelijke uitslagen. De rest-zetels (vereveningsmandaten) worden verdeeld op basis van de landelijke verkiezingsuitslag. 2. Hoe werkt de politiek? 2.1 Wat voor regeringsleider is er en hoe wordt die bepaald? Welke taken heeft hij/zij? Een parlementsvoorzitter is in Zweden erg belangrijk en kan in zekere zin worden gezien als regeringsleider . Zo speelt hij een belangrijke rol bij de vorming van een regering. Na verkiezingen voert de parlementsvoorzitter gesprekken met de partijleiders. Hij stelt dan op basis van de verkiezingsuitslag een kandidaat voor de functie van premier voor. Het parlement moet vervolgens stemmen, waarbij het voldoende is dat er geen absolute meerderheid tegen de premier stemt. Mocht de kandidaat vier achtereenvolgende keren niet worden geaccepteerd door de Riksdag, dan moeten binnen drie maanden nieuwe verkiezingen plaatsvinden. In de Zweedse regering neemt ook de premier een sterke positie in. Als hij door het parlement is gekozen, kiest hij zelf zijn ministers en wijst hen de ministeries toe. De premier kan ook zelf ministers ontslaan. Een minister die niet langer het vertrouwen van het parlement geniet, moet zijn 65 functie neerleggen. Als de premier om wat voor reden dan ook opstapt, dan valt de hele regering. Premier en ministers zijn gewoonlijk uit het parlement afkomstig. Na hun benoeming in de regering behouden ze hun parlementszetel, maar hun parlementaire taken worden waargenomen door een plaatsvervanger. Op grond van deze regel heeft een minister wel het recht om als volksvertegenwoordiger in het parlement het woord te voeren, maar hij heeft geen stemrecht.22 2.2 Wie regeert het land? (winnende partij, coalitie, meeste stemmen, etc.) Er wordt een coalitie gevormd onder leiding van de parlementsvoorzitter. In Zweden is het gebruikelijk dat er minderheidsregeringen regeren. Dit geeft ook de oppositie veel macht in het maken van beslissingen. 2.3 Wat bepaalt de burger? Wat voor invloed heeft de burger? De burger heeft eigenlijk alleen invloed op de regering via zijn of haar stemrecht en initiatiefrecht. Het parlement is de enige die de Riksdag kan ontbinden. 2.4 Zijn er referenda? Zo ja, hoe vaak en waarover? In Zweden kunnen de volksvertegenwoordigende organen op nationaal, regionaal en lokaal niveau een referendum uitschrijven. Sinds 1979 is het mogelijk om grondwetswijzigingen aan een bindend referendum te onderwerpen. Een derde van de Riksdagleden kan een verzoek tot een dergelijk referendum indienen, dat op dezelfde dag als de parlementsverkiezingen moet plaatsvinden. Van deze mogelijkheid is nog nooit gebruik gemaakt. Op nationaal niveau kan tevens een consultatief referendum worden gehouden, waarvan het resultaat niet bindend is. Sinds 1922 is er zes keer een nationaal consultatief referendum gehouden. Ook de referenda op regionaal en lokaal niveau zijn slechts raadplegend. 22 ➢ 1 2:PDF bestand kiesstelsel Zweden. Geraadpleegd januari 2015 http://www.prodemos.nl/Media/Files/Kiesstelsel-Zweden-2014 66 12.1e LUXEMBURG Naam: Luxembourg (Luxemburg) Hoofdstad: Luxembourg Lid sinds: 1958 EEG, 1993 EU (oprichtingslid) Inwoners: 524 853 (2012) Oppervlakte: 2 586 km2 Munteenheid: Euro (sinds 2002) Democratie sinds: Er is geen één duidelijk jaartal te vinden vanaf wanneer er een democratie in Luxemburg is. Het is in ieder geval vanaf 1952 een democratie. Soort democratie: Parlementaire constitutionele monarchie Aantal provincies/deelstaten: Drie districten (Luxemburgs, Duits, Frans) Belangrijkste/grootst e partijen: CSV (Chrëstlich Sozial Vollekspartei) Partijen in EU-parlement: ● 3 leden :Fractie van de Europese Volkspartij (christendemocraten) Luxemburg: Parti chrétien social luxembourgeois ● 1 lid: Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement Luxemburg: Parti ouvrier socialiste luxembourgeois ● 1 lid:Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa Luxemburg: Parti démocratique ● 1 lid:Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie Luxemburg: Déi Gréng - Les Verts Schengen-lid: 23 sinds 1985 (bovenstaande tabel) 23 ➢ Europese Unie, 1995-2015. Landen, Luxemburg. Geraadpleegd 27 januari 2015 via http://europa.eu/about-eu/ ➢ Europees Parlement; Leden. Geraadpleegd januari 2015 via http://www.europarl.europa.eu/ 67 1. Hoe worden de verkiezingen gehouden? 1.1 Wie mag stemmen? Iedereen tussen de 18 en de 75 moet stemmen. Na je 75ste mag je zelf weten of je stemt. 1.2 Hoe vaak en wanneer/waarover mag er gestemd worden? De Kamer van Afgevaardigden wordt iedere vijf jaar gekozen in vier kiesdistricten op basis van evenredige vertegenwoordiging. 1.3 Is er stemplicht? Zo ja, wat zijn de consequenties van niet stemmen? Ja, stemmen is verplicht. Stemmen is verplicht voor burgers tot de leeftijd van 75. Alleen burgers ouder dan 75 jaar en die woonachtig zijn in het buitenland mogen stemmen per post. Wie niet stemt, wordt bestraft met een boete van 100 tot 250 euro. In geval van herhaalde onthouding over een periode van vijf jaar, kan de boete oplopen tot 500 - 1.000 euro en de burgers hebben het risico dat hun namen worden verwijderd uit de ledenlijst van de kiezers. 1.4 Hoe/ op wat voor manier wordt er gestemd. Kiesdistricten: 4 multi-lid kieskringen (23 zetels voor het Zuiden, 21 voor het Centrum, 9 voor het Noorden en 7 voor het Oosten). .5 Hoe worden de stemmen berekend? 1 De zetels uit de kiesdistricten worden toegewezen met behulp van de Hagenbach-Bisschoff methode, waarin de kiesdeler wordt berekend door het totale aantal geldige stemmen te delen door het aantal toegewezen zetels plus een. Het aantal stemmen gegeven per lijst wordt dan gedeeld door de kiesdeler, en het resultaat, afgezien van breuken, is het aantal toegewezen mandaten per lijst; lege zetels worden toegewezen in elk district volgens de grootste gemiddelde methode, ook bekend als de D’Hondt rule. Lijsten worden ingedeeld naar de kandidaten met de grootste hoeveelheid stemmen binnen elke lijst. 2. Hoe werkt de politiek? 2.1 Wat voor regeringsleider is er en hoe wordt die bepaald? Welke taken heeft hij/zij? De regeringsleider is de minister-president. In praktijk kiest de Groothertog de minister-president op basis van de verkiezingsuitslagen, waarna de minister-president de regering samenstelt. 2.2 Hoe worden ministers bepaald? Welke taken heeft een minister? De minister-president stelt de regering samen en bepaald daarmee ook wie de ministers worden. Dit keuze van de minister-president moet worden goedgekeurd door de Groothertog. Doordat er meestal meer politieke portefeuilles zijn dan ministers, heeft een minister vaak meer dan een portefeuille. 68 2.3 Wie regeert het land? (winnende partij, coalitie, meeste stemmen, etc.) De uitvoerende macht is formeel de Groothertog, maar in praktijk de regering. De regering wordt door de hertog aangewezen op basis van het voorstel die de leider van de grootste partij na de verkiezingen heeft gemaakt. De regering wordt samengesteld uit het resultaat van de verplichte nationale verkiezingen. De grootste partij met de meerderheid van de stemmen en zetels vormt de regering. Als geen partij een meerderheid aan zetels heeft wordt er een coalitie gevormd (dit is vrijwel altijd het geval). Formeel geeft de grondwet de Groothertog de macht zelf de regering samen te stellen, door bijvoorbeeld ministers en secretarissen aan te stellen. 2.4. Zijn er referenda? Zo ja, hoe vaak en waarover? Ja er zijn referenda over belangrijke vragen/aspecten. 69 12.1f MALTA Naam: Malta (Malta) Hoofdstad: Valletta Lid sinds: 2004 EU Inwoners: 0,4 miljoen Oppervlakte: 316 km2 Munteenheid: Euro (sinds 2008) Democratie sinds: 1964 (na onafhankelijkheid GB) Soort democratie: Parlementaire republiek Aantal provincies/deelstaten : 13 districten Belangrijkste/grootste partijen: Labour party (55%) vs Nationalist Party (43%) (klein beetje zoals VS. Wel meerdere partijen, maar eigenlijk zijn het er maar 2) 6 zetels: ● 3 voor Fractie van de Europese Volkspartij (christendemocraten) ● 3 voor Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Partijen in EU-parlement: Schengen-lid: 24 Democraten in het Europees Parlement Sinds 2007 (bovenstaande tabel) 24 ➢ Europees Parlement, leden Malta. Geraadpleegd januari 2015 ➢ ➢ http://www.europarl.europa.eu/meps/nl/search.html?country=SE Government Malta. Geraadpleegd december 2014 https://www.gov.mt/en/Government/Government%20of%20Malta/Synopsis/Pages/Governance-Synopsis.as Wereldinformatie, Malta. Geraadpleegd januari 2015 www.wereldinformatie.nl 70 1. Hoe worden de verkiezingen gehouden? 1.1 Wie mag stemmen? Iedereen van 18 jaar en ouder (elke nationaliteit) mag stemmen als je maar verklaart alleen in Malta te zullen stemmen. Je verliest je stemrecht als je mentaal ziek bent of langer dan een jaar in de gevangenis zit. 1.2 Hoe vaak en wanneer/waarover mag er gestemd worden? De leider van de grootste partij wordt automatisch minister president. Het parlement bestaat uit één kamer die elke vijf jaar wordt herkozen . 1.3 Is er stemplicht? Zo ja, wat zijn de consequenties van niet stemmen? Er is geen stemplicht. 1.4 Hoe/ op wat voor manier wordt er gestemd. Kiezers rangschikken de kandidaten naar voorkeur. Dat betekent dus dat er niet maar één stem wordt uitgebracht, maar er een lijstje wordt gemaakt van alle beschikbare kandidaten. 1.5 Hoe worden de stemmen berekend? Er zijn dertien districten, en per district worden er vijf parlementsleden gekozen. Als hierdoor de zetels niet meer representatief zijn voor de algemeen gekozen partij, worden er extra zetels aan het parlement toegevoegd voor die partij. 2. Hoe werkt de politiek? 2.1 Wat voor regeringsleider is er en hoe wordt die bepaald? Welke taken heeft hij/zij? Minister president is altijd de leider van de grootste partij. De president mag wetten voorschrijven, en het huis van afgevaardigden ontbinden op verzoek van de minister president of via een motie van wantrouwen. Ook mag de president, met toestemming van de minister president, de meeste leden van de raden en de ministers aanstellen. 2.2 Hoe worden ministers bepaald? Welke taken heeft een minister? Er zijn op het moment negen ministers. De ministers worden gekozen door de minister president uit het huis der afgevaardigden. De ministers hebben een vergelijkbare rol met de ministers uit Nederland. 2.3 Wie regeert het land? (winnende partij, coalitie, meeste stemmen, etc.) Het aantal stemmen hangt direct samen met het aantal zetels in de kamer. De partij met de meeste stemmen heeft dus in principe een meerderheid en het meeste macht om te regeren. Er worden geen coalities gevormd. 71 2.4 Wat bepaalt de burger? Wat voor invloed heeft de burger? De burger heeft net als in Nederland initiatiefrecht. Ook kunnen er referenda gehouden worden, maar in de praktijk gebeurt het heel weinig. 2.5 Hoe worden mensen/leden voor de Europese Unie gekozen/bepaald? Rechtstreeks gekozen door het volk uit een van de twee partijen. Op dit moment zijn er drie afgevaardigden van elke partij. 72 12.2 Letterlijke verslagen interviews Wegens privacy overwegingen hebben wij besloten deze niet op te nemen in de gepubliceerde versie van dit werkstuk. Wie geïnteresseerd is in de uitgetypte versie van de opnames van elk van de interviews kan contact opnemen via e-mail. ([email protected]) 73 12.3 Kenmerken en verbeterpunten democratie (gehaald uit de interviews) Bron: gehouden interviews met politici van de Tweede Kamer, een Europarlementariër, medewerker van de Europese Commissie, medewerkers van het Ministerie voor Klimaatbescherming, Milieu, Landbouw, Natuur- en Consumentenbescherming van Nordrhein-Westfalen in Duitsland die (in)direct met Europese Unie en Europese betrekkingen werken. Eigenschap(pen) democratisch land: ∙ Vrije en eerlijke verkiezingen en daarnaast “checks and balances”: waar de macht is, is ook altijd een tegenmacht. Daarbij nog vrijheid van pers, vrijheid van meningsuiting etc. ∙ Als er een rechtstaat is en een verkozen volksvertegenwoordiging, die effectief controle kan uit oefenen op de regering binnen het kader van de (grond)wet, gegrondvest op universele mensenrechten. Een land wordt pas echt democratisch als er een democratische cultuur bestaat, met vrijheid van meningsuiting, een vrije media, respect voor minderheden en tolerantie voor andersdenkenden. De wet en de instellingen op zich zijn niet voldoende. Mensen moeten wel hun stem uitbrengen en betrokken zijn met hun maatschappij. · Vrije verkiezingen. Niet gemanipuleerd. Niet bedrogen. Dat mensen buiten de verkiezingen om invloed hebben op de regering. Petities en verzoekschriften. Directe democratie. · De verkiezingen zijn: · Vrij · Algemeen · Geheim · Onmiddellijk, direct. Valt niet over te discussiëren. · Burgerparticipatie. Vrije verkiezingen voor parlementen. Dat het rechtssysteem goed is. Executieve macht (uitvoerende), Legislatieve macht (regering maakt wetten) en juridische macht (rechtsstaat). · Als burgers zich achteraf op een legitieme, politieke en rechtelijke manier kunnen verzetten tegen (in)direct genomen politieke beslissingen. Democratie en rechtsstatigheid. Veelvoudige keuze bij verkiezingen. bijv. Hongkong geen democratische verkiezingen. Zelf kandidaten kunnen bepalen. Doel Europese Unie · Oorlog voorkomen. Economische welvaart; dat Europa ook een economische macht gaat vormen in de wereld. Veiligheid; samen kunnen we de burgers beter hun veiligheid garanderen dan alleen. Garanderen van vrijheid en democratie. · Vrede en stabiliteit brengen en waarborgen in Europa. Daarna is het bevorderen van welvaart voor alle EU burgers het belangrijkste doel. · Gericht op milieu. EU meer invloed, maar daar zijn verschillende meningen over binnen de EU. · Vrede binnen Europa. 74 · Structuren waar mensen vreedzaam met elkaar samen kunnen leven. Profiteren van de multiculturele samenlevingen. Belangrijke voorwaarde/criterium lidmaatschap Europese Unie · Er moet een functionerende democratie zijn. Het moet een functionerende markteconomie zijn. Een land dat lid wil worden moet alle bestaande wetgeving van de Europese Unie overnemen. · Dat het een democratische rechtstaat is. · Democratische structuren. Gemeenschappelijke economie. Gelijkwaardige voeding. Geen censuur. Gelijkheid tussen man en vrouw. · Economie in balans. Nadelen democratie · Het is langzamer, stropiger. Het kost meer moeite want we moeten met elkaar samenwerken en compromissen vinden. Het is soms een trager systeem. · Hangt af van de vorm van de democratie. Veel democratische processen leiden tot compromissen. Dit is goed om draagkracht te genereren maar vaak zijn dit niet de beste oplossingen, bovendien zijn de processen traag waardoor slagkracht wordt ingeboet. In een democratie is er ook altijd de verleiding om voor politiek gewin te gaan en het korte termijn belang voorrang te geven boven wat verstandig is voor de midden en lange termijn. · Het is als minister bijvoorbeeld moeilijker om doelen waar te maken. · Wat je als nadeel kan zien is dat het meer tijd kost. Democratie kost veel. Maar de voordelen zijn overheersender dan de nadelen. Zorgt democratie voor een beter welzijn van de burgers? · Uiteindelijk wel, ja. Het is geen model dat iedereen rijk en gelukkig maakt, maar dat wel goede resultaten geeft op de lange termijn. In democratische landen zijn gelijke rechten en het meest welvarend. Waar de beste kwaliteit van leven is, waar het meest gelukkige mensen leven. · Over het algemeen wel. Slechte leiders worden weggestemd. Regelmatige verandering van de macht is sowieso goed, omdat dit corruptie, nepotisme en gemakzucht tegengaat. · Misschien zijn er alleenheerschappijen waar het beter is. Democratie niet in twijfel getrokken. Verschillende concepten van verschillende partijen wat goed is of niet. De schaar tussen arm en rijk gaat steeds verder open. · Ik zou zeggen ja. Maar voormalige DDR-burgers konden ook zeggen dat het goed ging. · Ik geloof dat democratie & welvaart onvermijdelijk op lange termijn met elkaar verbonden zijn. China’s kapitalistische economie en dictatuur gaan op lange termijn niet met elkaar samen. 75 Moet de Europese Unie meer invloed hebben op individuele landen? · Te algemene vraag. Je moet kijken naar welke uitdagingen we nu kunnen aanpakken. Hoe doen we dat op de beste manier. Dan zijn er inderdaad terreinen waar de Europese Unie meer macht zou kunnen hebben en waar ze slagvaardiger kunnen zijn. · Terreinen: Buitenland beleid. We hebben nu 28 lidstaten en dus 28 ministers van Buitenlandse zaken. Als wij als één groep zouden optreden dan zouden we ontzettend veel invloed hebben. In de Europese Unie heeft iedereen Vetorecht, dus er is altijd wel iemand van de 28 tegen. Daarmee kun je dus geen deuk in een pakje boter slaan. Vetorecht moet worden afgeschaft. · Geen zinvolle vraag. Het gaat niet om invloed op landen. Het gaat erom landen door samenwerking meer invloed te geven op onze gemeenschappelijke toekomst in de EU. Er is geen strijd om invloed tussen EU en Lidstaten. Ze liggen in elkaars verlengde en versterken elkaar. Ik denk wel dat er goed gekeken zou moeten worden wat er beter op Europees en wat beter op nationaal niveau kan gebeuren. · Hangt van het onderwerp af. · Subsidiariteitsbeginsel.. · Hangt van onderwerp af. Moet je kunnen stemmen op andere nationaliteiten tijdens de Europese verkiezingen? · Ja. Tot nu toe is daar nog geen meerderheid voor bereikt, komt waarschijnlijk wel ooit. · Deel van de Europarlementariërs wordt nationaal gekozen en een deel Europees. · Ja, dat zou wel eigenlijk moeten als je het serieus neemt. · Maar je zou eigenlijk op twee lijsten moeten stemmen. Een soort van Europese lijst en een nationale lijst, dat systeem heb je bijvoorbeeld in Duitsland ook, dan stem je op je lokale politici en dus een deel van de Bundestag is gevuld door de lokale lijst en een deel zijn de zegmaar federale lijsten die de partijen zelf beheren. Dus zoiets zou je inderdaad goed kunnen doen, maar dan moet je het wel overal tegelijkertijd invoeren. · Het is geen probleem. Alleen een logistieke vraag. Één Europees leger · Op de termijn moet je daar naartoe. Ten eerste; als je een gezamenlijk buitenland beleid heb moet je ook een militaire motor hebben anders dan helpt het niet. Ten tweede; elk van de 28 lidstaten heeft nu zijn eigen legertje met alles erop en eraan, maar die legers zijn eigenlijk te klein en te ineffectief om enig gevaar te kunnen maken. We geven dus onevenredig veel geld uit aan een heel ineffectieve macht. Het zou veel beter zijn om één leger te hebben met veel meer mogelijkheden. 76 · · · · Ik denk niet dat het gecreëerd kan worden, noch dat het slagvaardig zou zijn. Misschien dat we ooit een paar operationele Europese eenheden krijgen om specifieke acties uit te voeren. Wel zullen we veel beter moeten samenwerken om onze systemen gelijk te schakelen, om effectiever militair materieel in te kopen en om steller internationaal te kunnen opereren. Ertegen. Supermacht EU veroorzaakt angst. Afstemmen is goed. Verder niet te beoordelen. Praktisch kan ik het me niet voorstellen. Perspectivisch ja. EU leger is gekoppeld in de structuur van de Verenigde Naties. Geen EU-leger in de zin van de som van het aantal nationale staten. Meer militaire verantwoording bij conflicten. Europese grondwet · Voor. Wat noem je een grondwet? Er zijn natuurlijk al een heleboel documenten en verdragen. Die noemen we niet de grondwet, maar er zitten wel een heleboel elementen in die ook in een grondwet zitten. Het is niet nodig om een geheel nieuwe grondwet te maken. Het kan ook door die documenten en verdragen te herschikken. Drie dingen veranderen binnen de Europese Unie (Parlement en Commissie) · 1. Europese Commissie kleiner maken. 28 commissarissen (één uit elk land) is veel te veel. Er zijn niet eens genoeg portefeuilles voor elke commissaris. Kleiner maken, net zoals de Nederlandse regering die wordt samengesteld op basis van de uitslag van de verkiezingen. De voorzitter van Europese Commissie wordt geleverd door de grootste partij en die stelt dan de Commissie samen. 2. Openbaring van het bestuur. Burgers hebben het recht om in principe alles te zien, ook al zijn er natuurlijk beperkingen, er moeten ook documenten geheim blijven. 3. Europees Parlement moet initiatiefrecht krijgen. Net zoals in de Tweede Kamer. Op het moment heeft alleen de Europese Commissie dat. Het Europees Parlement spreekt namens de burger, dus als het Parlement met een voorstel komt, moet het ook het recht hebben om het voorstel in te dienen. · 1. Verander de Raad van Ministers in een senaat. · Je moet kiezen of je een presidentieel model wil of je wil een ander model en wij zitten ergens overal tussenin. Dus je hebt een Raad van Ministers die niet een senaat is die de lidstaten vertegenwoordigt en zoals dat in Amerika is. Je hebt de Europese, dat heb je eigenlijk in de Raad van Ministers nog enigszins. maar dan heb je daarbovenop nog een Europese Raad waarin de leiders van de lidstaten vertegenwoordigd zijn. En die gedragen zich eigenlijk een beetje als de president. Dus met zijn allen gedragen ze zich als de president. Ze hebben niet heel veel directe bevoegdheden, maar ze kunnen wel de politieke lijn uitzetten en zeker in tijden van crisis is wat zij zeggen eigenlijk leidend. En in die groep blijkt 77 mevrouw Merkel degene die het machtigste is, dus niet meneer Van Rompuy, maar mevrouw Merkel. En dat is vrij ondemocratisch. Waarom zou een wel gekozen leider, maar van een land, zo grote invloed hebben op wat er in Europa gebeurt. Dat orgaan van Europese Raad werkt niet goed samen met de Raad van Ministers. Wel lidstaten en zijn ministers eronder, maar die zijn op een ander politiek niveau bezig en vertaalt zich niet van hoge politieke doelstellingen, maar zegmaar de meer op rationele wetgevende ~ van de Raad van Ministers, dus daar zit een disconnect tussen. En dat betekent ook dat, dat wat eigenlijk op Europees niveau besloten moet worden heel erg gedomineerd wordt door korte-termijn-oppurtunisme in de lidstaten. Je krijgt dat de Duitsers bijvoorbeeld een lijn kiezen omdat ze een regionale verkiezing hebben in Schleswig-Holstein op dat moment en Merkel het niet kan permitteren om zegmaar al een minder populair thema aan te snijden, dat invloed zou hebben op de lokale verkiezingen. Dat betekent dus dat je Europees beleid heel erg laat beïnvloeden door, een beetje door de waan van de dag van alle lidstaten, maar zelfs in regio’s in lidstaten die waar het debat wordt gereflecteerd door de nationale politici. Dat het helder is wie welke verantwoordelijkheid heeft, want nu zou de Europese Raad de politieke lijnen moeten uitzetten, maar dat doen ze eigenlijk relatief los van hun eigen vakministeries. Dus Rutte zegt iets, maar dat heeft impact op het ministerie van Economische Zaken, maar die zijn misschien in hun relatie tot andere ministeries van Economische Zaken binnen de mede-bedinginsraad, concurrentieraad, ik weet niet hoe die heet, sluit dat helemaal niet aan. Dus Rutte en zijn vrienden kunnen wel wat zeggen, maar dat wil niet zeggen dat meneer Kamp en zijn collega’s daar ook echt concreet iets mee kan doen. Dus ze zijn een beetje losgezongen van de dagelijkse praktijken van Brussel. 2. Introduceer een nieuwe begrotings- en finacieringsmodellen, waarbij de EU voldoende eigen middelen heeft. 3. De EU veranderen van model dat is gebaseerd op wantrouwen naar een vertrouwensmodel. · Dat is meer een droom. We zijn natuurlijk allemaal soevereine staten die met elkaar samenwerken en daarin gaan we eigenlijk heel erg wantrouwig met elkaar om. Dus, en dat gaat zover door dat ook in het personeelsbeleid we eigenlijk iedere keer alles willen controleren, omdat je bang bent dat er een directeur van Nederland misschien landgenoten voortrekt of contacten geeft aan aanbieders, dienstverleners van zijn lidstaat. Dus om dat te voorkomen hebben we eindeloos veel regeltjes bedacht en kom je eigenlijk veel minder toe tot het formuleren van meer ambitieus visionair beleid. Want alles wordt continu afgedicht en afgecheckt en verzuipen we een beetje in bureaucratie. Ik denk dat we teveel in de hele organisatie bezig 78 · · · zijn met wat er mogelijk mis kan gaan en te weinig met wat we denken dat goed is om te doen 1. Initiatiefrecht. Europees Parlement moet ook initiatiefrecht krijgen. 2. Loon van commissarissen omlaag. 1. Het is bureaucratisch. Er zou een betere afstemming moeten zijn. 2. Alles naar Brussel, niet Straatsburg. 3. Niet uit elk land een commissaris. 4. (Meer) solidariteit. 1. Europees Parlement moet initiatiefrecht krijgen. 2. Europees Parlement zou bij bevestiging Europese Commissie meer versterking moeten krijgen. 3. Losse voorstellen van de president van de Europese Commissie wegleggen. 4. Europees Parlement medebeslissingsrecht. Past de regeringsvorm van Nederland bij de Europese Unie? Is het democratisch functioneren van de EU, naar uw mening, passend bij de parlementaire democratie zoals wij die in Nederland kennen? · Ja. Het is alleen jammer dat Nederland de afgelopen jaren bij de dwarsliggers hoort. Ik zie Nederland liever in de voorhoede in plaats van voortdurend op de rem te staan en dwars te liggen. · Meestal wel. Het is alleen niet zo dat het Nederlandse parlement de uitkomst van onderhandelingen bepaalt en het kan dus zijn dat beslissingen genomen worden in Brussel, waar het Nederlandse Parlement het niet mee eens is. Daarom moet het ook actief samenwerken met het EP om te zorgen dat de stem van de Nederlandse burger zo goed mogelijk gehoord wordt. Past de regeringsvorm van Duitsland bij de Europese Unie? · Natuurlijk. · Principieel wel. Het wordt alleen moeilijker. · Het functioneert. Federale structuur ja. Er is een groot grijs gebied. Duidelijke versterking van het Europees Parlement is wenselijk. Eigenlijke machtscentrum is de Raad. Er is ook een sterk gewicht op de Commissie met als enige het initiatiefrecht. Succesvolle regeringsvorm · Zolang alle lidstaten aan de fundamentele regels van de democratie voldoen functioneren ze allemaal. · Als de besluiten die ze neemt effectief zijn in het bereiken van de gestelde doelen en gedragen worden door het volk; en men de processen rechtvaardig vindt, zodat uitkomsten geaccepteerd worden ook al is niet iedereen het ermee een. · Als hij democratisch is. Het volk ondersteunt. · Als hij zich om het welzijn bekommert. Verstandige, slimmer beslissingen treffen. · De kiezers en het volk tevreden stelt. 79 Veranderingen democratie in Europa in de (nabije) toekomst · Democratie is redelijk compleet. In het internettijdperk is er veel meer rechtspreek van de burgers. Dat is een goede ontwikkeling. Internet geeft meer mogelijkheden voor transparantie. Mensen kunnen zien dat er besluiten worden genomen. De vraag is of de democratie bestand is tegen hele sterke antidemocratische krachten binnen de samenleving. In alle landen zien we eigenlijk in essentie antidemocratische partijen. Je ziet ook, de samenleving wordt steeds vrijer en tegelijkertijd zijn we steeds bang voor terroristen, pedofielen en voor andere dingen. We zijn overal bang voor. Dus in die stemming van angst zie je heel sterk dat die democratische vrijheden worden ingeperkt. En dat vind ik een heel zorgelijke ontwikkeling. · Een Europees referendum dat tegelijkertijd overal in de EU gehouden kan worden om over de belangrijkste beleidsvragen directe inspraak te geven aan de burgers van de EU. · Dat zijn wel de fundamentele, constitutionele vragen. Je zou het ook best wel kunnen verbreden. Bijvoorbeeld: de Denen hebben een wat ruimere interpretatie van wat constitutioneel is dan sommige anderen. Dus dat werkt. De Zwitsers gaan natuurlijk nog veel verder. Ze kunnen alles voorleggen in een referendum. Dus dat zou je moeten bekijken, maar het is op zich denk ik voor Europa ook wel een bindend iets dat je met zijn allen op een moment kan uitspreken over iets wat wezenlijk is voor Europa als geheel. Bijvoorbeeld de vraag van hebben we een Europese defensiemacht nodig, nouja zoiets zou natuurlijk prima aan een referendum kunnen worden blootgesteld. En wel meer ik denk dat je, kijk om het Eurosongfestival toont aan dat we allemaal eigenlijk, en dat het heel spannend is om op een moment allemaal met een ding bezig te zijn en ook je stem te kunnen uitbrengen. Het Eurovisiesongfestival geeft wel aan dat je best, ook al is Europa heel divers, dat je best mensen zover kan krijgen dan ook te gaan stemmen en zeker tegenwoordig met online mogelijkheden moet je veel meer kunnen doen. We hebben al iets dat heet het Europees Burgerinitiatief, dat is een soort van petitie die je kan indienen en als je dan een miljoen handtekeningen hebt, dan moeten het wel geverifieerde handtekeningen zijn etc. ect. Als je dus een miljoen mensen hebt die dat ondertekenen, dan moet de Commissie een initiatief nemen. Nou zoiets zou je kunnen uitbreiden en beter inrichten zodat het ook effectief door de Commissie wordt gebruikt. Nu is het vaak zo dat het een beetje losse flodders zijn en waar onvoldoende goed over nagedacht is. Bijvoorbeeld: water moet een mensenrecht zijn. Nouja, oke, nou, wat moet ik daar mee. Ik kan wel ja roepen en kan wel de mensenrechtenverdragen proberen aan te passen, maar dat is niet concreet genoeg. Als je zegt van er moet nu een oplossing voor de vluchtelingen op de Middellandse Zee en die moet er zus en zo uitzien. Die staat daarachter en die heeft dan een 80 · · · miljoen handtekeningen. Ja, dan is dat een veel duidelijkere opdracht die je meegeeft aan een beleidsorganisatie, zoals de Commissie. Dus dat ding werkt dus niet goed, maar ik denk dat er wel, ook in combinatie van online petities en referenda dat er meer te doen is om mensen te betrekken bij de dagelijkse besluitvorming.” Stemleeftijd naar beneden zetten op 16 jaar. Migranten mogen stemmen bij gemeenteverkiezingen. Democratie ook buiten de Europese Unie. Sterkere nationale, volkse elementen in de Bondsrepubliek (Duitsland). Niet zo sterk zoals in Zwitserland. Problemen Europese Unie · Hoe zorg je ervoor dat landen zich aan de voorwaarden houden? En de landen die al lid zijn en dat geldt dan op materieel terrein, hoe zorg je dat ze zich aan de marktafspraken houden? Hoe zorg je dat ze zich aan de afspraken binnen de Euro houden? Hoe zorg je dat landen zich houden aan de afspraken over de grondrechten? Dus als de Europese Unie moet je zorgen dat je de middelen hebt om landen de kunnen dwingen zich aan die afspraken te houden · Het samenhouden van de EU. Rechts-radicale staatsverantwoording overnemen. 81 13. Bronvermelding Democratie 1. 2. The Concepts and Fundamental Principles of Democracy. Geraadpleegd op 28 januari 2015 via http://www.civiced.org/pdfs/books/ElementsOfDemocracy/Elements_Subsection3.pdf ProDemos; Huis voor democratie en rechtsstaat. Geraadpleegd op 7 februari 2015 via http://www.prodemos.nl/Kenniscentrum/Informatie-over-politiek/Wat-is-een-democratie. Geschiedenis Athene Geraadpleegd in januari 2015 1. http://www.athene.antenna.nl/ARCHIEF/NR01-Athene/01-Volks.html 2. historianet.nl/vraag-het.../hoe-democratisch-was-de-atheense-democratie 3. http://www.livius.nl/spijkers-op-laag-water/onze-democratie-komt-uit-athene/ Waterschappen Geraadpleegd in januari 2015 1. http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/6821/waren-de-waterschappen-de-voorlopers-v an-het-nederlandse-poldermodel.html 2. http://innl.nl/nl-NL/verhaal/15089/waterschappen-democratie-uit-de-middeleeuwen 3. http://www.vallei-veluwe.nl/organisatie/geschiedenis/geschiedenis/ Franse Revolutie Geraadpleegd in januari 2015 1. Geschiedenis Tweede Fase vwo Handboek historisch overzicht. Uitgegeven in 2006 door Wolters-Noordhoff bv Groningen/Houten. Auteurs: Dirk Verkuil, Bernadette Hijstek, Tom van der Geugten en Eri Betten. Arabische Lente Geraadpleegd in februari 2015 1. http://nl.wikipedia.org/wiki/Arabische_Lente 2. http://www.europa-nu.nl/id/vimjmpynlou9/europa_en_de_onrust_in_de_arabische 3. http://www.vlaamsparlement.be/vp/informatie/pi/informatiedossiers/arabischelente/arabisch e_lente.html 4. Bron Afbeelding: Topomania.net 82 83 Grondgedachte Europese Unie 1. 2. 3. 4. 5. Grondleggers van de EU - Geraadpleegd op 4 februari 2015 via europa.eu/about-eu/eu-history/founding-fathers/index_nl.htm , Anti-EU Fractie Volkskrant, Geraadpleegd op 10 februari 2015 via volkskrant.nl/buitenland/farage-redt-anti-europese-fractie-met-controversiele-pool~a3772718/ EFD-fractie - Geraadpleegd op 10 februari 2015 via efdgroup.eu/ Stratenschulte, Eckart D. "De Toekomst Van Europa." Europa: Het Kennismagazine Voor Jongeren. Luxemburg: Bureau Voor Publicaties Van De Europese Unie, 2013. N. pag. Print. Europa 2020, Geraadpleegd op 10 februari 2015 via ec.europa.eu/europe2020/europe-2020-in-a-nutshell/targets/index_nl.htm Werking politiek systeem Landen Duitsland 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Schubert, Klaus/Martina Klein: Das Politiklexikon. 5., aktual. Aufl. Bonn: Dietz 2011. Geraadpleegd op: 26 januari 2015 via http://www.bpb.de/nachschlagen/lexika/politiklexikon/18455/wahlen Schubert, Klaus/Martina Klein: Das Politiklexikon. 5., aktual. Aufl. Bonn: Dietz 2011. Geraadpleegd op 26 januari 2015 via http://www.bpb.de/nachschlagen/lexika/politiklexikon/18460/wahlsystem Schubert, Klaus/Martina Klein: Das Politiklexikon. 5., aktual. Aufl. Bonn: Dietz 2011. Geraadpleegd op 26 januari 2015 via http://www.bpb.de/nachschlagen/lexika/politiklexikon/18459/wahlrecht Pötzsch, Horst: Die Deutsche Demokratie. 5. überarbeitete und aktualisierte Auflage, Bonn: Bundeszentrale für politische Bildung 2009, p. 37-41. Geraadpleegd op 26 januari 2015 via http://www.bpb.de/politik/grundfragen/deutsche-demokratie/39310/wahlen Pötzsch, Horst: Die Deutsche Demokratie. 5. überarbeitete und aktualisierte Auflage, Bonn: Bundeszentrale für politische Bildung 2009, p. 97-103. Geraadpleegd op 26 januari 2015 via http://www.bpb.de/politik/grundfragen/deutsche-demokratie/39360/bundespraesident?p=all Pötzsch, Horst: Die Deutsche Demokratie. 5. überarbeitete und aktualisierte Auflage, Bonn: Bundeszentrale für politische Bildung 2009, p. 105-109. Geraadpleegd op 26 januari 2015 via http://www.bpb.de/politik/grundfragen/deutsche-demokratie/39365/bundesregierung?p=all Pötzsch, Horst: Die Deutsche Demokratie. 5. überarbeitete und aktualisierte Auflage, Bonn: Bundeszentrale für politische Bildung 2009, p. 61-72. Geraadpleegd op 26 januari 2015 via http://www.bpb.de/politik/grundfragen/deutsche-demokratie/39330/parlament Pötzsch, Horst: Die Deutsche Demokratie. 5. überarbeitete und aktualisierte Auflage, Bonn: Bundeszentrale für politische Bildung 2009, p. 105-109. Geraadpleegd op 26 januari 2015 via http://www.bpb.de/politik/grundfragen/deutsche-demokratie/39365/bundesregierung?p=all Pötzsch, Horst: Die Deutsche Demokratie. 5. überarbeitete und aktualisierte Auflage, Bonn: Bundeszentrale für politische Bildung 2009, S. 86-87 Geraadpleegd op 9 februari 2015 via http://www.bpb.de/politik/grundfragen/deutsche-demokratie/39348/bundesrat 84 Frankrijk 1. 2. 3. 4. 5. Officiele website Franse overheid. Geraadpleegd november 2014 http://www.france.fr/en/institutions-and-values/constitution-fifth-republic.html Informatie-website. Geraadpleegd november 2014 http://www.conseil-constitutionnel.fr/conseil-constitutionnel/english/homepage.14.html Verkiezingen informatie Frankijk. Geraadpleegd november 2014 http://www.elections-legislatives.fr/en/system.asp Informatie kiesstelstel. Geraadpleegd november 2014 http://www.electoral-reform.org.uk/two-round-system/ EU-parlement website. Geraadpleegd november 2014 http://www.elections2014.eu/nl/in-the-member-states/FR/electoral-law Oostenrijk 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. EU-informatie website. Geraadpleegd november 2014 http://www.elections2014.eu/nl/in-the-member-states/Austria/electoral-law Oostenrijkse informatie-website. Geraadpleegd november 2014 http://www.auslaender.at/wahlrecht-in-osterreich NRC-artikel. Geraadpleegd november 2014 http://vorige.nrc.nl/next/article1795086.ece Onafhankelijke informatie-website. Geraadpleegd november 2014 http://www.europa-nu.nl/id/vii1imc4hytk/politieke_situatie_oostenrijk Verkiezingen in Oostenrijk. Geraadpleegd december 2014 www.auslaender.at/wahlen-in-osterreich Stemwetten bij verkiezingen: www.auslaender.at/wahlgrundsatze-bei-osterreichischen-wahlen Montesquie instituut. Geraadpleegd december 2014 http://www.montesquieu-instituut.nl/id/vgaxlcr0e001/oostenrijk Europees Parlement. Geraadpleegd december 2014 http://www.europarl.europa.eu/ Zweden 1. 2. 3. 4. 5. 6. Europees Parlement, Leden. Geraadpleegd januari 2015. http://www.europeesparlement.nl/nl/your_meps.html Zweden, provincies. Geraadpleegd januari 2015. www.zweden.com 2:PDF bestand kiesstelsel Zweden. Geraadpleegd januari 2015 http://www.prodemos.nl/Media/Files/Kiesstelsel-Zweden-2014 Kunst en cultuur, begin democratie. Geraadpleegd: januari 2015 http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/koningshuis/88203-koningshuis-zweden.html De nieuwe Zweed, partijen. Geraadpleegd januari 2015 http://denieuwezweed.com/2014/05/22/eu-stemmen-op-zweedse-partij-maar-welke/ Immigratie Zweden, stemprocessen. Geraadpleegd januari 2015 http://www.zwedenemigratie.com/e/regels.htm 85 Luxemburg 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Europese Unie, 1995-2015. Luxemburg. Geraadpleegd 27 januari 2015 via http://europa.eu/about-eu/countries/member-countries/luxembourg/index_nl.htm . Europees Parlement; Leden. Geraadpleegd januari 2015 via http://www.europarl.europa.eu/meps/nl/search.html Inter-Parliamentary Union, PARLINE database on national parliaments Government (Luxembourg), in Europa World online . London, Routledge. University of Bergen. Retrieved 04 September 2006 from http://www.europaworld.com/entry/lu.is.15. Geraadpleegd op 27 januari 2015 via http://www.nsd.uib.no/european_election_database/country/luxembourg/parliamentary_electio ns.html. Copyright © 2009-2014 Manuel Álvarez-Rivera. All Rights Reserved. Last update: May 25, 2014. Geraadpleegd op 27 januari 2015 via http://www.electionresources.org/lu/#ASPECTS Inter-Parliamentary Union, PARLINE database on national parliaments Government (Luxembourg), in Europa World online . London, Routledge. University of Bergen. Retrieved 04 September 2006 from http://www.europaworld.com/entry/lu.is.15 . Geraadpleegd op 27 januari 2015 via http://www.nsd.uib.no/european_election_database/country/luxembourg/parliamentary_electio ns.html. Luxemburg.lu © Laatst bewerkt op 18-04-2012. Geraadpleegd op 10 januari 2015 via http://www.luxembourg.public.lu/en/luxembourg-glance/politics-institutions/political-system/i ndex.html About... Political Institutions in Luxembourg / Information and Press Service of the Luxembourg Government / www.gouvernement.lu . Geraadpleegd op 10 januari 2015 via http://www.luxembourg.public.lu/catalogue/politique/ap-institutions-politiques/ap-inst-pol-20 06-EN.pdf Overheidssite. Geraadpleegd op 10 januari 2015 via http://www.luxembourg.public.lu/en/luxembourg-glance/politics-institutions/political-system/i ndex.html Malta 1. 2. 3. 4. 5. 6. Maltese domincan province, publications. Geraadpleegd januari 2015 www.opmalta.org Europees Parlement, leden. Geraadpleegd januari 2015 http://www.europarl.europa.eu/ Europa, Malta. Geraadpleegd januari 2015 www. europa.nu Europees Parlement, leden Malta. Geraadpleegd januari 2015 http://www.europarl.europa.eu/meps/nl/search.html?country=SE Government Malta. Geraadpleegd december 2014 https://www.gov.mt/en/Government/Government%20of%20Malta/Synopsis/Pages/Governance -Synopsis.as Wereldinformatie, Malta. Geraadpleegd januari 2015 www.wereldinformatie.nl 86 Werking politiek systeem Europese Unie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Europese Unie. 1995-2015. How the European Union works, your guide to the EU institutions. Geraadpleegd via http://eeas.europa.eu/delegations/singapore/documents/more_info/eu_publications/how_the_e uropean_union_works_en.pdf Europese Unie 1995-2015. EU-instellingen en -organen, Europees Investeringsfonds. http://europa.eu/about-eu/institutions-bodies/eif/index_nl.htm THE EUROPEAN UNION EXPLAINED How the European Union works Your guide to the EU institutions. Geraadpleegd op 10 januari 2015 via http://eeas.europa.eu/delegations/singapore/documents/more_info/eu_publications/how_the_e uropean_union_works_en.pdf Europese Unie. 1995-2015. Europa Samenvatting van de EU-wetgeving. Laatste wijziging: 28.02.2007. Geraadpleegd januari 2015 via http://europa.eu/legislation_summaries/enlargement/ongoing_enlargement/l14536_nl.htm Europese Unie. 1995-2015. EU-instellingen en organen. Geraadpleegd op 7 februari 2015 via http://europa.eu/about-eu/institutions-bodies/index_nl.htm De Europese Raad, De Raad Twee instellingen in actie voor Europa . ©Europese Unie, 2013 © Europese Unie, 2015. Europese Raad, Raad van de Europese Unie. Stemsysteem. Geraadpleegd op 11 februari 2015 via http://www.consilium.europa.eu/nl/council-eu/voting-system/ Conclusie Geraadpleegd in februari 2015 1. Visie & Strategie via http://www.visie-strategie.nl/ 2. Kramer Lean Initiatieven gespecialiseerd in MKB via http://www.klim-nederland.nl/ 3. LeanSixSigma via http://www.sixsigma.nl/wat-is-lean 87