Antwerpen, 4 november 2015 Nieuwe versie aanvraagformulier De nieuwe versie van het aanvraagformulier bevat een aantal beperkte, doch zeer relevante aanpassingen die we hier wensen toe te lichten. 1) Bij de evaluatie van een tromboseneiging is er vanaf deze versie van het aanvraagformulier de mogelijkheid om de anti-cardiolipine IgM en IgG antistoffen afzonderlijk te bepalen. Dit is voornamelijk een administratieve noodzaak. Het blijft sowieso aangewezen om beide testen te bepalen indien een antifosfolipiden syndroom dient aangetoond te worden. 2) De bepaling TSI/TSH receptor antistoffen is gewijzigd naar een TSI bepaling. Bij deze nieuwe methode voor de bepaling van deze antistoffen worden enkel de schildklier stimulerende antistoffen gemeten, die zeer specifiek zijn voor de diagnose van de ziekte van Graves. Deze unieke test wordt als Europese primeur vanaf begin oktober 2015 in routine uitgevoerd! 3) Eveneens als innovatieve testen worden vanaf heden de bepalingen van sFlt-1 en PlGF (en hun ratio) in routine uitgevoerd. De verhouding tussen deze twee merkers laat toe om tijdens het laatste trimester van de zwangerschap het risico op pre-eclampsie relatief eenvoudig in te schatten. Jammer genoeg is er nog geen tussenkomst van het RIZIV en bedraagt de prijs ongeveer 60 €. (symbool Ø op het aanvraagformulier) 4) Bij de infectieuze serologie is de verouderde test “influenza A antistoffen” verwijderd. Indien een influenzavirus (A en/of B) vastgesteld wenst te worden, dient hiervoor een antigenbepaling of een DNAbepaling uitgevoerd te worden op een respiratoir of nasofaryngeaal afgenomen staal. We voorzien in de toekomst een gelijkaardige evolutie voor de adenovirus en RSV serologie gezien er voor deze virussen betere diagnostische testen worden aangeboden (vnl. antigen bepaling). Dit past volledig in de huidige evolutie waarbij PCR testen in het routine klinisch laboratorium worden geïntegreerd. Door middel van deze technologie, waarbij het DNA of RNA van pathogenen wordt opgespoord, kunnen virussen of bacteriën direct worden gedetecteerd op de plaats waar ze zich bevinden. 5) Bij de feces analyses is de bepaling van elastase toegevoegd. Deze test is beduidend beter bij de diagnostiek en opvolging van exocriene pancreasinsufficiëntie t.o.v. chymotrypsine, maar heeft het nadeel dat deze niet RIZIV terugbetaald is en dus ten laste valt van de patiënt. (symbool Ø op het aanvraagformulier) Eveneens worden bij de feces testen in ditzelfde klinisch kader, de vetdosage en vetfractionatie op een 24 uurs fecescollectie niet meer op het aanvraagformulier vermeld (deze test wordt echter wel nog uitgevoerd), maar wordt de meer praktische bepaling van zure steatocriet op een fecesportie als alternatief naar voor geschoven. 6) Bij de microbiologische analyse van genitale oorsprong, zijn de testen Ureaplasma, Mycoplasma, Neisseria, Chlamydia en Trichomonas verplaatst naar boven zodat ze net onder de titel “Genitaal” komen te staan. Dit maakt het duidelijker dat deze 5 mogelijke pathogenen op alle genitale stalen kunnen opgespoord worden. Met vriendelijke groeten, Het AML team Algemeen Medisch Laboratorium Emiel Vloorsstraat 9 2020 Antwerpen T : +32 (0)3/30.30.800 F : +32 (0)3/30.30.880 E: [email protected] W: www.aml-lab.be 030-MED ISO 15189