7. Werking politieke systeem van de Europese Unie

advertisement
1
Inhoudsopgave
Onderwerp:
Pagina:
1. Voorwoord
3
2. Inleiding
4
3. Democratie
5
4. Geschiedenis
8
5. Grondgedachte Europese Unie
13
6. Werking politieke systemen binnen de Europese Unie
16
7. Werking politieke systeem van de Europese Unie
17
8. Interviews
27
Vraag-Antwoord 8.1 Sophie in ‘t Veld
28
8.2 Marit Maij
31
8.3 Employé Europese Commissie
35
8.4 Jan Marijnissen
39
8.5 Tiny Kox
41
8.6 Medewerkers Ministerie Nordrhein-Westfalen
44
9. Analyse
46
10. Conclusie
51
11. Reflectie
55
12. Bijlagen
12.1 Landen
12.1a Duitsland
58
12.1b Frankrijk
64
12.1c Oostenrijk
67
12.1d Zweden
69
12.1e Luxemburg
72
12.1f Malta
75
12.2 Interviews: Letterlijk 12.2a Sophie in ‘t Veld
78
12.2b EU-Commissie employé
82
12.2c Jan Marijnissen
93
12.2d Tiny Kox
103
12.3 Kenmerken democratie
105
12.4 Bronvermelding
113
2
1. Voorwoord
“Wat is de best werkende democratische bestuursvorm voor de Europese Unie?”
Voor u ligt het onderzoek naar de best werkende democratische bestuursvorm voor de Europese
Unie. Als Nederlandse atheneum-eindexamenleerlingen van de openbare regionale
scholengemeenschap Lek en Linge te Culemborg hebben we veel plezier beleefd aan het
uitzoeken, onderzoeken en verwerken van de opgedane kennis.
Democratie is een term die vaak langskomt als het over de Europese Unie gaat. Ons interesseerde
het hoe de bestuursvorm van de Europese Unie te verbeteren en verbeterpunten op een
duidelijke manier over te brengen aan ons publiek, de wetgevende organen van de Europese
Unie. Het is als gouvernement belangrijk om de steun van het volk te waarborgen. Aangezien we
zelf EU-burgers zijn, is het interessant om te onderzoeken hoe onze vertegenwoordigers en
belangenbehartigers in de Europese Unie te werk gaan en hoe het Europese bestuur het beste
democratisch te werk kan gaan.
Het onderzoek was nooit tot stand gekomen zonder de hulp van in de eerste plaats onze ouders.
Verder hebben, de heer Becker, de heer V. Haase, mevrouw drs. M.E. Maij, de heer ​
J.G.Ch.A.
Marijnissen, ​
de heer M.J.M. Kox, mevrouw Tyrann-Weyers, mevrouw ​
drs. S.H. in ‘t Veld, mevrouw
J. Walz, ​
mevrouw U. Zarniko, de heer/mevrouw van de Europese Commissie, de heer C. P. van der
Velden en een studente politicologie bijgedragen aan het onderzoek. Deze mensen willen wij van
harte bedanken voor hun medewerking.
Onze speciale dank gaat uit naar ​
mevrouw drs. A.W. van Wijlen ​
die ons tijdens het hele traject
heeft begeleid​
.
Culemborg, februari 2015
Michel Doré, Dagmar Haase en Juul Kramer
3
2. Inleiding
De manier waarop de mens zijn macht onderling verdeelt en zichzelf organiseert, is niet alleen
een van de meest besproken onderwerpen van vandaag; de gedachte van macht en de verdeling
daarvan, is ingebed in onze natuur. Het is daarom ook dat er zo oneindig veel verschillende
manieren van regeren zijn bedacht en er zo ontzettend veel meningen bestaan over hoe dat in
zijn werk zou moeten gaan. In de geschiedenis zien we voorbeelden van schrikwekkende
dictaturen, maar ook keizers die vrede en welvaart brachten voor het volk. We zien democratieën
die vergiftigd werden door corruptie en die, die het volk lieten opbloeien en de deuren openden
voor groei en welvaart. Het zijn juist deze tegenstellingen die ons zo intrigeren. Zoals Churchill
ooit zei: ​
‘‘Democracy is the worst form of government except for all the others that have been tried.”
Ondanks het feit dat we onszelf elke dag gelukkig prijzen in een democratisch en welvarend land
te zijn geboren, hebben we ons vaak afgevraagd wat de voordelen van andere systemen (niet in
dit onderzoek uitgewerkt) zijn en waarom op bepaalde momenten en onder bepaalde
omstandigheden een politiek systeem wel of niet werkt. Deze gedachte heeft ons uiteindelijk
geïnspireerd om na te denken over de manieren waarop we de democratie zoals wij die kennen
zouden kunnen verbeteren en, specifieker: de parlementaire democratie van de EU. Tijdens dit
onderzoek zullen we ons bezighouden met de vraag hoe we het Europees Parlement kunnen
verbeteren. Om die vraag te beantwoorden zullen we eerst terugkijken naar het verleden.
Waarom werkten bepaalde systemen wel of niet en hoe kwam dat? Ook zullen we de mening van
verschillende (ervarings)deskundigen gebruiken om een lijst op te stellen van verschillende
kenmerken die ons democratisch systeem zouden kunnen verbeteren. Daarnaast inventariseren
we welke vormen van democratie er op dit moment aanwezig zijn in Europa.
Aan het eind van het onderzoek zullen we veel geleerd hebben over de werking van de Europese
Unie en zullen we begrijpen hoe democratie in elkaar steekt. We zullen de vraag: “​
Wat is de best
werkende democratische bestuursvorm voor de Europese Unie?”​dan ook door middel van alle
gegevens die we tijdens ons onderzoek verworven hebben, verwerkt met een bekende
analysetechniek uit het bedrijfsleven, kunnen beantwoorden, Aan het eind van het onderzoek
hebben we ontdekt dat er vooral op de gebieden: eenheid, effectiviteit van de beslissingen en
representatie van de burgers, nog veel te winnen valt.
4
3. Democratie
Democratie ontstond meer dan 2.400 jaar geleden in het oude Griekenland. Het woord
democratie betekent: ​
het volk regeert.​
Letterlijk: demos (volk) kratein (regeert). Momenteel is er
geen land op aarde dat helemaal wordt geregeerd door middel van een directe democratie.
Daarvoor zijn meerdere redenen te bedenken, zoals landen die qua oppervlakte te groot zijn om
het hele volk bijeen te roepen voor het nemen van belangrijke politieke beslissingen. Verder
hebben mensen niet altijd de behoefte aan democratie of het werkt niet in de desbetreffende
cultuur. Hedendaagse democratische landen worden geregeerd door een representatieve of
indirecte democratie. In Europa lijkt de democratie in deze tijd vrijwel vanzelfsprekend, maar
niet lang geleden waren er nog dictaturen en ondemocratische regimes in sommige huidige
lidstaten van de Europese Unie. Hoewel de definitie verklaart dat in een democratie de mensen
zelf hun land regeren, worden belangrijke aspecten van hedendaagse democratieën in landen
over de hele wereld weggelaten. De principiële doeleinden waarom mensen democratie
beoefenen zijn om hun rechten, welvaart en welzijn te waarborgen en te promoten. Om een
democratie waar te maken moet elk individu vrij kunnen deelnemen in de politieke gemeenschap
van zelfbestuur. Politieke vrijheid is de kern van het concept democratie.
BASISPRINCIPES
De moderne vorm van democratie heeft drie basisprincipes: “democratie”, “constitutionalisme”
en “liberalisme”. Kort beschreven is constitutionalisme van belang bij het gebruiken van wetten
om de macht van de regering te beperken en de rechten van het volk vast te leggen. Liberalisme
hoort bij het waarborgen van vrijheid, gelijkheid en waardigheid van het individu. En democratie
is de politieke macht die in de handen van de burgers ligt. In de praktijk gaat de democratie vaak
toch anders in werking, dan in theorie aanvankelijk wordt bedacht. Als er wordt gekeken naar de
drie basisprincipes constitutionalisme, liberalisme en democratie, werken de eerste twee
principes tot op een bepaalde hoogte goed in de Europese Unie. De wetten zorgen voor de
vrijheid, gelijkheid en waardigheid van het individu en andersom eveneens. Vrije mensen hebben
de mogelijkheid hun gelijk te krijgen met behulp van wetten, waardoor hun vrijheid wordt
gewaarborgd. Natuurlijk is er ook een ​
grijze zone​
, tussen de vrijheid, gelijkheid en waardigheid
van het individu. Er is een, vaak onduidelijke grens, tussen vrijheid van meningsuiting en
discriminatie. Om duidelijkheid te krijgen over alle, ook de onduidelijke aspecten, van een
samenleving worden er wetten die gemaakt en zijn er mensen die ervoor zorgen dat de wetten
gehandhaafd en juist geïnterpreteerd worden. Voor de stabiliteit van een democratie is het van
belang dat macht verdeeld is en niét bij een persoon of een groep ligt. Aristoteles komt in de
Oudheid met het begrip ​
trias politica​
, de scheiding van machten. Tweeduizend jaar later werkt de
Franse verlichtingsfilosoof Charles Montesquieu begrip uit. In de leer van de trias politica gaat
men uit van drie machten: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende
macht. Deze scheiding van machten moet ervoor zorgen dat er geen machtsmisbruik kan
5
ontstaan in de bovenlaag van de samenleving. De begrippen democratie en trias politica zijn
onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Democratie was niet alleen in het verleden een populair onderwerp, ook vandaag de dag houden
veel filosofen zich bezig met het denken over ​
de ideale democratie​
. De ideale democratie is een
theoretisch begrip en bestaat in praktijk niet. Geen land op aarde voldoet voor 100% aan de
voorwaarden van de democratie. Vaak komt dit door door de geschiedenis en cultuur van een
land. Gebruiken en tradities kunnen niet zomaar worden stopgezet en veranderd. Sommige
landen hebben een traditie waarin vrijheid vanzelfsprekend is en andere niet. Bij een democratie
is het van belang dat de bevolking betrokken is bij politieke processen. Participatie van zoveel
mogelijk mensen is de basis van een democratie, maar zolang niet 100% van de bevolking
meedoet met de democratie, zal er geen ideale democratie ontstaan.
REPRESENTATIEVE DEMOCRATIE
Als er geen ideale democratie bestaat, wanneer kan je dan wel spreken van een democratie? De
democratische landen bestaan uit representatieve democratieën; regeringen die de bevolking
representeren. Er zijn natuurlijk verschillende opvattingen over wanneer een regering de
bevolking representeert. Om een beetje duidelijkheid te krijgen over wat precies een
representatieve democratie is worden de kenmerken ervan verder uitgewerkt. Het eerste,
misschien wel belangrijkste, kenmerk is dat er een volksvertegenwoordiging is die direct door de
bevolking wordt gekozen. In elk land heeft de volksvertegenwoordiging een andere naam. In
Nederland is het de Tweede Kamer, in Duitsland de Bondsdag en in Frankrijk de Nationale
Vergadering. Vaak is er daarnaast nog een indirect gekozen vertegenwoordiging, een senaat, dat
bijvoorbeeld wetten controleert. Ten tweede moeten er vrije, eerlijke en geheime verkiezingen
zijn. Elke burger met stemrecht moet zelf zijn keuze kunnen bepalen. Natuurlijk moet de burger
ergens op kunnen stemmen en daarom zijn er onafhankelijke groepen en partijen nodig die met
elkaar om de macht kunnen concurreren. Om de verkiezingen helemaal onbeïnvloed te houden,
moeten ze geheim zijn. Verder is het van belang dat er regelmatig verkiezingen zijn, zodat de
burger zijn invloed kan uitoefenen. Hiervoor is algemeen kiesrecht belangrijk, zodat een burger
kan stemmen en ook zichzelf verkiesbaar kan stellen. Ten derde moet er een maatschappelijk
middenveld zijn. De bevolking kiest de volksvertegenwoordiging, maar daarmee is de democratie
niet compleet. Het maatschappelijk middenveld bestaat uit duizenden non-gouvernementele
organisaties die los van de overheid werken. Deze NGO’s zijn een brede vertegenwoordiging van
de bevolking en zorgen ervoor dat niet alle macht bij de regering ligt. Vakbonden en milieu- en
natuurorganisaties zijn een voorbeeld van de NGO’s die voor de belangenbehartiging van de
bevolking zorgen. Verder is het van belang dat er machtenscheiding is, wordt gestreefd naar
politieke gelijkheid voor iedereen, een grondwet vastgelegd is, de vrijheid van burgers wordt
beschermd en er vrije media zijn.
6
DEMOCRATISCHE STELSELS
Landen verschillen erg in het uitvoeren van de representatieve democratieën. De manieren
waarop de verschillende machten worden uitgevoerd zijn onder te verdelen in drie verschillende
democratische stelsels: een parlementair stelsel, een presidentieel stelsel en een
semipresidentieel stelsel. In een parlementair stelsel worden verkiezingen gehouden voor een
parlement. Op grond van uitslag van de verkiezingen wordt een regering gevormd, waarvoor een
meerderheid van de zetels in het parlement nodig is. Het verschilt of één partij een meerderheid
moet hebben om te regeren of dat verschillende partijen samen moeten werken om een regering
te vormen. Vaak is dit afhankelijk van het kiesstelsel. De regering moet het vertrouwen hebben
van de meerderheid van het parlement. De meerderheid van het parlement heeft ook de
mogelijkheid om de regering naar huis te sturen. In dat geval moeten er nieuwe verkiezingen
worden gehouden. In een presidentieel stelsel wordt niet alleen het parlement, maar ook de
president apart gekozen. Er is dan een scheiding tussen de wetgevende en uitvoerende macht
door middel van aparte verkiezingen. De president heeft een eigen machtsbasis en is niet
afhankelijk van de meerderheid van het parlement. De regering wordt samengesteld door de
president en dat betekent dat de regering niet naar huis kan worden gestuurd door het
parlement. De regering wordt rechtstreeks geleid door de president, maar moet samenwerken
met het parlement, want voor belangrijke politieke besluiten heeft de regering wel een
meerderheid nodig van het parlement. Het semipresidentieel stelsel is een mengsel van het
parlementaire en het presidentieel stelsel. De uitvoerende macht bestaat dan niet alleen uit de
door de bevolking gekozen president, maar ook uit een minister-president (premier) van wie de
regering afhankelijk is van een meerheid van het parlement. Als de president en premier van
dezelfde politieke partij zijn, kunnen ze hun macht beter uitoefenen door samen te werken. Het
kan ook zo zijn dat ze van verschillende politieke partijen zijn en concurreren. In dat geval wordt
de macht van de premier groter en die van de president kleiner.
Democratie, het volk regeert, blijkt niet zo simpel als dat het op het eerste gezicht kan lijken. Het
vergt samenwerking, veel tijd, geduld en compromissen. Verder in het onderzoek wordt er dieper
in gegaan op de geschiedenis van de democratie, de grondgedachte achter de Europese Unie en
de verschillende politieke systemen van de EU-lidstaten.
7
4. De geschiedenis van de democratie
Om goed te begrijpen hoe de democratie is zoals hij nu is en om in te zien wat eigenschappen van
een goed democratisch functionerend parlement zijn, is het erg belangrijk om ook terug in de tijd
te kijken. Hoe was het vroeger? Hoe en waarom zijn eigenlijk de eerste democratische systemen
ontstaan en hoe werd daarop gereageerd? Waarom is het niet altijd beter als het volk meer macht
in eigen handen krijgt? Om onder andere deze vragen te beantwoorden, wordt u hier door middel
van een hand vol voorbeelden meegenomen op een beknopte reis door de geschiedenis; te
beginnen bij het begin.
ATHENE TUSSEN 508 EN 322 v.C.
Athene liep haar tijd mijlenver vooruit met het instellen van (wat door veel mensen wordt gezien
als) de eerste democratie in de geschiedenis van de mensheid. In het jaar 508 v.C. voerde de
vooraanstaande Griek Kleisthenes, geïnspireerd door verschillende filosofen, zijn bekende
hervormingen door. Elk vrij man, die kon aantonen dat hij in Athene was geboren, mocht op
gelijke voet meedoen aan de politiek. Zij stemden rechtstreeks over de wetten en hoe deze
moesten worden uitgevoerd. Op een bepaalde manier was dit systeem dus bijna democratischer
dan veel huidige overheden, aangezien het volk rechtstreeks over haar eigen wetten en regels
kon beslissen. Aan de andere kant moet men niet vergeten dat er veel mensen werden
uitgesloten van het stemproces: alle vrouwen, slaven en ‘niet-Atheners’ waren geen burgers in de
ogen van de regering en hadden geen enkele vorm van invloed op de politieke beslissingen.
Ondanks deze kleine hobbels op de weg stond dit nieuwe systeem bijna lijnrecht tegenover de in
die tijd populaire vormen; aristocratie, oligarchie en dictatuur. Het volk was dan ook,
grotendeels, tevreden. Voor het eerst konden burgers zelf directe invloed uitoefenen op hun
omgeving. Ook filosofen en politieke leiders uit de rest van het Grieks-Romeinse rijk hadden
grote interesse in deze nieuwe vorm van regeren en al snel verspreidde het zich verder door het
rijk.
Het stemmen zelf bleek echter niet altijd efficiënt, het was voor veel burgers een te langdradige
en vermoeiende aangelegenheid. Alle stemmers werden verwacht op het forum, waar zij door
middel van het opsteken van handen konden stemmen over nieuwe wetten. Ook konden burgers
zelf ideeën aandragen in een soort eigentijdse denk-tank. Het is begrijpelijk dat het stemproces er
lang duurde en het er niet altijd even rustig aan toe ging. Er zijn dan ook periodes geweest dat de
opkomst laag was. Op een gegeven moment kwamen er zo weinig mensen dat er werd besloten
om bij een te lage opkomst het plein rood te verven en zo te laten zien dat het volk zich niet als
goede burgers had gedragen. Ook werd op een gegeven moment presentiegeld ingevoerd om de
burgers te stimuleren de drukke volksvergaderingen bij te wonen.
8
Om het proces zo eerlijk mogelijk te laten verlopen werd er geregeld een ‘schervengericht’
gehouden. Op deze momenten werden alle mensen die veel het voortouw namen bij de
stemmingen en die betrokken waren bij de onofficiële groepsvormingen naast elkaar gezet.
Vervolgens moesten de burgers stemmen over wie er volgens hen ‘te populair’ werd. De gekozen
burger werd dan voor minstens tien jaar uitgesloten uit het stemproces. Door deze uitingen van
apistia​
(wantrouwen) probeerden ze de politiek zuiver te houden. ​
Apistia​
was dan ook een
belangrijk begrip uit de tijd van de Atheense democratie.
Eigenlijk kan geconcludeerd worden dat voor een nieuw ingestelde democratie, het Atheense
systeem verrassend goed werkte. Het is pas in 322 v.C. dat Athene wordt veroverd door
Macedonië en de ouderwetse dictatuur weer wordt hersteld, maar het idee was geboren.
​
NEDERLAND ROND DE 13e​
​
EEUW: WATERSCHAPPEN
Na het relatief succesvolle democratisch bestuur van de Grieken, kwam er een lange periode
waar vooral de absolute vorsten de touwtjes in handen hadden. Toch kon het idee van ​
macht bij
het volk​
, niet meer helemaal worden vergeten en stak het op kleine schaal toch af en toe de kop
op. Een voorbeeld daarvan is het begin van de Nederlandse waterschappen die ontstonden rond
1200.
Ten eerste is het belangrijk te realiseren dat van Nederland eigenlijk nog geen sprake was in de
vroege middeleeuwen en dat Nederland hier dus eigenlijk slechts betekent: het gebied dat later
Nederland zal worden. Het middeleeuwse ‘Nederland’ had te kampen met wateroverlast en
overstromingen, maar doordat de macht telkens bij iemand anders lag en het land werd
geregeerd door vele verschillende hertogen, graven en vorsten, kwam er vanuit het bewind
weinig interesse en hulp voor dit probleem. Een aantal vooraanstaande boeren richtten daarom
groepen op die zich moesten bekommeren op het bouwen van dijken en kanalen. Het bijzondere
hieraan is dat niet de burgerij uit de vrije steden, maar juist de boeren van het platteland het
initiatief namen. Hieruit blijkt dat als er noodzaak is, ook mensen uit een milieu waar ze niet
gewend zijn macht of beslissingsrecht te hebben, zich zullen groeperen en samenwerken. Dit is
een van de belangrijkste redenen dat democratie nooit helemaal is uitgebannen. Als het volk niet
wordt gehoord of beschermd, zal het de macht in eigen handen nemen, soms op kleine schaal,
soms door middel van revolutie of verzet.
Elk (vrij) boerengezin dat zichzelf kon onderhouden van alleen de landbouw mocht meebeslissen
over hoe het water in hun omgeving in bedwang kon worden gehouden. Deze gezinnen kregen de
naam ‘volle buur’ en mochten aan de buurvergaderingen deelnemen. Als volle buur kreeg je niet
alleen het recht om mee te denken, maar ook de plicht om te onderhouden en mee te helpen.
Werd er bijvoorbeeld een dijk gebouwd, dan kreeg elke buur een stuk toegewezen om te
onderhouden en bekostigen. Enkele tientallen decennia later , toen er steeds meer buren mee
konden beslissen werden er partijen opgericht. Die partijen werden gekozen door de buren en
overlegden over wat er gedaan moest worden om tot een gezamenlijke oplossing te komen. Zo
9
kon ieders belang worden gehoord en behartigd. Door verschillende mensen wordt de oprichting
van deze waterschappen dan ook als het begin van het Nederlandse poldermodel gezien.
FRANKRIJK, 1789: DEMOCRATISCHE REVOLUTIES
In het achttiende-eeuwse Frankrijk speelde de Verlichting een grote rol in de samenleving. De
ideeën van Montesquieu en Voltaire vonden alle uithoeken van het Franse koninkrijk. De
verlichte ideeën: vrijheid, gelijkheid en het rationeel en empirisch denken grepen langzaam om
zich heen en zetten de mens aan het denken. Daarnaast woedde er aan het eind van de achttiende
eeuw een flinke economische crisis en was er honger en onvrede onder het volk. Er was nog
altijd een standenmaatschappij en de belastingen voor het arme gedeelte van de samenleving
bleven stijgen. Ondanks de Nationale Vergaderingen waarin elke stand (de adel, de burgers en de
geestelijkheid) de belastinghervormingen moesten goedkeuren, had de burgerij, die de burgers
uit de steden en de boeren vertegenwoordigde, weinig invloed en werden de ideeën van de
koning en hogere standen toch doorgevoerd. De burgerij; geïnspireerd door de verlicht denkers
en woedend dat ze genegeerd werden, eisten een grondwet waarin de macht van de koning vast
kwam te liggen. Toen de koning dit weigerde ontstonden er opstanden door het hele land en
werd de Bastille bestormd. Een democratische revolutie was begonnen.
Het volk nam de touwtjes in handen en besloot dat het tijd was om niet meer alles van de kerk en
adel aan te nemen en voor zichzelf te zorgen. Kloosters en kastelen werden geplunderd en de
burgerij richtte een eigen Nationale Vergadering op. Er blijkt dus dat de weg naar meer vrijheid
en inspraak zowel via de politieke als de gewelddadigere wegen ging.
Tijdens het eerste deel van de Franse Revolutie was de burgerij voornamelijk bezig met het
grijpen van de macht en het afzetten van de Franse koning Lodewijk XVI. Nadat hij in 1792
gevangen werd genomen en vervolgens in 1973 werd onthoofd, begon er echter een heel nieuw
tijdperk. Opeens lag de macht écht in de handen van de burgers en moesten er belangrijke
beslissingen gemaakt worden. Een groep radicale revolutionairen (de Girondijnen) onder leiding
van De Robespierre greep de macht. Hoewel vanaf dat moment Frankrijk in theorie een
constitutionele monarchie was met een grondwet om het volk te beschermen, ontketenden de
Girondijnen een waar schrikbewind. De Girondijnen wilden radicale verandering en probeerden
een democratisch systeem in te stellen. Alle orde viel weg, en honderden tegenstanders van de
revolutie en gematigde voorstanders werden op brute wijze geëxecuteerd.
Uiteindelijk worden de Girondijnen door het volk en leger afgezet en neemt een gematigdere
groep, de Directoire de macht over. De aanhangers van de Directoire zijn een stuk gematigder en
willen op een vreedzame manier langzaam veranderingen doorvoeren. Ze stellen een
tweekamerstelsel in dat bestaat uit 500 afgevaardigden en 250 senatoren. De 500
10
afgevaardigden werden rechtstreeks gekozen door middel van censuskiesrecht en elk jaar werd
een derde van de afgevaardigden vervangen. Dit systeem werkte redelijk, maar omdat er al zo
lang onrust heerste, waren er nog steeds erg veel verschillende meningen en opvattingen over de
uitvoering van de nieuwe verlichte ideeën. Er ontstonden dan ook telkens opnieuw kleine
opstandjes. Toen de Directoire besloot om in een klap twee-derde van de staatsschuld af te
betalen kwam het volk opnieuw in opstand en nam Napoleon door middel van een staatsgreep de
macht over. Ondanks dat Frankrijk weer aan een absoluut vorst behoorde, was het niet helemaal
terug bij af. Jaren van revolutie en verlicht denken hadden zich niet alleen ingesleten in de
Franse bevolking, maar ook in Napoleon, die zich ontplooide tot verlicht vorst.
TUNESIË EN OMSTREKEN, DE ARABISCHE LENTE
Sinds de afgelopen eeuw is democratie een begrip dat niet meer weg te denken is. Veel landen
hebben tot op zekere hoogte een democratisch bestuur en waar dat niet zo is wordt er vaak
ingegrepen door Westerse (democratische) landen zoals Amerika.Toch wil dit absoluut niet
zeggen dat elk mens in vrijheid en veiligheid leeft en al helemaal niet dat iedereen politieke
vrijheid en invloed mag ervaren. Een goed voorbeeld van waar bevolkingsgroepen die zich
recentelijk aan het vrij vechten zijn (geweest) van hun corrupte en onderdrukkende overheden is
in een aantal Arabische landen bij Noord Afrika. De Arabische Lente is de naam die wordt
gegeven aan een serie opstanden en revoluties in de Arabische en Noord-Afrikaanse landen (zie
figuur 1) waarbij het volk vrijheid en bescherming afdwong.
11
Figuur 1: Noord-Afrikaanse en Arabische landen tot op zekere hoogte deel hebben uitgemaakt van de Arabische
Lente. In sommige gevallen gaat het slechts over milde demonstraties, in andere gevallen is de regering
daadwerkelijk gevallen.
Ondanks het feit dat elk land zo zijn specifieke redenen had om in opstand te komen speelden
veelal dezelfde dingen mee; het herhaaldelijk schenden van mensenrechten, werkeloosheid,
corruptie en een gebrek aan politieke vrijheid.
Op 17 december 2010 stak de jonge fruitverkoper Mohammed Bouazizi zich uit frustratie en
hopeloosheid in brand. Deze daad bleek uiteindelijk de ​
spark ​
te vormen voor hevige opstanden
in de rest van het land, die op hun beurt een serie van opstanden zouden inspireren in de overige
landen van de Arabische wereld. Bouazizi werd het gezicht van de opstand in Tunesië en zou als
houvast dienen voor de opstandelingen. Tien dagen na de zelfverbranding van Bouazizi bereikten
de protesten, die in eerste instantie in het kleine thuisstadje van Bouazizi begonnen, de
hoofdstad. Er volgden dagen van politiegeweld, beloftes en sussende uitspraken van de
president, maar het vuur van de opstand was niet meer te blussen.
Hoewel Tunesië op het moment van de revolutie officieel een democratie was, viel dat in
werkelijkheid erg tegen. Tunesië werd geregeerd door één partij (op dat moment RCD) die vaak
volgens de tellingen tot wel 80% van de stemmen behaalde, terwijl, volgens verschillende
Westerse media, het percentage in de praktijk waarschijnlijk veel lager lag. De versplinterde
12
oppositiepartijen werden door toenmalig president Ben Ali alleen enkele zetels toegewezen om
de democratische schijn op te houden. In de praktijk hadden zij weinig tot geen macht. Naast de
oneerlijke verkiezingen kampte de bevolking met veel te hoge voedselprijzen, politiek geweld en
censuur.
De opstand leek in eerste instantie weinig verschil te gaan maken, maar nadat Bouazizi op 4
januari overleed laaide de revolutie in alle hevigheid op. Het werd een steeds bloederigere strijd
tussen burgers en overheidstroepen en uiteindelijk besloot Ben Ali een noodtoestand uit te
roepen en enkele weken later te vluchten. Enkele maanden later werd de overheidspartij RCD
verboden en werden er nieuwe verkiezingen uitgeschreven.
Ondanks alles bestaat er inmiddels onder een groeiende groep Tunesiërs heimwee naar het Ben
Ali-tijdperk; een gevolg van de huidige chaotische en onzekere situatie. De gematigde islamitische
partij vormt samen met twee centrum-linkse partijen een regering, maar zij slagen er niet altijd
in slagvaardige beslissingen te nemen en extremistische aanslagen te bestrijden. Het land moet
zich duidelijk nog aanpassen aan de verse democratie en de overstap is groot. Voor wie jaren
(terecht) bang was zijn politieke mening te uiten, of wie gewend is te leven met corruptie en
censuur is het flink wennen. Ook verschillende overheidsinstanties moeten herorganiseren. Al
deze dingen kosten tijd en energie; het gaat vaak met vallen en opstaan. Toch is de
Jasmijnrevolutie (zoals deze genoemd wordt als het gaat om Tunesië) een succes vergeleken met
de revoluties in een aantal andere landen. In Egypte en Libië zijn de revoluties er weliswaar in
geslaagd de ‘regeringen’ te laten vallen, maar onderwerpen als de Sharia (Gods wil is wet en Hij
bepaalt de straf) zijn daar nog aan de dagelijkse orde. Na het eindigen van het straffe bewind van
hun leiders werd daar slechts de macht overgenomen door een ander ‘democratisch’ bewind. De
Arabische Lente in het algemeen zou dus gezien kunnen worden als hét schoolvoorbeeld van
minder geslaagde democratische revoluties.
5. De grondgedachte achter de Europese Unie
De Europese Unie is niet zonder reden opgericht. In de onderstaande tekst wordt duidelijk
gemaakt wat de redenen waren om de EU op te richten, waarom het geworden is zoals het nu is
en wat de ambities zijn voor de toekomst. De oprichters van de Europese Economische
Gemeenschap (de EEG was de voorloper van de EU, een economische samenwerking opgericht in
1957) waren het over een ding eens; er moest een vreedzaam, verenigd en welvarend Europa
komen.
HETZELFDE DOEL
Winston Churchill (Verenigd Koninkrijk), Konrad Adenauer (Duitsland) en Sicco Mansholt
(Nederland) waren de leiders1 van een deel van de oprichtingsstaten. Deze drie leiders waren erg
belangrijk bij de stichting van de Europese Unie.
Grondleggers van de EU - ​
europa.eu/about-eu/eu-history/founding-fathers/index_nl.htm​
,​
geraadpleegd op 4
februari 2015
1
13
Konrad Adenauer
Konrad Adenauer, leider van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog, geloofde dat Duitsland en
Europa in vrede moest blijven op maar één manier, door een verenigd Europa. Konrad Adenauer
zorgde ervoor dat Duitsland in 1951 lid werd van de Raad van Europa. Ook zorgde hij ervoor dat
Duitsland in 1952 lid werd van de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) en
Duitsland in 1955 bij de NAVO ging.
Sicco Mansholt
De Nederlander Sicco Mansholt was net zoals Konrad Adenauer erg belangrijk voor de start van
een vreedzaam en samenwerkend Europa. Hij was ervan overtuigd dat Europa zelfvoorzienend
moest worden en dat betaalbaar voedsel voor iedereen beschikbaar moest zijn.
Winston Churchill
Winston Churchill leidde Engeland door de Tweede Wereldoorlog als premier. Hij pleitte na de
oorlog voor een “Verenigde Staten van Europa”. Dit deed hij in een toespraak in Zürich in 1946.
Hij vond dat de eerste stap naar gerechtigheid, vrijheid en genade een eerste stap zou zijn naar de
herschepping van de “Europese familie”.
TOEKOMST
Wat de Europese Unie zelf over de toekomst denkt is duidelijk: De Europese Unie streeft naar het
behouden van vrede in Europa samen met economische welvaart. Daarnaast wil ze ook de strijd
aan gaan tegen de klimaatverandering en het terrorisme. Volgens een kennismagazine2 van de
Europese Unie voor jongeren kan geen enkel land deze klus alleen klaren en is de Europese
daarvoor nodig. De Europese Unie wil aan de nieuwe generaties laten weten dat zij ondanks
vrede niet overbodig zijn geworden.
Verder zijn er meerdere doelen vastgesteld voor de toekomst. Zo is er het 2020 programma3,
hierin staat vast wat de belangrijkste doelen zijn voor de Europese Unie in de komende 5 jaar.
Volgens de website van de Europese Commissie zijn er 5 kerndoelstellingen vastgelegd die
gelden voor de gehele Europese Unie. Die 5 kerndoelstellingen gaan over; werkgelegenheid, O&O
(onderzoek en ontwikkeling), klimaatverandering en duurzame energievoorziening, onderwijs
en armoede en sociale uitsluiting bestrijden.
Voor de werkgelegenheid wil de Europese Unie ervoor zorgen dat 75% van de bevolking tussen
de 20 en 64 jaar werk heeft. Er moet 3% van het EU-bbp worden geïnvesteerd in O&O, 20%
minder uitstoot van broeikasgassen dan in 1990, 20% van alle energie uit duurzame
Stratenschulte, Eckart D. "De Toekomst Van Europa." Europa: Het Kennismagazine Voor Jongeren. Luxemburg:
​
Bureau Voor Publicaties Van De Europese Unie, 2013. N. pag. Print.
2
3
​
Europa 2020, ​
ec.europa.eu/europe2020/europe-2020-in-a-nutshell/targets/index_nl.htm​
- geraadpleegd op 10
​
februari 2015
14
energiebronnen halen en 20% meer energie-efficiëntie. Onder de doelstelling ‘Onderwijs’
verstaat de Europese Unie dat er minder dan 10% voortijdige schoolverlaters zijn dan daarvoor
en tenminste 40% van de 30 tot 34-jarigen heeft een einddiploma behaald in hoger onderwijs.
De laatste doelstelling ‘armoede en sociale uitsluiting bestrijden’, hier is het doel om ten minste
20 miljoen minder slachtoffers (of mensen die dat dreigen te worden) van armoede of sociale
uitsluiting te bereiken. Deze doelstellingen zijn per land nog verder verduidelijkt.³ De vraag is of de Europese Unie in de toekomst zal blijven wat die is, of dat er drastische
veranderingen gaan plaatsvinden. De Europese Commissie weet zelf heel zeker wat het met zijn
toekomst wilt gaan doen. De visie is duidelijk, nu de acties nog.
15
6. Werking politieke systemen binnen de Europese Unie
De Europese Unie heeft 28 lidstaten die allemaal volgens één systeem samenwerken. Het is de
bedoeling dat dit systeem democratisch is en alle landen, de regeringen en eigenlijk vooral de
burgers, goed vertegenwoordigd worden. Aangezien elk land een eigen specifiek politiek systeem
heeft, geeft alleen de Europese Unie de democratieën binnen de lidstaten niet goed weer. Om een
duidelijker beeld te krijgen van democratische systemen binnen de EU zijn bij zes lidstaten het
verkiezingssysteem, de politieke taken en regeringsvorming uitgewerkt. Vanwege de grote
hoeveelheid tijd die het kost is de keuze gemaakt om de twee grootste, middelste en kleinste
landen (naar inwoneraantallen) uit te werken.
Ten eerste is er een tabel samengesteld waarin van elk land basisinformatie gegeven is, zoals de
hoofdstad, de oppervlakte, het inwoneraantal, de munteenheid, sinds wanneer het land een
democratie is en wat voor democratie het is. Ook staat er in welk jaar het is toegetreden tot de
Europese Unie, en nog meer gegevens in dezelfde trant. Het is de bedoeling om met deze
achtergrondinformatie een beter beeld te krijgen van de situatie en het politieke systeem van het
land.
Ten tweede is er een vragenlijst opgesteld waaruit kenmerken van het politieke systeem en de
verkiezingen kunnen worden gehaald. Denk hierbij aan wie er wanneer en waarover mag
stemmen, of er stemplicht is, wie het land regeert en dergelijke.
Het doel is ten derde om alle gegevens van de onderzochte landen te verzamelen en de
verschillende kenmerken eruit te halen. Met behulp van deze kenmerken en verdere informatie
over democratie en de Europese Unie, wordt er gekeken naar de representatie van de lidstaten in
de EU en hoe het systeem op andere gebieden kan worden verbeterd. De uitgewerkte landen zijn
ingevoegd als bijlage.
16
7. Werking politieke systeem van de Europese Unie
Wat gebeurt er in Brussel en Straatsburg? In de krant, tijdens het journaal, op de sociale media,
overal wordt er gepraat over gebeurtenissen die direct en indirect te maken hebben met de EU.
Als er een gedetailleerde vraag wordt gesteld over wat een bepaalde instelling doet dan is dat
vaak zeer onduidelijk of onoverzichtelijk. Vandaar dat hieronder, relatief beknopt, is uitgelegd
welke instituties er zijn en wat ze doen. De instellingen die direct te maken hebben met de
Europese verkiezingen worden uitgebreider behandeld. Tot slot wordt er dieper ingegaan op de
machtsverdeling tussen de lidstaten. Voor het onderzoek is het van belang om de werking van de
Europese Unie te kennen, omdat daarmee duidelijk wordt hoe het systeem in elkaar zit en er op
basis daarvan ​
verbeteringen kunnen worden toegepast.
1. Welke instituties zijn er in de Europese Unie?
· · · · · · · · · · · · · · · Europees Parlement
Europese Raad
Raad van de Europese Unie
Europese Commissie
Hof van Justitie
Europese Centrale Bank
de Europese Rekenkamer
Europese Dienst voor extern Optreden (EEAS)
Europees Economisch en Sociaal Comité
Comité van de Regio’s
Europese Investeringsbank
Europees Investeringsfonds
Europese Ombudsman
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming
Interinstitutionele organen
2. Welke taken hebben de instituties?
Europees Parlement
Om de vijf jaar wordt het Europees Parlement rechtstreeks gekozen door de Europese kiezers.
Samen met de Raad van de Europese Unie (ook wel “de Raad”) is het een van de belangrijkste
wetgevende EU-instellingen.
Het Parlement heeft drie hoofdtaken:
·
Samen met de Raad bespreekt het Europese wetten en moet deze goedkeuren.
·
Het waakt over de andere EU-instellingen, om te garanderen dat deze democratisch te
werk gaan.
·
Samen met de Raad behandelt het de EU-begroting en moet deze goedkeuren.
17
Europese Raad
De Europese Raad heeft twee taken: hij legt de algemene beleidsoriëntaties en -prioriteiten vast
en behandelt gecompliceerde of gevoelige kwesties die niet op een lager niveau
(subsidiariteitsbeginsel) van samenwerking tussen de EU-landen opgelost kunnen worden.
De Europese Raad heeft geen wetgevende bevoegdheid, maar wel veel invloed op de politieke
agenda van de EU. De Europese Raad bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten
van de EU. Hij bepaalt welke grote thema’s de Europese wetgevende organen, de Raad van
ministers en het Europees Parlement, zullen moeten behandelen.4
Raad van de Europese Unie
De Raad:
·
stelt EU-wetgeving vast
·
coördineert het breder economisch beleid van de EU-landen
·
bekrachtigt overeenkomsten tussen de EU en andere landen
·
stelt de EU-begroting vast
·
voert het buitenlands en defensiebeleid van de EU
·
coördineert de samenwerking tussen de gerechtelijke instanties en de politiediensten van
de EU-landen
Europese Commissie
Ook de Europese Commissie is een van de belangrijkste instellingen van de Europese Unie. Zij
vertegenwoordigt en behartigt de belangen van de hele EU. De commissie doet voorstellen voor
nieuwe Europese wetgeving, staat in voor de uitvoering van het EU-beleid en de besteding van
het EU-budget.
Zij doet dit door:
·
wetsvoorstellen in te dienen bij het Parlement en de Raad
·
de EU-begroting te beheren en de middelen te verdelen
·
het EU-recht te handhaven (samen met het Hof van Justitie)
·
op internationaal niveau de EU te vertegenwoordigen
Hof van Justitie
Het Hof van Justitie ziet erop toe dat in alle landen van de EU de EU-wetgeving op dezelfde wijze
wordt geïnterpreteerd en toegepast. Verder regelt het juridische geschillen tussen nationale
regeringen en EU-instellingen. Ook burgers, bedrijven en organisaties kunnen zaken bij het Hof
indienen als zij van mening zijn dat hun rechten door een EU-instelling zijn geschonden.
Europese Centrale Bank
De Europese Centrale Bank (ECB) is verantwoordelijk voor de euro en het handhaven van de
prijsstabiliteit in de EU. Ook is de ECB verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van
het economisch en monetair beleid van de EU.
4
​
De Europese Raad, De Raad ​
Twee instellingen in actie voor Europa​
. ©Europese Unie, 2013
18
De Europese Rekenkamer
De Europese Rekenkamer controleert de financiën en draagt bij tot de verbetering van het
financieel beheer van de EU. Verder brengt hij verslag uit over de besteding van openbare
middelen.
Europese Dienst voor Extern Optreden
De Europese dienst voor extern optreden (EEAS) is de diplomatieke dienst van de Europese Unie.
Bij de uitvoering van het buitenlands en veiligheidsbeleid steunt de dienst de
EU-buitenlandcoördinator.
Europees Economisch en Sociaal Comité
Vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en andere belangengroepen kunnen in het
Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) hun mening over de EU naar voren brengen. Het
EESC geeft adviezen aan de Raad van de Europese Unie, de Commissie en het Europees
Parlement.
Comité van de Regio’s
Het Comité van de Regio's is een adviesorgaan dat bestaat uit vertegenwoordigers van de
regionale en plaatselijke overheden in de EU. Het biedt de overheden gelegenheid hun mening
over de EU-wetgeving voorop te leggen. Daarop brengt het adviezen uit over voorstellen van de
Europese Commissie. Het Parlement, de Raad en de Commissie moeten het Comité van de Regio’s
raadplegen voor beslissingen die regionale en lokale overheden aangaan, zoals milieu-,
onderwijs-, volksgezondheids-, en werkgelegenheidsbeleid.
Europese Investeringsbank
De Europese Investeringsbank is eigendom van de 28 EU-landen. Zij leent geld op de
kapitaalmarkten en leent dit tegen een lage rente uit voor energie, infrastructuur-, of
milieuprojecten in EU-landen, buurlanden van de EU en ontwikkelingslanden.
Europees Investeringsfonds
Het Europees Investeringsfonds (EIF) is in 1994 opgericht om kleine bedrijven te helpen. De
grootste aandeelhouder is de Europese Investeringsbank, waarmee het samen de EIB-groep
vormt. ​
Het EIF zorgt voor risicokapitaal voor kleine en middelgrote bedrijven, vooral starters en
technologiebedrijven. Het geeft ook garanties op leningen van financiële instellingen (zoals
banken) aan kleine en middelgrote bedrijven.5
Europese Ombudsman
De Europese ombudsman behandelt klachten van burgers, bedrijven en organisaties over
EU-instellingen, -organen, -instanties en -agentschappen. Daarbij treedt het op tegen EU-organen
5
Europese Unie 1995-2015. Over de EU, EU-instellingen en -organen, Europees Investeringsfonds.
http://europa.eu/about-eu/
19
die de wet of grondrechten van EU-burgers schenden, of zich niet houden aan principes van goed
bestuur.
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming
De Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming (ETGB) moet ervoor zorgen dat alle
instellingen en organen van de EU bij de verwerking van persoonsgegevens het recht op privacy
eerbiedigen. De ETGB ziet samen met de functionarissen voor gegevensbescherming binnen elke
instelling of bedrijf binnen de EU toe op de naleving van de privacyvoorschriften.6
3. Hoe worden de instituties samengesteld? Wordt er gestemd? (Hier zijn alleen de
instituties uitgelegd die direct te maken hebben met beslissingen nemen en wetten
vormen)
Europees Parlement
Het Europees Parlement wordt om de vijf jaar rechtstreeks verkozen door de Europese kiezers.
Het aantal Europarlementariërs per land staat globaal in verhouding tot het aantal inwoners.
Geen enkel land kan minder dan 6 of meer dan 96 parlementsleden hebben en het totale aantal
mag niet meer bedragen dan 751 (750 plus de voorzitter). De leden van het Parlement zijn
ingedeeld in fracties op basis van politieke voorkeur, niet op basis van nationaliteit.
De officiële verblijfsplaats van het Europees Parlement is in Straatsburg, maar in praktijk verricht
de instelling haar werk op drie plaatsen, namelijk in Straatsburg (Frankrijk), Brussel (België) en
Luxemburg. Twaalf keer per jaar vinden er plenaire vergaderingen plaats. Bijkomende plenaire
bijeenkomsten worden in Brussel gehouden.
Europese Raad
De Europese Raad bestaat uit de president of de premier van elk EU-land, de voorzitter van de
Commissie en de voorzitter van de Europese Raad, die de vergaderingen leidt. De bijeenkomsten
worden ook bijgewoond door de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en
veiligheidsbeleid.
Raad van de Europese Unie
Er zijn eigenlijk geen vaste leden. Elk land stuurt steeds de minister die bevoegd is voor het
behandelde onderwerp naar de Raad, bijvoorbeeld de minister van milieu naar de vergadering
over milieuzaken. Die vergadering wordt dan de "Milieuraad" genoemd.
Europese Commissie
De 28 commissarissen, een uit ieder EU-land, worden benoemd voor 5 jaar.
De voorzitter wordt benoemd door de Europese Raad. In overleg met de voorzitter benoemt de
Raad daarna ook de overige commissarissen.
​
Bron: Europese Unie. 1995-2015. How the European Union works, your guide to the EU institutions.
Geraadpleegd via ​
http://eeas.europa.eu/delegations/singapore/documents/
6
20
Alle commissarissen, dus ook de voorzitter, zijn pas definitief benoemd als ook het Europees
Parlement zijn goedkeuring heeft gegeven. Hun hele ambtstermijn moeten zij verantwoording
afleggen aan het Europees Parlement, dat de Commissie desnoods kan ontslaan.
4. In hoeverre heeft een EU-lidstaat macht in de EU?
In de verschillende EU-instellingen, bestaande uit vertegenwoordigers uit EU-lidstaten, werken
de verschillende landen en instellingen samen.
·
·
·
·
De Europese Raad, bestaande uit de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten ·
en de EU-leiders, stelt de algemene prioriteiten vast,
De rechtstreeks gekozen Europarlementariërs vertegenwoordigen de Europese burgers ·
in het Europees Parlement,
De Europese Commissie, waarvan de leden door de nationale regeringen zijn benoemd, ·
behartigt de belangen van de EU in haar geheel,
De regeringen verdedigen de nationale belangen van hun land binnen de Raad van de ·
Europese Unie.
21
5. Hoe wordt de macht tussen verschillende EU-lidstaten verdeeld?
De zetels in het Europees Parlement worden verdeeld onder de lidstaten op basis van hun
vertegenwoordiging onder de Europese populatie.
AANTAL EURO-PARLEMENTARIËRS PER LIDSTAAT IN 2014 7
België
21
Litouwen
11
Bulgarije
17
Luxemburg
6
Cyprus
6
Malta
6
Denemarken
13
Nederland
26
Duitsland
96
Oostenrijk
18
Estland
6
Polen
51
Finland
13
Portugal
21
Frankrijk
74
Roemenië
32
Griekenland
21
Slovenië
8
Hongarije
21
Slowakije
13
Ierland
11
Spanje
54
Italië
73
Tsjechië
21
Kroatië
11
Verenigd Koninkrijk
73
Letland
8
Zweden
20
TOTAAL
7
751
​
Europese Unie. 1995-2015​
http://www.europarl.europa.eu/meps/nl/map.html
​
22
6. Wat zijn de eisen voor het toetreden bij de EU? En hoe verloopt de procedure van het
toetreden?
De Commissie brengt advies uit over elke toetredingsaanvraag waarna de Raad besluit neemt.
Een land dat om toetreding heeft verzocht en de status van kandidaat-lidstaat krijgt, betekent
niet automatisch dat er meteen toetredingsonderhandelingen beginnen. Daarvoor moet het land
eerst aan een aantal voorwaarden voldoen.
Elk land dat tot de EU wenst toe te treden, moet aan de toetredingscriteria of criteria van
Kopenhagen voldoen. Op basis daarvan brengt de Commissie over elke toetredingsaanvraag
advies uit.
De voorwaarden zijn:
·​
​
politieke criteria: stabiele instellingen die de democratie, de rechtsstaat, de
mensenrechten en het respect voor en de bescherming van minderheden
waarborgen;
·​
​
economische criteria: een functionerende markteconomie hebben en de
concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd kunnen bieden;
·​
​
het vermogen om de uit het recht en het beleid van de EU voortvloeiende
verplichtingen van het lidmaatschap na te komen door onder meer de
doelstellingen van de politieke, economische en monetaire unie te onderschrijven;
·​
​
de voorwaarden hebben toegepast voor zijn integratie door aanpassing van zijn
administratieve structuren.
Verder is de opnamecapaciteit van de EU een andere belangrijk, fundamenteel element voor elke
nieuwe uitbreiding. De Europese Unie moet bij elke toetreding van een nieuw land in staat zijn de
integratie te verdiepen door middel van beleidsmaatregelen en instellingen die functioneren.
Verder is het noodzakelijk bij uitbreiding van de EU, dat de lidstaten en kandidaat-lidstaten steun
krijgen van de publieke opinie. Zodra de kandidaat-lidstaten aan deze criteria voldoen, kunnen de
toetredingsonderhandelingen beginnen.
Het doel van de toetredingsonderhandelingen en het toetredingsproces is de kandidaat-lidstaten
te helpen voorbereiden, zodat zij vanaf het moment van toetreding verplichtingen als lidstaat
kunnen nakomen.
Het verloop van de toetredingsonderhandelingen is gebaseerd op een onderhandelingskader dat
op voorstel van de Commissie door de Raad wordt vastgesteld. Daarin wordt een overzicht
gegeven van de te voeren onderhandelingen en wordt rekeningen gehouden met de situatie en
specifieke kenmerken van elke kandidaat-lidstaat.
Zodra de onderhandelingen zijn afgesloten, loopt het toetredingsproces ten einde en kan de
toetreding starten met de sluiting van een akkoord tussen de lidstaten en de kandidaat-lidstaat
23
(het toetredingsverdrag). Het is desalniettemin de Raad die op voorstel van de Commissie en na
instemming van het Europees Parlement met aangeduide meerderheid van de stemmen besluit
het proces te beëindigen. In het toetredingsverdrag wordt het volgende opgenomen:
·​
​
het resultaat van de toetredingsonderhandelingen, de toetredingsvoorwaarden en de
vrijwaringsmaatregelen of maatregelen tot uitstel voor gebieden die volgens de laatste
evaluatie van de Commissie nog moeten worden verdiept;
·​
​
de aanpassing van de instellingen en de Verdragen, alsook de verdeling van de stemmen
bij stemmingen in de Raad en het Europees Parlement, het aantal Europese
Parlementsleden, leden van het Comité van de Regio's enzovoort.;
·​
​
de datum van toetreding.
In de periode vanaf de sluiting van het toetredingsverdrag tot de datum van toetreding moet het
verdrag door alle lidstaten en door de toekomstige lidstaat worden goedgekeurd. De
kandidaat-lidstaat is nu een toetredend land en zet het proces naar de toetreding voort door
onder oplettend toezicht van de Commissie de gebieden aan te passen die onvolledigheden
vertonen en waarop nog vooruitgang moet worden geboekt.
7. Hoe worden de toetredingseisen voor een land bepaald?
Deze criteria zijn door de Europese Raad van Kopenhagen in 1993 vastgesteld en door de
Europese Raad van Madrid in 1995 aangevuld.
8. Wat gebeurt er als een lidstaat een regel/wet overtreedt?
De commissie, of (in sommige zeldzame gevallen) een lidstaat, kan de procedure beginnen als die
een reden heeft om te geloven dat een bepaalde lidstaat niet voldoet aan de verplichtingen van
het EU-recht. Het Gerecht onderzoekt de beschuldigingen en geeft haar/zijn oordeel. Indien
schuldig bevonden te zijn, moet de beschuldigde lidstaat dingen op orde stellen zonder
vertraging om boetes die het ​
g​
erechtshof kan geven te voorkomen .
9. Kan een lidstaat uit de EU worden gezet? Zo ja, hoe werkt die procedure?
Een lidstaat kan niet uit de Europese Unie worden gezet.
24
10. Hoe verloopt de wetgevingsprocedure?
8
8
De
​Europese Unie in het kort: Hoe werkt de Europese Unie?
© Europese Unie, 2014
25
11. Hoe stemt de Raad over wetten en besluiten?
De Europese Raad heeft drie stemvormen. De vorm van stemmen is afhankelijk van het
onderwerp waarover de Raad moet stemmen. De drie stemvormen zijn:
·
Gewone meerderheid (15 lidstaten moeten voor zijn)
·
Gekwalificeerde meerderheid (55% van alle lidstaten is voor)
·
Eenparigheid van stemmen (alle lidstaten zijn voor)
Alleen als een meerderheid van de leden aanwezig is kan de Raad stemmen. Verder kan een lid
van de Raad maar voor één ander lid stemmen.
Binnen acht weken nadat het wetgevingsbesluit aan de nationale parlementen is toegezonden
kan de Raad erover stemmen. De nationale parlementen moeten controleren en zich uitspreken
over de vraag of het wetsvoorstel rekening houdt met het subsidiariteitsbeginsel. Alleen in erg
bijzondere gevallen kan er eerder worden gestemd.
Sinds 1 november 2014 geldt de nieuwe procedure voor de besluitvorming bij gekwalificeerd
stemmen. Er moet aan twee voorwaarden worden voldaan. Ten eerste moet 55% van de lidstaten
worden vertegenwoordigd, wat in de praktijk 16 van de 28 lidstaten is. Ten tweede moet de 55%
van de lidstaten die het voorstel steunen, 65% van de gehele EU-bevolking representeren. Bij
deze stemregel zijn uitzonderingen. Het kan zijn dat bij een voorstel niet alle lidstaten stemmen,
omdat een lidstaat bijvoorbeeld niet deelneemt aan bepaalde beleidsterreinen. In dat geval geldt
een besluit als aangenomen wanneer 55% van de deelnemende leden van de Raad vóór stemt en
diezelfde groep 65% van de EU-bevolking van alle deelnemende lidstaten representeert.
Eenparigheid van stemmen geldt voor een aantal aangelegenheden die door de lidstaten als
gevoelig beschouwd worden. Elke lidstaat heeft bij deze regel vetorecht. Een stemonthouding
vormt geen beletsel voor het aannemen van een besluit waarvoor eenparigheid van stemmen
vereist is. Verder is eenparigheid van stemmen vereist wanneer hij van het Commissievoorstel af
wil wijken, maar de Commissie niet kan instemmen met de wijzigingen. Deze stemregel geldt niet
voor besluiten die op basis van een aanbeveling van de Commissie door de Raad worden
vastgelegd.9
​
© Europese Unie, 2015. Europese Raad, Raad van de Europese Unie. Eenparigheid van stemmen.
http://www.consilium.europa.eu/ 9
26
8. Interviews
Voor het onderzoek is het van belang om buiten literatuuronderzoek informatie vanuit
verschillende perspectieven te verkrijgen uit de praktijk. Dit is belangrijk vanwege het verschil in
theoretische werking en de werking in praktijk van de Europese Unie. Als bronnen voor de
interviews zijn drie (oud)leden van de Nederlandse Tweede Kamer, een Europarlementariër, een
employé van de Europese Commissie en vijf medewerkers die werken voor het Ministerie van
Klimaatbescherming, Milieu, Landbouw, Natuur- en Consumentenbescherming van de Duitse
deelstaat Nordrhein-Westfalen gekozen. Door deze veelvoud aan bronnen op verschillende
niveau’s, regionaal, nationaal en internationaal, wordt een representatief beeld geschetst van hoe
de Europese Unie in praktijk werkt, wat de meningen erover zijn en hoe er verbeteringen kunnen
worden doorgevoerd.
Hieronder staan de opgenomen interviews uitgeschreven in vraag-antwoordvorm, om een
duidelijk overzicht te geven. Als bijlagen zijn de letterlijke interviews bijgevoegd. Niet alle
interviews zijn opgenomen, omdat daar niet altijd de mogelijkheid en/of toestemming voor was.
Aangezien de meningen over de Europese Unie erg verdeeld zijn, was het in eerste instantie de
bedoeling om voor- en tegenstanders te interviewen, om een zo realistisch mogelijk beeld van de
situatie te krijgen. De PVV (Partij Voor de Vrijheid) is een uitstekende partij om leden van de
interviewen die tegen de EU zijn. Helaas is er meerdere malen via de mail gecorrespondeerd met
een persvoorlichter van de partij en is het niet gelukt de heer Wilders of één van zijn partijleden
te interviewen.
27
8.1 Interview Sophie in ’t Veld (lid Europees
Parlement namens D66)
1. Wat voor relatie/band heeft u met de EU?
Ik ben lid van het Europees Parlement, en vertegenwoordig daar D66.
2. Wanneer is een land democratisch in uw ogen?
Er zijn heel veel verschillende indicatoren die aangeven of een land
democratisch is. Ten eerste is het natuurlijk erg belangrijk dat er vrije en
eerlijke verkiezingen worden gehouden. Daarnaast is er wat ze in het Engels noemen: ‘checks and
balances’ die de regering kunnen controleren. Het is noodzakelijk in een democratie dat waar er
macht is, er ook altijd een tegenmacht is. Een voorbeeld is dat de macht bij de regering ligt en de
tegenmacht bij het Parlement. Ten slotte hoort bij democratie natuurlijk ook een hoge mate van
vrijheid, onder andere de vrijheid van pers en de vrijheid van meningsuiting.
3. Wat is volgens u het belangrijkste doel van de Europese unie?
Toen zestig jaar geleden de EU werd opgericht was het eerste en voornaamste doel het voorkomen
dat de landen ooit nog met elkaar in oorlog zouden raken. In de loop der jaren, toen de dreiging tot
oorlog afnam, zijn daar verschillende belangen bijgekomen. Een van die belangen is economische
welvaart. Door middel van de EU wilden ook wij als Europa uitgroeien tot een sterke economische
macht in de wereld. Daarnaast bleef natuurlijk veiligheid een grote rol spelen. Gezamenlijk kunnen
we de burgers van Europa beter hun veiligheid garanderen dan alleen. Sinds het oprichten van de
EU zijn er verschillende landen aangesloten die eerder een dictatuur waren, denk maar aan delen
van Oost-Europa, Spanje en Portugal. Ik denk dat niet alleen de welvaart is toegenomen, maar ook
de kwaliteit van ons bestaan.
4. Wat vindt u belangrijke voorwaarden voor het lidmaatschap van de EU?
Er gelden drie hoofd criteria: er moet een functionerende democratie zijn, het moet een
functionerende markteconomie hebben, en het land dat zich wil aansluiten is bereid alle bestaande
wetgevingen van de Europese Unie over te nemen. Ik geloof dat je daarmee wel zo’n beetje alle
voorwaarden hebt die ik zou kunnen bedenken. Natuurlijk zijn er veel sub-criteria, maar het
probleem blijft altijd hoe we zorgen dat een land zich ook daadwerkelijk aan de voorwaarden houdt.
Neem bijvoorbeeld Nederland: we zijn al geregeld op de vingers getikt vanwege een slechte
behandeling van minderjarige asielzoekers, maar veel is er niet veranderd. De Europese Unie zou
moeten zorgen dat er middelen zijn om landen te dwingen zich aan bepaalde afspraken en
voorwaarden te houden.
28
5. Churchill zei ooit: ‘Democracy is the worst form of government except for all the others
that have been tried.’ Ook democratie is geen perfecte regeringsvorm, wat zijn volgens u
de grootste nadelen van de democratie?
Democratie is natuurlijk altijd was langzamer, stroperiger. Ook kost het meer moeite, want het
vereist veel samenwerking en de wil om compromissen te sluiten. Het is niet altijd makkelijk of snel,
maar je bereikt wel betere resultaten.
6. Het doel van democratie is om de burgers meer macht en zeggenschap te geven. Vindt u
dat de democratie (burgers mogen deels zelf hun leiders/vertegenwoordigers kiezen)
zorgt voor een beter welzijn van de burgers? Waarom wel /niet?
Uiteindelijk wel. Het is geen model dat iedereen direct rijk en gelukkig maakt, maar wel een model
dat goede resultaten geeft op de langere termijn. Kijk maar om je heen in de wereld. Landen die echt
democratisch zijn, en waar iedereen echt gelijke rechten heeft, zijn de landen die het meest
welvarend zijn. De landen waar de beste kwaliteit van leven is, waar de meest gelukkige mensen
leven. Wat dat betreft ben ik het met Churchill eens, de democratie is de slechtste vorm, op alle
andere vormen na.
7. Bent u van mening dat de EU meer invloed zou moeten hebben op de individuele
landen?
Ik geloof dat je het best kunt kijken naar welke uitdagingen we op dit moment kunnen aanpakken.
En ja, dan zijn er zeker terreinen waarop de EU meer macht zou kunnen gebruiken, of op zijn minst
slagvaardiger zou kunnen zijn. Zo vind ik bijvoorbeeld dat het VETO-recht zou moeten worden
afgeschaft binnen het Europees Parlement. We hebben 28 lidstaten, en dus 28 ministers van
Buitenlandse Zaken. Zij hebben allemaal VETO-recht, wat betekent dat er altijd iemand zal
dwarsliggen als er beslissingen moeten worden genomen over bijvoorbeeld de situatie in Oekraïne .
Wat mij betreft zou het afschaffen van de VETO dus een goede eerste stap zijn.
8. Wat vindt u van de manier waarop de verkiezingen gehouden worden en de verdeling
van macht tussen de landen?
D66 vindt dat je als Nederlander in principe ook op politici van andere nationaliteiten zou mogen
stemmen. Ondanks dat er geen nog geen meerderheid over is bereikt, pleiten wij daar al jaren voor,
en heb ik goede hoop dat die meerderheid er ooit zal komen.
9. Wat vindt u van het idee om één Europees leger te hebben?
Op termijn is dat iets waar we naartoe moeten werken, om twee redenen. Ten eerste heb je een
militaire motor nodig als je een gezamenlijk buitenland beleid hebt. Ten tweede is het zo dat nu elk
lidstaat zijn eigen kleine legertje heeft met alles er op en er aan, maar die legers zijn eigenlijk te
klein en te ineffectief om tegen een grote dreiging op te kunnen. Nu is de situatie dus zo dat we
onevenredig veel geld uitgeven aan een ineffectieve legermacht. Als we dat zouden centraliseren
zouden we meer mogelijkheden hebben, en kosten kunnen besparen.
29
10. Wat vindt u van het idee van een Europese grondwet?
Ik ben daar zeker een voorstander van. Wel moeten we ons afvragen: wat is precies een grondwet?
Er zijn ontzettend veel documenten en verdragen, het beste kunnen we elementen van de al bekende
regels en rechten gebruiken om een grondwet te creëren. Anders gebeurt er hetzelfde wat in 2005
gebeurde, en zullen mensen niet goed begrijpen waar het voor dient.
11. Welke drie dingen zou u willen veranderen binnen het Europees Parlement en/ of de
Europese unie als dat mogelijk zou zijn?
- Nu zit er in de Europese Commissie een vertegenwoordiger uit elk land. Dat zijn er 28, en dat is veel
te veel. De samenstelling van de Commissie zou meer moeten lijken op dat van de nationale
regering. Stel dat de Liberale Fractie het grootst is, dan wordt daaruit de voorzitter geleverd, en die
stelt vervolgens de Commissie samen.
- Openbaring van bestuur. De burgers moeten het recht krijgen in principe alles (op enkele
documenten na) in te zien.
- Het Europees Parlement zou kiesrecht krijgen. Op dit moment heeft alleen de Europese Commissie
dit, en dat levert problemen op. Wij als Europees Parlement vertegenwoordigen het volk, en zouden
dus ook het recht moeten hebben wetten voor te stellen.
12. Vindt u dat de regeringsvorm van Nederland passend is bij dat van de Europese Unie?
Zeker. Het is echter wel jammer dat Nederland de afgelopen jaren bij de dwarsliggers hoort in het
Europees Parlement. In mijn ideale wereld zou Nederland wat meer het voortouw nemen.
13. Wanneer is naar uw mening een regeringsvorm succesvol?
Zolang een land aan de fundamentele regels van de democratie voldoet functioneert het altijd.
14. In het verleden is er veel veranderd met betrekking tot de democratieën in Europa, zo
was er bijvoorbeeld in eerste instantie niet overal algemeen kiesrecht. Wat denkt u dat er
nog zal veranderen in de nabije toekomst, en waar hoopt u op?
De democratie is op dit moment redelijk compleet. Wel zal het internet-tijdperk veel veranderen, en
voornamelijk op de gebieden van transparantie en burger-rechtspraak. Dit is een goede
ontwikkeling, het betrekt de burger bij de manier waarop zijn of haar land wordt geleid. De
samenleving wordt steeds vrijer. Ondanks deze positieve ontwikkelingen maak ik me ook zorgen. De
angst voor bijvoorbeeld terrorisme en misdaad wordt steeds groter, en we worden steeds angstiger.
Ik vrees dat er door die stemming van angst steeds meer democratische vrijheden zullen worden
ingeperkt. Ook is het maar de vraag of de democratie bestand is tegen de sterke antidemocratische
krachten binnen de samenleving. In bijna alle landen zien we partijen die in essentie niet de
democratie ondersteunen. Dat vind ik een zorgelijke ontwikkeling.
30
8.2 Interview Marit Maij (Tweede Kamerlid
PvdA)
1. Wat voor relatie/band heeft u met de EU? Voor hoelang al?
Ik ben lid van de tweede kamer en daarmee lid van het nationale parlement.
Het nationaal parlement heeft zeggenschap in het Europees parlement op
twee manieren. Allereerst kunnen we onze ministers in het EU parlement
instrueren en zo nodig een motie opleggen. Dat houdt eigenlijk in dat we ze
een opdracht kunnen geven die ze wel moeten uitvoeren, ook als ze er zelf
niet achter staan. Daarnaast kunnen wij samen met de regeringen uit andere
landen natuurlijk een grote invloed uitoefenen op de EU. Als we allemaal weigeren iets te doen, of
juist iets eisen, heeft het EU parlement natuurlijk niet veel andere opties dan te luisteren.
2. Is die rol in de loop der jaren veranderd? Zo ja, op wat voor manier dan?
[Deze vraag hebben we niet specifiek gesteld, maar ze vertelde dat ze eerst in de diplomatie werkte,
daarna is ze Tweede Kamerlid geworden. Ze heeft altijd al bij de PvdA gezeten en heeft ook nooit
overwogen over te stappen.]
3. Wanneer is een land democratisch in uw ogen?
Het belangrijkste is dat een democratie meer is dan een land waarin verkiezingen gehouden
worden. Voor een goed werkende democratie moeten de burgers kunnen meepraten, en daarbij ook
daadwerkelijk het gevoel hebben te worden gehoord. Het mag niet zo zijn dat er een partij wordt
gekozen en deze vervolgens volgens het ‘the winner takes it all’ principe te werk gaat. De verkozen
partij mag niet absolute zeggenschap hebben en in een democratie zullen altijd compromissen
moeten worden gemaakt. Het is nu eenmaal onmogelijk elke burger tevreden te stellen, maar het
doel moet wel zijn om maximale welvaart en tevredenheid voor het merendeel van de burgers na te
streven. Daarbij is persvrijheid en vrijheid van meningsuiting van groot belang. (Stemplicht is niet
per se goed. Verhoogt het aantal ‘random votes’.)
4. Wat is volgens u het belangrijkste doel van de Europese unie?
Het creëren van een sociale en welvarende regio waarin het niet uitmaakt in welk land je geboren
bent. Iedereen binnen de EU moet in principe dezelfde kansen hebben, omdat elk land dezelfde
normen en waarden heeft. Daarnaast bevordert het samenwerking en handel, en daarmee de
economie in de afzonderlijke lidstaten.
5. Wat zijn de belangrijkste voorwaarden waaraan een land moet voldoen voordat hij lid
kan worden van de EU?
Het land moet transparant kunnen meedraaien in de Europese economie. Dat houdt niet in dat ze
alles hetzelfde moeten doen als de rest, dat is onmogelijk en zou ook niet goed zijn. Ze moeten hun
31
acties echter wel kunnen uitleggen en verantwoorden. Het moet kloppen, en natuurlijk ook wel een
beetje ‘matchen’ met de rest van de EU. Daarnaast zijn mensenrechten belangrijk, en ook op gebied
van tolerantie (en daarmee persoonlijke vrijheid) moet het land bij de EU passen.
6. Moet een land dan ook uit de EU gezet kunnen worden als het zich niet meer aan de
regels houdt/niet meer voldoet aan de eisen?
Op het moment kan dit al, maar alleen op basis van rechtstaat. Er is geen clausule waarmee we op
een concrete en georganiseerde manier leden uit de EU kunnen wijzen op hun fouten en/of
terechtstellen. Naar mijn mening zou die er wel moeten zijn. Er moet op een constructieve maar wel
officiële manier kunnen worden gepraat over de tekortkomingen van bepaalde landen. (Ook over
onderwerpen zoals bijvoorbeeld tolerantie.)
7. Churchill zei ooit: ‘Democracy is the worst form of government except for all the others
that have been tried.’ Ook democratie is geen perfecte regeringsvorm, wat zijn volgens u
de grootste nadelen van de democratie?
Democratie heeft als nadeel dat er vaak een grote groep mensen moet worden vertegenwoordigd,
wat resulteert in heel veel verschillende groepjes binnen een regering. Zo hebben wij bijvoorbeeld op
het moment 15 fracties in de regering zitten. Dat leidt tot compromissen en is niet effectief en
efficiënt. Ook denk ik dat er verbeteringen (in Nederland) zouden moeten worden doorgevoerd met
betrekking tot de nieuwe media. Het systeem van nu komt nog uit de oude doos, is gebaseerd op het
schrijven van brieven. Dat kan beter.
8. Het doel van democratie is om de burgers meer macht en zeggenschap te geven. Vindt u
dat de democratie (burgers mogen deels zelf hun leiders/vertegenwoordigers kiezen)
zorgt voor een beter welzijn van de burgers? Waarom wel /niet?
Zeker weten, maar alleen als de democratie ook goed ingeburgerd is. Er moeten niet alleen
verkiezingen en een democratische regering zijn, maar ook vakbonden en organisaties. Op die
manier komt de democratie ook op kleine schaal bij de burger terecht, anders zal er in het welzijn
niet per se direct wat veranderen. Denk maar aan de staten die pas recent een democratie zijn
geworden, dat is niet altijd direct een verbetering. Het heeft tijd nodig om in te burgeren.
9. Bent u van mening dat de EU meer invloed zou moeten hebben op de individuele
landen?
Ik vind dit een lastige vraag. De EU dat zijn wij, het betreft hier een wisselwerking. Vakbonden uit
Nederland geven hun meningen en adviezen aan het Europees parlement, waardoor er vervolgens
reactie komt uit het EU parlement, wat weer wordt aangehaald door de nationale regeringen. De
EU biedt vooral hulp met het doorvoeren van bepaalde wetten die anders lang op zich zouden laten
wachten.
10. Welke drie dingen zou u willen veranderen binnen het Europees Parlement en/ of de
Europese Unie als dat mogelijk zou zijn?
·​
​​
Meer ruimte initiatiefrecht van het Europees parlement en de raad. Er moeten daarnaast ook meer
initiatief genomen worden.
32
·​
​​
Er moet vaker vernieuwd worden. Daarmee bedoel ik dat er constant moet worden opgelet of de
oude wetten en ideeën nog wel van toepassing zijn op de huidige maatschappij en/of situatie.
·​
​​
Meer aandacht voor de EU markt.
11. Wat vindt u van het idee om één centrale regering te hebben voor de gehele EU?
Dat lijkt me geen goed idee. Het zou niet effectief zijn om elk detail vanaf een Europees niveau te
bekijken. Daarnaast zijn de landen en culturen daarvoor te verschillend.
12. De EU heeft bij veel burgers die erdoor vertegenwoordigd worden een slechte
reputatie. De beeldvorming over de EU is (terecht of onterecht) weinig positief. Heeft u
suggesties of ideeën voor de EU en/of lidstaten dit te verbeteren?
Dat is heel erg moeilijk, maar transparantie zal al een hoop helpen. Nu is het vaak zo dat als er iets
misgaat er door de nationale regeringen direct met een beschuldigende vinger naar de EU wordt
gewezen. Zodra er iets goed gaat geven ze zichzelf een schouderklopje. Hierdoor heeft de
gemiddelde burger een verkeerd beeld van de dingen die door de EU worden besloten en door hun
nationale regering. Daarnaast is er zoals ik al zei sprake van een wisselwerking, en zijn vaak beide
parlementen verantwoordelijk.
13. Wat vindt u van het idee om één Europees leger te hebben?
Goed idee. Nu heeft elk land een beetje van alles: een halve luchtmacht, en halve marine, enzovoort.
Als we één leger zouden hebben kunnen we efficiënter organiseren en iedereen een taak geven
waarin ze kunnen specialiseren. Wel vind ik dat zodra er mensen moeten worden uitgezonden op
een missie waarbij er gevaar voor het leven van de troepen is, de nationale regering van het eigen
land moeten beslissen. Het mag niet zo zijn dat een Nederlandse soldaat wordt uitgezonden op een
gevaarlijke missie door bijvoorbeeld Duitsland of een ander land uit de EU.
14. Vindt u dat je ook mag stemmen op politici uit andere Europese landen voor de
verkiezingen van het Europees Parlement?
Als dat zou kunnen zou het natuurlijk top zijn. Als je als Nederlander het toevallig eens bent met een
Italiaan, zou je daar op moeten kunnen stemmen. Verplicht stemmen op iemand uit eigen land
gebeurt al in de nationale verkiezingen, het zijn niet voor niets verkiezingen voor het Europees
Parlement.
15. Is het democratisch functioneren van de EU naar uw mening passend bij de
parlementaire democratie zoals we die in Nederland kennen?
Beide systemen zijn erg anders, maar ik vind wel dat ze goed bij elkaar passen.
16. Wanneer vindt u een regeringsvorm succesvol?
Een regering is succesvol als hij voor elke burger de juiste keuze maakt, waardoor het volk in grote
lijnen tevreden is. Dit kan dus geen andere vorm dan democratie zijn, omdat het volk daarbij
uiteindelijk niet tevreden zal zijn, ze hebben immers geen inspraak.
33
17. In het verleden is er veel veranderd met betrekking tot de democratieën in Europa, zo
was er bijvoorbeeld in eerste instantie niet overal algemeen kiesrecht. Wat denkt u dat er
nog zal veranderen in de nabije toekomst, en waar hoopt u op?
Wat een lastige en interessante vraag. Ik zou het eigenlijk niet zo goed weten, maar ik heb laatst wel
een interessant idee gehoord van een Duitse politicus. Hij wilde dat mensen met meer kinderen meer
stemmen kregen, om zo de steeds grotere groep ouderen te compenseren. Het is namelijk zo dat als
er een hele grote groep ouderen is, die wel moeten stemmen en beslissen over de jongeren, en dat is
voor hen (begrijpelijk) niet een eerste prioriteit. Ik weet niet hoe zoiets vorm zou moeten krijgen,
maar het is zeker interessant om eens over na te denken 34
8.4 Interview Jan Marijnissen (oud fractielid
tweede kamer, voorzitter SP)
1. Wat voor relatie/band heeft u met de EU? Wat is uw algemene
mening?
Ik ben voorzitter van de SP en oud fractieleider van de SP in de Tweede Kamer.
Dat heb ik 16 jaar gedaan . Bij Europa ben ik al in een erg vroeg stadium
betrokken geraakt, op het moment dat het idee van een verenigd Europa nog niet (helemaal)
speelde. De motor achter de EU was op dat moment voornamelijk nog het internationale
bedrijfsleven . Uiteindelijk hebben de Europese federalisten via de open grenzen, de euro en de
politieke ‘eenheid’, Europa eigenlijk een beetje tot één land gemaakt. Het idee daarachter op zichzelf
is niet direct een ramp, en ik heb in mijn vorige boeken al gewaarschuwd dat het EP steeds
machtiger zou zijn, maar de bevolking zal je er niet mee winnen.
2. Waarom is het groeien van de macht van de Europese Unie naar uw mening niet
wenselijk?
Het is nu eenmaal zo dat mensen niet willen dat in Brussel uitgemaakt wordt hoe wij hier moeten
leven. Dat maken wij hier zelf uit. Het is net zoiets als dat je met elkaar in een straat woont en jouw
buurman je komt vertellen dat je je hagelslag niet meer mag eten, maar dat je pindakaas moet gaan
eten. Dat vind jij ook niet fijn. Je kan wel samen een buurtfeest organiseren, dat is prima, maar dat is
anders dan dat je buurman zich met jouw leven gaat bemoeien. Iedereen begrijpt dat het belangrijk
is om samen te werken, maar dat is iets anders dan wanneer je land wordt opgeheven en het een
soort provincie wordt van de staat Europa. Uiteraard is de EU van groot belang als het gaat over
grensoverschrijdende onderwerpen als milieu en migratie, maar andere zaken kunnen beter
landelijk opgelost worden. Daarbij is het noodzakelijk een praattafel te hebben. Waar, als voorbeeld,
Frankrijk en Duitsland in het verleden op de vuist gingen, kunnen zij nu gemakkelijk aan tafel gaan
en onderlinge problemen op een kalme (en verbale) manier oplossen. Dit is voor de veiligheid van
alle burgers uit Europa van uiterst belang.
3. Wat zijn de belangrijkste voorwaarden waaraan een land moet voldoen voordat het lid
kan worden van de EU?
​
De Kopenhagen criteria.​
Globaal houdt dit in dat een land een democratie moet zijn, en het principe
van de Trias Politica moet zijn toegepast. Ook moet er een marktwerking zijn, mensenrechten
moeten gegarandeerd zijn en de financiën moeten redelijkerwijs op orde zijn. Zowel de staatsschuld
als het begrotingstekort. Helaas werd er in het verleden veel gemarchandeerd met deze criteria. Een
land kan zonder direct gevolgen te ondervinden terugvallen na zijn toelating tot de EU, maar ook
tijdens het toelatingsproces voldeden niet altijd alle landen aan de criteria.
35
4. Churchill zei ooit: ‘Democracy is the worst form of government except for all the others
that have been tried.’ Ook democratie is geen perfecte regeringsvorm, wat zijn volgens u
de grootste nadelen van de democratie?
Ik ken eigenlijk geen nadelen. Democratie zorgt voor draagvlak door iedereen een stem te geven.
Het is een vorm van pacificatie, er zijn zoveel belangen, op deze manier kan iedereen gehoord
worden. Als het zo is dat mensen niks te zeggen over hoe de regering gevormd wordt , dan krijg je
last van wat ik noem het “fuck you principe”. Er ontstaat onvrede en onrust. Als iedereen een partij
op mag richten en iedereen mag stemmen, dan kun je in ieder geval niet zeggen dat het onredelijk of
oneerlijk is. Zo komt er een regering tot stand. En zo kun je een vrede bewaren waar je anders op
oorlog uit komt. Dan is er daarnaast nog een belangrijke principiële waarde. Elk mens heeft gelijke
rechten en het is onmogelijk om dat na te volgen zonder het “one man one vote” systeem.
5. Wat vindt u van de manier waarop de verkiezingen gehouden worden?
De federalisten zijn bijvoorbeeld erg voor internationale stemlijsten, wij niet. Wij zijn daar fel op
tegen, omdat we Europa niet als één land beschouwen maar als een samenwerkingsverbond. Als je
het zo bekijkt is het belangrijk een Nederlander te kiezen om Nederlandse belangen te behartigen,
en dat niet aan bijvoorbeeld een Italiaan over te laten.
6. Wat vindt u van het idee om één Europees leger te hebben?
De ervaring leert dat als je iets hebt, je het ook gebruikt. Wij vinden dat er te veel wapens zijn, te
veel leger. Zo zie je dat landen zich bedreigd voelen en dit leidt tot meer en meer wapens en geweld.
Ook het vervangen van de nationale legers voor één Europees leger is niet haalbaar. De wereld
wordt steeds kleiner, en het is onmogelijk het met zijn allen eens te worden over de buitenlandse
belangen.
7. De EU heeft bij veel burgers die erdoor vertegenwoordigd worden een slechte reputatie.
De beeldvorming over de EU is (terecht of onterecht) weinig positief. Heeft u suggesties of
ideeën aan de EU en/of de lidstaten om dit te veranderen?
Het probleem zit hem grotendeels in het neo-liberale karakter van de EU, geïnspireerd door Reagan
en Thatcher in de jaren tachtig. Zij vonden dat de markt vrij moest worden gelaten en dat de
inkomensverschillen best omhoog konden. Als de Europese regering zich wat meer bezig zou
houden met mensen, en wat minder met het bedrijfsleven, zou dat al een hoop schelen.
8. Wanneer is naar uw mening een regeringsvorm succesvol?
Het is maar net wat je als succesvol omschrijft. Wat is goed? Wat is niet goed? In mijn ogen is een
regering succesvol als er goed onderwijs is, dat kinderen opleidt tot sterke wereldburgers. Ook moet
er goede gezondheidszorg zijn, niet bespaard worden op zwakkeren. Dit heeft ook indirect te maken
met de tevredenheid van de burger. Als een regering duidelijk bezig is om de sociale zekerheid te
verbeteren zullen de mensen ook positiever tegenover hun overheid staan.
36
8.5 Interview Tiny Kox (Eerste Kamerlid SP)
1. Wat voor relatie/band heeft u met de EU? Voor hoelang al?
Ik vertegenwoordig de SP in de eerste kamer sinds 2003, daarvoor was ik
hoofdredacteur van De Tribune(het blad van de SP). Sinds 2007 ben ik Senaatslid in
de Raad van Europese Unie. De raad van de Europese Unie heeft het meeste macht
wat financiën betreft. Over de afgelopen jaren zie je dat de grootste veranderingen
vooral gaan over de hoeveelheid macht die de EU uitoefent op de lidstaten. Op
nationaal niveau wordt de mening van de EU steeds belangrijker.
2. Wanneer is een land democratisch in uw ogen?
Een land is pas echt democratisch als de democratische idealen tot in de haarvaten van het land zijn
doorgedrongen. Alleen het houden van verkiezingen of het zijn van een rechtstaat is absoluut niet
voldoende. Idealiter heeft alleen het recht de uiteindelijke macht, en niet de macht (de regering en
overheid) zelf. Om een democratisch land te zijn mogen er eigenlijk geen zwakke, niet
democratische, schakels meer in het systeem zitten.
3. Churchill zei ooit: ‘Democracy is the worst form of government except for all the others
that have been tried.’ Ook democratie is geen perfecte regeringsvorm, wat zijn volgens u
de grootste nadelen van de democratie?
Het is natuurlijk de beste vorm, maar er zijn inderdaad een paar problemen. Democratische
processen zijn nog altijd langzaam en chaotisch. Daarnaast is het moeilijk dat democratie niet
alleen de wil van de meerderheid moet representeren, maar ook die van de minderheid. Dat is wat
het pas echt ingewikkeld maakt. Regeringsleider moeten doen wat het beste is voor het (grootste
deel van) het volk, zonder de minderheid te vergeten. Er moet rekening worden gehouden met
iedereen en dat kost tijd en moeite.
4. Wat is volgens u het belangrijkste doel van de Europese unie?
Het belangrijkste doel is veiligheid. Het voorkomen dat twee landen met elkaar op de vuist gaan
zoals vroeger geregeld gebeurde met Frankrijk en Duitsland. We proberen vijanden te verenigen, en
zo ver te brengen dat er geen sprake meer is van vijandschap; maar van broederschap. Natuurlijk
zijn er ook economische belangen en dat is prima, maar ze krijgen steeds meer prioriteit en dat is in
mijn ogen geen goede zaak. De grote bedrijven hebben veel invloed op de beslissingen in de EU en
kunnen zorgen dat de keuzes die gemaakt worden hen ten goede komt. Dit is één van de redenen dat
er zoveel boosheid gevoeld wordt tegenover de EU. Door de steeds grotere invloed van bedrijven en
de groeiende hoeveelheid wetten die op nationaal niveau worden doorgevoerd is er veel boosheid.
Die boosheid leidt soms zelfs tot wraakacties, bijvoorbeeld toen er gestemd moest worden over een
grondwet en het overgrote deel tegen stemde. In dat opzicht schiet de EU soms haar doel voorbij.
37
5. Wat vindt u belangrijke voorwaarden voor het lidmaatschap van de EU?
Een land moet door middel van een democratisch bestuur worden geregeerd, het moet een
rechtstaat zijn (vastgelegd in een grondwet) en de mensenrechten moeten worden gerespecteerd.
Daarnaast is het natuurlijk belangrijk dat de economie in enige mate bij de EU past. Zo is
bijvoorbeeld Mali te arm, en schendt Egypte de mensenrechten. Zij zouden dan ook absoluut geen lid
kunnen zijn. Helaas is het wel zo dat een land dat lid wil worden jaren lang meedoet aan testen, die
niet focussen op wat er is, maar op wat er moet zijn. Zo werd er in het verleden geregeld een beetje
gesjoemeld met de toelatingseisen. Verder vind ik niet dat we maar zoveel mogelijk moeten
uitbreiden. Groter is niet beter voor de burgers, alleen voor de multinationals. Daarnaast is het geen
goed idee om iedereen er maar bij te halen omdat het moeilijk voor een land is om er weer uit te
stappen. Zodra je lid bent wordt je afhankelijk van de EU, en is het moeilijk je daar weer van los te
weken.
6. Wat vindt u van het idee om één Europees leger te hebben?
Slecht idee. Erg slecht idee. De Europese Unie draait om (economische) samenwerking. De veiligheid
en onafhankelijkheid van een land of groep mag niet afhankelijk zijn van de hoeveelheid wapens ze
in bezit hebben. Elk wapen dat wordt gekocht wordt ook gebruikt, de EU zou zich moeten
ontwapenen in plaats van meer legers creëren. Zelfs als alle nationale legers zouden worden
opgeheven en er daarvoor in de plaats één Europees leger zou komen lijkt het me geen goed idee. In
dat geval krijgt namelijk één leger veel te veel verschillende bazen. Het is onmogelijk om het in dat
opzicht met elkaar eens te worden, en de kans op onenigheid is veel te groot.
7. Wat zou u willen veranderen binnen het Europees Parlement en/ of de Europese unie
als dat mogelijk zou zijn?
Ik hoop dat we met zijn allen terug gaan naar de wortels van de EU. Er mag geen machtsstrijd zijn
tussen de EU en haar lidstaten, maar er moet verzoening en broederschap zijn. We moeten weer
meer met elkaar gaan samenwerken zodat we allemaal van elkaar kunnen profiteren. Op die
manier wordt alles sneller, makkelijker en goedkoper, zonder dat de EU zich overal mee bemoeit.
Ook zien teveel mensen de EU zélf als negatief, het is belangrijk dat (de strijd over hoeveel macht de
EU zou moeten hebben daargelaten) in te zien dat het van groot belang is een platform te hebben
om ons te verenigen.
38
8. In het verleden is er veel veranderd met betrekking tot de democratieën in Europa, zo
was er bijvoorbeeld in eerste instantie niet overal algemeen kiesrecht. Wat denkt u dat er
nog zal veranderen in de nabije toekomst, en waar hoopt u op?
Als we er niet in slagen om terug te gaan naar de wortels vrees ik dat de negativiteit rondom de EU
alleen maar zal groeien, en als dat gebeurt zou het weleens zo kunnen zijn dat alles in elkaar stort
en de Europese Unie over een poosje niet meer zal bestaan. Al die negativiteit komt doordat de EU
zich bezighoudt met dingen waar het zich helemaal niet mee zou moeten bezighouden. Hoe we dit
moeten veranderen zou ik niet direct weten, dat is erg ingewikkeld. Grote bedrijven en organisaties
hebben veel belangen bij hoe het nu in elkaar zit, en aangezien zij ergens toch ook de drijvende
kracht achter de beslissingen zijn is het bijna onmogelijk echte veranderingen teweeg te brengen.
Het belang van de burger of het MKB is vaak tegengesteld aan de belangen van de grote,
internationale bedrijven, en dat maakt veranderingen doorvoeren ingewikkeld.
39
8.6 Interviews
Ministerie
Nordrhein-Westfalen
Hieronder staan de gehouden interviews met vijf medewerkers (Ralf Becker, ​
Tanja
Tyrann-Weyers, ​
Juliane Walz, ​
Ursula Zarniko en een studente politicologie) ​
van het Ministerie in
Nordrhein-Westfalen, die (in)direct te maken hebben met de Europese Unie, samengevat
uitgewerkt met daarin de kern van hun antwoorden verwerkt. Deze interviews zijn niet
opgenomen, waardoor letterlijke uitwerkingen niet beschikbaar zijn. Er waren veelal
antwoorden die dezelfde visie bevatten. De uitgewerkte antwoorden zijn een combinatie van
verschillende losse antwoorden. Verder is het erg belangrijk om te weten, dat niet alle
antwoorden vanuit de werkplek, het Ministerie, maar persoonlijk zijn beantwoord. Daarom is het
niet altijd een correcte weergave van de meningen en uitingen van het Ministerie van
Klimaatbescherming, Milieu, Landbouw, Natuur- en Consumentenbescherming.
1. Wanneer is een regeringsvorm succesvol?
Als het land een volksvertegenwoordiging heeft. Er burgerinitiatieven mogelijk zijn, duidelijke
afspraken zijn, problemen serieus genomen worden, een eerlijk systeem is. Bij een succesvolle
regeringsvorm zijn er structuren waar mensen vreedzaam met elkaar leven, ze van de
cultuurveelvoud profiteren en er geen cohesieproblemen zijn.
2. Wanneer is een land democratisch naar uw mening?
Voor een democratisch land moeten we vrije, niet gemanipuleerde, niet bedreigde verkiezingen zijn.
Buiten de verkiezingen om moeten mensen invloed hebben op de regering. Petities en
verzoekschriften moeten mogelijk zijn. Bovendien moet het een directe democratie zijn. De vijf
basisprincipes van een democratisch land zijn vrije, algemene, geheime, gelijke en directe
verkiezingen. Burgerparticipatie is belangrijk en er moet een goed rechtssysteem zijn. Gescheiden
machten zijn de basis van een goed rechtssysteem: uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende
macht. Een land is democratisch als politieke beslissingen (in)direct door wettiging van de burgers
gemaakt worden. Achteraf moeten burgers op een legale, rechtmatige manier tegen (politieke)
besluiten in kunnen gaan. Verder moet er een veelvoud aan keuze zijn bij de verkiezingen. Actief
kiesrecht is van belang, zodat iedereen de mogelijkheid heeft om zich kandidaat te stellen.
3. Churchill zei ooit: ‘Democracy is the worst form of government except for all the others
that have been tried.’ Ook democratie is geen perfecte regeringsvorm, wat zijn volgens u
de grootste nadelen van de democratie?
Verschillende concepten van verschillende partijen leiden tot compromissen waardoor het niet altijd
tot de beste besluiten leidt en niet altijd effectief is. Door de democratie die gekoppeld is aan het
kapitalisme wordt het verschil tussen arm en rijk steeds groter, wat een nadeel is.
40
4. Wat vindt u van de manier waarop de verkiezingen gehouden worden en de verdeling
van macht tussen de landen?
·​
Met betrekking tot milieu zou de EU meer invloed moeten krijgen, want het is een
grensoverschrijdend probleem.
·​
Het subsidiariteitsbeginsel is erg belangrijk. Alles moet op een zo klein mogelijke schaal worden
bepaald en geregeld.
5. Wat zijn aspecten/kenmerken die u zou willen veranderen binnen het Europese
Parlement en verder in de EU?
·​
De stemleeftijd voor het Europees Parlement moet omlaag naar 16 jaar.
·​
Bij de Europese Parlementsverkiezingen moet het mogelijk zijn om op kandidaten uit andere
lidstaten te stemmen.
41
9. Analyse
Door de Europese Unie te zien als een bedrijf met haar bestuur, kunnen we een erkende aanpak
uit het bedrijfsleven, LEAN, toepassen voor het verwerken en rangschikken van verschillende
ideeën voor verbetering binnen (het bestuur van) de EU. De methode geeft ons de mogelijkheid
om op systematische wijze een visie tot uitvoerbare strategie te brengen. Met behulp van
​
meerdere professionals, waaronder de heer ir. Kramer (van het bedrijf KLIM)​
hebben wij
verschillende kenmerken geselecteerd en gerangschikt, en zijn zo tot een reproduceerbare
conclusie gekomen.10 Ook heeft het ons geholpen een heldere keuze te maken in wat wij als goed
en beter definiëren, en om prioriteiten te stellen in de aspecten waarop verbetering gevonden
kan worden.
LEAN
LEAN is een erkende methode uit Japan voor het verbeteren van bedrijfs- en bestuursprocessen.
Inmiddels is de methode steeds bekender in de westerse wereld en zijn er wereldwijd duizenden
hoogopgeleide LEAN-specialisten. Bij LEAN staat veiligheid, productiviteit en betrokkenheid van
de werknemers op de werkvloer centraal. Deze aspecten staan rechtstreeks in verband met het
Europees Parlement en zijn met wat kleine aanpassingen en creatief denken goed toepasbaar op
de EU. Het is daarom geen toeval dat we voor deze filosofie hebben gekozen om het bestuur van
de Europese Unie te verbeteren.
HET ORDENEN VAN DE ONDERZOEKSRESULTATEN
Tijdens een cursusmiddag onder leiding van de heer ir. Kramer zijn wij aan de slag gegaan met
het ordenen en prioriteren van alle ideeën en kenmerken die uit het onderzoek gekomen zijn.
Hierbij zijn zowel ideeën die werkten in het verleden, ideeën die op dit moment in afzonderlijke
lidstaten van de EU aanwezig zijn (zie Landen in bijlage) en de ideeën van de verschillende
professionals die we gesproken hebben in acht genomen.
Allereerst zijn we gevraagd ongeveer tien hoofdkenmerken van een goed bestuur (in dit geval het
Europees Parlement) te definiëren. Hierbij zijn wij afgegaan op morele/ethische eisen van de
democratie, maar ook op praktische (meer bedrijfsgerichte) zaken zoals kosten en efficiëntie.
Daarnaast hebben we ook rekening gehouden met een aantal kwesties die specifiek van belang
zijn voor het doel van de Europese Unie. Voor we verder gaan zullen de uiteindelijk gekozen
kenmerken en aspecten hieronder worden uitgelegd en uitgewerkt.
10
​
Kramer Lean Initiatieven gespecialiseerd in MKB. Website: ​
www.​
klim-nederland.nl
42
DE NEGEN BELANGRIJKSTE KENMERKEN EN GEBIEDEN VAN VERBETERING
ASPECT
WAT
WAAROM VAN
BELANG/GEKOZEN
Effectiviteit
Besluiten worden op een snelle
manier genomen, en de besluiten
die zijn genomen zijn van hoge
kwaliteit. De nieuwe wetten zijn
goed uit te voeren.
Een groot probleem van
democratie is dat het stroperig is
en lang duurt. Er moeten vaak
compromissen gemaakt worden.
Dat duurt lang en gaat soms ten
koste van de kwaliteit van de
beslissingen. Een lage effectiviteit
gaat ook ten koste van de
tevredenheid van de burgers.
Eerlijkheid
Elk mens heeft gelijke rechten en
mag stemmen. Iedereen heeft
(evenredig) evenveel’ inspraak.
Een eerlijke verdeling van macht,
kennis, welvaart.
Eerlijke verkiezingen en gelijke
rechten horen bij de
basisgedachte van democratie.
Iedereen moet gelijkwaardig
worden behandelt.
Vrijheid
De burgers worden niet
onderdrukt en hebben vrijheid van
meningsuiting. Er is geen censuur
en een mens mag niet (zonder
rechtspraak) van zijn vrijheid
worden beroofd.
Ook dit hoort bij de basisgedachte
van de democratie. Een goede
regering mag niet (teveel) afdoen
aan de vrijheid van haar burgers.
Democratisch
gehalte
Er is veel directe inspraak van het
volk.
Dit is niet altijd even goed voor de
effectiviteit, maar zonder directe
inspraak van de burgers is er
geen democratie.
Veiligheid
Europa beschermt de burgers
tegen oorlog en geweld. Ook de
veiligheid van het individu wordt
gewaarborgd. (bv wetten tegen te
lang werken etc.)
Veiligheid is een van de
belangrijkste redenen dat de EU
werd opgericht. Het is van belang
dat ze dit nastreven.
Welvaart
(economisch
en
persoonlijk)
Er wordt gestreefd naar goede
handelscontacten en een stabiele
economie. De EU helpt in het
voorzien van en uitwisselen van
kennis en educatie. Besluiten
worden alleen gemaakt met het
Het beste voor de burger. De
beslissingen die worden genomen
zorgen voor een betere standaard
van leven voor alle burgers, niet
alleen voor het bestuur of
meerderheidsgroepen. Dit hoort
43
doel van een welvarende burger
voor ogen. Er is tolerantie.
bij de grondgedachte van
democratie.
Controle
Er kunnen geen beslissingen
zonder toestemming van
verschillende partijen. Er is sprake
van machtenscheiding. Het volk
heeft de macht in sommige
gevallen de beslissingen te
‘overrulen’.
Ook dit is van belang voor
democratie. Als er geen controle
op de beslissingen is wordt de
macht en het welzijn van de
burger niet beschermd.
Eenheid
Er is goed contact tussen de
lidstaten. Europese burgers voelen
zich verbonden met elkaar. Landen
voelen zich verbonden. Er is
eenheid binnen het parlement. Er
is sprake van een grote mate van
samenwerking en
verdraagzaamheid.
Een groep landen kunnen niet
gezamenlijke beslissingen nemen
en samenwerken als er geen
eenheid is. Als er geen sprake van
verbondenheid is zal het
Parlement niet goed kunnen
werken.
Stabiliteit
Er worden geen impulsieve
beslissingen genomen. De EU is
stabiel en ook de nationale
parlementen zijn stabiel en
houdbaar voor langere tijd.
Zonder stabiliteit is er geen
vertrouwen en veiligheid. Als het
eruit ziet alsof de EU op elk
moment in elkaar kan storten
kunnen de burgers zich niet veilig
voelen, en zullen het niet eens zijn
met de beslissingen van de EU.
Tabel 1
Zoals hier (tabel1) duidelijk te zien is, zal soms de verbetering van één onderdeel afdoen aan een
ander onderdeel. Het doel is dan ook om die ideeën te selecteren die merendeel verbetering
geven op één (of meer) gebieden zonder dat er teveel wordt ingeboet op een ander. Zo zou het
bijvoorbeeld veel effectiever zijn om een dictator te hebben die het beste voor heeft met het volk,
maar is dit toch een slecht idee omdat het afdoet aan vrijwel alle andere aspecten.
Eenmaal eens geworden over bovenstaande hoofdkenmerken konden wij aan de slag met de vier
uur durende cursus. We hebben elk idee gesorteerd op gekleurde post-its, zonder hierbij nog
een waardeoordeel aan de ideeën te geven. Vervolgens kregen we een tabel met aan de
bovenkant de hoofdkenmerken/verbeterpunten van een goed bestuur en aan de linkerkant vier
rijen: functie, vorm, tijd en geld. Elk idee moest worden ingedeeld in één van de vakken.
Hieronder volgt een voorbeeld: een post- it met het idee ​
een algemeen Europees referendum​
werd
onder het kopje ​
Democratisch gehalte​
, en in de rij ​
vorm​
opgehangen, omdat het een vorm is die
het democratisch gehalte (rechtstreekse invloed van de burgers) vergroot.
Op het moment dat elk idee een plek heeft, is het goed te zien op welke gebieden de meeste
verbetering is te behalen. Sommige vakken staan vol met concrete ideeën en andere niet.
Vervolgens hebben we door middel van een puntensysteem (1-5) bepaald in welke ideeën we het
44
meeste potentie zagen. Hierbij werden alle ideeën die een ander aspect te sterk negatief zouden
beïnvloeden geëlimineerd. Door elk idee op deze manier een plaats te geven bleven er
uiteindelijk een aantal post-its over die door ons allen goed werden beoordeeld, en de andere
ideeën en aspecten niet negatief zouden beïnvloeden. Uit deze ideeën hebben wij uiteindelijk de
twaalf meest uitvoerbare plannen geselecteerd voor de conclusie, en met behulp van de aspecten
hebben wij een visie opgesteld. (zie afbeelding 1)
45
Figuur 2:Toelichting visie
In de fundamenten van het huis staan de randvoorwaarden voor de EU. Als deze dingen er niet
zijn, is er in eerste instantie al geen goed functionerend parlement mogelijk. Vervolgens moet er
via snelle besluitvorming en de hoge kwaliteiten van de besluiten gestreefd worden naar de
‘dakrand’, zodat uiteindelijk het eerste doel van de Europese Unie (eenheid en veiligheid) kan
worden behaald.
46
10. Conclusie
De effectiviteit, eenheid en representatie van de burger zijn drie gebieden die we hebben gekozen
waarop we de Europese Unie in elk geval willen verbeteren en waar we ook de mogelijkheid in
zien om tot een uitvoerbaar plan te komen. Door de effectiviteit te verbeteren zullen er op een
snellere en duidelijkere manier beslissingen worden genomen en daarmee wordt het systeem
van de EU ook duidelijker voor de burgers. Burgers zullen zich meer betrokken voelen en als
gevolg daarvan meer gebruik maken van hun rechten, zoals stemmen en de burgerinitiatieven.
Hierdoor wordt de representatie van de burgers verbeterd. Als deze twee gebieden, effectiviteit
en representatie van de burger, zijn verbeterd zal er eenheid ontstaan, omdat de landen en
burgers beter gaan samenwerken en zich (meer) verbonden voelen. Dit alles samen zorgt voor
eenheid en daarmee zal de Europese Unie veranderen van een systeem gebaseerd op
wantrouwen naar een systeem gebaseerd op vertrouwen.
Op basis van de analyse hebben we zeven punten, toegespitst op de drie bovenstaande gebieden
van verbetering, geselecteerd die voor een betere werking van de Europese Unie zullen zorgen.
1. Er moet een centrale vestigingsplek voor het Europees Parlement komen.
2. Er moeten twee stemlijsten voor de Europese verkiezingen komen.
3. Het burgerinitiatief moet verduidelijkt worden.
4. Er moet een verplicht informatie lesuur over Europese Unie komen.
5. Het subsidiariteitsbeginsel moet duidelijker worden.
6. Lange termijn belangen moeten prioriteiten krijgen.
7. Het moet mogelijk zijn om lidstaten uit de Europese Unie te zetten.
VERBETERPUNTEN VOOR DE EFFECTIVITEIT
1. Er moet een centrale vestigingsplek voor het Europees Parlement komen
(effectiviteit)
Momenteel wisselt het Europees Parlement twaalf keer per jaar tussen Brussel en Straatsburg, dit
is erg ineffectief vanwege de onkosten en onnodige tijd die het in beslag neemt. In Brussel zal de
vestigingsplek van het Europees Parlement zijn, omdat veel andere instellingen en organen van
de EU ook in Brussel verblijven en het dus effectiever is voor de samenwerking. Frankrijk moet
zijn nationale belangen opzij zetten voor het grotere goed en voor de internationale belangen.
VERBETERPUNTEN VOOR DE REPRESENTATIE VAN DE BURGER
2. Er moeten twee stemlijsten voor de Europese verkiezingen komen.
(democratisch gehalte, controle, eenheid, eerlijkheid en vrijheid)
Voor de verkiezingen van het Europese Parlement is het goed om twee stemlijsten te hebben. De
kiezers kunnen twee stemmen uitbrengen door op een nationale en internationale lijst op
kandidaten te stemmen. Ten eerste worden hierdoor de burgers op nationaal niveau
gerepresenteerd. Hierdoor krijgen de burgers vertrouwen dat hun (nationale) belangen worden
behartigd. Ten tweede zal het ook een gevoel van eenheid bevorderen. Er wordt namelijk naast
47
een nationale vertegenwoordiger ook een internationale vertegenwoordiger gekozen. De burger
voelt zich op deze manier niet alleen Nederlands, Frans of Zweeds, maar ook Europeaan. De
burgers worden beter gerepresenteerd in het Europese Parlement, waardoor er ook meer
betrokkenheid en daarmee meer eenheid ontstaat. Op de nationale lijst staan alleen de
kandidaten van het desbetreffende land en op de internationale lijst staan alle kandidaten uit de
hele Europese Unie, behalve die uit het betreffende land van de stemmer. Kandidaten met een
dubbele nationaliteit moeten het land kiezen dat ze willen vertegenwoordigen. Dit voorkomt dat
er door één persoon twee keer op dezelfde kandidaat wordt gestemd.
3. Het burgerinitiatief moet verduidelijkt worden.
(eerlijkheid, democratisch, controle, veiligheid)
Voor de representatie en betrokkenheid van de burger is het van belang om ervoor te zorgen dat
het duidelijk is wat voor macht en rechten de burger heeft. Door het al bestaande burgerinitiatief
meer duidelijkheid en bekendheid te geven, kan dit bereikt worden. Dit kan via de sociale media
en de gewone media zoals kranten, maar ook door middel van een verplicht informatie lesuur op
school. (zie volgende punt)
4. Er moet een verplicht informatie lesuur over Europese Unie komen.
(eerlijkheid, welvaart)
EU-burgers zijn niet altijd goed ingelicht over de werking en de belangen van de Europese Unie.
Verplichte cursussen en voorlichtingsbijeenkomsten zullen niet werken, omdat burgers zich dan
te gedwongen en niet meer vrij voelen. Om toch ervoor te zorgen dat de burgers zich bewust zijn
van wat er in de EU speelt, is het een idee om in de hele Europese Unie op middelbare scholen in
het een na laatste jaar, leerlingen een vastgesteld aantal uur een verplicht vak te laten volgen
waarin de verkiezingen, de werking van de verschillende EU-instellingen en organen en de
rechten van de burgers worden uitgelegd en voorgelicht. Door de verplichte lesuren zullen
uiteindelijk alle EU-burgers voldoende zijn ingelicht om de belangen van de Europese Unie en de
relevantie van de betrokkenheid van de bevolking inzien. Hiermee is de kans groot dat de burgers
uiteindelijk beter worden gerepresenteerd, doordat ze begrijpen wat ze kunnen doen om meer
invloed uit te oefenen. De kosten die dit idee met zich meebrengt kunnen (gedeeltelijk) worden
vergoed met het geld dat overblijft door het afschaffen van de maandelijkse verhuizing tussen
Straatsburg en Brussel.
5. Het subsidiariteitsbeginsel moet duidelijker worden.
(eerlijkheid, controle, vrijheid)
Controle binnen een systeem is erg belangrijk en daarvoor zijn duidelijke regels nodig. Binnen de
Europese Unie moeten de machthebbers rekening houden met het subsidiariteitsbeginsel. Voor
een duidelijk overzicht, goede controle, effectiviteit en eerlijkheid is het van belang om alles op zo
klein mogelijke schaal uit te voeren. Wat op gemeentelijk niveau kan, moet door de gemeente
worden bepaald en geregeld. Regionale belangen worden op regionaal niveau geregeld. Door het
subsidiariteitsbeginsel na te leven hebben de overheden op verschillende niveaus allemaal hun
eigen macht. Dit betekent dat de Europese Unie op bepaalde gebieden slagvaardiger kan
optreden, terwijl het op andere gebieden de lidstaten vrijer zal laten. Doordat de beslissingen die
48
gemaakt worden duidelijk en goed uitvoerbaar zijn en alleen gaan over onderwerpen die op alle
Europese landen en burgers van toepassing zijn (bijvoorbeeld milieu en migratie), zullen de
burgers een minder negatief beeld van de EU ontwikkelen. Dit leidt daardoor tot meer
tevredenheid onder het volk, omdat de burgers dan niet het gevoel hebben dat buiten hun macht
en wil om dingen worden geregeld, die ze net zo goed zelf kunnen bepalen en regelen.
VERBETERPUNTEN VOOR DE STABILITEIT EN EENHEID
6. Lange termijn belangen moeten prioriteiten krijgen.
(stabiliteit, eenheid en welvaart)
Binnen een democratische regeringsvorm is het makkelijk om te kiezen voor de korte termijn. Dit
zorgt namelijk voor snel zichtbaar succes, en dat is iets wat voor de burgers in eerste instantie
erg belangrijk lijkt/is. Alhoewel er vaak voor de korte termijn gekozen wordt, blijkt uit de
interviews met deskundigen, dat het belangrijker is om de lange termijn belangen prioriteit te
geven. Een wetsvoorstel dat drastische veranderingen aanbrengt in de samenleving hoeven niet
in één dag te worden aangenomen. Het is belangrijk dat er langere periode’s over deze
beslissingen wordt nagedacht. Deze periode’s mogen ook lang duren zodat het volk dan de tijd
heeft om zich aan de nieuwe wetgevingen aan te passen. Ook moeten er duidelijke regels komen
die zorgen dat politici gedwongen worden zich meer te focussen op de dingen die op de lange
termijn belangrijk zijn voor geheel Europa. Door onder andere het subsidiariteitsbeginsel kunnen
er maatregelen worden genomen, waardoor de instellingen van de Europese Unie hogere
prioriteiten moet stellen bij lange termijn beslissingen.
7. Het moet mogelijk zijn om lidstaten uit de Europese Unie te zetten.
(stabiliteit, eerlijkheid, eenheid en controle)
Op dit moment is het nog niet mogelijk om een land uit de Europese Unie te zetten, bijvoorbeeld
als het land zich niet aan de afgesproken wetten en verdragen houdt. Zodra een land niet meer
voldoet aan de Kopenhagen criteria zal het Hof van Justitie twee waarschuwingen geven. Als het
desbetreffende land na de waarschuwingen zich niet genoeg heeft aangepast, kan de
uitzetprocedure in gang worden gezet. Dan kan de Europese Commissie een voorstel doen aan
het Europese Parlement om een stemming te houden voor de uitzetting van een bepaald land net.
In dat geval moet ten eerste het Hof van Justitie voor de uitzetting zijn. Daarnaast moet er een
gekwalificeerde meerderheid in de Raad van de Europese Unie worden behaald en moet ook het
Parlement (met uitzondering van het land dat moet worden uitgezet) met een meerderheid van
75% voor stemmen. Als aan deze drie criteria is voldaan kan het land worden uitgezet, en moeten
er nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven.
49
ALGEMEEN BEELD EN OPMERKINGEN
Ten eerste moeten al deze veranderingen tegelijkertijd plaatsvinden en moeten alle Europese
burgers goed geïnformeerd zijn voor er iets gebeurt. De burger moet vertrouwen hebben in het
nieuwe systeem en dat kan alleen als er op een transparante manier wordt omgegaan met de
veranderingen binnen het Europese bestuur.​
Als elk van deze ideeën worden toegepast zullen de
​
besluiten van betere kwaliteit zijn en sneller worden gemaakt. Daarom is het ook verstandig de
onderwerpen waarop de Europese Unie invloed op kan uit oefenen beter af te bakenen. Hiervoor
kan het subsidiariteitsbeginsel worden toegepast. Als de Europese Unie zich vooral focust op
overkoepelende problemen, maar daarbij wel de macht en autoriteit heeft om veranderingen
door te zetten, zullen er effectieve beslissingen gemaakt worden en zal het vertrouwen bij de
burger groeien. Voor het vertrouwen van de burger is het daarnaast van belang vrijwel geheel
transparant te zijn. Iedereen moet op een heldere wijze op de hoogte gebracht worden van
beslissingen en conflicten. Ook moeten de Europese burgers het idee hebben dat hun stem telt. Er
moet een wet komen die zorgt dat het Europees Parlement zich voornamelijk bezighoudt met de
lange termijn belangen in plaats van de korte termijn belangen die zich vooral op nationaal
niveau afspelen. Vrijheid van pers, geloof en meningsuiting zijn en blijven een grondrecht.
ANTWOORD OP ONDERZOEKSVRAAG
​
“Wat is de best werkende democratische bestuursvorm voor de Europese Unie?”
Een goed functionerend democratisch bestuur houdt rekening met elk van de negen uitgewerkte
aspecten, met als doel het waarborgen van eenheid en veiligheid voor de gehele Europese Unie.
Op die manier is het bestuur haar burgers optimaal van dienst.
Zoals in ons onderzoek naar voren is gekomen bleek dat het bestuur van de Europese Unie
grotendeels naar deze maatstaven functioneert, maar ook dat vooral drastische maatregelen
en/of verbeteringen vaak geen goed idee zijn. Overheidsorganen en bedrijven hebben vaak
belangen bij hoe het systeem nu werkt, en doordat zij de drijvende kracht achter de Europese
Unie zijn is het vaak moeilijk om grote veranderingen ineens door te voeren.
Toch zijn wij tot de conclusie gekomen dat er wel degelijk enkele zaken zijn die kunnen en
moeten worden verbeterd. De adviezen die wij dit hoofdstuk hebben uitgewerkt, zijn relatief
kleine stappen die veel verbetering met zich mee kunnen brengen. Wij raden u aan om deze
serieus in overweging te nemen.
50
11. Reflectie
Begin juli vorig jaar zijn we begonnen met de productie van een profielwerkstuk. We hadden een
ambitieus plan en dat hebben we geweten. Hoewel we er allen enorm veel plezier aan hebben
beleefd, was het op verschillende vlakken een grotere uitdaging dan we in eerste instantie
dachten. Het bleek dat we zo’n groot onderwerp hadden gekozen dat (vooral) in de beginstadia
het erg lastig was om overzicht te houden en te beslissen welke dingen echt belangrijk waren en
welke minder. Dit heeft ervoor gezorgd dat we in het begin niet altijd even efficiënt te werk
gingen, al besteedden we er toen al veel tijd aan. Gaandeweg raakten we echter steeds meer in de
‘flow’ van het stuk en werd het duidelijker hoe we het moesten aanpakken. Toen we eenmaal in
het stadium waren beland dat we echt gingen schrijven, begon de inhoud een belangrijkere rol te
spelen. Omdat we met drie mensen zijn, alle drie met verschillende meningen, hebben we vaak bij
elkaar gezeten om tot een eenduidig idee te komen. Op die momenten leken we zelf af en toe wel
het Europees Parlement: beslissingen konden niet effectief worden genomen, er vonden lange
debatten plaats en communicatie verliep niet altijd even soepel. Ondanks dat dit ervoor zorgde
dat de productie van dit profielwerkstuk niet altijd even makkelijk verliep, gaf het ons wel een
goed beeld van de problemen die in een bestuur kunnen spelen, wat achteraf gezien eigenlijk heel
nuttig is geweest. Ook konden we door op kritische wijze naar elkaars werk te kijken het niveau
van de stukken flink verhogen. Samenwerken is niet altijd even makkelijk, maar het is een
belangrijke vaardigheid om te ontwikkelen en uiteindelijk bereik je samen meer. We hebben dan
ook vele gezellige middagen met elkaar gespendeerd en zijn allen trots op de resultaten.
Inhoudelijk zijn we grotendeels tevreden over het werk dat we verrichtten. Af en toe hebben we
praktische keuzes gemaakt omwille van de tijd. Zo konden we niet de bestuursvormen van elk
van de Europese lidstaten uitwerken, maar moesten we kiezen. Dit betekent dat de resultaten
misschien niet altijd representatief zijn. Ook is het bij een profielwerkstuk als dit lastig om tot een
objectieve conclusie te komen. Grotendeels zijn we hierin wel geslaagd door het gebruik van veel
verschillende meningen die we vervolgens verwerkten in een grotendeels objectief
verwerkingsplan (de KLIM cursus). We hebben er voor gekozen toch zelf de ideeën te selecteren,
omdat wij in zekere zin redelijk objectief zijn. Uiteindelijk zijn wij immers niet degene die belang
hebben bij de uitkomst. Ook hebben we gaandeweg veel kennis vergaard via verschillende
bronnen en zijn we een goed voorbeeld van de ‘gemiddelde’ burger.
Ondanks dat we geprobeerd hebben een zo groot mogelijke en zo divers mogelijke groep te
interviewen, hebben we niet veel internationale deskundigen of mensen met een ‘rechtse’
politieke mening kunnen interviewen. We hebben dit wel geprobeerd, maar het is lastig in
contact te komen met politici uit het buitenland en veel van de mensen uit de rechtse kant van
het politieke spectrum voelden er niet veel voor met ons te praten.
51
Hoewel we af en toe uitdagingen tegenkwamen hebben we veel plezier gehad en zijn we zeer
tevreden met het eindproduct.
Bijlagen
52
12.1 Landen
In de tabel voorafgaand aan de beantwoorde vragen is te zien sinds wanneer het desbetreffende
land lid is van de Europese Unie (EU). Indien het van toepassing is, staat het jaartal vanaf
wanneer het land lid is van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) er ook bij. Bij de
informatie over de munteenheid, staat het jaartal voor het jaar waarin de euro officieel als geld en
munteenheid fysiek werd ingeschakeld.
12.1a DUITSLAND
Naam:
Deutschland (Duitsland)
Hoofdstad:
Berlin
Lid sinds:
1958 EEG, 1993 EU (oprichtingslid)
Inwoners:
80.327.900 ​
(2012)
Oppervlakte:
2
357.137,2 km​
Munteenheid:
Euro (sinds 2002)
Democratie sinds:
1949-1990 BRD en DDR. Vanaf 1990 huidige Bondsrepubliek Duitsland
herenigd.
Soort democratie:
Parlementaire federale democratie
Aantal
provincies/deelstaten
:
16 bondslanden
Belangrijkste/grootst
e partijen:
CDU/CSU, SPD, Die Linke, Bündnis 90/Die Grüne, FDP
Partijen in
EU-parlement:
● 34 leden:​
Fractie van de Europese Volkspartij (christendemocraten)
​
Duitsland: CDU, CSU
● 27 leden: Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en
Democraten in het Europees Parlement
Duitsland: SPD
● 8 leden: Fractie Europese Conservatieven en Hervormers
Duitsland: Familien-Partei Deutschlands, Alternative für Deutschland
● 4 leden​
:​
Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa
53
Duitsland: FDP, Freie Wähler
● 8 leden:​
Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noord Groen
​
Links
Duitsland: DIE LINKE, Independent
● 13 leden:Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie
Duitsland: Bündnis 90/Die Grünen, Ökologisch-Demokratische Partei,
Piratenpartei Deutschland
● 2 leden​
: Niet-fractiegebonden ledDuitsland: Die PARTEI,
Nationaldemokratische Partei Deutschlands
Schengen-lid:
11
Sinds 14 juni 1985
(bovenstaande tabel)
​
1. Hoe worden de verkiezingen gehouden?
Hieronder staan de vijf basiskenmerken van verkiezingen in Duitsland.
De verkiezingen zijn:
•
Algemeen: Alle staatsburgers vanaf een bepaalde leeftijd (in Duitsland 18) kunnen
kiezen en mogen gekozen worden.
•
Direct: De kiezers stemmen direct een of meer leden van het parlement van een
lijst.
•
Vrij: Op de kiezers mag geen een vorm van druk worden geuit, hun stemmen voor
een kandidaat of voor een partij in te dienen; de burgers zijn ook vrij, niet te
stemmen, er is geen stemplicht.
•
Gelijk: Elke stem telt even veel mee.
•
Geheim: Het blijft geheim wie de kiezer kiest; stemhokjes, stembiljetten in
envelop,
stembussen, of stemapparaten dienen daarvoor.
1.1 Wie mag stemmen?
Het actieve stemrecht hebben in Duitsland voor staatsburgers vanaf 18 jaar. Dit recht is gebonden
aan een specifiek stemgebied, waarin de kiezers aan de kiezerslijst worden toegevoegd.
1.2 Op wie mag er gestemd worden?
Het recht gekozen te mogen worden, passief stemrecht, is in Duitsland ook vanaf 18 jaar. Daarbij
moet de Kandidaat op een ingediende en toegestane benoeming/nominatie (een politieke partij)
benoemt zijn.
11
➢
➢
Europese Unie, 1995-2015. Duitsland. ​
​
Geraadpleegd januari 2015 via
http://europa.eu/about-eu/countries/member-countries/germany/index_nl.htm
Europees Parlement; Leden. Geraadpleegd januari 2015 via ​
http://www.europarl.europa.eu/meps/nl/search.html
54
1.3 Hoe vaak en wanneer/waarover mag er gestemd worden?
•
Bundestag: De Bundestag wordt voor vier jaar gekozen (zittingsperiode).
•
Bondslanden: In de meeste bondslanden duurt de zittingsperiode vijf jaar.
1.4 Is er stemplicht? Zo ja, wat zijn de consequenties van niet stemmen?
Er is geen stemplicht.
1.5 Hoe/ op wat voor manier wordt er gestemd?
•
Meerderheidsverkiezingen: De kandidaten van een verkiezingsgebied concurreren onder
elkaar om de stemmen van de kiezers; gekozen wordt diegene die de meeste stemmen heft gekregen.
Deze persoon is de rechtstreekse mandaat en vertegenwoordiger van dat verkiezingsgebied.
•
Verhoudingsverkiezingen: De partijen stellen een lijst van kandidaten op. De kiezers kunnen
tussen de partijen kiezen en op een partij stemmen. De vertegenwoordigers worden op volgorde van
de lijst (1-x) bepaald.
•
Bij gemengde verkiezingen hebben de kiezer (minstens) twee stemmen.
2. Hoe werkt de politiek?
2.1 Wat voor regeringsleider is er en hoe wordt die bepaald? Welke taken heeft hij/zij?
Bondskanselier. De bondskanselier wordt op voorstel van de bondspresident door het Bondsdag
​
gekozen. De aangewezen bondskanselier, tot nu toe leider van de sterkste fractie, werkt samen met
aan de regering deelnemende partijen (coalitiepartners) het regeringsprogramma uit en legt de
hoeveelheid en bereiken van de bondsministers vast. De bondskanselier overlaat de ministers
bepaalde kabinet zetels en hun persoonlijke bezetting. Ook moet de kanselier erop letten dat er
rekening wordt gehouden met belangrijke groepen en stromingen van de eigen partij, sterke
bondslandverbanden en vrouwen bij de verdeling van ministerplaatsen.
2.2 Hoe worden ministers bepaald? Welke taken heeft een minister?
De bondsministers worden op voorstel van de bondskanselier en bondspresident benoemd.
​
2.3 Welke andere belangrijke rollen/taken worden er ingevuld door andere mensen?
Bondspresident. De bondspresident representeert de eenheid van de staat en is officieel het
​
staatshoofd.
Verkiezing:
De bondspresident word door de federale raad voor vijf jaar gekozen. Een keer herkozen worden is
toegestaan. Deze keuze is de enige opdracht van de federale raad. Ze wordt samengesteld uit leden
van het Bondsdag en uit een gelijk aantal gedelegeerde, die door de bondslandparlementen
afhankelijk van de fractiesterkte gezonden worden. De verkiezing wordt zonder uitspraak
uitgevoerd. Kiesbaar is elke Duitser, die het 40ste levensjaar heeft afgerond.
55
Degene die de meeste stemmen van de federale raad heeft (absolute meerderheid) is bondspresident.
Haalt geen kandidaat het om tijdens de eerste en tweede stemronde de absolute meerderheid, dan is
voor de derde stemronde een meerderheid van stemmen genoeg (relatieve meerderheid).
Taken:
•
Bondsrepubliek Duitsland representeren naar binnen en buiten: naar binnen toe door het
openlijk optreden bij statelijke, maatschappelijke en culturele evenementen, door toespraken bij
bijzondere gelegenheden, door bezoeken in de bondslanden en gemeentes; naar buiten toe door
staatbezoeken en de ontvangst van buitenlandse staatsgasten.
•
Internationale juridische vertegenwoordiging van de Bondsrepubliek Duitsland: door
ondertekening van verdragen met andere staten, door formele verklaringen van Duitse
diplomatische vertegenwoordigers en het ontvangen van buitenlandse diplomaten.
Bij de perceptie van verdere rechten kan de bondspresident niet zelfstandig, maar alleen in
samenwerking met andere constitutionele organen handelen.
•
De bondspresident ondertekent wetten voordat ze in kracht treden.
2.4 Wie regeert het land? (winnende partij, coalitie, meeste stemmen, etc.)
De bondskanselier wordt op voorstel van de bondspresident door het Bondsdag gekozen. De
aangewezen bondskanselier, tot nu toe leider van de sterkste fractie, werkt samen met aan de
regering deelnemende partijen (coalitiepartners) het regeringsprogramma uit en legt de
hoeveelheid en bereiken van de bondsministers vast. De bondskanselier overlaat de ministers
bepaalde kabinet zetels en hun persoonlijke bezetting. Ook moet de kanselier erop letten dat er
rekening wordt gehouden met belangrijke groepen en stromingen van de eigen partij, sterke
bondslandverbanden en vrouwen bij de verdeling van ministerplaatsen.
56
Bron: Bundeszentrale für politische Bildung, 2013, ​
www.bbp.de
De systematische weergave van de werking van de Bondsdag​
.
De belangrijkste beslissingen worden sinds een lange tijd in informele comités genomen. Het
regeringsakkoord, de uitgebreide presentatie van het programma van een regering bij het begin van
een nieuwe zittingsperiode, wordt in een regeerakkoord onderhandeld. Daarna komen bij politieke
beslissingen de coalitie samen. Daarbij hoort naast de kanselier, sommige ministers, de
fractievoorzitter van de coalitiepartijen verder invloedrijke parlementsleden en sommige
topambtenaren. Dit orgaan adviseert wetten die in afwachting zijn, belangrijke politieke
beslissingen​
, en de daarbij toepassende strategie en bemiddelt conflicten tussen de coalitiepartners.
​
57
Bron: Bundeszentrale für politische Bildung, 2009, ​
www.bpb.de
De systematische weergave van de werking van de bondsraad.
De Bondsraad is het controlerende orgaan met leden uit alle deelstaten die de belangen van de
deelstaten op nationaal niveau in de gaten houdt en behartigt. De Bondsraad controleert de
wetgeving van de Bondsdag en zorgt ervoor dat die niet de belangen, competenties en wetten van de
deelstaten schaadt.
2.5 Hoe wordt een coalitie/meerderheid gevormd?
Een burger kan stemmen (zie voorwaarden bij: wie mag stemmen?).
​
Er zijn burgerinitiatieven. Bijvoorbeeld demonstraties en petities.
58
12.1b FRANKRIJK
Naam:
France (Frankrijk)
Hoofdstad:
Paris
Lid sinds:
1958 EEG, 1993 EU (oprichtingslid)
Inwoners:
64,3 miljoen
Oppervlakte:
500 000 km2​
Munteenheid:
Euro (sinds 2002)
Democratie sinds:
1958 (zoals die nu is)
Soort democratie:
Semi-presidentieel systeem
Aantal
provincies/deelstaten :
22 regio’s, 101 departementen (vergelijkbaar met provincie)
Belangrijkste/grootste
partijen:
Sociaal democraten/liberalen
Leden in EU-parlement:
74
Schengen-lid:
s​
inds 1985
1. Hoe worden de verkiezingen gehouden?
1.1 Wie mag stemmen?
Geregistreerde stemmers, die boven de 18 jaar zijn mogen stemmen in Frankrijk. Een stemmer hoeft
niet per definitie Frans te zijn. Een inwoner van Frankrijk kan zich laten registreren als stemmer, hij
of zij moet dan wel Europese burger zijn.
1.2 Op wie mag er gestemd worden?
Op personen die zich kandidaat hebben gesteld om president te worden.
1.3 Hoe vaak en wanneer/waarover mag er gestemd worden?
Elke vijf jaar wordt er gestemd voor een nieuwe president.
1.4 Is er stemplicht? Zo ja, wat zijn de consequenties van niet stemmen?
Er is geen stemplicht.
59
1.5 Hoe/ op wat voor manier wordt er gestemd12?
In Frankrijk wordt er gestemd in twee stemrondes13​
bij de presidentiële verkiezingen. Het
zogenaamde twee-rondes systeem. In dit systeem wordt in de eerste ronde gestemd op mensen die
zich kandidaat hebben gesteld als president. Als hij of zij in deze ronde de absolute meerderheid van
stemmen ontvangt (meer dan een kwart van de geregistreerde stemmen), wordt deze persoon al
gekozen in de eerste ronde.
Als er uit de eerste ronde nog geen winnaar komt wordt er een tweede ronde gehouden. Een
kandidaat komt in aanmerking om gekozen te worden voor de tweede ronde als hij of zij 12.5 % van
de stemmen heeft gekregen.
Een kandidaat wint ook daadwerkelijk de tweede ronde als hij of zij een relatieve meerderheid van
de stemmen krijgt. Bij een gelijke uitslag wint de oudste kandidaat.
Frankrijk heeft een ander soort regering dan de meeste Europese lidstaten. De president wordt om
de 5 jaar direct gekozen zoals we al hierboven hebben uitgelegd. De president benoemd de premier
en diens kabinet. Het parlement bestaat uit het Assemblée Nationale, de Nationale Vergadering 14
(deze is rechtstreeks gekozen) en uit de senaat. De senaat wordt gekozen door regionale en
gemeentelijke bestuurders.
2. Hoe werkt de politiek?
2.1 Wat voor regeringsleider is er en hoe wordt die bepaald? Welke taken heeft hij/zij?
De regeringsleider heeft in Frankrijk relatief veel macht. De president heeft de macht om de
regeringsleider te benoemen. Hij kiest uit zijn partij één minister die regeringsleider wordt.
Alhoewel het lijkt dat de premier niet veel macht heeft, heeft hij wel de macht om binnenlandse
zaken te beslissen.
2.2 Wie regeert het land? (winnende partij, coalitie, meeste stemmen, etc.)
De gekozen president samen met de premier en het kabinet.
2.3 Hoe wordt een coalitie/meerderheid gevormd?
Een kabinet wordt gevormd als deze een meerderheid heeft in het parlement.
​
http://www.elections-legislatives.fr/en/system.asp ​
http://www.electoral-reform.org.uk/two-round-system/ 14
​
http://www.conseil-constitutionnel.fr/conseil-constitutionnel/english/homepage.14.html 12
13
60
2.4 Welke taken/invloed heeft de oppositie?
Elke twaalf maanden kan de president het kabinet ontbinden. Het parlement kan het kabinet
ontbinden via een motie van wantrouwen. De motie van wantrouwen kan worden ingediend door
de tweede kamer, en zal leiden tot een onderzoek naar de huidige regering15​
. Op deze manier zou de
oppositie meer invloed kunnen krijgen dan normaal.
Als het kabinet wordt ontbonden kan het zo zijn dat de oppositie-partij in het kabinet komt omdat
de oppositie dan een meerderheid vormt in het parlement, dit heet “cohabition” oftewel samenleving
in het Nederlands. Dit gebeurde in de geschiedenis maar drie keer, van 1968 tot en met 1988, 1993
tot en met 1995 en van 1997 tot en met 2002.
2.5 Hoe worden mensen/leden voor de Europese Unie gekozen/bepaald?
Frankrijk mag 74 leden afdragen aan het Europees Parlement16 . Zij worden verkozen door
verkiezingen per deelstaat/provincie. Door stemmers mag er op lijsten worden gestemd, deze zijn
gesloten (er kan dus alleen op een partij worden gestemd, er wordt dus niet direct op personen
gestemd.)
Als een lijst 5% of meer stemmen krijgt , verdienen zij een zetel.
2.6 Worden er referenda gehouden? Zoja, hoe vaak en op wat voor een manier?
In Frankrijk wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde presidentieel referendum. Hierbij heeft de
president het recht om een referendum te houden zolang het voorgaat aan een voorstel van het
kabinet of het parlement.
15
16
​
http://www.france.fr/en/institutions-and-values/constitution-fifth-republic.html ​
http://www.elections2014.eu/nl/in-the-member-states/FR/electoral-law 61
12.1c OOSTENRIJK Naam:
Österreich (Oostenrijk)
Hoofdstad:
Wien
Lid sinds:
1995 EU
Inwoners:
8,3 miljoen
Oppervlakte:
83 870 km2​
Munteenheid:
Euro (sinds 2002)
Democratie sinds:
1955
Soort democratie:
Parlementaire Bondsrepubliek
Aantal
provincies/deelstaten :
9 Bondslanden
Belangrijkste/grootste
partijen:
Sociaaldemocraten, christendemocraten
Leden EU-parlement:
18
Schengen-lid:
Sinds 1995
1. Hoe worden de verkiezingen gehouden?
1.1 Wie mag stemmen?
In Oostenrijk mogen kiezers stemmen vanaf 16 jaar17 en ouder. Het is daarmee het enige land in de
​
Europese Unie waar kiezers vanaf hun 16e​
mogen stemmen.
Alle autochtone Oostenrijkse burgers zijn verplicht om mee te doen aan verkiezingen. Alle nietOostenrijkse burgers en EU-burgers mogen meedoen aan verkiezingen als ze in Oostenrijk
verblijven. Ze mogen dan alleen stemmen voor de lokale verkiezingen.
1.2 Op wie mag er gestemd worden?
Bij de presidentsverkiezingen wordt er natuurlijk een president gekozen. Verder zijn er no
1.3 Hoe vaak en wanneer/waarover mag er gestemd worden?
In Oostenrijk wordt om de zes jaar een verkiezing gehouden voor het presidents-schap. Om de vijf
jaar wordt er een nieuwe Nationale Raad18 gekozen.
http://www.auslaender.at/wahlrecht-in-osterreich
​
​
http://www.europa-nu.nl/id/vii1imc4hytk/politieke_situatie_oostenrijk
17
18
62
1.4 Is er stemplicht? Zo ja, wat zijn de consequenties van niet stemmen?
Er is stemplicht in Oostenrijk. Als iemand niet stemt dan moet hij of zij een boete van 300 tot 3000
ATS betalen.
1.5 Hoe/ op wat voor manier wordt er gestemd.
Bij de verkiezingen om de Volksraad wordt er gekozen via kiesdistricten, deze zijn weer
onderverdeeld in deelstaten die ook weer zijn opgedeeld in regionale kiesdistricten. Om
vertekendheid te voorkomen is er een kiesdrempel van 4%.
2. Hoe werkt de politiek?
2.1 Wie regeert het land? (winnende partij, coalitie, meeste stemmen, etc.)
In Oostenrijk zijn er twee kamers net zoals in Nederland. De Nationale Raad wordt direct gekozen
door het volk. Zij controleren ook de wetten en kunnen het veto-recht van de Bondsraad in
sommige gevallen ongedaan maken. Vertegenwoordigers van de de deelstaten vormen samen de
Bondsraad van Oostenrijk.
De president vormt een regering die een parlementaire meerderheid moet vormen, dat betekend
dat het meestal een coalitie wordt van meerdere partijen.
De Bondskanselier is de voorzitter van de regering, het werkt dus niet zoals in Nederland waar de
minister-president de voorzitter is van de regering. De Bondskanselier heeft meer macht dan de
President, hierdoor lijkt het Oostenrijkse systeem erg op die van Duitsland. De Bondskanselier
samen met het kabinet heeft het recht om wetten in te dienen. Zij regeren het land.
2.2 Wat bepaalt de burger? Wat voor invloed heeft de burger?
De invloed van de burger is het stemrecht19 .
2.3 Hoe worden mensen/leden voor de Europese Unie gekozen/bepaald?
De leden voor het Europees Parlement20 worden in Oostenrijk via een rechtstreekse verkiezing
verkozen. Oostenrijk heeft 18 zetels in het Europees parlement. De kiezer stemt op een persoon van
de lijst van een bepaalde partij.
www.auslaender.at/wahlgrundsatze-bei-osterreichischen-wahlen
​
​
http://www.elections2014.eu/nl/in-the-member-states/Austria/electoral-law
http://vorige.nrc.nl/next/article1795086.ece
19
20
63
12.1d ZWEDEN
Naam:
Sverige (Zweden)
Hoofdstad:
Stockholm
Lid sinds:
1995 EU
Inwoners:
9,5 miljoen
Oppervlakte:
438 576 km2​
Munteenheid:
Zweedse kroon (SEK)
Democratie sinds:
Sinds 1718 ligt een deel van de macht bij de Riksdag (groeit later steeds
verder uit tot parlement), en werd de koning rechtstreeks gekozen via
beperkt kiesrecht. In 1809 kwam er een grondwet die de macht van de
koning verder inperkte. Vanaf dat moment ontwikkelt zich langzaam een
democratie. In 1921 is er naast een parlement ook algemeen kiesrecht.
Soort democratie:
Parlementaire constitutionele monarchie (één kamer)
Aantal
provincies/bondsland
en :
21 provincies
Belangrijkste/grootste
partijen:
SAP (sociaaldemocratische arbeiders partij)
20 zetels :
● 4 voor ​
Fractie van de Europese Volkspartij (christendemocraten)
● 4 voor Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie
● 1 voor Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links
● 3 voor Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa
● 6 voor Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en
Democraten in het Europees Parlement
● 2 voor Fractie Europa van Vrijheid en Directe Democratie
Partijen in
EU-parlement:
Schengen-lid:
21
Sinds 1996
​
(bovenstaande tabel)
21
➢
➢
Europees Parlement, Leden. Geraadpleegd januari 2015. ​
http://www.europeesparlement.nl/nl/your_meps.htm​
l
Zweden, provincies. Geraadpleegd januari 2015. ​
www.zweden.com
64
1. Hoe worden de verkiezingen gehouden?
1.1 Wie mag stemmen?
Iedereen met een persoonsnummer mag zijn of haar stem uitbrengen voor de provinciale staten of
het gemeentebestuur. Om te stemmen bij de regeringsverkiezingen heb je een Zweeds paspoort
nodig, en moet je dus een officiële Zweedse burger zijn. Voor elke type verkiezing geldt een minimum
leeftijd van 18 jaar.
1.2 Hoe vaak en wanneer/waarover mag er gestemd worden?
De Riksdag is de enige kamer in het Zweedse parlement en wordt eens in de vier jaar herkozen. De
verkiezingen voor de provinciale staten of het gemeente bestuur vinden op dezelfde dag plaats als
de regeringsverkiezingen. Doordat alle verkiezingen op dezelfde dag worden gehouden (de tweede
zondag van september, elke vier jaar) is de opkomst in Zweden vaak relatief hoog. Omdat er maar
één kamer is kan deze wel, ook voor de vier jaar voorbij is, worden ontbonden. Er worden dan
tussentijdse verkiezingen uitgeschreven.
1.3 Is er stemplicht? Zo ja, wat zijn de consequenties van niet stemmen?
Geen stemplicht.
1.4 Hoe/ op wat voor manier wordt er gestemd?
In de Riksdag zitten 349 afgevaardigden die op basis van evenredige vertegenwoordiging worden
gekozen. Zweden is opgedeeld in 29 kiesdistricten, die vóór de verkiezingen een aantal zetels
toegewezen krijgt. Het aantal zetels dat elk district kan verdelen heeft te maken met de hoeveelheid
stemgerechtigden die er wonen. Wie stemt mag kiezen om te stemmen op een partij of op een
specifieke kandidaat van een partijlijst. De zetels voor elk district worden vervolgens op basis van
evenredige vertegenwoordiging verdeeld en zullen een plaats krijgen in de Riksdag. Wel moet er om
een zetel in de Riksdag te behalen een stemdrempel worden overschreden van minstens 4% voor
partijen en 8% voor personen in de landelijke uitslagen. De rest-zetels (vereveningsmandaten)
worden verdeeld op basis van de landelijke verkiezingsuitslag.
2. Hoe werkt de politiek?
2.1 Wat voor regeringsleider is er en hoe wordt die bepaald? Welke taken heeft hij/zij?
Een parlementsvoorzitter is in Zweden erg belangrijk en kan in zekere zin worden gezien als
regeringsleider . Zo speelt hij een belangrijke rol bij de vorming van een regering. Na verkiezingen
voert de parlementsvoorzitter gesprekken met de partijleiders. Hij stelt dan op basis van de
verkiezingsuitslag een kandidaat voor de functie van premier voor. Het parlement moet vervolgens
stemmen, waarbij het voldoende is dat er geen absolute meerderheid tegen de premier stemt. Mocht
de kandidaat vier achtereenvolgende keren niet worden geaccepteerd door de Riksdag,
dan moeten binnen drie maanden nieuwe verkiezingen plaatsvinden.
In de Zweedse regering neemt ook de premier een sterke positie in. Als hij door het parlement is
gekozen, kiest hij zelf zijn ministers en wijst hen de ministeries toe. De premier kan ook zelf
ministers ontslaan. Een minister die niet langer het vertrouwen van het parlement geniet, moet zijn
65
functie neerleggen. Als de premier om wat voor reden dan ook opstapt, dan valt de hele regering.
Premier en ministers zijn gewoonlijk uit het parlement afkomstig. Na hun benoeming in de regering
behouden ze hun parlementszetel, maar hun parlementaire taken worden waargenomen door een
plaatsvervanger. Op grond van deze regel heeft een minister wel het recht om als
volksvertegenwoordiger in het parlement het woord te voeren, maar hij heeft geen stemrecht.22
2.2 Wie regeert het land? (winnende partij, coalitie, meeste stemmen, etc.)
Er wordt een coalitie gevormd onder leiding van de parlementsvoorzitter. In Zweden is het
gebruikelijk dat er minderheidsregeringen regeren. Dit geeft ook de oppositie veel macht in het
maken van beslissingen.
2.3 Wat bepaalt de burger? Wat voor invloed heeft de burger?
De burger heeft eigenlijk alleen invloed op de regering via zijn of haar stemrecht en initiatiefrecht.
Het parlement is de enige die de Riksdag kan ontbinden.
2.4 Zijn er referenda? Zo ja, hoe vaak en waarover?
In Zweden kunnen de volksvertegenwoordigende organen op nationaal, regionaal en​
lokaal niveau
​
een referendum uitschrijven. Sinds 1979 is het mogelijk om grondwetswijzigingen aan een bindend
referendum te onderwerpen. Een derde van de Riksdagleden kan een verzoek tot een dergelijk
referendum indienen, dat op dezelfde dag als de parlementsverkiezingen moet plaatsvinden. Van
deze mogelijkheid is nog nooit gebruik gemaakt. Op nationaal niveau kan tevens een consultatief
referendum worden gehouden, waarvan het resultaat niet bindend is. Sinds 1922 is er zes keer een
nationaal consultatief referendum​
gehouden. Ook de referenda op regionaal en lokaal niveau zijn
​
slechts raadplegend.
22
➢
​
1​
2:PDF bestand kiesstelsel Zweden. Geraadpleegd januari 2015
http://www.prodemos.nl/Media/Files/Kiesstelsel-Zweden-2014
66
12.1e LUXEMBURG Naam:
Luxembourg (Luxemburg)
Hoofdstad:
Luxembourg
Lid sinds:
1958 EEG, 1993 EU (oprichtingslid)
Inwoners:
524 853 (2012)
Oppervlakte:
2 586 km2​
Munteenheid:
Euro (sinds 2002)
Democratie sinds:
Er is geen één duidelijk jaartal te vinden vanaf wanneer er een democratie in
Luxemburg is. Het is in ieder geval vanaf 1952 een democratie.
Soort democratie:
Parlementaire constitutionele monarchie
Aantal
provincies/deelstaten:
Drie districten (Luxemburgs, Duits, Frans)
Belangrijkste/grootst
e partijen:
CSV (Chrëstlich Sozial Vollekspartei)
Partijen in
EU-parlement:
● 3 leden :Fractie van de Europese Volkspartij (christendemocraten)
Luxemburg: Parti chrétien social luxembourgeois
●
1 lid: Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en
Democraten in het Europees Parlement
Luxemburg: Parti ouvrier socialiste luxembourgeois
● 1 lid:Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa
Luxemburg: Parti démocratique
● 1 lid:Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie
Luxemburg: Déi Gréng - Les Verts
Schengen-lid:
23
sinds 1985
(bovenstaande tabel)
23
➢ Europese Unie, 1995-2015. Landen, Luxemburg. Geraadpleegd 27 januari 2015 via
http://europa.eu/about-eu/
➢ Europees Parlement; Leden. Geraadpleegd januari 2015 via​
http://www.europarl.europa.eu/
​
67
1. Hoe worden de verkiezingen gehouden?
1.1 Wie mag stemmen?
Iedereen tussen de 18 en de 75 moet stemmen. Na je 75ste mag je zelf weten of je stemt.
1.2 Hoe vaak en wanneer/waarover mag er gestemd worden?
De Kamer van Afgevaardigden wordt iedere vijf jaar gekozen in vier kiesdistricten op basis van
evenredige vertegenwoordiging.
1.3 Is er stemplicht? Zo ja, wat zijn de consequenties van niet stemmen?
Ja, stemmen is verplicht. Stemmen is verplicht voor burgers tot de leeftijd van 75. Alleen burgers
ouder dan 75 jaar en die woonachtig zijn in het buitenland mogen stemmen per post. Wie niet stemt,
wordt bestraft met een boete van 100 tot 250 euro. In geval van herhaalde onthouding over een
periode van vijf jaar, kan de boete oplopen tot 500 - 1.000 euro en de burgers hebben het risico dat
hun namen worden verwijderd uit de ledenlijst van de kiezers.
1.4 Hoe/ op wat voor manier wordt er gestemd.
Kiesdistricten: 4 multi-lid kieskringen (23 zetels voor het Zuiden, 21 voor het Centrum, 9 voor het
Noorden en 7 voor het Oosten).
​.5 Hoe worden de stemmen berekend?
1
De zetels uit de kiesdistricten worden toegewezen met behulp van de Hagenbach-Bisschoff methode,
waarin de kiesdeler wordt berekend door het totale aantal geldige stemmen te delen door het
aantal toegewezen zetels plus een. Het aantal stemmen gegeven per lijst wordt dan gedeeld door de
kiesdeler, en het resultaat, afgezien van breuken, is het aantal toegewezen mandaten per lijst; lege
zetels worden toegewezen in elk district volgens de grootste gemiddelde methode, ook bekend als de
D’Hondt rule. Lijsten worden ingedeeld naar de kandidaten met de grootste hoeveelheid stemmen
binnen elke lijst.
2. Hoe werkt de politiek?
2.1 Wat voor regeringsleider is er en hoe wordt die bepaald? Welke taken heeft hij/zij?
De regeringsleider is de minister-president. In praktijk kiest de Groothertog de minister-president
op basis van de verkiezingsuitslagen, waarna de minister-president de regering samenstelt.
2.2 Hoe worden ministers bepaald? Welke taken heeft een minister?
De minister-president stelt de regering samen en bepaald daarmee ook wie de ministers worden. Dit
keuze van de minister-president moet worden goedgekeurd door de Groothertog.
Doordat er meestal meer politieke portefeuilles zijn dan ministers, heeft een minister vaak meer dan
een portefeuille.
68
2.3 Wie regeert het land? (winnende partij, coalitie, meeste stemmen, etc.)
De uitvoerende macht is formeel de Groothertog, maar in praktijk de regering. De regering wordt
door de hertog aangewezen op basis van het voorstel die de leider van de grootste partij na de
verkiezingen heeft gemaakt.
De regering wordt samengesteld uit het resultaat van de verplichte nationale verkiezingen. De
grootste partij met de meerderheid van de stemmen en zetels vormt de regering. Als geen partij een
meerderheid aan zetels heeft wordt er een coalitie gevormd (dit is vrijwel altijd het geval).
Formeel geeft de grondwet de Groothertog de macht zelf de regering samen te stellen, door
bijvoorbeeld ministers en secretarissen aan te stellen.
2.4. Zijn er referenda? Zo ja, hoe vaak en waarover?
Ja er zijn referenda over belangrijke vragen/aspecten.
69
12.1f ​
MALTA
​
Naam:
Malta (Malta)
Hoofdstad:
Valletta
Lid sinds:
2004 EU
Inwoners:
0,4 miljoen
Oppervlakte:
316 km2​
Munteenheid:
Euro (sinds 2008)
Democratie sinds:
1964 (na onafhankelijkheid GB)
Soort democratie:
Parlementaire republiek
Aantal
provincies/deelstaten :
13 districten
Belangrijkste/grootste
partijen:
Labour party (55%) vs Nationalist Party (43%) (klein beetje zoals VS. Wel
meerdere partijen, maar eigenlijk zijn het er maar 2)
6 zetels:
● 3 voor ​
Fractie van de Europese Volkspartij (christendemocraten)
● 3 voor ​
Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en
Partijen in
EU-parlement:
Schengen-lid:
24
Democraten in het Europees Parlement
Sinds 2007
(bovenstaande tabel)
24
➢ Europees Parlement, leden Malta. Geraadpleegd januari 2015 ➢
➢
http://www.europarl.europa.eu/meps/nl/search.html?country=SE
Government Malta. Geraadpleegd december 2014
https://www.gov.mt/en/Government/Government%20of%20Malta/Synopsis/Pages/Governance-Synopsis.as
Wereldinformatie, Malta. Geraadpleegd januari 2015 ​
www.wereldinformatie.nl
70
1. Hoe worden de verkiezingen gehouden?
1.1 Wie mag stemmen?
Iedereen van 18 jaar en ouder (elke nationaliteit) mag stemmen als je maar verklaart alleen in
Malta te zullen stemmen. Je verliest je stemrecht als je mentaal ziek bent of langer dan een jaar in de
gevangenis zit.
1.2 Hoe vaak en wanneer/waarover mag er gestemd worden?
De leider van de grootste partij wordt automatisch minister president. Het parlement bestaat uit
één kamer die elke vijf jaar wordt herkozen​
.
1.3 Is er stemplicht? Zo ja, wat zijn de consequenties van niet stemmen?
Er is geen stemplicht.
1.4 Hoe/ op wat voor manier wordt er gestemd.
Kiezers rangschikken de kandidaten naar voorkeur. Dat betekent dus dat er niet maar één stem
wordt uitgebracht, maar er een lijstje wordt gemaakt van alle beschikbare kandidaten.
1.5 Hoe worden de stemmen berekend?
Er zijn dertien districten, en per district worden er vijf parlementsleden gekozen. Als hierdoor de
zetels niet meer representatief zijn voor de algemeen gekozen partij, worden er extra zetels aan het
parlement toegevoegd voor die partij.
2. Hoe werkt de politiek?
​
2.1 Wat voor regeringsleider is er en hoe wordt die bepaald? Welke taken heeft hij/zij?
Minister president is altijd de leider van de grootste partij.
De president mag wetten voorschrijven, en het huis van afgevaardigden ontbinden op verzoek van
de minister president of via een motie van wantrouwen. Ook mag de president, met toestemming
van de minister president, de meeste leden van de raden en de ministers aanstellen.
2.2 Hoe worden ministers bepaald? Welke taken heeft een minister?
Er zijn op het moment negen ministers. De ministers worden gekozen door de minister president uit
het huis der afgevaardigden. De ministers hebben een vergelijkbare rol met de ministers uit
Nederland.
2.3 Wie regeert het land? (winnende partij, coalitie, meeste stemmen, etc.)
Het aantal stemmen hangt direct samen met het aantal zetels in de kamer. De partij met de meeste
stemmen heeft dus in principe een meerderheid en het meeste macht om te regeren. Er worden geen
coalities gevormd.
71
2.4 Wat bepaalt de burger? Wat voor invloed heeft de burger?
De burger heeft net als in Nederland initiatiefrecht. Ook kunnen er referenda gehouden worden,
maar in de praktijk gebeurt het heel weinig.
2.5 Hoe worden mensen/leden voor de Europese Unie gekozen/bepaald?
Rechtstreeks gekozen door het volk uit een van de twee partijen. Op dit moment zijn er drie
afgevaardigden van elke partij.
72
12.2 Letterlijke verslagen interviews
Wegens privacy overwegingen hebben wij besloten deze niet op te nemen in de gepubliceerde
versie van dit werkstuk. Wie geïnteresseerd is in de uitgetypte versie van de opnames van elk van
de interviews kan contact opnemen via e-mail. ([email protected])
73
12.3 Kenmerken en verbeterpunten democratie (gehaald uit de
interviews)
Bron: gehouden interviews met politici van de Tweede Kamer, een Europarlementariër,
medewerker van de Europese Commissie, medewerkers van het Ministerie voor
Klimaatbescherming, Milieu, Landbouw, Natuur- en Consumentenbescherming van
Nordrhein-Westfalen in Duitsland die (in)direct met Europese Unie en Europese betrekkingen
werken.
Eigenschap(pen) democratisch land:
∙ ​
​
Vrije en eerlijke verkiezingen en daarnaast “checks and balances”: waar de macht is, is ook
altijd een tegenmacht. Daarbij nog vrijheid van pers, vrijheid van meningsuiting etc.
∙ ​
​
Als er een rechtstaat is en een verkozen volksvertegenwoordiging, die effectief controle
kan uit oefenen op de regering binnen het kader van de (grond)wet, gegrondvest op universele
mensenrechten. Een land wordt pas echt democratisch als er een democratische cultuur bestaat,
met vrijheid van meningsuiting, een vrije media, respect voor minderheden en tolerantie voor
andersdenkenden. De wet en de instellingen op zich zijn niet voldoende. Mensen moeten wel hun
stem uitbrengen en betrokken zijn met hun maatschappij.
· ​
​
Vrije verkiezingen. Niet gemanipuleerd. Niet bedrogen. Dat mensen buiten de verkiezingen
om invloed hebben op de regering. Petities en verzoekschriften. Directe democratie.
· ​
​
De verkiezingen zijn:
· Vrij
· ​
​
Algemeen
· ​
​
Geheim
· ​
​
Onmiddellijk, direct. Valt niet over te discussiëren.
· ​
​
Burgerparticipatie. Vrije verkiezingen voor parlementen. Dat het
rechtssysteem goed is. Executieve macht (uitvoerende), Legislatieve macht (regering
maakt wetten) en juridische macht (rechtsstaat).
· ​
​
Als burgers zich achteraf op een legitieme, politieke en rechtelijke manier kunnen
verzetten tegen (in)direct genomen politieke beslissingen. Democratie en rechtsstatigheid.
Veelvoudige keuze bij verkiezingen. bijv. Hongkong geen democratische verkiezingen. Zelf
kandidaten kunnen bepalen.
Doel Europese Unie
· Oorlog voorkomen. Economische welvaart; dat Europa ook een economische
macht gaat vormen in de wereld. Veiligheid; samen kunnen we de burgers beter
hun veiligheid garanderen dan alleen. Garanderen van vrijheid en democratie.
· Vrede en stabiliteit brengen en waarborgen in Europa. Daarna is het bevorderen
van welvaart voor alle EU burgers het belangrijkste doel.
· Gericht op milieu. EU meer invloed, maar daar zijn verschillende meningen over
binnen de EU.
· Vrede binnen Europa.
74
·
Structuren waar mensen vreedzaam met elkaar samen kunnen leven. Profiteren
van de multiculturele samenlevingen.
Belangrijke voorwaarde/criterium lidmaatschap Europese Unie
· Er moet een functionerende democratie zijn. Het moet een functionerende
markteconomie zijn. Een land dat lid wil worden moet alle bestaande wetgeving
van de Europese Unie overnemen.
· Dat het een democratische rechtstaat is.
· Democratische structuren. Gemeenschappelijke economie. Gelijkwaardige
voeding. Geen censuur. Gelijkheid tussen man en vrouw.
· Economie in balans.
Nadelen democratie
· Het is langzamer, stropiger. Het kost meer moeite want we moeten met elkaar
samenwerken en compromissen vinden. Het is soms een trager systeem.
· Hangt af van de vorm van de democratie. Veel democratische processen leiden tot
compromissen. Dit is goed om draagkracht te genereren maar vaak zijn dit niet de
beste oplossingen, bovendien zijn de processen traag waardoor slagkracht wordt
ingeboet. In een democratie is er ook altijd de verleiding om voor politiek gewin te
gaan en het korte termijn belang voorrang te geven boven wat verstandig is voor
de midden en lange termijn.
· Het is als minister bijvoorbeeld moeilijker om doelen waar te maken.
· Wat je als nadeel kan zien is dat het meer tijd kost. Democratie kost veel. Maar de
voordelen zijn overheersender dan de nadelen.
Zorgt democratie voor een beter welzijn van de burgers?
· Uiteindelijk wel, ja. Het is geen model dat iedereen rijk en gelukkig maakt, maar
dat wel goede resultaten geeft op de lange termijn. In democratische landen zijn
gelijke rechten en het meest welvarend. Waar de beste kwaliteit van leven is, waar
het meest gelukkige mensen leven.
·
Over het algemeen wel. Slechte leiders worden weggestemd. Regelmatige
verandering van de macht is sowieso goed, omdat dit corruptie, nepotisme en
gemakzucht tegengaat.
· Misschien zijn er alleenheerschappijen waar het beter is. Democratie niet in twijfel
getrokken. Verschillende concepten van verschillende partijen wat goed is of niet.
De schaar tussen arm en rijk gaat steeds verder open.
· Ik zou zeggen ja. Maar voormalige DDR-burgers konden ook zeggen dat het goed
ging.
· Ik geloof dat democratie & welvaart onvermijdelijk op lange termijn met elkaar
verbonden zijn. China’s kapitalistische economie en dictatuur gaan op lange
termijn niet met elkaar samen.
75
Moet de Europese Unie meer invloed hebben op individuele landen?
· Te algemene vraag. Je moet kijken naar welke uitdagingen we nu kunnen
aanpakken. Hoe doen we dat op de beste manier. Dan zijn er inderdaad terreinen
waar de Europese Unie meer macht zou kunnen hebben en waar ze slagvaardiger
kunnen zijn.
· Terreinen: Buitenland beleid. We hebben nu 28 lidstaten en dus 28 ministers van
Buitenlandse zaken. Als wij als één groep zouden optreden dan zouden we
ontzettend veel invloed hebben. In de Europese Unie heeft iedereen Vetorecht, dus
er is altijd wel iemand van de 28 tegen. Daarmee kun je dus geen deuk in een pakje
boter slaan. Vetorecht moet worden afgeschaft.
·
Geen zinvolle vraag. Het gaat niet om invloed op landen. Het gaat erom landen
door samenwerking meer invloed te geven op onze gemeenschappelijke toekomst
in de EU. Er is geen strijd om invloed tussen EU en Lidstaten. Ze liggen in elkaars
verlengde en versterken elkaar. Ik denk wel dat er goed gekeken zou moeten
worden wat er beter op Europees en wat beter op nationaal niveau kan gebeuren.
· Hangt van het onderwerp af.
· Subsidiariteitsbeginsel..
· Hangt van onderwerp af.
Moet je kunnen stemmen op andere nationaliteiten tijdens de Europese verkiezingen?
·
Ja. Tot nu toe is daar nog geen meerderheid voor bereikt, komt waarschijnlijk wel
ooit.
· Deel van de Europarlementariërs wordt nationaal gekozen en een deel
Europees.
·
Ja, dat zou wel eigenlijk moeten als je het serieus neemt.
· Maar je zou eigenlijk op twee lijsten moeten stemmen. Een soort van
Europese lijst en een nationale lijst, dat systeem heb je bijvoorbeeld in
Duitsland ook, dan stem je op je lokale politici en dus een deel van de
Bundestag is gevuld door de lokale lijst en een deel zijn de zegmaar
federale lijsten die de partijen zelf beheren. Dus zoiets zou je inderdaad
goed kunnen doen, maar dan moet je het wel overal tegelijkertijd invoeren.
·
Het is geen probleem. Alleen een logistieke vraag.
Één Europees leger
· Op de termijn moet je daar naartoe. Ten eerste; als je een gezamenlijk buitenland
beleid heb moet je ook een militaire motor hebben anders dan helpt het niet. Ten
tweede; elk van de 28 lidstaten heeft nu zijn eigen legertje met alles erop en eraan,
maar die legers zijn eigenlijk te klein en te ineffectief om enig gevaar te kunnen
maken. We geven dus onevenredig veel geld uit aan een heel ineffectieve macht.
Het zou veel beter zijn om één leger te hebben met veel meer mogelijkheden.
76
·
·
·
·
Ik denk niet dat het gecreëerd kan worden, noch dat het slagvaardig zou zijn.
Misschien dat we ooit een paar operationele Europese eenheden krijgen om
specifieke acties uit te voeren. Wel zullen we veel beter moeten samenwerken om
onze systemen gelijk te schakelen, om effectiever militair materieel in te kopen en
om steller internationaal te kunnen opereren.
Ertegen. Supermacht EU veroorzaakt angst.
Afstemmen is goed. Verder niet te beoordelen. Praktisch kan ik het me niet
voorstellen.
Perspectivisch ja. EU leger is gekoppeld in de structuur van de Verenigde Naties.
Geen EU-leger in de zin van de som van het aantal nationale staten. Meer militaire
verantwoording bij conflicten.
Europese grondwet
·
Voor. Wat noem je een grondwet? Er zijn natuurlijk al een heleboel documenten
en verdragen. Die noemen we niet de grondwet, maar er zitten wel een heleboel
elementen in die ook in een grondwet zitten. Het is niet nodig om een geheel
nieuwe grondwet te maken. Het kan ook door die documenten en verdragen te
herschikken.
Drie dingen veranderen binnen de Europese Unie (Parlement en Commissie)
· 1. Europese Commissie kleiner maken. 28 commissarissen (één uit elk land) is veel
te veel. Er zijn niet eens genoeg portefeuilles voor elke commissaris. Kleiner
maken, net zoals de Nederlandse regering die wordt samengesteld op basis van de
uitslag van de verkiezingen. De voorzitter van Europese Commissie wordt
geleverd door de grootste partij en die stelt dan de Commissie samen.
2. Openbaring van het bestuur. Burgers hebben het recht om in principe alles te
zien, ook al zijn er natuurlijk beperkingen, er moeten ook documenten geheim
blijven.
3. Europees Parlement moet initiatiefrecht krijgen. Net zoals in de Tweede Kamer.
Op het moment heeft alleen de Europese Commissie dat. Het Europees Parlement
spreekt namens de burger, dus als het Parlement met een voorstel komt, moet het
ook het recht hebben om het voorstel in te dienen.
·
1. Verander de Raad van Ministers in een senaat.
· Je moet kiezen of je een presidentieel model wil of je wil een ander model en
wij zitten ergens overal tussenin. Dus je hebt een Raad van Ministers die
niet een senaat is die de lidstaten vertegenwoordigt en zoals dat in
Amerika is. Je hebt de Europese, dat heb je eigenlijk in de Raad van
Ministers nog enigszins. maar dan heb je daarbovenop nog een Europese
Raad waarin de leiders van de lidstaten vertegenwoordigd zijn. En die
gedragen zich eigenlijk een beetje als de president. Dus met zijn allen
gedragen ze zich als de president. Ze hebben niet heel veel directe
bevoegdheden, maar ze kunnen wel de politieke lijn uitzetten en zeker in
tijden van crisis is wat zij zeggen eigenlijk leidend. En in die groep blijkt
77
mevrouw Merkel degene die het machtigste is, dus niet meneer Van
Rompuy, maar mevrouw Merkel. En dat is vrij ondemocratisch. Waarom
zou een wel gekozen leider, maar van een land, zo grote invloed hebben op
wat er in Europa gebeurt. Dat orgaan van Europese Raad werkt niet goed
samen met de Raad van Ministers. Wel lidstaten en zijn ministers eronder,
maar die zijn op een ander politiek niveau bezig en vertaalt zich niet van
hoge politieke doelstellingen, maar zegmaar de meer op rationele
wetgevende ~ van de Raad van Ministers, dus daar zit een disconnect
tussen. En dat betekent ook dat, dat wat eigenlijk op Europees niveau
besloten moet worden heel erg gedomineerd wordt door
korte-termijn-oppurtunisme in de lidstaten. Je krijgt dat de Duitsers
bijvoorbeeld een lijn kiezen omdat ze een regionale verkiezing hebben in
Schleswig-Holstein op dat moment en Merkel het niet kan permitteren om
zegmaar al een minder populair thema aan te snijden, dat invloed zou
hebben op de lokale verkiezingen. Dat betekent dus dat je Europees beleid
heel erg laat beïnvloeden door, een beetje door de waan van de dag van
alle lidstaten, maar zelfs in regio’s in lidstaten die waar het debat wordt
gereflecteerd door de nationale politici. Dat het helder is wie welke
verantwoordelijkheid heeft, want nu zou de Europese Raad de politieke
lijnen moeten uitzetten, maar dat doen ze eigenlijk relatief los van hun
eigen vakministeries. Dus Rutte zegt iets, maar dat heeft impact op het
ministerie van Economische Zaken, maar die zijn misschien in hun relatie
tot andere ministeries van Economische Zaken binnen de
mede-bedinginsraad, concurrentieraad, ik weet niet hoe die heet, sluit dat
helemaal niet aan. Dus Rutte en zijn vrienden kunnen wel wat zeggen,
maar dat wil niet zeggen dat meneer Kamp en zijn collega’s daar ook echt
concreet iets mee kan doen. Dus ze zijn een beetje losgezongen van de
dagelijkse praktijken van Brussel.
2. Introduceer een nieuwe begrotings- en finacieringsmodellen, waarbij de EU
voldoende eigen middelen heeft.
3. De EU veranderen van model dat is gebaseerd op wantrouwen naar een
vertrouwensmodel.
· Dat is meer een droom. We zijn natuurlijk allemaal soevereine staten die
met elkaar samenwerken en daarin gaan we eigenlijk heel erg wantrouwig
met elkaar om. Dus, en dat gaat zover door dat ook in het personeelsbeleid
we eigenlijk iedere keer alles willen controleren, omdat je bang bent dat er
een directeur van Nederland misschien landgenoten voortrekt of contacten
geeft aan aanbieders, dienstverleners van zijn lidstaat. Dus om dat te
voorkomen hebben we eindeloos veel regeltjes bedacht en kom je eigenlijk
veel minder toe tot het formuleren van meer ambitieus visionair beleid.
Want alles wordt continu afgedicht en afgecheckt en verzuipen we een
beetje in bureaucratie. Ik denk dat we teveel in de hele organisatie bezig
78
·
·
·
zijn met wat er mogelijk mis kan gaan en te weinig met wat we denken dat
goed is om te doen
1. Initiatiefrecht. Europees Parlement moet ook initiatiefrecht krijgen.
2. Loon van commissarissen omlaag.
1. Het is bureaucratisch. Er zou een betere afstemming moeten zijn.
2. Alles naar Brussel, niet Straatsburg.
3. Niet uit elk land een commissaris.
4. (Meer) solidariteit.
1. Europees Parlement moet initiatiefrecht krijgen.
2. Europees Parlement zou bij bevestiging Europese Commissie meer versterking
moeten krijgen.
3. Losse voorstellen van de president van de Europese Commissie wegleggen.
4. Europees Parlement medebeslissingsrecht.
Past de regeringsvorm van Nederland bij de Europese Unie? Is het democratisch functioneren
van de EU, naar uw mening, passend bij de parlementaire democratie zoals wij die in Nederland
kennen?
·
Ja. Het is alleen jammer dat Nederland de afgelopen jaren bij de dwarsliggers
hoort. Ik zie Nederland liever in de voorhoede in plaats van voortdurend op de
rem te staan en dwars te liggen.
·
Meestal wel. Het is alleen niet zo dat het Nederlandse parlement de uitkomst van
onderhandelingen bepaalt en het kan dus zijn dat beslissingen genomen worden in
Brussel, waar het Nederlandse Parlement het niet mee eens is. Daarom moet het
ook actief samenwerken met het EP om te zorgen dat de stem van de Nederlandse
burger zo goed mogelijk gehoord wordt.
Past de regeringsvorm van Duitsland bij de Europese Unie?
·
Natuurlijk.
·
Principieel wel. Het wordt alleen moeilijker.
·
Het functioneert. Federale structuur ja. Er is een groot grijs gebied. Duidelijke
versterking van het Europees Parlement is wenselijk. Eigenlijke machtscentrum is de
Raad. Er is ook een sterk gewicht op de Commissie met als enige het initiatiefrecht.
Succesvolle regeringsvorm
·
Zolang alle lidstaten aan de fundamentele regels van de democratie voldoen
functioneren ze allemaal.
·
Als de besluiten die ze neemt effectief zijn in het bereiken van de gestelde doelen
en gedragen worden door het volk; en men de processen rechtvaardig vindt, zodat
uitkomsten geaccepteerd worden ook al is niet iedereen het ermee een.
· Als hij democratisch is. Het volk ondersteunt.
· Als hij zich om het welzijn bekommert. Verstandige, slimmer beslissingen treffen.
· De kiezers en het volk tevreden stelt.
79
Veranderingen democratie in Europa in de (nabije) toekomst
·
Democratie is redelijk compleet. In het internettijdperk is er veel meer
rechtspreek van de burgers. Dat is een goede ontwikkeling. Internet geeft meer
mogelijkheden voor transparantie. Mensen kunnen zien dat er besluiten worden
genomen. De vraag is of de democratie bestand is tegen hele sterke
antidemocratische krachten binnen de samenleving. In alle landen zien we
eigenlijk in essentie antidemocratische partijen. Je ziet ook, de samenleving wordt
steeds vrijer en tegelijkertijd zijn we steeds bang voor terroristen, pedofielen en
voor andere dingen. We zijn overal bang voor. Dus in die stemming van angst zie je
heel sterk dat die democratische vrijheden worden ingeperkt. En dat vind ik een
heel zorgelijke ontwikkeling.
·
Een Europees referendum dat tegelijkertijd overal in de EU gehouden kan
worden om over de belangrijkste beleidsvragen directe inspraak te geven aan de
burgers van de EU.
· Dat zijn wel de fundamentele, constitutionele vragen. Je zou het ook best wel
kunnen verbreden. Bijvoorbeeld: de Denen hebben een wat ruimere
interpretatie van wat constitutioneel is dan sommige anderen. Dus dat
werkt. De Zwitsers gaan natuurlijk nog veel verder. Ze kunnen alles
voorleggen in een referendum. Dus dat zou je moeten bekijken, maar het is
op zich denk ik voor Europa ook wel een bindend iets dat je met zijn allen
op een moment kan uitspreken over iets wat wezenlijk is voor Europa als
geheel. Bijvoorbeeld de vraag van hebben we een Europese defensiemacht
nodig, nouja zoiets zou natuurlijk prima aan een referendum kunnen
worden blootgesteld. En wel meer ik denk dat je, kijk om het
Eurosongfestival toont aan dat we allemaal eigenlijk, en dat het heel
spannend is om op een moment allemaal met een ding bezig te zijn en ook
je stem te kunnen uitbrengen. Het Eurovisiesongfestival geeft wel aan dat
je best, ook al is Europa heel divers, dat je best mensen zover kan krijgen
dan ook te gaan stemmen en zeker tegenwoordig met online
mogelijkheden moet je veel meer kunnen doen. We hebben al iets dat heet
het Europees Burgerinitiatief, dat is een soort van petitie die je kan
indienen en als je dan een miljoen handtekeningen hebt, dan moeten het
wel geverifieerde handtekeningen zijn etc. ect. Als je dus een miljoen
mensen hebt die dat ondertekenen, dan moet de Commissie een initiatief
nemen. Nou zoiets zou je kunnen uitbreiden en beter inrichten zodat het
ook effectief door de Commissie wordt gebruikt. Nu is het vaak zo dat het
een beetje losse flodders zijn en waar onvoldoende goed over nagedacht is.
Bijvoorbeeld: water moet een mensenrecht zijn. Nouja, oke, nou, wat moet
ik daar mee. Ik kan wel ja roepen en kan wel de mensenrechtenverdragen
proberen aan te passen, maar dat is niet concreet genoeg. Als je zegt van er
moet nu een oplossing voor de vluchtelingen op de Middellandse Zee en
die moet er zus en zo uitzien. Die staat daarachter en die heeft dan een
80
·
·
·
miljoen handtekeningen. Ja, dan is dat een veel duidelijkere opdracht die je
meegeeft aan een beleidsorganisatie, zoals de Commissie. Dus dat ding
werkt dus niet goed, maar ik denk dat er wel, ook in combinatie van online
petities en referenda dat er meer te doen is om mensen te betrekken bij de
dagelijkse besluitvorming.”
Stemleeftijd naar beneden zetten op 16 jaar. Migranten mogen stemmen bij
gemeenteverkiezingen.
Democratie ook buiten de Europese Unie.
Sterkere nationale, volkse elementen in de Bondsrepubliek (Duitsland). Niet zo
sterk zoals in Zwitserland.
Problemen Europese Unie
·
Hoe zorg je ervoor dat landen zich aan de voorwaarden houden? En de landen die
al lid zijn en dat geldt dan op materieel terrein, hoe zorg je dat ze zich aan de
marktafspraken houden? Hoe zorg je dat ze zich aan de afspraken binnen de Euro
houden? Hoe zorg je dat landen zich houden aan de afspraken over de
grondrechten? Dus als de Europese Unie moet je zorgen dat je de middelen hebt
om landen de kunnen dwingen zich aan die afspraken te houden
·
Het samenhouden van de EU. Rechts-radicale staatsverantwoording overnemen.
81
13. Bronvermelding
Democratie
1.
2.
The Concepts and Fundamental Principles of Democracy. Geraadpleegd op 28 januari 2015 via
http://www.civiced.org/pdfs/books/ElementsOfDemocracy/Elements_Subsection3.pdf
ProDemos; Huis voor democratie en rechtsstaat. Geraadpleegd op 7 februari 2015 via
http://www.prodemos.nl/Kenniscentrum/Informatie-over-politiek/Wat-is-een-democratie.​
Geschiedenis
Athene
Geraadpleegd in januari 2015
1. http://www.athene.antenna.nl/ARCHIEF/NR01-Athene/01-Volks.html
2. historianet.nl/vraag-het.../hoe-democratisch-was-de-atheense-democratie
3. http://www.livius.nl/spijkers-op-laag-water/onze-democratie-komt-uit-athene/
Waterschappen
Geraadpleegd in januari 2015
1. http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/6821/waren-de-waterschappen-de-voorlopers-v
an-het-nederlandse-poldermodel.html
2. http://innl.nl/nl-NL/verhaal/15089/waterschappen-democratie-uit-de-middeleeuwen
3. http://www.vallei-veluwe.nl/organisatie/geschiedenis/geschiedenis/
Franse Revolutie
Geraadpleegd in januari 2015
1. Geschiedenis Tweede Fase vwo Handboek historisch overzicht. Uitgegeven in 2006 door
Wolters-Noordhoff bv Groningen/Houten. Auteurs: Dirk Verkuil, Bernadette Hijstek, Tom van
der Geugten en Eri Betten.
Arabische Lente
Geraadpleegd in februari 2015
1. http://nl.wikipedia.org/wiki/Arabische_Lente
2. http://www.europa-nu.nl/id/vimjmpynlou9/europa_en_de_onrust_in_de_arabische
3. http://www.vlaamsparlement.be/vp/informatie/pi/informatiedossiers/arabischelente/arabisch
e_lente.html
4. Bron Afbeelding: ​
Topomania.net
82
83
Grondgedachte Europese Unie
1.
2.
3.
4.
5.
Grondleggers van de EU - Geraadpleegd op 4 februari 2015 via
europa.eu/about-eu/eu-history/founding-fathers/index_nl.htm​
,
Anti-EU Fractie Volkskrant, Geraadpleegd op 10 februari 2015 via
volkskrant.nl/buitenland/farage-redt-anti-europese-fractie-met-controversiele-pool~a3772718/
EFD-fractie - Geraadpleegd op 10 februari 2015 via ​
efdgroup.eu/
Stratenschulte, Eckart D. "De Toekomst Van Europa." Europa: Het Kennismagazine Voor
Jongeren. Luxemburg: Bureau Voor Publicaties Van De Europese Unie, 2013. N. pag. Print.
Europa 2020, Geraadpleegd op 10 februari 2015 via
ec.europa.eu/europe2020/europe-2020-in-a-nutshell/targets/index_nl.htm
Werking politiek systeem Landen
Duitsland
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Schubert, Klaus/Martina Klein: Das Politiklexikon. 5., aktual. Aufl. Bonn: Dietz 2011.
Geraadpleegd op: 26 januari 2015 via
http://www.bpb.de/nachschlagen/lexika/politiklexikon/18455/wahlen
Schubert, Klaus/Martina Klein: Das Politiklexikon. 5., aktual. Aufl. Bonn: Dietz 2011.
Geraadpleegd op 26 januari 2015 via
http://www.bpb.de/nachschlagen/lexika/politiklexikon/18460/wahlsystem
Schubert, Klaus/Martina Klein: Das Politiklexikon. 5., aktual. Aufl. Bonn: Dietz 2011.
Geraadpleegd op 26 januari 2015 via
http://www.bpb.de/nachschlagen/lexika/politiklexikon/18459/wahlrecht
Pötzsch, Horst: Die Deutsche Demokratie. 5. überarbeitete und aktualisierte Auflage, Bonn:
Bundeszentrale für politische Bildung 2009, p. 37-41. Geraadpleegd op 26 januari 2015 via
http://www.bpb.de/politik/grundfragen/deutsche-demokratie/39310/wahlen
Pötzsch, Horst: Die Deutsche Demokratie. 5. überarbeitete und aktualisierte Auflage, Bonn:
Bundeszentrale für politische Bildung 2009, p. 97-103. Geraadpleegd op 26 januari 2015 via
http://www.bpb.de/politik/grundfragen/deutsche-demokratie/39360/bundespraesident?p=all
Pötzsch, Horst: Die Deutsche Demokratie. 5. überarbeitete und aktualisierte Auflage, Bonn:
Bundeszentrale für politische Bildung 2009, p. 105-109. Geraadpleegd op 26 januari 2015 via
http://www.bpb.de/politik/grundfragen/deutsche-demokratie/39365/bundesregierung?p=all
Pötzsch, Horst: Die Deutsche Demokratie. 5. überarbeitete und aktualisierte Auflage, Bonn:
Bundeszentrale für politische Bildung 2009, p. 61-72. Geraadpleegd op 26 januari 2015 via
http://www.bpb.de/politik/grundfragen/deutsche-demokratie/39330/parlament
Pötzsch, Horst: Die Deutsche Demokratie. 5. überarbeitete und aktualisierte Auflage, Bonn:
Bundeszentrale für politische Bildung 2009, p. 105-109. Geraadpleegd op 26 januari 2015 via
http://www.bpb.de/politik/grundfragen/deutsche-demokratie/39365/bundesregierung?p=all
Pötzsch, Horst: Die Deutsche Demokratie. 5. überarbeitete und aktualisierte Auflage, Bonn:
Bundeszentrale für politische Bildung 2009, S. 86-87 Geraadpleegd op 9 februari 2015 via
http://www.bpb.de/politik/grundfragen/deutsche-demokratie/39348/bundesrat
84
Frankrijk
1.
2.
3.
4.
5.
Officiele website Franse overheid. Geraadpleegd november 2014
http://www.france.fr/en/institutions-and-values/constitution-fifth-republic.html
Informatie-website. Geraadpleegd november 2014
http://www.conseil-constitutionnel.fr/conseil-constitutionnel/english/homepage.14.html
Verkiezingen informatie Frankijk. Geraadpleegd november 2014
http://www.elections-legislatives.fr/en/system.asp
Informatie kiesstelstel. Geraadpleegd november 2014
http://www.electoral-reform.org.uk/two-round-system/
EU-parlement website. Geraadpleegd november 2014
http://www.elections2014.eu/nl/in-the-member-states/FR/electoral-law
Oostenrijk
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
EU-informatie website. Geraadpleegd november 2014
http://www.elections2014.eu/nl/in-the-member-states/Austria/electoral-law
Oostenrijkse informatie-website. Geraadpleegd november 2014
http://www.auslaender.at/wahlrecht-in-osterreich
NRC-artikel. Geraadpleegd november 2014
http://vorige.nrc.nl/next/article1795086.ece
Onafhankelijke informatie-website. Geraadpleegd november 2014
http://www.europa-nu.nl/id/vii1imc4hytk/politieke_situatie_oostenrijk
Verkiezingen in Oostenrijk. Geraadpleegd december 2014
www.auslaender.at/wahlen-in-osterreich
​
Stemwetten bij verkiezingen:
www.auslaender.at/wahlgrundsatze-bei-osterreichischen-wahlen
Montesquie instituut. Geraadpleegd december 2014
http://www.montesquieu-instituut.nl/id/vgaxlcr0e001/oostenrijk
Europees Parlement. Geraadpleegd december 2014
http://www.europarl.europa.eu/
Zweden
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Europees Parlement, Leden. Geraadpleegd januari 2015.
http://www.europeesparlement.nl/nl/your_meps.html
Zweden, provincies. Geraadpleegd januari 2015. ​
www.zweden.com
2:PDF bestand kiesstelsel Zweden. Geraadpleegd januari 2015
http://www.prodemos.nl/Media/Files/Kiesstelsel-Zweden-2014
Kunst en cultuur, begin democratie. Geraadpleegd: januari 2015
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/koningshuis/88203-koningshuis-zweden.html
De nieuwe Zweed, partijen. Geraadpleegd januari 2015
http://denieuwezweed.com/2014/05/22/eu-stemmen-op-zweedse-partij-maar-welke/
Immigratie Zweden, stemprocessen. Geraadpleegd januari 2015
http://www.zwedenemigratie.com/e/regels.htm
85
Luxemburg
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Europese Unie, 1995-2015. Luxemburg. Geraadpleegd 27 januari 2015 via
http://europa.eu/about-eu/countries/member-countries/luxembourg/index_nl.htm​
.
Europees Parlement; Leden. Geraadpleegd januari 2015 via
http://www.europarl.europa.eu/meps/nl/search.html
Inter-Parliamentary Union, PARLINE database on national parliaments
Government (Luxembourg), in Europa World online . London, Routledge. University of Bergen.
Retrieved 04 September 2006 from ​
http://www.europaworld.com/entry/lu.is.15.​
Geraadpleegd op 27 januari 2015 via
http://www.nsd.uib.no/european_election_database/country/luxembourg/parliamentary_electio
ns.html.​
Copyright © 2009-2014 Manuel Álvarez-Rivera. All Rights Reserved.
Last update: May 25, 2014. Geraadpleegd op 27 januari 2015 via
http://www.electionresources.org/lu/#ASPECTS
Inter-Parliamentary Union, PARLINE database on national parliaments
Government (Luxembourg), in Europa World online . London, Routledge. University of Bergen.
Retrieved 04 September 2006 from​
http://www.europaworld.com/entry/lu.is.15​
​
.​
Geraadpleegd
op 27 januari 2015 via
http://www.nsd.uib.no/european_election_database/country/luxembourg/parliamentary_electio
ns.html.​
Luxemburg.lu © Laatst bewerkt op 18-04-2012. Geraadpleegd op 10 januari 2015 via
http://www.luxembourg.public.lu/en/luxembourg-glance/politics-institutions/political-system/i
ndex.html
About... Political Institutions in Luxembourg / Information and Press Service of the
Luxembourg Government /​
www.gouvernement.lu​
​
.​
Geraadpleegd op 10 januari 2015 via
http://www.luxembourg.public.lu/catalogue/politique/ap-institutions-politiques/ap-inst-pol-20
06-EN.pdf
Overheidssite. Geraadpleegd op 10 januari 2015 via
http://www.luxembourg.public.lu/en/luxembourg-glance/politics-institutions/political-system/i
ndex.html
Malta
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Maltese domincan province, publications. Geraadpleegd januari 2015 ​
www.opmalta.org
Europees Parlement, leden. Geraadpleegd januari 2015 ​
http://www.europarl.europa.eu/
Europa, Malta. Geraadpleegd januari 2015 ​
www. europa.nu
Europees Parlement, leden Malta. Geraadpleegd januari 2015
http://www.europarl.europa.eu/meps/nl/search.html?country=SE
Government Malta. Geraadpleegd december 2014
https://www.gov.mt/en/Government/Government%20of%20Malta/Synopsis/Pages/Governance
-Synopsis.as
Wereldinformatie, Malta. Geraadpleegd januari 2015 ​
www.wereldinformatie.nl
86
Werking politiek systeem Europese Unie
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Europese Unie. 1995-2015. How the European Union works, your guide to the EU institutions.
Geraadpleegd via
http://eeas.europa.eu/delegations/singapore/documents/more_info/eu_publications/how_the_e
uropean_union_works_en.pdf
Europese Unie 1995-2015. EU-instellingen en -organen, Europees Investeringsfonds.
http://europa.eu/about-eu/institutions-bodies/eif/index_nl.htm
THE EUROPEAN UNION EXPLAINED How the European Union works Your guide to the EU
institutions. Geraadpleegd op 10 januari 2015 via
http://eeas.europa.eu/delegations/singapore/documents/more_info/eu_publications/how_the_e
uropean_union_works_en.pdf
Europese Unie. 1995-2015. Europa Samenvatting van de EU-wetgeving. Laatste wijziging:
28.02.2007. Geraadpleegd januari 2015 via
http://europa.eu/legislation_summaries/enlargement/ongoing_enlargement/l14536_nl.htm
Europese Unie. 1995-2015. EU-instellingen en organen. Geraadpleegd op 7 februari 2015 ​
via
http://europa.eu/about-eu/institutions-bodies/index_nl.htm
De Europese Raad, De Raad ​
Twee instellingen in actie voor Europa​
. ©Europese Unie, 2013
© Europese Unie, 2015. Europese Raad, Raad van de Europese Unie. Stemsysteem.
Geraadpleegd op 11 februari 2015 via
http://www.consilium.europa.eu/nl/council-eu/voting-system/
Conclusie
Geraadpleegd in februari 2015
1. Visie & Strategie via​
http://www.visie-strategie.nl/
​
2. Kramer Lean Initiatieven gespecialiseerd in MKB via​
http://www.klim-nederland.nl/
​
3. LeanSixSigma via ​
http://www.sixsigma.nl/wat-is-lean
87
Download